sensor Hyundai Santa Fe 2009 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2009, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2009Pages: 293, PDF Size: 10.54 MB
Page 52 of 293

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
42
N.B.:
o Zowel de gordelspanner voor debestuurder als de voorpassagier worden onder bepaalde omstandigheden bij een frontaleaanrijding geactiveerd. De gordelspanners kunnen alleen worden geactiveerd, of als defrontale aanrijding ernstig genoeg is, samen met de airbags.
o Bij het activeren van de gordelspanners is er een hardgeluid hoorbaar en komt er fijne stof (dat op rook kan lijken) vrij in de auto. Dit is normaal en niet gevaarlijk.
o Hoewel het ongevaarlijk is kan de huid door de fijne stofgeïrriteerd raken en moet het nietgedurende langere tijd worden ingeademd. Daarom moeten de handen en het gezicht zorgvuldigworden gewassen nadat bij een aanrijding de gordelspanners zijn geactiveerd. LET OP:
o Omdat de sensor voor het activeren van de SRS airbag met de veiligheidsgordel
met
gordelspanner is verbonden, gaat de SRS airbag controlelamp in het instrumentenpaneelgedurende ca. 6 seconden knipperen nadat het contact in de stand "ON" is gezet; daarnamoet de lamp doven.
o Deze lamp gaat ook branden als de werking van de veiligheidsgordels met gordelspanners niet in orde is. Als de SRS airbag controlelamp niet gaat branden zodra het con- tact in de stand "ON" wordtgezet, als hij na ca. 6 seconden blijft knipperen, of als hij tijdens het rijden gaat branden, moet dewerking van de veiligheidsgordel met gordelspanner of het SRS airbag systeem zo snel mogelijkdoor een Hyundai dealer worden gecontroleerd.
!!WAARSCHUWING:
Om maximaal te profiteren van de veiligheidsgordel met gordelspan- ner:
1. Gesp de veiligheidsgordel altijd correct om.
2. Stel de veiligheidsgordel correct af.
CM holl-1a(~59).p65 5/20/2008, 8:38 AM
42
Page 61 of 293

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
51
Zij-airbag sensor
Uw Hyundai heeft in elke voorstoel een zij-airbag. Deze airbag heeft tot taak om de bestuurder en/ofvoorpassagiers extra bescherming te geven naast de werking van alleen de veiligheidsgordel. De zij-airbags zijnontworpen om in werking te treden bij een aanrijding van opzij, afhankelijk van de ernst van de aanrijding, dehoek, de snelheid en het aanrijdingspunt. De airbags zijn niet ontworpen om bij alle aanrijdingen vanopzij in werking te treden.
B990B01MC-AXT Zij-airbag (Indien gemonteerd)
OCM052212L
OCM052211LBelangrijke veiligheidsmaatregelen betreffende het zij-airbag systeem
Onderstaande opmerkingen over de veiligheid van het systeem moeten altijd in acht worden genomen om dekans op verwondingen tijdens een ongeval zo klein mogelijk te maken.
o Plaats geen kinderzitje waarin
het kind vooruit kijkt op de voorpassagiersstoel, ook al isuw auto voorzien van een AAN/ UIT-schakelaar voor de passagiersairbag. Een dergelijkkinderzitje mag nooit op de voorstoel worden geplaatst. Kinderen die te groot zijn omgebruik te maken van een kinderzitje moeten altijd op de achterbank plaatsnemen engebruik maken van de beschikbare heup- of 3- puntsgordels. Aan kinderenwordt tijdens een ongeval de meeste veiligheid geboden als ze zich in een goedgekeurdeveiligheidsvoorziening op de achterbank bevinden.
o Schakel onmiddellijk de passagiersairbag in, zodra het niet meer nodig is dat de airbagis uitgeschakeld.
CM holl-1a(~59).p65 5/20/2008, 8:38 AM
51
Page 62 of 293

