air conditioning Hyundai Grand Santa Fe 2015 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2015, Model line: Grand Santa Fe, Model: Hyundai Grand Santa Fe 2015Pages: 710, PDF Size: 44.66 MB
Page 268 of 710

4169
Kenmerken van uw auto
Automatische verwarming en
airconditioning
1. Druk op toets AUTO.
De te gebruiken uitstroomopeningen, de aanjagersnelheid, de luchtinlaat en de
airconditioning worden automatisch
geregeld op basis van de gekozen
temperatuur.2. Stel de temperatuurregeltoets voor de
bestuurderszijde in op de gewenste
temperatuur.✽✽AANWIJZING
Schakel de automatische werking uit door op een willekeurige toets of
schakelaar van het volgende te
drukken:
- Luchtcirculatietoets
- Toets A/C
- Toets voorruitontwaseming (Drukde toets nogmaals in om de
voorruitverwarmingsfunctie te
deselecteren. Het teken AUTO wordt
nogmaals op het informatiescherm
weergegeven.)
- Luchttoevoertoets
- Aanjagerschakelaar
De geselecteerde functie wordt
handmatig bediend terwijl de andere
functies automatisch werken.
Voor uw gemak en om de effectiviteit van het verwarmings- en
ventilatiesysteem te verbeteren kunt u
de toets AUTO gebruiken en de
temperatuur instellen op 22°C/71°F.
ODM042287
ODM042290
Page 269 of 710

Kenmerken van uw auto
170
4
✽✽
AANWIJZING
Bedek de sensor op het dashboard nooit,
zodat een optimale werking van het
verwarmings- en airconditionings
-systeem gegarandeerd blijft.
Handmatig bediende verwarming
en airconditioning
Het verwarmings- en airconditioningssysteem kan ook
handmatig geregeld worden met
drukknoppen of met andere toetsen dan
de toets AUTO. In deze stand werkt het
systeem sequentieel, afhankelijk van de
gekozen toetsen of knoppen.
1. Start de motor.
2. Zet de luchtcirculatietoets in de gewenste stand.
Voor een effectieve verwarming en koeling:
- Verwarmen :
- Koelen :
3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.
4. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
5. Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
6. Als u de uitstromende lucht gekoeld wilt hebben, kunt u het
airconditioningssysteem aanzetten.
Druk op toets AUTO om weer over te
schakelen naar de volledig automatischeregeling.Luchtcirculatie
De luchtcirculatietoets regelt de circulatie
van de lucht door het ventilatiesysteem.
De lucht wordt op de volgende manier
over de uitstroomopeningen verdeeld: Zie de afbeelding in "Handbediend
verwarmings- en ventilatiesysteem".
ODM042336
ODM042288
Page 271 of 710

Kenmerken van uw auto
172
4
Uitstroomopeningen dashboard De uitstroomopeningen kunnen
afzonderlijk worden geopend of gesloten
met het wieltje.
Met de hendel in de ventilatieroosters
kunt u de richting van de luchtstroom uit
deze ventilatieroosters afstellen, zoals in
de afbeelding is aangegeven.
Temperatuurregeltoets
Als op de toets wordt gedrukt, neemt
de temperatuur maximaal (HIGH) toe.
Als op de toets wordt gedrukt, neemt
de temperatuur minimaal (LOW) af.
De temperatuur wordt telkens met 0,5°C
verhoogd of verlaagd. Als de laagste
temperatuur is ingesteld, zal de
airconditioning continu werken. De temperatuur afzonderlijk instellen
voor bestuurder en passagier
1. Druk op toets DUAL om de tempera-
tuur afzonderlijk te kunnen regelen
voor de bestuurderszijde en de
passagierszijde. Bovendien zal, als de
temperatuurregeltoets voor de
passagierszijde wordt ingedrukt,
automatisch de stand DUAL worden
ingeschakeld.
2. Bedien de temperatuurregeltoetsen voor de bestuurderszijde om de
temperatuur aan bestuurderszijde in
te stellen. Bedien de
temperatuurregel-toetsen voor de
passagierszijde om de temperatuuraan passagierszijde in te stellen.
ODMECL2003
■
Bestuurderszijde
■Passagierszijde
ODM042291
■
Type A
■Type BODM042279
Page 273 of 710

