Hyundai Santa Fe 2010 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2010, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2010Pages: 409, PDF Size: 30.88 MB
Page 91 of 409

Kenmerken van uw auto
18
4
D070100ACM
Open van de achterklep
ontgrendeld wanneer alle portieren
worden vergrendeld of ontgrendeld met
behulp van de sleutel, de
afstandsbediening (of Smart Key) of de
schakelaar voor de portiervergrendeling.
Indien de achterklep ontgrendeld is, kunt u hem openen door de hendel in
te drukken en de klep omhoog te
trekken
✽✽ AANWIJZING
In een koud en nat klimaat werken de
portiervergrendeling en
portiermechanismen mogelijk niet door
bevriezingsverschijnselen.
D070200AUN
Sluiten van de achterklep
Trek de achterklep naar beneden en druk
hem stevig vast om hem te sluiten. Zorg
ervoor dat de achterklep goed
vergrendeld is.
ACHTERKLEP
WAARSCHUWING
De achterklep klapt naar boven
open. Zorg dat er niemand bij de
achterzijde van de auto staat als u
de achterklep opent.
OPMERKING
Controleer of de achterklep gesloten is voordat u met de auto
gaat rijden. Er kan schade ontstaanaan de gasveren van de achterklepen de bevestigingsmaterialen, als u de achterklep niet sluit voordat ugaat rijden.
OCM040015OCM040011A
Page 92 of 409

419
Kenmerken van uw auto
WAARSCHUWING-
Uitlaatgas
Als u met een geopende achterklep
rijdt, worden gevaarlijkeuitlaatgassen in het interieur
gezogen, hetgeen kan leiden toternstig letsel.
Wanneer het noodzakelijk is dat u
met een geopende achterklep rijdt,
houd dan de uitstroomopeningen
en alle ruiten open, zodat extra
frisse lucht in het interieur stroomt.
WAARSCHUWING -
Bagageruimte
Passagiers dienen niet plaats te
nemen in de bagageruimte, waar
geen veiligheidsgordels aanwezig
zijn. Om bij een aanrijding ofplotseling remmen letsel te
voorkomen, dienen inzittenden altijd
hun veiligheidsgordel te dragen.
Page 93 of 409

Kenmerken van uw auto
20
4
D080000AFD (1) Schakelaar ruitbediening
bestuurdersportier
(2) Schakelaar ruitbediening
passagiersportier
(3) Schakelaar ruitbediening
achterportier (links)
(4) Schakelaar ruitbediening
achterportier (rechts)
(5) Ruiten openen en sluiten
(6) Automatische ruitbediening*
(7) Blokkeerschakelaar ruitbediening
*: indien van toepassing
✽✽ AANWIJZING
In een koud en nat klimaat werken de
elektrisch bedienbare ruiten mogelijk
niet door bevriezingsverschijnselen.
RUITEN
OCM040016
Page 94 of 409

421
Kenmerken van uw auto
D080100ACM
Elektrisch bedienbare ruiten
Om de ruiten elektrisch te kunnen bedienen moet het contact in stand ON
staan. Ieder portier is voorzien van een
schakelaar voor de bediening van de
desbetreffende ruit. De bestuurder beschikt
echter over een blokkeerschakelaar
waarmee de ruitbediening van de
schakelaars op de overige portieren
uitgeschakeld kan worden.
De ruiten kunnen worden bediend tot ca.30 seconden nadat het contact in stand
ACC of LOCK is gezet of de contactsleutel
is verwijderd.
Wanneer de voorportieren
geopend zijn, kunnen de ruiten nietbediend w orden, zelfs niet binnen de
periode van 30 seconden.
Het bestuurdersportier beschikt over een
hoofdschakelaar, waarmee alle ruiten
van de auto kunnen worden bediend.
✽✽ AANWIJZING
Wanneer tijdens het rijden de
achterruiten geopend zijn of het schuif-
/kanteldak (gedeeltelijk) geopend is,
ondervindt u mogelijk hinderlijk
windgeruis. Dit is normaal en kan worden
verminderd of verholpen door het
volgende te doen. Wanneer windgeruis
optreedt terwijl een achterruit geopend is
of beide achterruiten geopend zijn, kunt u
beide voorruiten een paar centimeter
laten zakken. Wanneer u windgeruis
ondervindt terwijl het schuif-/kanteldak
geopend is, kunt u het dak een iets sluiten.
D080101AUN
Ruiten openen en sluiten
(indien van toepassing)
Het bestuurdersportier beschikt over een
hoofdschakelaar, waarmee alle ruiten
van de auto kunnen worden bediend.
Druk de desbetreffende schakelaar aan
de voorzijde in of trek deze omhoog om
een ruit te openen of te sluiten tot het
eerste zware punt (5).
OHM048016
Page 95 of 409