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
52
!
OCM052213
o Breng geen extra stoelhoezen
aan.
o Door het gebruik van stoelhoezen wordt het effect van het systeem beperkt.
o Monteer geen accessoires aan de zijkant of bij de zij-airbag.
o Gebruik geen grote krachten aan de zijkant van de stoel.
o Breng geen objecten aan over de airbag of tussen de airbag enuzelf.
o Plaats geen objecten (paraplu, tas enz.) tussen het voorportieren de voorstoel. Dergelijkeobjecten kunnen gevaarlijke projectielen worden of extra verwondingen veroorzaken als dezij-airbag in werking treedt.
o Om ongewild in werking treden van de zij-airbag en daardoor verwondingen te voorkomen, moeten schokken tegen debotsingssensor voor de zij-airbag bij aangezet contact worden voorkomen. B990C01CM-GXT Gordijnairbag (Indien aanwezig) De gordijnairbags bevinden zich langs
beide dakstijlen boven de voor- en achterportieren. Ze dienen voor de bescherming van
het hoofd van de voorpassagiers ende passagiers op de beide buitenste zitplaatsen achterin bij aanrijdingen van opzij.
De gordijnairbags zijn zodanig
ontworpen dat ze alleen worden geactiveerd bij aanrijdingen van opzij met een bepaalde sterkte, onder eenbepaalde hoek en met een bepaalde snelheid. Gordijnairbag
WAARSCHUWING:
o De zij-airbags vormen een aanvulling op de driepuntsveiligheidsgordels van de bestuurder en de voorpassagier,maar vervangt deze niet. Daarom moet de veiligheidsgordel altijd worden gedragen als u in deauto zit. De zij-airbags worden alleen geactiveerd bij bepaalde botsingen aan de zijkant dieernstig genoeg zijn om letsel te veroorzaken.
o Voor de beste bescherming van het zij-airbagsysteem en om verwondingen bij het in werkingtreden van de zij-airbag te voorkomen, moeten de beide inzittenden van de voorstoelenrechtop zitten met de veiligheidsgordel correct vastgegespt. De handen van debestuurder moeten in de standen 9:00 en 3:00 uur op het stuurwiel worden gehouden. De armen enhanden van de voorpassagiers moeten in de schoot worden gehouden.
CM holl-1a(~59).p65 5/20/2008, 8:38 AM
52
Page 89 of 293

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
79
B350B02CM-GAT
Automatische werking van de wissers (Indien gemonteerd) De regensensor bovenaan op de
voorruit registreert de hoeveelheid regen en schakelt de ruitenwisserautomatisch in met de juiste snelheid/intervaltijd.
Hoe harder het regent, hoe hoger de
wissersnelheid.
Als het contact in stand ON wordt
gezet terwijl de ruitenwisserschakelaarin stand AUTO staat, of als het con-tact in stand ON staat en deruitenwisserschakelaar in stand AUTOwordt gezet, of als de snelheidsregelknop omhoog wordt gedraaid en de ruitenwisserschakelaarin stand AUTO staat, voert hetsysteem een zelfcontrole uit door eenkeer te wissen. Zet de schakelaar instand OFF (0) als de ruitenwisser niet nodig is.
OCM027071
Type A
OCM028071A
Type B N.B.: Als zich een grote hoeveelheid sneeuw of ijs op de voorruit bevindt, dan wordt een wachttijd van 10 minuten aangehouden, voordat deruitenwissers gaan werken.
CM holl-1b(~143).p65
5/21/2008, 11:55 AM
79
Page 90 of 293

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
80
!
B350B01O-GXT Bedienen van de ruitensproeiers Om de ruitensproeier te gebruiken, dient men de ruitenwisser/ruitensproeierhendel richting het stuur te trekken. Wanneer de ruitensproeier wordt gebruikt, gaan de ruitenwissersautomatisch twee keer over de voorruit. De ruitensproeier blijft werken tot de hendel losgelaten wordt.
N.B.:
o Bedien de ruitensproeiers niet langer dan 15 seconden achter elkaar en ook niet als het reser- voir leeg is.
o Controleer bij vriezend weer of de ruitenwissers niet aan de voorruit zijn vastgevroren.
o In de winter moet gebruik worden gemaakt van eenantivriesmiddel.
WAARSCHUWING:
Als het contactslot in de stand "ON" staat en de ruitenwissers staan inde stand "AUTO", wees dan in de volgende gevallen zeer voorzichtig om verwondingen aan de handente voorkomen: Als de ruitenwissers automatisch gaan werken, dan kunnen devingers of de hand in deruitenwisser vast blijven zitten.
o Raak de bovenzijde van de voorruit tegenover de regensensor niet aan.
o Veeg niet met een doek over de bovenzijde van de voorruit.
o Druk niet op de voorruit.
OCM027069
Type A
OCM028069A
Type B
OCM052300
Regensensor
CM holl-1b(~143).p65
5/21/2008, 11:55 AM
80
Page 108 of 293

