Hyundai Kona 2018 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2018, Model line: Kona, Model: Hyundai Kona 2018Pages: 540, PDF Size: 9.01 MB
Page 21 of 540
Veiligheids-
voorzorgsmaatregelen
Het zo afstellen van de stoelen dat de bestuurder en de passagiers in
een veilige en comfortabele positiezitten speelt, samen met de
veiligheidsgordels en de airbags,
een belangrijke rol bij de veiligheid
van de inzittenden bij een ongeval.
Airbags
U kunt voorzorgsmaatregelennemen om de kans op letsel door
een zich opblazende airbag te
beperken. Het te dicht op een airbag
zitten vergroot de kans op letsel in
hoge mate als de airbag geactiveerd
wordt. Zet uw stoel zo ver mogelijk
naar achteren, waarbij u de auto nog
wel onder controle moet kunnen
blijven houden.
Gebruik geen zitkussen
waardoor de wrijving tussen de
stoel en de passagier
verminderd wordt. De passagierkan bij een aanrijding of een
noodstop onder de gordel
doorglijden. Er kan ernstig letsel ontstaan
als de veiligheidsgordel nietcorrect kan werken.
WAARSCHUWING
2-5
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Om de kans op ernstig letsel
door een zich opblazende airbag
te beperken, moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen getroffen
worden:
•Zet de bestuurdersstoel zo ver
mogelijk naar achteren, maarhoud er daarbij rekening mee
dat u de auto volledig onder
controle moet kunnen blijvenhouden.
•Zet de voorpassagiersstoel zo
ver mogelijk naar achteren.
WAARSCHUWING
•Houd het stuurwiel vast op 9 en
3 uur, zodat de kans op letselaan uw armen en handen tot
een minimum beperkt wordt.
•Plaats NOOIT iets of iemand
tussen u en de airbag.
•Laat, om de kans op beenletsel
tot een minimum te beperken,
de voorpassagier zijn voeten of
benen nooit op het dashboard
zetten.
Page 22 of 540
2-6
Veiligheidssysteem van uw auto
Veiligheidsgordels
Doe bij elke rit voor het wegrijden
eerst de veiligheidsgordel om. De inzittenden moeten altijd rechtop
zitten en de veiligheidsgordel op de
juiste manier dragen. Baby's enkleine kinderen moeten altijd
vervoerd worden in een geschikt
kinderzitje. Kinderen die te groot
geworden zijn voor een
zittingverhoging en volwassenen
moeten altijd de veiligheidsgordel
gebruiken.
Voorstoelen
De voorstoel kan worden afgesteld met de bedieningshendel (of knop)
of -schakelaars aan de buitenzijde
van de zitting. Stel voor het rijden de
stoel af in de juiste stand zodat hetstuurwiel, de pedalen en debedieningsorganen op het
dashboard gemakkelijk bediend
kunnen worden.
Neem de volgende voorzorgs-
maatregelen bij het afstellen
van de veiligheidsgordel:
•Gebruik een veiligheidsgordel
NOOIT voor meer dan één
inzittende.
•Zet de rugleuning altijd zo
veel mogelijk rechtop en
draag het heupgedeelte van
de veiligheidsgordel strak
tegen het lichaam aan en laag
over de heupen.
•Laat een kind of baby NOOIT
meerijden op de schoot van
een passagier.
•Laat het schoudergedeelte
van de veiligheidsgordel niet
langs uw nek, langs een
scherpe rand of langs een
ander gedeelte van uw
lichaam dan uw schouderlopen.
•Zorg ervoor dat de
veiligheidsgordel nergenstussen bekneld raakt.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgs-
maatregelen bij het afstellen van uw stoel:
•Probeer de stoel NOOIT tijdens
het rijden te verstellen. Door
een eventuele onverwachte
beweging van de stoel zou u de
controle over de auto kunnen
verliezen, waardoor een
ongeval kan ontstaan.
•Plaats niets onder de
voorstoelen. Losliggende
voorwerpen in de voetenruimte
van de bestuurder kunnen de
bediening van de pedalen
nadelig beïnvloeden, waardoor
een ongeval kan ontstaan.
