dashboard Hyundai H-1 (Grand Starex) 2006 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2006, Model line: H-1 (Grand Starex), Model: Hyundai H-1 (Grand Starex) 2006Pages: 247, PDF Size: 11.05 MB
Page 11 of 247
1. Multischakelaar verlichting
2. Claxon en bestuurdersairbag (Indien aanwezig)
3. Schakelaar verwarming achtercompartiment(Indien aanwezig)
4. Schakelaar ruitenwisser/-sproeier voorruit
5. Schakelaar waarschuwingsknipperlichten
6. Schakelaar mistlampen
7. Schakelaar mistachterlicht
8. Schakelaar achterruitverwarming
9. Airbag voor passagierszijde
10. Dashboardkastje 11. Schakelaar koplampafstelling (Indien aanwezig)
12. ECT-schakelaar (Alleen automatische transmissie)
13. Ontgrendeling kleptankdop van binnenuit
14. Hefboom motorkapontgrendeling
15. Regelknop lichtsterkte instrumentenverlichting
(Indien aanwezig)
16. Chokeknop (Alleen Diesel motor)
17. Bedieningshandel verwarming/airconditioning
18. Aansteker
19. Asbak
20. Beker
21. Digitale klok (Indien aanwezig)
LET OP:
Een flacon luchtverfrisser mag in de auto niet dichtbij het instrumentenpaneel of op het dashboard worden geplaatst. Door eventuele lekkage van de luchtverfrisser op deze delen(Instrumentenpaneel, dashboard of aanjager) kunnen ze worden beschadigd. Als de vloeistof van de luchtverfrisser op deze delen komt moeten ze direct met water worden gereinigd.
!
Page 13 of 247
1. Multischakelaar verlichting
2. Claxon en bestuurdersairbag (Indien aanwezig)
3. Schakelaar ruitenwisser/-sproeier voorruit
4. Schakelaar waarschuwingsknipperlichten
5. Schakelaar mistlampen (Indien aanwezig)
6. Schakelaar mistachterlicht (Indien aanwezig)
7. Schakelaar buitenspiegel verwarming (Indien aanwezig)
8. Dashboardkastje9. Schakelaar koplampafstelling (Indien aanwezig)
10. Hefboom motorkapontgrendeling
11. Chokeknop (Alleen Diesel Motor)
12. Bedieningshandel verwarming/airconditioning
13. Aansteker
14. Asbak
15. Beker
16. Digitale klok (Indien aanwezig)
LET OP:
Een flacon luchtverfrisser mag in de auto niet dichtbij het instrumentenpaneel of op het dashboard worden geplaatst. Door eventuele lekkage van de luchtverfrisser op deze delen (Instrumentenpaneel, dashboard of aanjager) kunnen ze worden beschadigd. Als de vloeistof van de luchtverfrisser op deze delen komt moeten ze direct met water worden gereinigd.
!
Page 39 of 247
1
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
25
LET OP:
Let erop dat de motorkapsteun vrij is voordat de motorkap wordt gesloten.Controleer vóórdat u wegrijdt altijd of de motorkap goed gesloten is. Als dit niet het geval is kan demotorkap onder het rijden omhoogklappen, waardoor u het uitzicht verliest.Ongeval gevaar! Let er bij controles in de motorruimte op dat demotorkapsteun goed in het bevestigingspunt van de motorkap wordt aangebracht, zodat demotorkap niet kan vallen en u gewond kunt raken. Rijdt niet in de wagen met demotorkap omhoog, omdat het zicht wordt belemmerd en de motorkap omlaag kan vallen of beschadigdraken.!
