sensor Hyundai Santa Fe 2011 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2011, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2011Pages: 410, PDF Size: 32.38 MB
Page 10 of 410
13
Introductie
A020102AFD
Loodhoudende benzine (indien van toepassing)
In sommige landen moet er
loodhoudende benzine worden gebruikt.Neem contact op met een officiële
Hyundai Erkend Reparateur om te
informeren of uw auto geschikt is voor
het gebruik van loodhoudende benzineof niet.
Het vereiste octaangetal voor loodhoudende benzine is gelijk aan dat
voor loodvrije benzine. A020103AUN
Benzine die alcohol en methanol
bevat
In sommige landen is naast benzine ook
gasohol verkrijgbaar. Dit is een mengsel
van benzine en ethanol of methanol.
Gebruik dit mengsel niet met meer dan
10% ethanol en gebruik geen benzine of
mengsel dat methanol bevat. Deze
brandstoffen kunnen rijproblemen en
schade aan het brandstofsysteem
veroorzaken.
Gebruik gasohol niet langer wanneer er
rijproblemen optreden.
Schade aan de auto of rijproblemen
vallen mogelijk niet onder de
fabrieksgarantie wanneer ze veroorzaakt
worden door het gebruik van:
1. Benzinemengsels met meer dan 10% ethanol.
2. Benzine of gasohol die methanol bevat.
3. Loodhoudende benzine.
WAARSCHUWING
• Probeer de tank niet verder te vullen nadat het vulpistool
automatisch is afgeslagen.
Controleer altijd of de tankdop goed vastgedraaid is, om morsen
van brandstof in geval van een
aanrijding te voorkomen.
OPMERKING
GEBRUIK NOOIT LOODHOUDENDE
BENZINE. Loodhoudende benzine
is schadelijk voor de katalysator ende lambdasensor van hetmotorregelsysteem en zal de emissieregeling nadelig
beïnvloeden.
Voeg nooit brandstofadditievenproducten toe aan hetbrandstofsysteem. (Neem voor
details contact op met een officiëleHYUNDAI Erkend Reparateur .)
OPMERKING
Gebruik nooit benzinemengsels diemethanol bevatten. Gebruik gasoholproducten niet langerwanneer er rijproblemen optreden.
Page 43 of 410
325
Veiligheidssysteem van uw auto
Wanneer plotseling wordt afgeremd of
wanneer de inzittende te snel voorover
probeert te buigen, wordt de gordel door
de blokkeerautomaat vergrendeld. Bij
bepaalde frontale aanrijdingen zal de
gordelspanner echter geactiveerd worden
en zal deze de gordel strakker om het
lichaam van de inzittende trekken.
Als de gordelspanner wordt geactiveerd
en het systeem registreert dat de
spankracht van één of beide
veiligheidsgordels te groot wordt, zorgt
een spankrachtbegrenzer ervoor dat de
gordel iets wordt gevierd. (indien vantoepassing)
✽✽
AANWIJZING - indien
uitgerust met
rolsensor
Als de auto is uitgerust met zij- of gordijnairbags, worden de gordelspanners
niet alleen geactiveerd bij een frontale
aanrijding, maar ook bij een aanrijding
van opzij of wanneer de auto over de kopslaat.
✽
✽
AANWIJZING - zonder
rolsensor
Als de auto is uitgerust met zij- of gordijnairbags, worden de gordelspanners
niet alleen geactiveerd bij een frontale
aanrijding, maar ook bij een aanrijdingvan opzij.
Het gordelspannersysteem bestaat
hoofdzakelijk uit de volgende
onderdelen. De plaats hiervan wordt in
de afbeelding aangegeven:
1. Waarschuwingslampje AIRBAG
2. Blokkeerautomaat met gordelspanner
3. Airbagmodule
WAARSCHUWING
Voor een optimale werking van de
gordelspanner:
1. De veiligheidsgordel moet goed werken en goed afgesteld zijn.
Lees a.u.b. de informatie en de
voorzorgsmaatregelen metbetrekking tot de
veiligheidssystemen - inclusief
veiligheidsgordels en airbags - in
uw auto in deze handleiding
zorgvuldig door en volg de
aanwijzingen op.
2. Zorg ervoor dat u en uw passagiers de veiligheidsgordelste allen tijde op de juiste manier
dragen.