WAARSCHUWING
Page 23 of 540
2-7
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Handmatige verstelling
Verstellen in voor-/achterwaartse
richting
Verstel de stoel als volgt naar voren of naar achteren:
1. Houd de hendel voor delangsverstelling omhoogge
-
trokken.
2. Schuif de stoel in de gewenste positie.
3. Laat de hendel los en controleer of de stoel vergrendeld is. Probeer
de stoel naar voren of achteren te
schuiven zonder de hendel te
bedienen. Als de stoel beweegt,
dan is hij niet goed vergrendeld.
Om letsel te voorkomen:
•Verstel uw stoel niet als u de
veiligheidsgordel omgedaanhebt.
Door de zitting naar voren te
bewegen, kan er veel druk
worden uitgeoefend op de
buikstreek.
•Zorg er tijdens het verstellen
van de stoel voor dat uw
handen of vingers nietbekneld raken in het
mechanisme.
OPMERKING •Zorg ervoor dat de rugleuning altijd in de normale positie kan
worden gezet en niets de juiste
vergrendeling van de
rugleuning hindert.
•Leg geen aansteker op de vloer
of de stoel. Wanneer u de stoel
verstelt, kan er gas uit deaansteker ontsnappen
waardoor brand kan ontstaan.
•Wees uiterst voorzichtig bij het
oppakken van kleine
voorwerpen die onder de
stoelen liggen of zich tussen de
stoel en de middenconsole
bevinden. Uw handen kunnen
klem komen te zitten of u kuntletsel aan uw handen oplopen
door scherpe randen aan het
stoelmechanisme.
•Als er passagiers zitten op de
achterstoelen, wees dan
voorzichtig bij het afstellen
van de voorstoelen.
OOS037002
Page 24 of 540
2-8
Veiligheidssysteem van uw auto
Rugleuning
Stel de rugleuning als volgt af:
1. Leun iets naar voren en trek dehendel van de rugleuningverstelling omhoog.
2. Leun voorzichtig achterover en zet de rugleuning in de gewenste
positie.
3. Laat de knop los en zorg ervoor dat de rugleuning vergrendeld is. Verstellen van de rugleuning
Het tijdens het rijden zitten op een
stoel met een rugleuning die te ver
achterover staat kan gevaarlijk zijn.
Ook bij het dragen van de veilig-
heidsgordel neemt de bescherming
die de veiligheidssystemen (veilig
-
heidsgordels en/of airbags) bieden,
aanzienlijk af als de rugleuning te ver
achterover staat.
De veiligheidsgordel moet strak over
uw heupen en borst lopen voor een
maximale effectiviteit. Als de
rugleuning te ver achterover staat,
kan de schoudergordel zijn werk nietgoed doen omdat hij niet goed
aanligt tegen de borstkas. In plaats
daarvan loopt hij voor u langs. Bij
een ongeval kunt u tegen de
veiligheidsgordel aan geslingerd
worden, waardoor u nekletsel ofander letsel op kunt lopen.
Hoe verder de rugleuning naar
achteren staat, hoe groter de kans is
dat de inzittende bij een aanrijding
onder het heupgedeelte van degordel door schiet of dat de nek in
aanraking komt met het
schoudergedeelte van de gordel.
OOS037003
Rijd NOOIT met een rugleuning
die te ver achterover staat. Als de rugleuning te ver
achterover staat, neemt de kansop ernstig letsel bij eenaanrijding of een noodstop
aanzienlijk toe.
Passagiers moeten ALTIJD
goed in hun stoel zitten, de
gordel op de juiste manier
dragen en de rugleuning zo ver
mogelijk rechtop zetten.WAARSCHUWING
Page 25 of 540
2-9
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Afstellen van de zittinghoogte
(indien van toepassing)
Om de zittinghoogte te wijzigen:
• Duw de hendel een aantal maalomlaag om de zitting lager af te stellen.