Kenmerken van uw auto
22
4
D080103AUN
Automatische ruitbediening
(indien van toepassing)
Door de schakelaar kortstondig in te
drukken of omhoog te trekken tot de
tweede stand (6), wordt de ruit automatisch
helemaal geopend of gesloten, zelfs als de
schakelaar wordt losgelaten. Om de
ruitbeweging te stoppen, kan de schakelaar
kortstondig in tegenovergestelde richting
worden bediend.
Als de elektrisch bedienbare ruit niet
goed werkt, kan de elektrische
ruitbediening als volgt worden gereset:
1. Zet het contact in stand ON.
2. Sluit de ruit van het bestuurdersportier en houd de schakelaar van de ruit nog
minstens 1 s omhoog nadat de ruit
volledig gesloten is. Klembeveiliging
Als er tijdens de opwaartse beweging
van de ruit een voorwerp of lichaamsdeel
tussen de ruit en het portier komt, wordt
de extra weerstand opgemerkt door het
systeem en zal de ruit stoppen.
Vervolgens zal de ruit ongeveer 30 cm
zakken, zodat het voorwerp kan worden
verwijderd.
Als de ruit weerstand ondervindt terwijl
de schakelaar ruitbediening
omhooggetrokken blijft, stopt de
omhooggaande beweging van de ruit en
zakt de ruit ongeveer 2,5 cm Als de
schakelaar opnieuw omhoog getrokken
wordt binnen 5 s nadat de ruitautomatisch naar beneden is gegaan,
zal de klembeveiliging niet werken.
✽✽
AANWIJZING
De klembeveiliging voor de portierruit
aan bestuurderszijde werkt alleen als de
automatische sluitfunctie wordt
geactiveerd door de schakelaar geheel
omhoog te trekken. De automatische
omkeerfunctie werkt niet als de ruit
handmatig, met de schakelaar
ruitbediening in de eerste stand, wordt
bediend.
WAARSCHUWING
Controleer altijd of er niets tussen
de ruit en het portier aanwezig is
alvorens een ruit te sluiten om
letsel en schade aan de auto te
voorkomen. Als een voorwerp meteen diameter kleiner dan 4 mmtussen de ruit en de sponning
terechtkomt, wordt de extra
weerstand mogelijk niet
opgemerkt, waardoor de
klembeveiliging niet werkt.OUN026013OHM048015
Page 96 of 409

423
Kenmerken van uw auto
D080104ACM
Blokkeertoets ruitbediening
De bestuurder kan de schakelaars vande ruitbediening van het
voorpassagiersportier en de
achterportieren uitschakelen door de
blokkeerschakelaar in het
bestuurdersportier in te drukken.
Als de blokkeertoets van de ruitbediening is ingedrukt, kunnen
de ruiten ook niet worden bediend
met de hoofdschakelaars in het
bestuurdersportier.
OPMERKING
Open of sluit telkens maar één
ruit tegelijk. Anders kan de
elektrische ruitbedieningbeschadigd raken. Hierdoor zalbovendien de zekering langer meegaan.
Probeer nooit tegelijkertijd de hoofdschakelaar voor deruitbediening in hetbestuurdersportier en de
afzonderlijke schakelaar voor deruitbediening in tegengestelde richting in te drukken. In dat gevalstopt de ruit en kan deze niet
meer worden geopend of gesloten.WAARSCHUWING - Ruiten
Laat de contactsleutel NOOIT achter in de auto.
Laat een kind NOOIT zonder toezicht achter in de auto. Ook
zeer jonge kinderen kunnen per
ongeluk de auto in beweging
zetten, bekneld raken tussen de
portierruiten of zichzelf of
anderen letsel toebrengen.
Controleer altijd zorgvuldig of er zich geen armen, handen of
andere belemmeringen in de
buurt bevinden voordat een ruit
gesloten wordt.
Laat kinderen niet met de ruitbediening spelen. Laat de
blokkeerschakelaar voor deruitbediening in de stand
VERGRENDELD (ingedrukt)
staan. Het onbedoeld bedienen
van een ruit kan vooral bijkinderen tot letsel leiden.
Steek tijdens het rijden de armen en het gezicht niet naar buiten.
OCM052013
Page 97 of 409

Kenmerken van uw auto
24
4
MOTORKAP
D090100ACM
Motorkap; openen van
1. Trek aan de ontgrendelknop om de motorkap te ontgrendelen. De
motorkap komt iets omhoog. 2. Ga naar de voorzijde van de auto en til
de motorkap iets op. Druk de
veiligheidshaak (1) in het midden van
de motorkap naar u toe en til de
motorkap omhoog (2).
3. Open de motorkap. Deze zal automatisch volledig openen nadat hij
tot halverwege geopend is. D090200ACM
Sluiten van motorkap
1. Controleer de volgende punten
alvorens de motorkap te sluiten:
teruggeplaatst zijn.
andere brandbare materialen in de
motorruimte zijn achtergebleven.
2. Laat de motorkap zakken en druk deze stevig in het slot.
OCM052018OCM040020
Page 98 of 409