Kenmerken van uw auto
174
4
Type A
Stand RECIRCULATIE
In de standRECIRCULATIE wordt de lucht uit het
passagierscompartimentdoor het systeemgerecirculeerd en,
afhankelijk van de gekozen
functie, gekoeld of
verwarmd.
Stand BUITENLUCHT In de standBUITENLUCHT stroomt de
lucht van buitenaf in het
passagierscompartiment.
Deze lucht wordt,
afhankelijk van de gekozen
functie, verwarmd of
gekoeld.
Type B
Stand RECIRCULATIE
In de stand RECIRCU-LATIE wordt de lucht uit het passagierscompar-timentdoor het systeemgerecirculeerd en,
afhankelijk van de gekozen
functie, gekoeld of
verwarmd.
Stand BUITENLUCHT In de stand BUITEN-LUCHT stroomt de lucht
van buitenaf in het
passagierscompartiment.
Deze lucht wordt,
afhankelijk van de gekozen
functie, verwarmd of
gekoeld.
✽✽ AANWIJZING
Let op: door langdurig gebruik van de
stand RECIRCULATIE kunnen de
ruiten beslaan en zal de lucht in het
passagierscompartiment muf worden.
Daarnaast kan de lucht in het
passagierscompartiment extreem droog
worden bij langdurig gebruik van de
airconditioning in de stand
RECIRCULATIE.
WAARSCHUWING
Langdurig recirculeren kan leiden tot een verhoogde
luchtvochtigheid in het interieur,
waardoor de ruiten kunnen
beslaan en het uitzicht
belemmerd wordt.
Ga niet slapen in de auto wanneer het
airconditioningssysteem of de
verwarming ingeschakeld is.
Door een afname van de
zuurstofconcentratie en/of de
lichaamstemperatuur kunnen deinzittenden letsel oplopen.
Langdurig recirculeren kan slaperigheid veroorzaken,
waardoor de bestuurder de
controle over de auto kan
verliezen. Schakel daarom zo
veel mogelijk de stand
BUITENLUCHT in.
Page 274 of 710

4175
Kenmerken van uw auto
Aanjagerknop
Met de aanjagerknop kunt u de snelheid
van de aanjager en daarmee het volume
van de luchtstroom in de auto regelen.
Wijzigen van de aanjagersnelheid:
Draai de knop naar rechts (+) om deaanjagersnelheid te verhogen.
Draai de knop naar links (-) om de aanjagersnelheid te verlagen.
Druk op de toets OFF om de aanjager uit
te schakelen.
Airconditioning
Druk op de toets A/C om de
airconditioning in te schakelen (het
controlelampje gaat branden).
Druk nogmaals op de toets om de
airconditioning uit te schakelen.
Stand OFF
Druk op toets OFF om de airconditioning
uit te schakelen. Het is in dat geval nogsteeds mogelijk om de luchtcirculatie en
de luchttoevoer met de toetsen te
bedienen, zolang het contact in standON staat.
ODM042295ODMECL2016ODM042293
Page 276 of 710

4177
Kenmerken van uw auto
Werking systeem
Ventilatie
1. Zet de luchtcirculatietoets in stand() .
2. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.
4. Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
Verwarmen
1. Zet de luchtcirculatietoets in stand() .
2. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.
4. Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
5. Als u de uitstromende lucht gedroogd wil hebben, kunt u het
airconditioningssysteem aanzetten
(indien van toepassing).
Schakel de stand ( ) of ( ) in wanneer de voorruit beslaat. Tips voor het gebruik
Om te voorkomen dat stof of
onaangename geuren in het interieur
van de auto terechtkomen, kan de
schakelaar voor de luchttoevoer
tijdelijk in de stand RECIRCULATIE
worden gezet. Selecteer de stand
BUITENLUCHT weer zodra de bron
van irritatie gepasseerd is om weer
frisse lucht toe te laten tot het interieur.
Frisse lucht is beter voor de fysieke
gesteldheid van de bestuurder en
bovendien aangenamer.
De lucht voor het verwarmings- en ventilatiesysteem wordt aangevoerd
via de roosters in de paravan onder de
voorruit. Zorg er daarom voor dat deze
roosters niet geblokkeerd zijn door
bladeren, sneeuw of andere objecten.
Voorkom dat de voorruit beslaat door de stand BUITENLUCHT teselecteren, de aanjager in de
gewenste stand te zetten, de
airconditioning in te schakelen en de
gewenste temperatuur in te stellen.
Airconditioning
(indien van toepassing)
HYUNDAI-airconditioningssystemen zijn
gevuld met milieuvriendelijk
koudemiddel*.
1. Start de motor. Druk op toets A/C.
2. Zet de luchtcirculatieknop in stand () .
3. Schakel de stand BUITENLUCHT of RECIRCULATIE in met de toets
luchttoevoer.
4. Stel de aanjagersnelheid en de temperatuur bij om een maximaal
comfort te bereiken.
*: Het aircosysteem in uw auto is gevuld met koudemiddel van het type R-134a
of R- 1234yf, in overeenstemming met
de wetgeving in uw land ten tijde van
de productie. Welk koudemiddel er in
uw auto wordt gebruikt kunt u zien op
een label aan de binnenzijde van de
motorkap. Zie hoofdstuk 8 voor meer
informatie over de locatie van het
koudemiddellabel.
Page 277 of 710