• Trek de hendel een aantal maal omhoog om de zitting hoger af testellen.
Elektrische verstelling
Om beschadiging van de stoelen
te voorkomen:
• Laat de schakelaar los zodra destoel in de voorste of achterste stand staat.
• Verstel de stoel niet langer dan nodig is als de motor niet draait.
Als u dat wel doet, kan de accute ver ontladen raken.
• Bedien niet meerdere elektrisch verstelbare stoelen op hetzelfde
moment. Dat kan een elektrische
storing veroorzaken.Verstellen in voor-/achterwaartse
richting
Verstel de stoel als volgt naar voren of naar achteren:
1. Druk op de voor- of achterzijde van de bedieningsschakelaar.
2. Laat de schakelaar los zodra de zitting in de gewenste stand staat.
AANWIJZINGOOS037004 Laat kinderen NOOIT alleen
achter in de auto. De elektrisch
verstelbare stoelen kunnen ook
bediend worden als het contactuit staat.
WAARSCHUWING
OOS037005
Page 26 of 540
Hellingshoek rugleuning
Stel de rugleuning als volgt af:
1. Druk op de voor- of achterzijdevan de bedieningsschakelaar.
2. Laat de schakelaar los zodra de rugleuning in de gewenste stand staat. Verstellen van de rugleuning
Het tijdens het rijden zitten op een
stoel met een rugleuning die te
verachterover staat kan gevaarlijk
zijn. Ook bij het dragen van de
veiligheidsgordel neemt de
bescherming die de
veiligheidssystemen (veilig-heidsgordels en airbags) bieden,
aanzienlijk af als de rugleuning te vernaar achteren staat.
De veiligheidsgordel moet strak over
uw heupen en borst lopen voor een
maximale effectiviteit. Als de
rugleuning te ver achterover staat,
kan de schoudergordel zijn werk nietgoed doen omdat hij niet goed
aanligt tegen de borstkas. In plaats
daarvan loopt hij voor u langs. Bij
een ongeval kunt u tegen de
veiligheidsgordel aan geslingerd
worden, waardoor u nekletsel ofander letsel op kunt lopen.
Hoe verder de rugleuning naar
achteren staat, hoe groter de kans is
dat de inzittende bij een aanrijding
onder het heupgedeelte van degordel door schiet of dat de nek in
aanraking komt met het
schoudergedeelte van de gordel.
2-10
Veiligheidssysteem van uw auto
Rijd NOOIT met een rugleuning
die te ver achterover staat. Als de rugleuning te ver
achterover staat, neemt de kansop ernstig letsel bij eenaanrijding of een noodstop
aanzienlijk toe.
Bestuurder en passagiers
moeten ALTIJD goed in hun
stoel zitten, de gordel op de
juiste manier dragen en de
rugleuning zo ver mogelijk
rechtop zetten.
WAARSCHUWING
OOS037006
Page 27 of 540
2-11
Veiligheidssysteem van uw auto
2
Zittinghoogte
(indien van toepassing)
Om de zittinghoogte te wijzigen:
1. • Beweeg het voorste deel van debedieningsschakelaar naar
boven of naar beneden om de
voorzijde van de zitting omhoog
of omlaag te verstellen.
• Beweeg het achterste deel van de bedieningsschakelaar naar
boven of naar beneden om dezitting omhoog of omlaag te
verstellen.
2. Laat de schakelaar los zodra de zitting in de gewenste stand staat.
Lendensteun (bestuurdersstoel,
indien van toepassing)
• De lendensteun kan wordenafgesteld door op de schakelaar
voor de lendensteun te drukken. • Druk op de voorzijde (1) van de
schakelaar voor meer steun en op
de achterzijde (2) voor mindersteun.
Obergvak in rugleuning
(indien van toepassing)
In de rugleuning van beide
voorstoelen bevindt zich een
opbergvak.
OOS037007
OOS037075
OOS037008
■
Type B
OOS037074
■
Type A
Page 28 of 540
2-12
Veiligheidssysteem van uw auto
Achterstoelen
Neerklappen van deachterstoelen
De rugleuningen achter kunnen
worden neergeklapt om het vervoer
van langere voorwerpen mogelijk te
maken of de bagageruimte te
vergroten.
