Hyundai Kona 2018 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2018, Model line: Kona, Model: Hyundai Kona 2018Pages: 540, PDF Size: 9.01 MB
Page 221 of 540

3-137
Kenmerken van uw auto
3
Stand OFF (5)
Druk op toets OFF voorin om het
verwarmings- en ventilatiesysteem
uit te schakelen. Het is in dat gevalnog steeds mogelijk om de
luchtcirculatie en de luchttoevoer
met de toetsen te bedienen, zolanghet contact in stand ON staat.
Werking systeem
Ventilatie
1. Zet de luchtcirculatietoets in stand.
2. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.
4. Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
Verwarmen
1. Zet de luchtcirculatietoets in stand .
2. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.
4. Zet de aanjager op de gewenste snelheid. 5. Als u de uitstromende lucht
gedroogd wil hebben, kunt u het
airconditioningssysteem aanzet-
ten (indien van toepassing).
• Schakel de stand of in wanneer de voorruit beslaat.
Tips voor het gebruik
• Om te voorkomen dat stof ofonaangename geuren in het
interieur van de auto
terechtkomen, kan de schakelaar
voor de luchttoevoer tijdelijk in de
stand RECIRCULATIE worden
gezet. Selecteer de stand
BUITENLUCHT weer zodra de
bron van irritatie gepasseerd is om
weer frisse lucht toe te laten tot het
interieur. Frisse lucht is beter voor
de fysieke gesteldheid van
de bestuurder en bovendien
aangenamer.
• Voorkom dat de voorruit beslaat door de stand BUITENLUCHT teselecteren, de aanjager in de
gewenste stand te zetten, de
airconditioning in te schakelen en
de gewenste temperatuur in testellen.
Airconditioning
HYUNDAI airconditioningssystemen
zijn gevuld met koudemiddel R-134a
of R-1234yf.
1. Start de motor. Druk op toets A/C.
2. Zet de luchtcirculatieknop in stand .
3. Schakel de stand BUITENLUCHT of RECIRCULATIE in met de toets
luchttoevoer.
4. Stel de aanjagersnelheid en de temperatuur bij om een maximaal
comfort te bereiken.
Informatie
Het aircosysteem in uw auto is gevuld
met koudemiddel R-134a of R-1234yf,
in overeenstemming met de wetgeving
in uw land ten tijde van de productie.
Op het label aan de binnenzijde
van de motorkap staat welk type
koudemiddel wordt gebruikt voor de
airconditioning in uw auto. Raadpleeg
hoofdstuk 8 voor de locatie van het
koudemiddellabel.
i
Page 222 of 540

3-138
Kenmerken van uw auto
• Onderhoud aan de aircon-ditioning dient alleen te worden
uitgevoerd door geautoriseerd
personeel om een juiste en
veilige werking te garanderen.
• Onderhoud aan het koudemid- delsysteem dient te worden
uitgevoerd in een goedgeven-
tileerde omgeving.
• De verdamper van de airconditioning (koelspiraal)
mag nooit worden gerepareerd
of worden vervangen door een
gebruikt exemplaar en nieuwe
vervangende MAC-verdampers
moeten conform SAE-norm
J2842 zijn gekeurd en gemerkt. • Houd de temperatuurmeter
nauwlettend in de gaten
wanneer de airconditioning
wordt gebruikt als u lange
hellingen oprijdt of als u in druk
verkeer rijdt bij hoge
buitentemperaturen. Door het
gebruik van het aircon-ditioningssysteem kan de motor
oververhit raken. Blijf de
aanjager gebruiken en schakel
het airconditioningsysteem uitwanneer de temperatuurmeter
aangeeft dat de motor oververhitraakt.
• Bij het openen van de ruiten bij vochtig weer kan de
airconditioning druppelvorming
in het interieur veroorzaken.
Omdat te veel vocht in het
interieur schade aan elektrische
componenten kan veroorzaken,
mag de airconditioning alleen
worden gebruikt als de ruiten
gesloten zijn.
Aanwijzingen voor gebruik
airconditioning
• Open de ruiten een tijdje wanneer deauto tijdens warm weer in de volle
zon geparkeerd is geweest, zodat de
warme lucht naar buiten kan.
• Nadat het interieur voldoende is gekoeld, schakelt u vanuit de stand
RECIRCULATIE terug naar de
stand BUITENLUCHT.
• Om het beslaan van de ruiten tijdens regenachtige of vochtige
dagen te verminderen, kunt u de
vochtigheidsgraad in het interieur
terugbrengen door de
airconditioning in te schakelen
terwijl de ruiten en het schuifdakgesloten zijn.
• Schakel de airconditioning iedere maand enkele minuten in om hetsysteem in een optimale staat tehouden.
• Als u de airconditioning overmatig gebruikt, kan door het
temperatuurverschil tussen de
buitenlucht en de voorruit de
voorruit plotseling beslaan,
waardoor het zicht wegvalt. Zet in
dat geval de luchtcirculatietoets in
de stand ( ) en de aanjagerknopin de laagste stand.
AANWIJZINGAANWIJZING
Page 223 of 540