2. Duw de veiligheids hendel opzij en til de motorkap op.
3. Plaats de stang tegen de motorkap. Voordat u de motorkap weer sluit moet u eerst de stang weer goed bevestigen.Houd de motorkap 30 cm open en laat hem dan dicht vallen, kijk goed of deze ook goed gesloten is. B570B03P
Bedrijfswagen
BEDIENING KLEP VAN BRANDSTOFVULOPENING
B200A01P-GXT (Minibus/Bestelbus) De klep van de brandstofvulopening kan vanuit het interieur wordengeopend door middel van het handel links op het dashboard. B200A02P
GT10230A
Page 53 of 247
1
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
39
o Controleer de riemen op
insnijdingen, slijtage of gerafelde stof en controleer of er vervormdemetalen delen aanwezig zijn. Vervang een defecte gordel.
o Een vuile gordel moet worden
gereinigd in warm water met eenneutraal schoonmaakmiddel. Spoel vervolgens met water enlaat drogen in de schaduw. Bleek of verf de gordels niet, omdat dit van invloed is op de specificaties.
o Gordels die tijdens een ongeval waren omgelegd, mogen nietopnieuw worden gebruikt, ookals ze ogenschijnlijk onbeschadigd zijn. Gordels kunnen slechts eenmaal degevolgen van een ongeval verwerken. Zorg ervoor dat de gordel en de bevestigingsboutendoor nieuwe worden vervangen.
o Stel de veiligheidsgordel van de
bestuurder nooit af als met deauto wordt gereden. o Om technische redenen mogen
de tweede en derde rij zitplaatsen niet tot een bed worden omgebouwd bij een rijdendeauto.
o Om u en uw passagiers te
beschermen tijdens een ongevalis het zeer belangrijk dat tijdens de rit de gordels op de juiste wijze zijn omgelegd.
o De veiligheidsgordel levert de maximale beveiliging voor deinzittende als de rugleuning zoverticaal mogelijk staat. Als de rugleuning schuin naar achteren staat, dan is er eengrotere kans dat de passagier, vooral bij een frontale botsing, onder de gordel uitglijdt engewond raakt door de gordel of omdat het dashboard of de rugleuningen worden geraakt.B170A04A-AXT IN HOOGTE VERSTELBARE VEILIGHEIDSGORDELS, VOOR(Indien aanwezig) U kunt de hoogte van de schoudergordel-verankering in een vande vier posities instellen. Als de hoogte te dicht bij de hals is ingesteld, heeft u niet de optimalebescherming. Het schoudergedeelte moet zodanig worden ingesteld dat hij over de borst loopt en over de schouder,dichter bij het portier dan bij de hals. Verplaats de verankering van de veiligheidsgordel naar boven of naarbeneden om de hoogte in de gewenste stand af te stellen. Trek de verankering omhoog om hem hoger in te stellen. B170A01A
Page 61 of 247
1
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
47
!
AIRBAGSYSTEEMSTUURKOLOMVERSTELLING
B600A01A-AXT (Indien aanwezig)
Stuurkolom afstellen:
1. Druk de hefboom omlaag om de stuurkolom te ontgrendelen.
2. Zet de stuurkolom in de gewenste stand.
3. Trek de hefboom na het verstellen omhoog en let erop dat hij is vergrendeld.
WAARSCHUWING:
Stel de stuurkolom niet tijdens hetrijden af. U kunt de controle over de auto verliezen en een aanrijdingveroorzaken. HSRFL600
B240A01F-GXT (Indien aanwezig)
Uw Hyundai is uitgerust met een airbagsysteem. Dit is herkenbaar aanhet opschrift "SRS Air Bag" op de afdekking van de airbag in het stuurwiel en de afdekking boven hetdashboardkastje aan passagierszijde. De airbags zijn aangebracht onder de afdekking van het stootvlak in het stuurwiel en de afdekking boven het dashboardkastje aan passagierszijde. Airbageenheid voor bestuurderszijde
B240A01P
U : Geschikt voor "universele" categorie veiligheidssystemen goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
UF: Geschikt voor in voorwaartse richting geplaatste "universele"categorie veiligheidssystemengoedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
X : Zitplaats niet geschikt voor
kinderen in deze gewichtsklasseOp buitenste zitplaatsen, achter
Bedrijfswagen
Leeftijd-
sgroep Zitpositie (Voor Bedrijfswagen)
Voorpassagier zijkant Voorpassagier midden
0 : Tot 10 kg (0 ~ 9 maanden) 0+ : Tot 13 kg (0 ~ 2 jaar)
I : 9 kg tot 18 kg(9 maanden~4 jaar)II & III : 15 kg tot 36 kg (4 ~ 12 jaar)X X X X X X
UF UF
Page 62 of 247
1AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
48
!