8KMB3311
Page 59 of 410
341
Veiligheidssysteem van uw auto
C040100ACM
Onderdelen aanvullend veiligheidssysteem en functies
De onderdelen van het aanvullend
veiligheidssysteem zijn:
1. Airbag bestuurder
2. Airbagsensoren vóór
3. Airbag voorpassagier*
4. Blokkeerautomaten metgordelspanners*
5. Zijairbagsensoren*
6. Curtain airbags*
7. Zijairbags*
8. Airbagmodule (SRSCM) /Koprolsensor*
9. Waarschuwingslampje AIRBAG 10. Controlelampje airbag voorpassagier
UIT (alleen airbag voorpassagier)*
11. ON/OFF-schakelaar airbag voorpassagier*
*: indien van toepassing
De SRSCM controleert constant alle
componenten van het systeem als hetcontact in stand ON staat om te bepalen
of een frontale aanrijding of een aanrijding
van opzij zwaar genoeg is om de airbags
of de gordelspanners te activeren.
Het waarschuwingslampje air bag op het
dashboard brandt na het in stand ON
zetten van het contact gedurende 6
seconden en moet vervolgens uit gaan.
WAARSCHUWING
Als een van de volgende condities
zich voordoen, kan dat duiden op
een storing in het airbagsysteem.
Laat het airbagsysteem van uw
auto zo snel mogelijk controleren
door een officiële HYUNDAI-dealer
Het lampje gaat niet kort branden als het contact in stand ON wordt
gezet.
Het lampje gaat niet na ongeveer 6 seconden uit, maar blijft branden.
Het lampje gaat branden tijdens het rijden.
Het lampje gaat knipperen wanneer het contact in stand ON staat.
OCM029200A
1010
1111
Page 67 of 410
349
Veiligheidssysteem van uw auto
De zijairbags zijn ontworpen om alleen
tijdens bepaalde aanrijdingen van opzij
geactiveerd te worden, afhankelijk van
de ernst, de hoek, de snelheid en de
plaats van de aanrijding.
De zijairbags worden niet alleen geactiveerd aan de kant van de
aanrijding, maar ook aan detegengestelde kant.
✽✽ AANWIJZING - indien
uitgerust met
rolsensor
Ook worden de zijairbags aan beide kanten geactiveerd bij bepaalde
situaties waarin de auto over de kopslaat.
De zijairbags zijn niet ontworpen om bij alle aanrijdingen van opzij opgeblazen
te worden.
(Vervolg)
Alleen auto's uitgerust met een rolsensor.
Plaats geen accessoires op of in de buurt van de zijairbag.
Plaats geen voorwerpen op de airbag of tussen de airbag en
uzelf.
Plaats geen voorwerpen (paraplu, tas, enz.) tussen het voorportier
en de voorstoel. Dergelijke
voorwerpen kunnen gevaarlijke
projectielen worden en letsel
veroorzaken wanneer de zijairbag
geactiveerd wordt.
Sla niet op de zijairbagsensor wanneer het contact in stand ON
staat. Hierdoor kan de airbag
onverwacht geactiveerd worden,
waardoor persoonlijk letsel kanontstaan.
Als de stoel of de bekleding beschadigd is, laat deze danrepareren door een officiële
HYUNDAI-dealer. Vertel daarbij
dat uw auto is uitgerust met
zijairbags.WAARSCHUWING
De zijairbag vormt een aanvulling op de gordelsystemen voor de
bestuurder en de voorpassagier
en geen vervanging voor deze
systemen. Draag daarom tijdenshet rijden altijd een
veiligheidsgordel. De airbags
worden alleen geactiveerd bij een
aanrijding van opzij of een
rolbeweging* 1
die krachtig
genoeg is om letsel bij de
inzittenden te veroorzaken.
Voor de beste bescherming van de zijairbags en om letsel te
voorkomen, dienen de
bestuurder en de voorpassagier
rechtop te zitten en de
veiligheidsgordel op de juiste
manier vast te maken. De
bestuurder moet zijn handen in
de tien voor twee stand op het
stuurwiel plaatsen. De passagier
moet zijn handen op de schoothouden.
Gebruik geen stoelhoezen. (Vervolg)
*1
: Alleen auto's uitgerust met een rolsensor.
Page 68 of 410
Veiligheidssysteem van uw auto
50
3
C040700ACM
Curtain airbag
(indien van toepassing)
De curtain airbags bevinden zich langs
de rand van het dak boven de voor- en
achterportieren. Ze zijn ontworpen om bij bepaalde
aanrijdingen van opzij de hoofden van de
voorste inzittenden en de passagiers op
de buitenste zitplaatsen achter te
beschermen.