3-139
Kenmerken van uw auto
3
Onderhoud van het systeem
Interieurfilter
Dit filter bevindt zich achter het
dashboardkastje. Het filtert stof en
vervuilende stoffen uit de lucht die
via het verwarmings- enairconditioningssysteem naar het
interieur wordt gevoerd.
We raden u aan het interieurfilter te
laten vervangen door een officiële
Hyundai-dealer overeenkomstig het
onderhoudsschema. Als er onderongunstige omstandigheden
gereden wordt, bijvoorbeeld in een
stoffige omgeving of op slechte
wegen, moet het interieurfilter vaker
worden gecontroleerd en indien
nodig worden vervangen.We adviseren u het systeem te latencontroleren door een officiëleHyundai-dealer als deluchtopbrengst plotseling afneemt.
Hoeveelheid koudemiddel en
compressorolie controleren
Als er te weinig koudemiddel in het
systeem zit, neemt de koelcapaciteit
van de airconditioning af. Te veel
bijvullen resulteert tevens in
afnemende prestaties van hetairconditioningsysteem.
Daarom adviseren we u het systeem te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer als het systeem
niet normaal werkt.
1LDA5047
Buitenlucht
Gerecirculeerde lucht
Interieurfilter Aanjager
Verdamper Kachelradiateur
Auto's met R-134a
Omdat het
koudemiddel onder
zeer hoge druk staat,
mag onderhoud aan
het airconditionings-
systeem alleen worden
uitgevoerd door geschoolde en
gecertificeerde technici. Het isbelangrijk dat het juiste type en
de juiste hoeveelheid olie en
koudemiddel worden gebruikt.
Anders kan schade aan de auto
en persoonlijk letsel ontstaan.
WAARSCHUWING
Page 224 of 540

3-140
Kenmerken van uw auto
We adviseren u het aircon- ditioningssysteem te latenonderhouden door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Sticker koudemiddelairconditioning
De werkelijke koudemiddelsticker
kan afwijken van de afbeelding. De symbolen en specificaties op
de koudemiddelsticker hebben de
volgende betekenis:
1. Type koudemiddel
2. Hoeveelheid koudemiddel
3. Type compressorolie
Op het label aan de binnenzijde van
de motorkap staat welk type
koudemiddel wordt gebruikt voor de
airconditioning in uw auto.
Raadpleeg hoofdstuk 8 voor de
locatie van het koudemiddellabel.
Auto's met R-1234yf
Omdat het
koudemiddel lichtontvlambaar is en
onder zeer hoge druk
staat, mag onderhoud aan het
airconditionings-systeem alleen
worden uitgevoerd
door geschoolde en
gecertificeerde technici. Het isbelangrijk dat het juiste type en
de juiste hoeveelheid olie en
koudemiddel worden gebruikt.
Anders kan schade aan de auto
en persoonlijk letsel ontstaan.
WAARSCHUWING
ODH044365R
ODH043366
■
Voorbeeld
• Type B• Type A
Page 225 of 540