De airbag zorgt ervoor dat de bestuurder en/of de voorpassagier bijeen frontale aanrijding meer bescherming wordt geboden dan alleen met behulp van de veiligheidsgordelsmogelijk is. N.B.: Lees de informatie t.a.v. de airbag op de stickers aan de achterzijdevan de zonneklep en in het dashboardkastje.
WAARSCHUWING:
o De airbag is bedoeld als aanvulling op dedriepuntsgordels van de bestuurder en de voorpassagieren niet als een vervanging hiervoor. Daarom moet tijdens het rijden te allen tijde deveiligheidsgordel worden gedragen. De airbag treedt alleen in werking bij een frontaleaanrijding met een dusdanige snelheid dat de kans op verwondingen groot is.B240B02A-AXT Componenten en werking van airbagsysteem Het airbagsysteem bestaat uit de volgende componenten:
- Airbageenheid voorbestuurderszijde
- Airbageenheid voor passagierszijde
- SRS onderhoudsindicatie (SRI)
- SRS airbagmoduul (SRSCM) Het airbagmoduul controleert bij aangezet contact continu alle omstandigheden om te bepalen of eenfrontale aanrijding of een aanrijding onder een hoek ernstig genoeg is om de airbag in werking te laten treden. B240B01L
o De airbags treden alleen in
werking bij een aanrijding ondereen hoek die kleiner is dan 30°, gezien vanaf de lengte-as van de auto. De airbags treden niet inwerking bij een aanrijding van opzij, van achteren of bij het over de kop slaan van de auto.
o Voor een maximale veiligheid bij alle typen aanrijdingen moetenalle inzittenden, inclusief debestuurder, altijd de veiligheidsgordel dragen. Dit geldt ook indien hun zitplaats isvoorzien van een airbag.
Page 63 of 247
1
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
49
De airbageenheden bevinden zich in het midden van het stuurwiel en achterde afdekking boven het dashboardkastje aan passagierszijde. Als het airbagmoduul een frontaleaanrijding van een bepaalde kracht registreert, worden de airbags automatisch geactiveerd. Bij het in werking treden doorbreekt de airbag de breukpunten in het stootvlakvan het stuurwiel, hierna wordt het stootvlak geheel geopend en wordt de airbag volledig opgeblazen. Een volledig opgeblazen airbag in combinatie met een correct gedragenveiligheidsgordel zal de voorwaartse beweging van de bestuurder of de voorpassagier dempen, waardoor dekans op verwondingen aan het hoofd of het bovenlichaam wordt verminderd. Nadat de airbag is opgeblazen, zal hij onmiddellijk weer beginnen met leeglopen, zodat de bestuurder weernaar voren kan kijken en de wagen kan besturen. LET OP:
Een flacon luchtverfrisser mag inde auto niet dichtbij het instrumentenpaneel of op het dash-board worden geplaatst. Door eventuele lekkage van de luchtverfrisser op deze delen(instrumentenpaneel, dashboard of aanjager) kunnen ze worden beschadigd. Als de vloeistof van deluchtverfrisser op deze delen komt moeten ze direct met water worden gereinigd.
!
Airbag voor passagierszijde
B240B04P
De SRS service-indicatie (SRI) op het instrumentenpaneel gaat gedurende ongeveer 6 seconden knipperen nadathet contactslot in de stand "ON" is gezet of nadat de motor is gestart. De indicatie moet vervolgens doven. B240B02L
B240B03L
Page 65 of 247
1
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
51
!
o Het stootvlak kan worden
gereinigd met een zachte, droge doek of een doek die vochtig is gemaakt met water zonder enigetoevoeging. Oplosmiddelen of reinigingsmiddelen kunnen een negatief effect hebben op hetstootvlak van het stuurwiel alsmede op de goede werking van systeem.