Neerklappen van de rugleuning
achter:
1. Zet de rugleuning van de voorstoelzo veel mogelijk rechtop.
2. Zet de hoofdsteunen achter in de laagste positie. 3. Plaats de veiligheidsgordel
helemaal naar buiten alvorens de
rugleuning neer te klappen om te
voorkomen dat de
veiligheidsgordel de rugleuning
hindert.
•Laat nooit iemand op een
neergeklapte rugleuning zitten
als de auto rijdt. Dit is geen
veilige positie en de
veiligheidsgordels kunnen niet
gebruikt worden. Hierdoor kanbij een aanrijding of eennoodstop ernstig letselontstaan.
WAARSCHUWING
OOS037019
OOS037020
Plaats geen zware of scherpe
voorwerpen in de opbergvakken
in de leuningen. Bij een ongeval
kunnen ze uit de opbergvakken
geslingerd worden en
inzittenden verwonden.
OPMERKING •Voorwerpen die op de
neergeklapte rugleuning
vervoerd worden mogen niet
boven de bovenzijde van de
voorstoelen uitsteken. Als dat
wel het geval is kan de lading
bij een noodstop naar voren
schuiven en letsel of schade
veroorzaken.
Page 29 of 540
2-13
Veiligheidssysteem van uw auto
2
4. Haal de riem uit de geleider (1),trek de hendel (2) voor het
neerklappen van de rugleuning
omhoog en klap de rugleuning
naar voren. 5. Til de rugleuning op en duw hem
naar achteren om de achterstoel
te kunnen gebruiken.
Druk de rugleuning stevig naar
achteren totdat deze vastklikt. Zorg
ervoor dat de rugleuning
vergrendeld is.
Steek de riem door de geleider.
OOS037022 Zorg ervoor, indien u de
rugleuning achter weer rechtop
zet, dat u deze vasthoudt en
rustig omhoog klapt. Controleerof de rugleuning goed
vergrendeld is door tegen de
bovenzijde van de rugleuning te
drukken. Anders kan bij eenaanrijding of noodstop de
rugleuning naar voren klappen,
waardoor de bagage met grote
kracht in het passagiers-
compartiment terecht kan
komen en de inzittenden ernstigletsel zouden kunnen oplopen.
WAARSCHUWING
OOS037021
OOS037023
Page 30 of 540
2-14
Veiligheidssysteem van uw auto
Armsteun (indien van toepassing)
De armsteun bevindt zich in het midden tussen de achterstoelen.
Kantel de armsteun omlaag uit de
rugleuning om hem te kunnen
gebruiken.
OOS037024
Zet de motor uit, zet de selectiehendel in stand P(parkeren) en activeer de
parkeerrem alvorens bagage in
of uit te laden. Het niet opvolgen
van deze stappen kan ertoe
leiden dat de auto zich
onbedoeld in beweging zet als
de selectiehendel per ongeluk
in een andere stand gezet
wordt.
WAARSCHUWING
Plaats geen voorwerpen op de
achterstoelen om te voorkomen
dat deze bij een aanrijding gaan
schuiven en de inzittendenraken en zo ernstig letsel
veroorzaken.
WAARSCHUWING
Bagage moet altijd worden
vastgezet om te voorkomen dat
deze bij een aanrijding door de
auto wordt geslingerd,
waardoor de inzittenden letsel
kunnen oplopen. Plaats geen
voorwerpen op de
achterstoelen om te voorkomen
dat deze bij een aanrijding gaan
schuiven en de voorsteinzittenden raken.
WAARSCHUWING
•Wees voorzichtig bij het
plaatsen van bagage op de
achterbank om schade aan
het interieur te voorkomen.
•Als via de achterstoelen
bagage in de auto wordt
geladen, zet de bagage dan
goed vast om te voorkomen
dat deze tijdens het rijden
gaat schuiven.
OPMERKING