ESP Hyundai H-1 (Grand Starex) 2010 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2010, Model line: H-1 (Grand Starex), Model: Hyundai H-1 (Grand Starex) 2010Pages: 324, PDF Size: 46.85 MB
Page 96 of 324

Kenmerken van uw auto
32
4
INSTRUMENTENPANEEL
1. Toerenteller*
2. Controlelampjes richtingaanwijzers
3. Snelheidsmeter
4. Temperatuurmeter
5. Waarschuwings- en controlelampjes
6. Schakelstandindicator*
(Alleen automatische transmissie)
7. Kilometerteller/Dagteller
8. Brandstofmeter
* : indien van toespassing
Het aanwezige instrumentenpaneel kan
afwijken van de afbeelding.
OTQ047044L/OTQ047044F
D150000ATQ
Type A
Type B
Page 108 of 324

Kenmerken van uw auto
44
4
D150327AUN
Waarschuwingszoemer "sleutel in
contactslot"
(indien van toepassing)
Als het bestuurdersportier geopend
wordt en de contactsleutel zich nog in het
contactslot bevindt in stand LOCK of
ACC, zal de waarschuwingszoemer
"sleutel in contactslot" klinken. Dit om te
voorkomen dat u de auto afsluit en de
sleutel in het contactslot laat zitten. De
zoemer klinkt totdat de sleutel verwijderd
is of het bestuurdersportier gesloten
wordt. D150323AUN-EE
Controlelampje ESP
(voertuigstabiliteitsregeling)
(indien van toepassing)
Controlelampje ESP
(voertuigstabiliteitsregeling) (indien vantoepassing)
Het controlelampje EPS gaat branden op het moment dat het contact in stand ON
wordt gezet en moet na ongeveer 3
seconden weer doven. Als de
voertuigstabiliteitsregeling is
ingeschakeld, registreert dit systeem de
rijomstandigheden. Zolang deze normaal
zijn, blijft het controlelampje ESP uit.
Zodra het systeem registreert dat de
wielen door willen gaan slippen, wordt de
voertuigstabiliteitsregeling geactiveerden gaat het controlelampje ESPknipperen. D150324AFD
Controlelampje ESP OFF
(indien van toepassing)
Het controlelampje EPS OFF gaat
branden op het moment dat het contact
in stand ON wordt gezet en moet na
ongeveer 3 seconden weer doven. Druk
op de schakelaar ESP OFF om de
voertuigstabiliteitsregeling uit te
schakelen. Het controlelampje ESP OFF
gaat branden om aan te geven dat het
systeem is uitgeschakeld. Als dit lampje
brandt terwijl de voertuigstabiliteitsregeling
niet is uitgeschakeld, is er mogelijk een
storing in het systeem. Laat de auto
controleren door een officiële HYUNDAI
Erkend Reparateur.
✽✽ AANWIJZING
Na het losnemen van de accukabels of
nadat een lege accu opgeladen is, gaat
het controlelampje ESP OFF mogelijk
branden. Draai het stuurwiel in dit
geval een halve slag naar links en naar
rechts terwijl het contact in stand ON
staat. Start vervolgens de motor
opnieuw nadat het contact in stand
LOCK gezet is. Laat het systeem zo snel
mogelijk controleren door een officiële
HYUNDAI Erkend Reparateur als het
controlelampje ESP OFF niet dooft.
ESPESP
OFF
Page 112 of 324