De curtain airbags zijn ontworpen om
alleen tijdens bepaalde aanrijdingen
van opzij geactiveerd te worden,
afhankelijk van de ernst van de
aanrijding, de hoek, de snelheid en de
plaats van impact.
geactiveerd aan de kant van de
aanrijding, maar ook aan detegengestelde kant.
✽✽ AANWIJZING- indien
uitgerust met
rolsensor
Ook worden de curtain airbags aan beide kanten geactiveerd bij bepaalde
situaties waarin de auto over de kopslaat.
De curtain airbags zijn niet ontworpen om bij alle aanrijdingen van opzij.
OXM039055
OCM052213
WAARSCHUWING
De zijairbags en curtain airbags bieden een optimale bescherming
als de inzittenden zo ver mogelijk
rechtop zitten en hun gordel op de
juiste manier dragen. Vooral voor
kinderen is het belangrijk dat ze in
een geschikt kinderzitje op de
achterbank plaatsnemen.
Als kinderen plaatsnemen op een van de buitenste zitplaatsen
achterin, moeten ze in een geschikt
kinderzitje plaatsnemen. Plaats het
kinderzitje zo ver mogelijk weg van
het portier en zet het goed vast.
Laat passagiers niet met het hoofd of andere delen van het lichaam
tegen het portier leunen, steek dearmen niet uit het raam en plaats
geen voorwerpen tussen de
passagier en de portieren als de
auto is uitgerust met zijairbags
en/of curtain airbags.
Probeer nooit de onderdelen van de zijairbags en curtain airbags te
openen of te repareren. Laat dit
altijd over aan een officiële
HYUNDAI-dealer.
Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregelen kan ertoeleiden dat de inzittenden bij eenaanrijding letsel oplopen.
Page 69 of 410
351
Veiligheidssysteem van uw auto
C040800ACM
Waarom werd de airbag bij een
aanrijding niet opgeblazen?
(Voorwaarden voor wel of niet
activeren van de airbags)
Er zijn veel soorten ongevallen
waarbij de airbag geen aanvullende
bescherming biedt.
Voorbeelden hiervoor zijn
aanrijdingen van achter, tweede en
volgende stoten bij een
kettingbotsing en aanrijdingen bij
lage snelheid. Met andere woorden,wees niet verrast wanneer de
airbag(s) niet opgeblazen werd(en)
hoewel uw auto beschadigd of zelfstotal loss is.
Airbagsensoren
(1) Airbagmodule / Koprolsensor (indien van toepassing)
(2) Airbagsensor vóór (3)
Zijairbagsensor (indien van toepassing)
(4) Zijairbagsensor (indien van toepassing)
OCM030040/OCM030041/OCM030042/OCM030043/OXM039044
1234
Page 70 of 410
Veiligheidssysteem van uw auto
52
3
C040801AUN
Voorwaarden voor activeren airbags
Airbags vóór
De airbags vóór worden geactiveerd bij
frontale aanrijdingen, waarbij rekening
wordt gehouden met de botskracht, de
rijsnelheid of hoek waaronder de
aanrijding plaatsvindt.
WAARSCHUWING
Let op dat u niet tegen plaatsen aanstoot waar de airbags of
airbagsensoren zijn ingebouwd.
Anders kan de airbag onverwacht
geactiveerd worden waardoor
ernstig persoonlijk letsel op kantreden.
Als de inbouwpositie van de airbagsensoren wordt gewijzigd,
kan dit ertoe leiden dat de airbags
worden geactiveerd in situaties
waarin dit niet nodig is, of dat de
airbags niet worden geactiveerd insituaties waar het wel nodig is.
Voer daarom geen reparaties uit
aan of in de buurt van de
airbagsensoren. Laat de auto
controleren en repareren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Er kunnen problemen ontstaan als de hoek waaronder de sensoren
zijn ingebouwd wordt gewijzigd als
gevolg van vervorming van de
carrosseriedelen waar de
airbagsensoren zijn ingebouwd: de
voorbumper, de carrosserie, de B-
stijl en de C-stijl. Laat de auto
controleren en repareren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
(Vervolg)(Vervolg)
Uw auto is ontworpen om debotsenergie zoveel mogelijk te absorberen en in bepaalde
gevallen de airbag(s) te activeren.
Het monteren van niet-originele
bumpers of accessoires op de
bumper kan een nadelige invloed
hebben op de bescherming bijeen aanrijding.