Kenmerken van uw auto
178
4
✽✽
AANWIJZING
Houd de temperatuurmeter nauwlettend in de gaten wanneer de
airconditioning wordt gebruikt als u
lange hellingen oprijdt of als u in druk
verkeer rijdt bij hoge buitentem-
peraturen. Door het gebruik van het
airconditioningssysteem kan de motor
oververhit raken. Blijf de aanjager
gebruiken en schakel het aircondi-
tioningssysteem uit wanneer de
temperatuurmeter aangeeft dat de
motor oververhit raakt.
Bij het openen van de ruiten bij vochtig weer kan de airconditioning
druppelvorming in het interieur
veroorzaken. Omdat te veel vocht in
het interieur schade aan elektrische
componenten kan veroorzaken, mag
de airconditioning alleen worden
gebruikt als de ruiten gesloten zijn.Aanwijzingen voor gebruik
airconditioning
Open de ruiten een tijdje wanneer deauto tijdens warm weer in de volle zon
geparkeerd is geweest, zodat de
warme lucht naar buiten kan.
Om het beslaan van de ruiten tijdens regenachtig weer te verminderen, kunt
u de vochtigheidsgraad in het interieur
terugbrengen door de airconditioning
in te schakelen.
Tijdens de werking van de aircondi- tioning ziet u het motortoerental zo nu
en dan iets veranderen wanneer de
aircocompressor inschakelt. Dit is een
normaal verschijnsel tijdens de
werking van het systeem.
Schakel de airconditioning iedere maand enkele minuten in om hetsysteem in een optimale staat tehouden.OPMERKING
Onderhoud aan de aircondi-
tioning dient alleen te worden
uitgevoerd door geautoriseerdpersoneel om een juiste enveilige werking te garanderen.
Onderhoud aan het koudemiddel- systeem dient te wordenuitgevoerd in een goedge-ventileerde omgeving.
De verdamper van de airconditioning (koelspiraal) mag
nooit worden gerepareerd ofworden vervangen door eengebruikt exemplaar en nieuwevervangende MAC-verdampers
moeten conform SAE-norm J2842zijn gekeurd en gemerkt.
Page 278 of 710

4179
Kenmerken van uw auto
Na gebruik van de airconditioning kanonder de rechterzijde van de auto een
plas heldere vloeistof gelekt zijn. Dit is
een normaal verschijnsel tijdens de
werking van het systeem.
Als de stand RECIRCULATIE wordt gebruikt wanneer het airconditionings-
systeem ingeschakeld is, wordt wel
een maximaal koeleffect bereikt, maar
kan het gebruik van deze stand
gedurende een langere tijd ertoe
leiden dat de lucht in het interieur muf
wordt.
Tijdens de werking van de aircondi- tioning ziet u het motortoerental zo nu
en dan iets veranderen wanneer de
aircocompressor inschakelt. Dit is een
normaal verschijnsel tijdens de
werking van het systeem. Interieurfilter
Het interieurfilter, dat achter het
dashboardkastje is gemonteerd, filtert de
lucht die via het verwarmings- enairconditioningssysteem naar het
interieur wordt gevoerd. Als het filter in de
loop van de tijd verstopt raakt door stof
en andere verontreinigingen, neemt de
luchttoevoer via de uitstroomopeningen
af en kan de voorruit aan de binnenzijdebeslaan, ook al is de stand
BUITENLUCHT gekozen. Als dat het
geval is, adviseren we u het interieurfilter
te laten vervangen door een officiële
HYUNDAI-dealer.✽✽
AANWIJZING
Vervang het filter overeenkomstig het onderhoudsschema.
Als er onder ongunstige omstandig
-heden gereden wordt, bijvoorbeeld in
een stoffige omgeving of op slechte
wegen, moet het interieurfilter vaker
worden gecontroleerd en indien nodig
worden vervangen.
We adviseren u het systeem te laten
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer als de
luchtopbrengst plotseling afneemt.
1LDA5047
Buitenlucht
Gerecirculeerde lucht
Interieurfilter Aanjager
erdamper
Kachelradiateur
Page 279 of 710