Kenmerken van uw auto
48
4
ALARMKNIPPERLICHTEN LIGHTING
D170400AEN
Zelfdiagnose
Als u geen waarschuwingsgeluid hoort of
als de zoemer met tussenpozen klinkt als
u de stand R inschakelt, kan dit duiden op
een storing in de parkeerhulp. Laat in dat
geval uw auto zo snel mogelijk
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer.
D180000AUN
De alarmknipperlichten moeten worden
gebruikt als u door omstandigheden
gedwongen bent de auto op een
gevaarlijke plaats tot stilstand te
brengen. Zet, als u de auto innoodsituaties tot stilstand moet brengen,
de auto zo ver mogelijk naast de rijbaan.
De alarmknipperlichten worden
ingeschakeld door de schakelaar voor de
alarmknipperlichten in te drukken.
Hierdoor gaan alle richtingaanwijzers
tegelijk knipperen. De
alarmknipperlichten werken ook als desleutel niet in het contactslot zit.
Druk nogmaals op de schakelaar voor de
alarmknipperlichten om ze uit te
schakelen.D190100AUN
Energiebesparingsfunctie
Deze functie voorkomt dat de accu
ontladen raakt. Het systeem schakelt
automatisch de parkeerlichten uit
wanneer de contactsleutel verwijderd
wordt of wanneer het portier aan
bestuurderszijde wordt geopend.
De parkeerlichten worden automatisch uitgeschakeld als de auto in het donker
langs de kant van de weg geparkeerd
wordt.
Volg onderstaande procedure als de
parkeerlichten moeten blijven branden
wanneer de contactsleutel is
verwijderd:
1) Open het portier aan
bestuurderszijde.
2) Schakel de parkeerlichten UIT en AAN met de lichtschakelaar op de
stuurkolom.
WAARSCHUWING
Schade aan de auto en persoonlijk
letsel, ontstaan vanwege het
onjuist functioneren van de
parkeerhulp, vallen niet onder de
garantie. Rijd altijd veilig en
voorzichtig.OTQ067001L
Page 120 of 324

Kenmerken van uw auto
56
4
D200300ATQ
Schakelaar achterruitenwisser en
-sproeier (indien van toepassing)
Zet de schakelaar in de gewenste stand
om de achterruitenwisser en -sproeier tebedienen.
- Sproeien en kort wissen
-
Normale ruitenwisserbediening
0 - Ruitenwisser uitgeschakeld - Ruitensproeiervloeistof opspuitenen wissen
✽✽ AANWIJZING
Bedien de ruitensproeier niet langer dan
15 seconden met een leeg
ruitensproeierreservoir; hierdoor kan het
systeem beschadigd raken. Bedien de
ruitenwisser niet als de ruit droog is;
hierdoor kunnen krassen op de ruit
ontstaan en zal het ruitenwisserblad snel
slijten.
Dit geldt ook voor het bedienen van de
ruitensproeier met leeg reservoir.
OPMERKING
Gebruik de ruitensproeiers niet wanneer het reservoir leeg is, om
beschadiging van deruitensproeierpomp te voorkomen.
WAARSCHUWING
Gebruik de ruitensproeiers niet bij temperaturen onder het vriespunt
zonder eerst de voorruit met behulp
van de voorruitontwaseming te
hebben verwarmd; de vloeistof kan
anders op de voorruit bevriezen en
uw uitzicht belemmeren.
OPMERKING
Schakel de ruitenwissers niet in als de ruit droog is om
beschadiging van de wissers ende voorruit te voorkomen.
Gebruik geen benzine, petroleum, thinner of andere oplosmiddelen
in de buurt van de ruitenwisserbladen ombeschadiging te voorkomen.
Probeer de ruitenwissers nooit met de hand te bewegen om
beschadiging van de ruitenwisserarmen en van andereonderdelen te voorkomen.
Page 147 of 324

483
Kenmerken van uw auto
1. Knop POWER ON-OFF
De radio kan bediend worden wanneer
het contact in stand ACC of AAN staat.
Druk op de knop om het systeem in te
schakelen. Het LCD-scherm toont de
radiofrequentie in de radiomodus of de
afspeelrichting van de cassette in de
cassettespelermodus. Druk opnieuw opde knop om het systeem uit te
schakelen.
Volumeregeling
Draai de knop rechtsom of linksom om
het volume te verhogen of te verlagen.
Functie AVC (Auto Volume Control)
De rijgeluiden nemen toe naarmate de
auto harder gaat rijden.
De AVC-functie van het audiosysteem
compenseert dit door ervoor te zorgen
dat het volume van het audiosysteem
automatisch toeneemt wanneer de auto
harder gaat rijden.2. Toets BAND
Druk op de toets om over te schakelen
naar AM (MW, LW), FM1 of FM2.
3. Knop TUNE/MODE
Draai de knop rechtsom of linksom om
de frequentie te verhogen of te verlagen.
Knop MODE
Door op de knop MODE te drukken, kunt
u overschakelen naar BASS, MIDDLE,
TREBLE, FADER of BALANCE.
De geselecteerde modus wordt
weergegeven op het display.
Draai de knop MODE na het selecteren
van de modus rechtsom of linksom.
Instelling BASS
Draai de knop rechtsom of linksom om
de BASS-instelling te verhogen of te
verlagen.
Instelling MIDDLE
Draai de knop rechtsom of linksom om
de MIDDLE-instelling te verhogen of te
verlagen.
Instelling TREBLE
Draai de knop rechtsom of linksom om
de TREBLE-instelling te verhogen of te
verlagen.
Instelling FADER
Draai de knop rechtsom om het geluid
van de luidsprekers achter te versterken
(het geluid van de luidsprekers vóór
wordt gedempt). Draai de knop linksom
om het geluid van de luidsprekers vóór te
versterken (het geluid van de
luidsprekers achter wordt gedempt).
✽✽
AANWIJZING
In VAN-uitvoeringen wordt de functie
FADER niet ondersteund (geen
luidsprekers achter).
Instelling BALANS
Draai de knop rechtsom om het geluid
van de luidsprekers rechts te versterken
(het geluid van de luidsprekers links
wordt gedempt). Draai de knop linksom
om het geluid van de luidsprekers links te
versterken (het geluid van de
luidsprekers rechts wordt gedempt).
Page 149 of 324