OED036096
WAARSCHUWING
- indien uitgerust metrolsensor
Zet het contact in de stand OFF of
ACC wanneer de auto gesleept
wordt als de auto voorzien is van
zij- en gordijnairbags.
De zij- en gordijnairbags kunnen
worden geactiveerd wanneer hetcontact in de stand ON staat en de
koprolsensor de situatie
interpreteert alsof de auto over de
kop slaat.
Page 71 of 410
353
Veiligheidssysteem van uw auto
Zijairbags (indien van toepassing)
De airbags opzij (zijairbags en/of curtain
airbags) worden geactiveerd bij een
aanrijding van opzij, waarbij rekening
wordt gehouden met de kracht van debotsing, de botshoek en de zijdelingsesnelheid.Ofschoon de airbags vóór (voor
bestuurder en voorpassagier) ontworpen
zijn voor frontale aanrijdingen, kunnen ze
ook bij andere aanrijdingen, waarbij een
bepaalde vertraging in de lengterichting
optreedt, worden geactiveerd. Ofschoon
de airbags opzij (zijairbags en curtain
airbags) ontworpen zijn voor zijdelingse
aanrijdingen, kunnen ze ook bij andere
aanrijdingen, waarbij een bepaalde
vertraging in de dwarsrichting optreedt,
worden geactiveerd.
De airbags kunnen ook worden
geactiveerd als de auto zware stoten
ondervindt bij het rijden op zeer slechte
wegen. Rijd daarom voorzichtig op
slechte wegen.
✽✽
AANWIJZING - indien
uitgerust met
rolsensor
De zijairbags en curtain airbags zijn zo ontworpen dat ze worden geactiveerd
wanneer een koprol wordt waargenomen
door een koprolsensor.
C040802ACM
Voorwaarden voor niet-activeren van de airbags
Bij bepaalde aanrijdingen met lage snelheden worden de airbags niet
geactiveerd. De reden daarvan is datde airbags in die omstandigheden niet
meer bescherming kunnen bieden dan
de veiligheidsgordels al doen.
OVQ036018N
OXM039057
1VQA2086
Page 72 of 410
Veiligheidssysteem van uw auto
54
3
De airbags zijn niet ontworpen om te
worden geactiveerd bij aanrijdingen
van achter, omdat de inzittenden dan
door de botskracht naar achteren
worden gedrukt. In dergelijke gevallen
biedt het activeren van de airbags
geen extra voordelen. De airbags vóór worden bij zijdelingse
aanrijdingen soms niet geactiveerd. De
inzittenden bewegen altijd in de
richting van de aanrijding, waardoor
het activeren van de airbags vóór
overbodig kan zijn.
Als de auto is uitgerust met zijairbags en curtain airbags kunnen de airbags
wel worden geactiveerd, afhankelijk
van de botskracht, rijsnelheid enbotshoek. Bij een aanrijding op een helling of
onder een hoek kan de kracht van de
aanrijding de inzittenden in een
bepaalde richting verplaatsen, waar de
airbags geen extra bescherming
zouden bieden, een reden waarom desensoren de airbags daarom ook niet
activeren.
1VQA2089OVQ036018NOUN036087
Page 73 of 410
355
Veiligheidssysteem van uw auto
Net voor een aanrijding remmenbestuurders vaak sterk af. Door zo
sterk af te remmen, zakt de voorzijde
van de auto in, waardoor deze
gemakkelijker onder een voertuig met
een grotere grondspeling zou kunnen
schieten. De airbags worden in
dergelijke situaties soms niet
geactiveerd omdat de deceleratie die
door de sensoren gemeten wordt,
lager is dan de deceleratie die zou
worden gemeten als de auto niet onder
de voorligger zou schuiven. Als de auto over de kop gaat, bieden
de airbags vóór niet de juiste
bescherming. Ze worden dan ook niet
geactiveerd.
✽✽ AANWIJZING - indien
uitgerust met
rolsensor
Als de auto is uitgerust met zijairbags en curtain airbags, kunnen de airbags wel
worden geactiveerd als de auto over de
kop slaat, wanneer dit door de
koprolsensor wordt waargenomen. ✽
✽
AANWIJZING - zonder
rolsensor
Als de auto is uitgerust met zij- en gordijnairbags, worden deze mogelijk
geactiveerd wanneer de auto over dekop slaat als gevolg van een aanrijdingvan opzij.
1VQA20901VQA2091