425
Kenmerken van uw auto
WAARSCHUWING - M otorkap
Controleer voor het sluiten van de motorkap of er geen zaken in de motorruimte zijn
achtergebleven die het sluiten
zouden kunnen hinderen. Als
geprobeerd wordt de motorkap tesluiten terwijl er nog iets in de
motorruimte is achtergebleven,
kan dat schade aan de motorkap
of letsel veroorzaken.
Laat geen handschoenen, doeken of andere brandbare
materialen achter in de
motorruimte. Deze zouden door
de hitte in brand kunnen vliegen.WAARSCHUWING
Controleer altijd nogmaals of de motorkap goed vergrendeld is
alvorens met de auto te gaan
rijden. Als de motorkap niet goed
vergrendeld is, zou hij tijdens hetrijden open kunnen gaan,
waardoor het zicht voor de
bestuurder belemmerd wordt en
een aanrijding het gevolg kanzijn.
Verplaats de auto niet als de motorkap omhoog staat omdat
dan het zicht belemmerd wordten de motorkap naar beneden
kan vallen of beschadigd kan
worden.
Page 99 of 409

Kenmerken van uw auto
26
4
TANKDOPKLEP
D100100ACM
Openen van de tankdopklep
De tankdopklep moet van binnenuit
worden geopend door op de knop voor
het openen van de tankdopklep op het
bestuurdersportier te trekken.
✽✽ AANWIJZING
Tik zachtjes op de tankdopklep of druk
er voorzichtig tegenaan als deze is
vastgevroren om het ijs te breken en
open daarna de tankdopklep. Wrik de
tankdopklep niet los. Spuit de
tankdopklep indien nodig in met
ruitontdooier (gebruik geen
koelvloeistof) of zet de auto op een
warme plaats om het ijs te laten smelten.
1. Zet de motor uit.
2. Trek de ontgrendeling omhoog om de tankdopklep te openen.
3. Open de tankdopklep (1).
4. Draai de tankdop (2) linksom om deze te verwijderen.
5. Vul de tank met brandstof. D100200AUN
Sluiten van de tankdopklep
1. Plaats de dop terug en draai hem
rechtsom totdat deze klikt. Dat geeft
aan dat de dop goed vastzit.
2. Sluit de tankdopklep en druk deze goed dicht.
D100300AFD
OCM040014OCM040021
WAARSCHUWING -
Tanken
Als de onder druk staande brandstof naar buiten spuit, kan
deze op uw kleding of huid
terechtkomen en kan er
brandgevaar ontstaan. Verwijder
de tankdop altijd voorzichtig en
langzaam. Als er brandstof naar
buiten komt of er een sissend
geluid hoorbaar wordt, moet u
even wachten voordat u de dop
verder losdraait.
Probeer de tank niet verder te vullen nadat het vulpistool
automatisch is afgeslagen.
Controleer altijd of de tankdop goed vastgedraaid is, om morsen
van brandstof in geval van een
aanrijding te voorkomen.
Page 100 of 409

427
Kenmerken van uw auto
(Vervolg)
Maak tijdens het tanken geengebruik van een mobiele
telefoon. Elektrische stroom
en/of elektronische storing van
mobiele telefoons kanbrandstofdampen doenontbranden.
Zet de motor uit vóór het tanken. De elektrische onderdelen van de
motor kunnen vonken
produceren die brandstofdampenkunnen doen ontbranden.
Controleer na het tanken of detankdop en de tankdopklep goed
dicht zijn voordat u de motor
start.
Gebruik GEEN lucifers of aansteker en ROOK NIET. Laat
ook geen brandende sigaret
achter in de auto terwijl u gaat
tanken. Brandstof is licht
ontvlambaar en explosief.
Als er tijdens het tanken brand uitbreekt, verlaat dan
onmiddellijk de auto en breng de
manager van het tankstation, de
politie en de brandweer op de
hoogte. Volg hunveiligheidsinstructies op.(Vervolg)
Stap niet in de auto nadat u begonnen bent met tanken omdat
u door het aanraken van of
wrijven tegen iets (polyester,
satijn, nylon, enz.) statisch
geladen kunt zijn. Statischeelektriciteit kan brandstofdampen
doen ontbranden, wat
explosiegevaar oplevert. Als u
tijdens het tanken toch terug in
de auto moet stappen, raak ook
dan even een metalen deel aan de
voorzijde van de auto aan om
eventuele statische elektriciteitkwijt te raken.
Als u een jerrycan wilt vullen, plaats deze dan op de grond. Een
met statische elektriciteit geladen
jerrycan kan brandstofdampen
doen ontbranden. Zodra u begint
te tanken, dient u contact temaken met de auto tot het tanken
is voltooid.
Gebruik alleen jerrycans die
geschikt zijn voor brandstof.
(Vervolg)WAARSCHUWING -
Gevaren bij het tanken
Brandstof is licht ontvlambaar.
Neem bij het tanken de volgende
richtlijnen in acht. Het niet
opvolgen van deze richtlijnen kan
leiden tot ernstig persoonlijk letsel
als gevolg van brand of een
explosie.
Lees alle waarschuwingen bij het tankstation en neem ze in acht.
Kijk vóór het tanken altijd of er een noodknop voor het afsluiten
van de brandstof is bij debrandstofpomp.
Raak, voordat u de tankdop en vulopening aanraakt, altijd even
een ander metalen deel van de
auto aan, op voldoende afstand
van de vulopening, om
brandgevaar als gevolg van
statische elektriciteit te
voorkomen.
(Vervolg)