o Er mogen geen voorwerpen over of bij de airbageenheden op hetstuurwiel, hetinstrumentenpaneel of de afdekking boven het dashboardkastje aanpassagierszijde worden geplaatst, omdat een dergelijk voorwerp letsel kan veroorakenbij een aanrijding die erntig genoeg is om de airbags in werking te laten treden.
o Als de airbag in werking is getreden, moet deze wordenvervangen door een officiëleHyundai dealer. o Aan de diverse componenten en
aan de bedrading van het airbagsysteem mogen geen werkzaamheden wordenuitgevoerd, terwijl deze ook niet mogen worden losgemaakt. Als dit wel gebeurt, kan ditpersoonlijk letsel tot gevolg hebben omdat de airbag abusievelijk in werking kantreden of niet in werking kan treden.
o Op de rechter voorstoel mag geen veiligheidssysteem voorkinderen worden gemonteerd. Op de voorstoel mag nooit eenkinderstoeltje worden geplaatst. Het kind kan letsel oplopen als de airbag bij een aanrijding wordtgeactiveerd.
o Als componenten van het
airbagsysteem tot schrootworden verwerkt, of als de wagen tot schroot wordt verwerkt, moeten bepaaldeveiligheidsvoor-schriften worden opgevolgd.
WAARSCHUWING:
o Als wijzigingen worden uitgevoerd aan de diverse componenten en de bedrading van het airbagsystem, inclusief het aanbrengen van voorwerpenop het stootvlak van het stuurwiel of wijzigingen worden uitgevoerd aan het stuurwiel, kan de werkingvan het airbagsysteem worden beïnvloed en persoonlijk letsel tot gevolg hebben. B240C02L
Page 67 of 247
2
Instrumentenpaneel en controlelampen ...................... 2-2
Indicator en waarschuwingslamp ................................. 2-8Instrumentenpaneel................................................... 2-12
Kilometerteller/dagteller ............................................. 2-14
Multischakelaar verlichting ......................................... 2-16
Wis-/wasschakelaar voorruit ...................................... 2-17
Koplampafste lling....................................................... 2-20
Licht instelling dashboard .......................................... 2-21
Toerentalregelknop .................................................... 2-21
Waarschuwingslamp in voorportier ............................ 2-21
Mistlampen ............ ..................................................... 2-22
Ruiten voor/achter ontdooi-schakelaar ...................... 2-23
Interieurverlichting ...................................................... 2-25
Schuifdak .................................................................... 2-27
Buitenspigel ................................................................ 2-30
Bekerhouder ............................................................... 2-32
Asbak voor ................................................................. 2-33
Digitale klok ................................................................ 2-34
Claxon ........................................................................ 2-34
Bediening verwarming en koeling .............................. 2-35
Schakelaar verwarming achtercompartiment ............ 2-42
Airconditioning tegen dak ........................................... 2-44
Luchtfilte r .................................................................... 2-44
Stereo geluidsinstallatie ............................................. 2-46
Antenne ...................................................................... 2-51
INSTRUMENTEN & BEDIENINGSORGANEN
2
Page 87 of 247
2
INSTRUMENTEN & BEDIENINGSORGANEN
21LICHT INSTELLING DASH- BOARD
C220A01P-GXT (Minibus/Bestelbus) (Indien van toepassing)
HSRFL220
Het dashboard licht kan worden ingesteld door middel van de knop te verdraaien.TOERENTALREGELKNOP
C230A01P-GXT (Alleen diesel motor)
Wanneer de buitentemperatuur erg laag is, of indien het nodig is de motor op bedrijfs-temperatuur te brengen.
! HSRFL230
LET OP:
Gebruik de toerentalregelknop nooit tijdens het rijden.
WAARSCHUWINGSLAMP IN VOORPORTIER
B620A01S-AXT (Indien aanwezig) Een rode lamp gaat branden wanneer het voorportier wordt geopend. Zo wordt het uitstappen vergemakkelijkten worden andere weggebruikers gewaarschuwd. B620A01S