3-141
Kenmerken van uw auto
3
• Zet de temperatuurregelknop in dehoogste stand en de aanjagerknop op de hoogste snelheid om de
voorruit maximaal te ontwasemen.
Selecteer de toets voorruitont-
waseming op het display van het
verwarmings- en ventilatiesys-
teem. Nadat de motor is opge-
warmd, wordt er warme lucht naar
de voorruit geleid.
• Zet de knop voor de luchtcirculatie in stand VERWARMEN/
ONTWASEMEN, wanneer tijdens
het ontdooien of ontwasemen
warme lucht in de voetenruimte
gewenst wordt.
• Verwijder voor het rijden alle sneeuw en ijs van de voorruit, de
achterruit, de buitenspiegels en
alle zijruiten.
• Verwijder alle sneeuw en ijs van de motorkap en van de
luchtaanvoeropening in het
paravanrooster om de werking van
de kachel en het ventilatiesysteem
te verbeteren en de kans op het
beslaan van de voorruit te
verminderen. Informatie
Als de motortemperatuur na het
starten nog laag is, moet de motor
korte tijd worden opgewarmd om
ervoor te zorgen dat de luchtstroom
wordt verwarmd.i
VOORRUIT ONTDOOIEN EN ONTWASEMEN
Voorruitverwarming
Gebruik de standen of niet in combinatie met
koelen bij een extreem hoge
luchtvochtigheid. Door het
temperatuurverschil tussen de
buitenlucht en de voorruit, kan
de voorruit plotseling beslaan,
waardoor het zicht wegvalt. Zet
in dat geval de modusselectie in
de stand en de aanjager op
de laagste stand.
WAARSCHUWING
Page 226 of 540

3-142
Kenmerken van uw auto
Verwarmings- en ventilatiesysteem,handbediend
Binnenzijde voorruit ontwasemen
1. Kies een willekeurige aanjagers- nelheid, uitgezonderd stand 0.
2. Stel de gewenste temperatuur in.
3. Kies stand of .
4. De stand BUITENLUCHT wordt automatisch geselecteerd. Boven-
dien wordt de airconditioning
(indien van toepassing) auto-
matisch ingeschakeld als de stand geselecteerd is. Als de airconditioning en de stand
BUITENLUCHT niet automatisch
worden ingeschakeld, druk dan op
de desbetreffende toetsen.
Buitenzijde voorruit ontdooien
1. Zet de aanjager in de hoogste
stand (geheel naar rechts).
2. Stel de temperatuur in op maximaal.
3. Kies stand .
4. Het systeem schakelt de toevoer van buitenlucht en de aircondi-
tioning (indien van toepassing)automatisch in.
OOS047309
OOS047310
Page 227 of 540

3-143
Kenmerken van uw auto
3
Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem
Binnenzijde voorruitontwasemen
1. Kies de gewenste aanjagersnelheid.
2. Stel de gewenste temperatuur in.
3. Druk op de toets voorruit- ontwaseming ( ).
4. Op basis van de omgevings- temperatuur zal de airconditioning
automatisch worden ingeschakeld
en zullen de stand BUITEN-LUCHT en een hogere
aanjagersnelheid worden geko-
zen. Als de airconditioning, de stand
BUITENLUCHT en de hogereaanjagersnelheid niet automatisch
worden ingeschakeld, druk dan op
de desbetreffende knoppen.
Als stand geselecteerd wordt,
wordt de aanjagersnelheid auto-
matisch verhoogd.
Buitenzijde voorruit ontdooien
1. Zet de aanjager in de hoogste
stand.
2. Stel de temperatuur in op maximaal.
3. Druk op de toets voorruitont- waseming ( ).
4. Op basis van de omgevings- temperatuur zal de airconditioning
automatisch worden ingeschakeld
en de stand BUITENLUCHT
worden gekozen.
Als stand geselecteerd wordt,
wordt de aanjagersnelheid auto-
matisch verhoogd.
OOS047311
OOS047312
Page 228 of 540