485
Kenmerken van uw auto
1. Toets TAPE PROGRAM/AUX
2. Toets TAPE EJECT
3. Toets DOLBY
4. Toets REPEAT (RPT)
5. Toets AUTO MUSIC Search (AMS)
6. FF/REW Button
BEDIENING CASSETTESPELER (M420) (INDIEN VAN TOEPASSING)TQ420
Page 150 of 324

Kenmerken van uw auto
86
4
1. Toets TAPE PROGRAM/AUX
Met deze toets kunt u de andere zijde
van het cassettebandje afspelen zonder
het cassettebandje om te draaien. Op het
display verschijnen de aanduiding PLAY
en een pijl die de afspeelrichting van hetcassettebandje aangeeft.
Als u deze toets gedurende meer dan
0,8 s ingedrukt houdt. U kunt
overschakelen naar AUX-modus.
De AUX-modus is alleen beschikbaar wanneer de AUX-aansluiting is
aangesloten. Zodra deze aansluiting
wordt losgenomen, keert het systeem
automatisch terug naar de laatste
modus.
2. Toets TAPE EJECT
Door op deze toets te drukken wanneer een cassettebandje in de
speler zit, wordt het cassettebandje
uitgeworpen.
Door op deze toets te drukken wanneer de functie FF/REW actief is,
wordt het cassettebandje uitgeworpen. 3. Toets DOLBY
Ruis tijdens het afspelen van een cassettebandje kunt u aanzienlijk
verminderen door op de toets DOLBY te
drukken. Druk nogmaals op de toets
DOLBY om deze functie weer uit te
schakelen.
4. Toets REPEAT (RPT)
Druk op de toets RPT om het
muziekstuk waarnaar u aan het
luisteren bent te herhalen. Druk
opnieuw op deze toets om de functie te
annuleren.
Als u het herhalen niet annuleert voordat het muziekstuk is afgelopen,
wordt het muziekstuk automatischopnieuw afgespeeld. Dit gaat door totdat u opnieuw op de
toets RPT drukt.
5. Toets AUTO MUSIC Search (AMS)
Druk op deze toets om naar het
beginpunt van een muziekstuk te zoeken
op een voorbespeeld cassettebandje. Als
de pauzes tussen de muziekstukken ten
minste 4 seconden duren, worden deze
door de functie AUTO MUSIC Search
herkend. Druk op de toets om naar het
beginpunt van het volgende
muziekstuk te gaan.
Druk op de toets om het vorige muziekstuk te herhalen.
Druk nogmaals op de toets FF of REW om het vooruit- of terugspoelen testoppen.
6. Toets FF/REW
Druk tijdens het afspelen (PLAY) of terugspoelen (REW) van het cassettebandje op de toets FF om het
cassettebandje snel vooruit te spoelen.
Druk tijdens het snel vooruitspoelen (FF) nogmaals op de toets FF om
verder te gaan met het afspelen
(PLAY) van het cassettebandje.
Druk tijdens het afspelen (PLAY) of snel vooruitspoelen (FF) van hetcassettebandje op de toets REW om
het cassettebandje terug te spoelen.
Druk tijdens het terugspoelen (REW) nogmaals op de toets REW om verder
te gaan met het afspelen (PLAY) van
het cassettebandje.
Page 153 of 324