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
98
De automatisch dimbare binnenspiegel
reageert automatisch op de koplampen van achteropkomend verkeer als de functie is ingeschakeld. Schakel de functie in door debedieningsschakelaar in te drukken en gedurende meer dan 3, maar minder dan 6 seconden ingedrukt tehouden. De functie kan worden uitgeschakeld door de schakelaar nogmaals in te drukken en 3 tot 6seconden ingedrukt te houden.
1.Bediening van het kompas Druk de schakelaar in en houd deze
ingedrukt. Vervolgens wordt de richting aangegeven waarin wordt gereden. Het display wordt uitgeschakeld door de schakelaar nogmaals in te drukkenen weer los te laten.
Titeldisplay - E : Oost - W : West - S : Zuid - N : Noord ex) NE : Noord-oostANTI VERBLINDINGSSTAND VAN DE ACHTERUITKI-JKSPIEGEL
ZB280A1-AX Handmatig De achteruitkijkspiegel van uw
HYUNDAI is voorzien van een anti verblindingstand.
Deze stand wordt gekozen door de lip
aan de onderzijde van de spiegel naar u toe te trekken. In deze stand wordt u niet verblind door licht van achterop komend verkeer. B520A01CM
B520C01CM-GXT Automatisch dimmende
binnenspiegel met kompas (Indien gemonteerd)
1. Controle-LED
2. Bedieningsschakelaar
3. Lichtsensor voor achteropkomend verkeer
4. Display B520C08JM
CM holl-1b(~143).p65
5/21/2008, 11:56 AM
98
Page 140 of 293

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
130
OCM052062
B970C01CM-GXT Automatische werking Het "FACT" (Full Automatic Tempera- ture Control systeem regelt de gewenste temperatuur automatisch. Dit werkt als volgt:
1. Druk op de AUTO-knop. De werking
wordt aangegeven met AUTO op het display. De functies,aanjagersnelheden, luchttoevoer en airconditioning zullen automatisch worden geregeld, nadat detemperatuur is ingesteld.
OCM052098 OCM052101
Lichtsensor
2. Verdraai de "TEMP"-knop om de
gewenste temperatuur in te stellen. De temperatuur kan worden verhoogd tot maximaal 32°C (90°F) door de knop rechtsom te draaien. De temperatuur kan worden verlaagd tot minimaal 17°C (62°F) door de knop linksom te draaien. N.B.:
o Als de accu losgekoppeld of
ontladen is geweest, schakelt de temperatuurinstelling terug naar graden Celsius. Dit is de normale stand; de temperatuurinstelling in graden Fahrenheit kan als volgt wordeningesteld:Druk tegelijkertijd de "MODE' en"DUAL"-schakelaar gedurende 3 seconden in, dan verandert de temperatuur-weergave van °C in°F en omgekeerd.
o Plaats nooit voorwerpen op de
temperatuur sensor.
CM holl-1b(~143).p65 5/21/2008, 11:56 AM
130
Page 185 of 293

2HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
18
!WAARSCHUWING:
De elektronische stabiliteitsregeling
is alleen een hulpmiddel; alle normale voorzorgsmaatregelen bij het rijden in slecht weer of op een wegdek met weinig grip moeten inacht worden genomen.
C310B01JM-AXT ESP AAN/UIT Als het ESP actief is, dan knippert de ESP-lamp in het instrumentenpaneel. Als de regeling wordt uitgeschakeld m.b.v. de ESP-schakelaar, dan gaat de ESP-OFF-lamp continu branden.Als het ESP is uitgeschakeld, dan kan de stabiliteitsregeling niet geactiveerd worden. Pas daarom uwrijstijl aan. Druk voor het inschakelen van de regeling opnieuw de schakelaar in. De ESP-OFF-lamp moet nu doven. N.B.: Het ESP wordt automatisch weer ingeschakeld nadat de motor is uitgezet en opnieuw is gestart. C310D01JM-AXTControle- en waarschuwingslampen De lampen moeten gaan branden als de contactsleutel op "ON" of "START" is gezet. Vervolgens moeten delampen na drie seconden doven.Laat de auto controleren door eenHyundai dealer als de lampen nietgaan branden of de ESP- of ESP- OFF-lamp niet na 3 seconden uitgaat. Als een storing optreedt tijdens de rit, dan wordt dit aangegeven door eenbrandende ESP-OFF-lamp.Als de ESP-OFF-lamp brandt, parkeeruw auto dan op een veilige plek en zet de motor uit. Start vervolgens de motor opnieuw en controleer of de ESP-OFF-lamp dooft. Als de lamp blijft branden nadat de motor is gestart, laat dan uw auto door een Hyundai dealer controleren.
PARKEERHULP
C400A02P-GXT (Indien gemonteerd) De parkeerhulp waarschuwt de
bestuurder tijdens het achteruitrijden met een signaal zodra de afstandtussen de auto en een voorwerp achter de auto minder dan 120 cm wordt. Het systeem dient slechts alshulpmiddel vermindert niet de noodzaak om voorzichtig te rijden. Het bereik van de parkeersensoren isbeperkt en niet alle voorwerpen worden even goed opgemerkt. Blijf daarom altijd alert tijdens het achteruitrijden. Sensor
OCM052138
CM holl-2.p65 5/20/2008, 8:42 AM
18
Page 186 of 293