Kenmerken van uw auto
180
4
Hoeveelheid koudemiddel en
compressorolie controleren
Als er te weinig koudemiddel in het
systeem zit, neemt de koelcapaciteit van
de airconditioning af. Een teveel aan
koudemiddel heeft ook nadelige effecten
op de werking van de airconditioning.
Daarom adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer als het systeem niet
normaal werkt.
*: Het aircosysteem in uw auto is gevuldmet koudemiddel van het type R-134a
of R- 1234yf, in overeenstemming met
de wetgeving in uw land ten tijde van
de productie.
WAARSCHUWING
- Auto's met R-1234yf*
Omdat het koudemiddel
licht ontvlambaar is en
onder zeer hoge druk
staat, mag onderhoudaan het aircondi
-tioningssysteem alleen
worden uitgevoerd door
geschoolde en
gecertificeerde technici.
Het is belangrijk dat het juiste type
en de juiste hoeveelheid olie en
koudemiddel worden gebruikt.
Anders kan schade aan de auto en
persoonlijk letsel ontstaan.
WAARSCHUWING - Auto's met R-134a*
Omdat het koudemiddel
onder zeer hoge druk
staat, mag onderhoud
aan het aircondi-tioningssysteem alleen
worden uitgevoerd door
geschoolde en gecertificeerde
technici. Het is belangrijk dat het
juiste type en de juiste hoeveelheid
olie en koudemiddel worden
gebruikt.
Anders kan schade aan de auto en
persoonlijk letsel ontstaan.
Page 280 of 710

4181
Kenmerken van uw auto
Draai de temperatuurknop volledignaar rechts (maximaal verwarmen) en
zet de aanjagerknop op de hoogstesnelheid om maximaal te ontdooien.
Zet de knop voor de luchtcirculatie in stand VERWARMEN/ONTWASEMEN,
wanneer tijdens het ontdooien of
ontwasemen warme lucht in de
voetenruimte gewenst wordt.
Verwijder voor het rijden alle sneeuw en ijs van de voorruit, de achterruit, de
buitenspiegels en alle zijruiten.
Verwijder alle sneeuw en ijs van de motorkap en van de
luchtaanvoeropening in het
paravanrooster om de werking van de
kachel en het ventilatiesysteem te
verbeteren en de kans op het beslaan
van de voorruit te verminderen.
Verwarmings- en ventilatiesysteem, handbediend Verwarmings- en
ventilatiesysteem, handbediend
Binnenzijde voorruit ontwasemen
1. Stel de gewenste temperatuur in.
2. Stel de voorste aanjager in op de
gewenste snelheid.
3. Kies stand ( ) of ( ).
4. De stand BUITENLUCHT wordt automatisch geselecteerd. Als deze
stand ( ) geselecteerd is, zal ookde airconditioning automatisch
worden geselecteerd.
Als de airconditioning en de stand
BUITENLUCHT niet automatisch worden
ingeschakeld, druk dan op de
desbetreffende toetsen.
VOORRUIT ONTDOOIEN EN ONTWASEMEN
WAARSCHUWING
- Voorruitverwarming
Gebruik de standen ( ) of ( )
niet in combinatie met koelen bij
een extreem hoge
luchtvochtigheid. Door het
temperatuurverschil tussen de
buitenlucht en de voorruit, kan de
voorruit plotseling beslaan,
waardoor het zicht wegvalt. Zet in
dat geval de modusselectie in de
stand ( ) en de aanjager op de
laagste stand.
ODM042298