489
Kenmerken van uw auto
1. Toets POWER ON-OFF
De radio kan bediend worden wanneer
het contact in stand ACC of AAN staat.
Druk op de toets om het systeem in te
schakelen. Het LCD-scherm toont de
radiofrequentie in de radiomodus, de
afspeelrichting van de cassette in de
cassettespelermodus of het muziekstuk
in de CD-modus of CD-wisselaarmodus.
Druk opnieuw op de toets om het
systeem uit te schakelen.
Volumeregeling
Draai de knop rechtsom of linksom om
het volume te verhogen of te verlagen.
Functie AVC (Auto Volume Control)
De rijgeluiden nemen toe naarmate de
auto harder gaat rijden.
De AVC-functie van het audiosysteem
compenseert dit door ervoor te zorgen
dat het volume van het audiosysteem
automatisch toeneemt wanneer de auto
harder gaat rijden.2. BAND Select Button
Druk op de toets FM/AM om over te
schakelen naar AM (MW, LW), FM1 ofFM2.
De geselecteerde modus wordt
weergegeven op het display.
3. Knop TUNE/AUDIO
Draai de knop rechtsom of linksom om
de frequentie te verhogen of te verlagen.
Toets AUDIO
Met de toets AUDIO kunt u
overschakelen naar BASS, MIDDLE,
TREBLE, FADER of BALANCE. De
geselecteerde modus wordt
weergegeven op het display.
Instelling BASS
Draai de knop rechtsom of linksom om
de BASS-instelling te verhogen of te
verlagen.
Instelling MIDDLE
Draai de knop rechtsom of linksom om
de MIDDLE-instelling te verhogen of te
verlagen.
Instelling TREBLE
Draai de knop rechtsom of linksom om
de TREBLE-instelling te verhogen of te
verlagen.
Instelling FADER
Draai de knop rechtsom om het geluid
van de luidsprekers achter te versterken
(het geluid van de luidsprekers vóór
wordt gedempt). Draai de knop linksom
om het geluid van de luidsprekers vóór te
versterken (het geluid van de
luidsprekers achter wordt gedempt).
✽✽
AANWIJZING
In VAN-uitvoeringen wordt de functie
FADER niet ondersteund (geen
luidsprekers achter).
Instelling BALANS
Draai de knop rechtsom om het geluid
van de luidsprekers rechts te versterken
(het geluid van de luidsprekers links
wordt gedempt). Draai de knop linksom
om het geluid van de luidsprekers links te
versterken (het geluid van de
luidsprekers rechts wordt gedempt).
Page 157 of 324

493
Kenmerken van uw auto
1. Toets CD/AUX
Plaats de CD met het label naarboven.
Plaats de CD in de CD-speler om te beginnen met afspelen, als de radio aan staat.
Als er zich een CD in de CD-speler bevindt en u op de toets CD drukt, dan
wordt de CD afgespeeld (zelfs als de
radio wordt gebruikt).
De CD-speler kan gebruikt worden wanneer het contact AAN of in stand
ACC staat.
Druk op de toets CD om de CD af te spelen, zonder daarbij op de toets
Power ON-OFF te drukken. (alleen
wanneer er zich een CD in de speler
bevindt.)
Met deze toets kunt u overschakelen naar AUX-modus.
De AUX-modus is alleen beschikbaar wanneer de AUX-aansluiting is
aangesloten. Zodra deze aansluiting
wordt losgenomen, keert het systeem
automatisch terug naar de laatste
modus. 2. Toets CD EJECT
Door op de toets EJECT te drukken
wanneer er zich een CD in de speler
bevindt, wordt de CD uitgeworpen.
Druk gedurende minimaal 1 s op deze toets om alle CD's uit te werpen.
✽✽ AANWIJZING
Plak geen papier of tape of iets dergelijks op de CD. Dit kan storingen
veroorzaken.
Het systeem kan geen CD-R's (Recordable CD's) en CD-RW's
(Rewritable CD's) afspelen die niet
zijn gefinaliseerd. Raadpleeg de
handleiding van uw CD-R/CD-RW-
recorder of CD-R/CD-RW-software
voor meer informatie over het
finaliseren van CD's.
Afhankelijk van de opnamestatus kunnen sommige CD-R's / CD-RW's
niet worden afgespeeld op dit
audiosysteem.
3. Toets TRACK UP/DOWN
U kunt het gewenste muziekstuk vande CD selecteren door het
bijbehorende nummer in te toetsen.
Druk eenmaal op de toets om naar het begin van het volgende muziekstuk
te gaan. Druk vervolgens binnen 1 snadat het afspelen is begonnen
nogmaals op de toets om de CD te
doorzoeken. Als u na meer dan 1 s
nogmaals op de toets drukt, gaat u
terug naar het begin van het
muziekstuk dat u aan het beluisteren
was.
4. Toets FF/REW
Als u een muziekstuk wilt doorzoeken,
drukt u op de toets FF (vooruit) of REW
(achteruit). Zodra u de toets loslaat, gaat
de CD-speler weer verder met afspelen.
5. Toets EQ (Equalizer)
Druk op de toets EQ om de gewenste
geluidsweergave te selecteren:
CLASSIC, POP, JAZZ, ROCK of
DEFEAT. Na elke druk op de toets
verandert de weergave als volgt;
CLASSIC ➟POP ➟ROCK ➟JAZZ ➟DEFEAT
Page 158 of 324