3-144
Kenmerken van uw auto
Automatisch ontwasemings-
systeem
(alleen voor verwarmings- en
ventilatiesysteem, indien vantoepassing)
Het automatische ontwasemings-
systeem verkleint de kans op het
beslaan van de binnenzijde van de
voorruit doordat de aanwezigheid
van vocht aan de binnenzijde van de
voorruit automatisch gesignaleerd
wordt.
Het automatische ontwasemings-
systeem werkt als de klimaatregeling
ingeschakeld is.Informatie
Het automatische ontwasemings-
systeem werkt mogelijk niet goed
wanneer de buitentemperatuur
temperatuur lager is dan -10 °C. Houd de toets voor de
voorruitontwaseming gedurende 3
seconden ingedrukt om het
automatische ontwasemingssysteem
uit te schakelen of in te stellen. Het
symbool ADS OFF wordt
weergegeven op het klimaatdisplay
om u te informeren dat het systeem is
uitgeschakeld. Volg bovengenoemdeprocedure om het automatische
ontwasemingssysteem weer in te
schakelen. Het symbool ADS OFF
verdwijnt vervolgens.
Nadat de accu losgekoppeld is
geweest of te ver ontladen is geraakt,
is de automatische ontwaseming
standaard ingeschakeld.
Informatie
Schakel voor een optimale werking
niet de stand RECIRCULATIE in als
het automatische ontwasemings-
systeem in werking is. Verwijder de behuizing van de
sensor boven aan de voorruit aan
bestuurderszijde niet.
Eventuele schade aan onderdelen
die hierdoor kan ontstaan, valt
niet onder de fabrieksgarantie.
AANWIJZING
i
i
Page 229 of 540

3-145
Kenmerken van uw auto
3
Automatische ventilatie
(indien van toepassing)
Om de luchtkwaliteit in het interieur te
verbeteren en beslaan van de voorruit
te verminderen, wordt de stand
RECIRCULATIE na ongeveer 5 - 30
minuten automatisch uitgeschakeld,
afhankelijk van de buitentemperatuur,
en de luchttoevoer verandert in de
stand BUITENLUCHT.
Selecteer de stand Ventileren ( )
en druk gedurende 3 seconden op de
toets voor de stand RECIRCULATIE
om de automatische ventilatie uit te
schakelen of in te stellen.
Wanneer de automatische ventilatie is
ingesteld, knippert het controlelampje
voor de recirculatie 6 maal. Wanneer
de automatische ventilatie wordt
uitgeschakeld, knippert hetcontrolelampje 3 maal.
Luchtcirculatie
(indien van toepassing)
Wanneer de verwarming of de airconditioningssysteem is
ingeschakeld terwijl het schuifdak is
geopend, wordt automatisch de
stand BUITENLUCHT geselecteerd.Als u op dat moment de toets
RECIRCULATIE indrukt, wordt de
stand RECIRCULATIE geselecteerd,
maar keert deze na 3 minuten terug
naar de stand BUITENLUCHT.
Wanneer het schuifdak is gesloten,
keert de stand van de luchtinlaat
terug naar de oorspronkelijkgeselecteerde stand.
EXTRA VOORZIENINGEN VERWARMINGS- EN VENTILATIESYSTEEM
Page 230 of 540

3-146
Kenmerken van uw auto
OPBERGVAK
Laat geen waardevolle spullen
achter in de opbergvakken, om
diefstal te voorkomen.
Opbergvak middenconsole
Openen :
Trek aan de hendel (1).
Dashboardkastje
Trek om het dashboardkastje te openen aan de hendel (1) en hetdashboardkastje opent automatisch.Sluit het dashboardkastje na
gebruik.
AANWIJZING
Bewaar nooit aanstekers of
andere brandbare of explosieve
materialen in de auto. Deze
kunnen ontploffen of vlam vatten
wanneer de auto gedurende
lange tijd blootgesteld staat aan
hoge temperaturen.
WAARSCHUWING
Houd de deksels van de
opbergvakken tijdens het rijden
ALTIJD goed gesloten. De
voorwerpen in uw auto hebben
dezelfde snelheid als uw auto. Bijeen noodstop of een
uitwijkmanoeuvre of in het geval
van een aanrijding kunnen deze
voorwerpen uit het opbergvak
vliegen en verwondingen
veroorzaken als ze de bestuurder
of een passagier raken.
WAARSCHUWING
Sluit ALTIJD het dashboard-
kastje na gebruik.
Als bij een ongeval de klep van
het dashboardkastje is
geopend, kan deze ernstig
letsel bij de voorpassagier
veroorzaken, ook al draagt hij
zijn veiligheidsgordel.
WAARSCHUWING
OOS047056OOS047057