2
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
19
!WAARSCHUWING:
De parkeerhulp biedt slechts aanvullende informatie. Debestuurder dient altijd zelf achteruit te kijken. De werking van het systeem kan worden beïnvloed doordiverse factoren en kan niet blindelings worden vertrouwd. Werking van de parkeerhulp Inschakelen
o Het systeem wordt automatisch ingeschakeld als de achter- uitversnelling is ingeschakeld enhet contact in stand ON staat.Bij een snelheid van meer dan 5km/h wordt het systeem mogelijkniet juist geactiveerd.
o Het bereik van de parkeersensoren
bedraagt ongeveer 120 cm.
o Als er zich twee voorwerpen achter
de auto bevinden, zal hetdichtstbijzijnde als eerste worden geregistreerd. Waarschuwingssignalen
o Als de afstand tussen 120 cm en 81 cm bedraagt, klinkt er metregelmatige tussenpozen een signaal
o Als de afstand tussen 80 cm en 41cm bedraagt, klinkt er metregelmatige tussenpozen een dubbel signaal : Zoemer klinkt vaker
o Als de afstand minder dan 40 cm bedraagt, klinkt het signaal continu.
Gevallen waarin de parkeerhulp niet werkt De parkeerhulp werkt mogelijk niet goed in de volgende gevallen:
1. Als er ijsvorming op de sensor is (de sensor werkt weer normaal alshet ijs gesmolten is).
2. Als de sensor bedekt is met sneeuw
of een andere substantie (de sen-sor werkt weer normaal zodra deze vrij is gemaakt).
3. Bij het rijden op oneffen wegen en op hellingen.
4. Als bepaalde hoogfrequente geluiden, zoals claxons,racemotoren, luchtremmen van vrachtwagen en dergelijke de werkingvan de sensoren beïnvloeden. 5. Bij zware regenval of opspattend
water.
6. Door zenders of mobiele telefoons in de buurt van de sensors.
7. Als de sensor bedekt is met sneeuw.
8. Rijden met een aanhanger. Het sensorbereik kan in de volgende gevallen afnemen:
1. Als de sensor vuil is (de sensor werkt weer normaal zodra deze schoon is).
2. Bij extreem hoge of lage buitentemperaturen.
De volgende voorwerpen wordenmogelijk niet opgemerkt door de sensoren:
1. Smalle voorwerpen als touwen, kettingen enz.
2. Voorwerpen die de hoogfrequente signalen van de sensor absorberen,zoals kleding, sponsachtigematerialen en sneeuw.
3. Bij voorwerpen lager dan 1 meter en smaller dan 14 cm.
CM holl-2.p65 5/20/2008, 8:42 AM
19
Page 187 of 293

2HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
20
!LET OP:
1. Het waarschuwingssignaal klinkt mogelijk niet regelmatig als het voorwerp achter de auto beweegt of een grillige vorm heeft.
2. De correcte werking van de parkeerhulp kan verstoord rakenals de bumperhoogte of de inbouwpositie van de sensorenis gewijzigd. Achteraf gemonteerde accessoires kunnen het bereik van de sensorenbeïnvloeden.
3. Voorwerpen die kleiner zijn dan 40 cm worden mogelijk niet of niet goed geregistreerd. Wees alert.
4. Als de sensor bedekt is met sneeuw, ijs of vuil, werkt dezemogelijk niet goed totdat dezeweer schoon en droog is gemaakt met een zachte doek.
5. Druk, kras of stoot niet met harde voorwerpen tegen de sensor. Anders kan het oppervlak van desensor beschadigd raken. Hierdoor werkt de sensor mogelijk niet goed meer.! LET OP:
Het systeem werkt alleen in het gebied waar de parkeersensorenzijn geplaatst. Kleine of smalle voorwerpen die zich tussen twee sensoren in bevinden, wordenmogelijk niet geregistreerd. Kijk daarom altijd zelf mee tijdens het achteruitrijden. Informeer bestuurders die onbekend zijn met de auto over de mogelijkheden en beperkingen vanhet systeem.Schade aan de auto en persoonlijkletsel, ontstaan vanwege het onjuist functioneren van de parkeerhulp, vallen niet onder de garantie. Rijddaarom altijd veilig en voorzichtig.! WAARSCHUWING
Wees extra voorzichtig als u dicht
langs voorwerpen of personen, in het bijzonder kinderen, rijdt. Houd er rekening mee dat sommige voorwerpen mogelijk niet door desensoren worden geregistreerd. Controleer altijd met eigen ogen of
de weg vrij is.
N.B.: Als u geen waarschuwingsgeluid
hoort of als de zoemer met tussenpozen klinkt, als u de standR inschakelt, kan dit duiden op een storing in de parkeerhulp. Laat in dat geval uw auto zo snel mogelijkcontroleren door een officiële Hyundai dealer.
CM holl-2.p65 5/20/2008, 8:42 AM
20