Kenmerken van uw auto
94
4
6. Toets CD SCAN
Druk op de toets CD SCAN om de
eerste 10 s van elk muziekstuk af te spelen.
Druk binnen 10 s opnieuw op de toets CD SCAN om het gewenste
muziekstuk af te spelen.
Druk binnen 1 s op de toets CD SCAN om de eerste 10 s van elk muziekstukin de geselecteerde map af te spelen.(Uitsluitend MP3 CD)
7. Toets MARK (Bookmark)
Terwijl een CD wordt afgespeeld, kan
een muziekstuk met behulp van de toets
MARK in de favorieten worden gezet.
Druk gedurende minimaal 1 s op de toets MARK om het gewenste
muziekstuk in de favorieten te zetten.
Gedurende ongeveer 5 s verschijnt er
"M" en "MEMORY NO." op het LCD-
scherm en klinkt er een pieptoon. Drukbinnen 1 s op de toets MARK om uw
favoriete muziekstuk te selecteren enaf te spelen. U kunt een favoriet muziekstuk wissen
door de toets MARK gedurende meer
dan 1 s ingedrukt te houden. Uw
favoriete muziekstuk wordt gewist en
er klinkt een pieptoon. Houd de toets
FILE SEARCH in de Mark Play-modus
gedurende meer dan 1 s ingedrukt om
alle als favoriet opgeslagen
muziekstukken te wissen. Er klinkt eenpieptoon en "MARK DELETE ALL"
verschijnt op het LCD-scherm, waarna
alle als favoriet opgeslagen
muziekstukken worden gewist.
✽✽ AANWIJZING
Alle als favoriet opgeslagen
muziekstukken worden automatisch
gewist wanneer de CD waarop deze
muziekstukken staan uit de CD-speler
wordt verwijderd.
8. Toets RPT (Repeat)
Druk op de toets RPT om het muziekstuk waarnaar u aan het
luisteren bent te herhalen. Druk
opnieuw op deze toets om te
annuleren. Als u de toets gedurende
meer dan 1 s ingedrukt houdt, worden
alle muziekstukken van de
desbetreffende CD herhaald. Druk gedurende meer dan 1 s op de
toets RPT om alle muziekstukken uit
de desbetreffende map te herhalen. De
muziekstukken worden vervolgens
herhaald in de volgorde zoals ze ook in
de desbetreffende map staan. Druk
opnieuw op deze toets om te
annuleren. (Uitsluitend MP3 CD)
Als u het herhalen niet annuleert wanneer het muziekstuk is afgelopen,
wordt het muziekstuk automatisch
opnieuw afgespeeld. Dit gaat doortotdat u opnieuw op de toets RPT
drukt.
9. Toets RDM (Random)
Druk gedurende meer dan 1 s op de toets RDM totdat er een pieptoon klinkt
om de muziekstukken in willekeurige
volgorde af te spelen. Druk opnieuw op
deze toets om te annuleren.
Druk gedurende 1 s op de toets RDM om de muziekstukken uit de huidige
map in willekeurige volgorde af te
spelen. Druk binnen 1 s opnieuw op
deze toets om te annuleren. Als de
toets langer dan 1 s wordt ingedrukt,
worden de muziekstukken op de
huidige CD in willekeurige volgordeafgesteeld (uitsluitend MP3 CD).