sensor Hyundai Santa Fe 2013 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2013, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2013Pages: 670, PDF Size: 44.06 MB
Page 632 of 670

365
Veiligheidssysteem van uw auto
De zijairbags zijn ontworpen om alleen
tijdens bepaalde aanrijdingen van opzij
geactiveerd te worden, afhankelijk van
de ernst, de hoek, de snelheid en de
plaats van de aanrijding. De zijairbags
zijn niet ontworpen om bij alle
aanrijdingen van opzij opgeblazen te
worden.
De zijairbag worden niet alleen
geactiveerd aan de kant van de
aanrijding, maar ook aan detegengestelde kant.* : Alleen auto's uitgerust met een rolsensor.(Vervolg)
Alleen auto's uitgerust met eenrolsensor.
Plaats geen accessoires op of in de buurt van de zijairbag.
Plaats geen voorwerpen op de airbag of tussen de airbag en
uzelf.
Plaats geen voorwerpen (paraplu, tas, enz.) tussen het voorportier
en de voorstoel. Dergelijke
voorwerpen kunnen gevaarlijke
projectielen worden en letsel
veroorzaken wanneer de zijairbag
geactiveerd wordt.
Sla niet op de zijairbagsensor wanneer het contact in stand ON
staat. Hierdoor kan de airbag
onverwacht geactiveerd worden,
waardoor persoonlijk letsel kanontstaan.
Als de stoel of de stoelbekleding beschadigd zijn, adviseren u hetsysteem te laten repareren door
een officiële HYUNDAI-dealer.WAARSCHUWING
De zijairbag vormt een aanvulling op de gordelsystemen voor de
bestuurder en de voorpassagier
en geen vervanging voor deze
systemen. Draag daarom tijdenshet rijden altijd een
veiligheidsgordel. De airbags
worden alleen geactiveerd bij een
aanrijding van opzij of een
rolbeweging* die krachtig genoegis om letsel bij de inzittenden te
veroorzaken.
Voor de beste bescherming van de zijairbags en om letsel te
voorkomen, dienen de
bestuurder en de voorpassagier
rechtop te zitten en de
veiligheidsgordel op de juiste
manier vast te maken. De
bestuurder moet zijn handen in
de tien voor twee stand op het
stuurwiel plaatsen. De passagier
moet zijn handen op de schoothouden.
Gebruik geen stoelhoezen. (Vervolg)
WAARSCHUWING
Laat passagiers niet met het hoofd
of andere delen van het lichaam
tegen het portier leunen, steek dearmen niet uit het raam en plaats
geen voorwerpen tussen de
passagier en de portieren als de
auto is uitgerust met zijairbags
en/of curtain airbags.
Page 633 of 670

Veiligheidssysteem van uw auto
66
3
Curtain airbag
(indien van toepassing)
De curtain airbags bevinden zich langs
de rand van het dak boven de voor- en
achterportieren. Ze zijn ontworpen om bij bepaalde
aanrijdingen van opzij de hoofden van de
voorste inzittenden en de passagiers op
de buitenste zitplaatsen achter te
beschermen.
De curtain airbags zijn ontworpen om
alleen tijdens bepaalde aanrijdingen van
opzij geactiveerd te worden, afhankelijk
van de ernst van de aanrijding, de hoek,
de snelheid en de plaats van impact.
De curtain airbags worden niet alleen
geactiveerd aan de kant van de
aanrijding, maar ook aan detegengestelde kant.✽✽
AANWIJZING - indien
uitgerust met
rolsensor
Ook worden de zijairbag en curtain airbags aan beide kanten geactiveerd bijbepaalde situaties waarin de auto overde kop slaat.
De curtain airbags zijn niet ontworpen om bij alle aanrijdingen van opzij.
ODM032056
OHM032072
❈ Het aantal daadwerkelijke airbags kan
afwijken van de afbeelding.
Page 635 of 670

Veiligheidssysteem van uw auto
68
3
Waarom werd de airbag bij een
aanrijding niet opgeblazen?
(Voorwaarden voor wel of niet
activeren van de airbags)
Er zijn veel soorten ongevallen
waarbij de airbag geen aanvullende
bescherming biedt.
Voorbeelden hiervoor zijn
aanrijdingen van achter, tweede en
volgende stoten bij een
kettingbotsing en aanrijdingen bij
lage snelheid.Airbagsensoren
(1) Airbagmodule / Koprolsensor
(indien van toepassing)
(2) Airbagsensor vóór (3)
Zijairbagsensor (indien van toepassing)
(4) Zijairbagsensor (indien van toepassing)
ODM032044/ODM032045/ODM032046/ODM032047/ODM032048
1234
Page 636 of 670

369
Veiligheidssysteem van uw auto
WAARSCHUWING
- indien uitgerust metrolsensor
Zet het contact in de stand OFF of
ACC wanneer de auto gesleept
wordt als de auto voorzien is van
zij- en gordijnairbags.
De zij- en gordijnairbags kunnen
worden geactiveerd wanneer hetcontact in de stand ON staat en de
koprolsensor de situatie
interpreteert alsof de auto over de
kop slaat.WAARSCHUWING
Let op dat u niet tegen plaatsen aanstoot waar de airbags of
airbagsensoren zijn ingebouwd.
Anders kan de airbag onverwacht
geactiveerd worden waardoor
ernstig persoonlijk letsel op kantreden.
Als de inbouwpositie van de airbagsensoren wordt gewijzigd,
kan dit ertoe leiden dat de
airbags worden geactiveerd insituaties waarin dit niet nodig is,
of dat de airbags niet worden
geactiveerd in situaties waar hetwel nodig is.
Voer daarom geen reparaties uit
aan of in de buurt van de
airbagsensoren. We adviseren uhet systeem te laten repareren
door een officiële HYUNDAI-
dealer.
(Vervolg)(Vervolg)
Er kunnen problemen ontstaanals de hoek waaronder de
sensoren zijn ingebouwd wordt
gewijzigd als gevolg van
vervorming van de carrosserie
-delen waar de airbagsensoren
zijn ingebouwd: de voorbumper,
de carrosserie, voorportier of de
B-stijl en de C-stijl. We adviserenu het systeem te laten repareren
door een officiële HYUNDAI-
dealer.
Uw auto is ontworpen om de botsenergie zoveel mogelijk teabsorberen en in bepaalde
gevallen de airbag(s) te activeren.
Het monteren van niet-originele
bumpers of accessoires op de
bumper kan een nadelige invloed
hebben op de bescherming bijeen aanrijding.
Page 637 of 670

Veiligheidssysteem van uw auto
70
3
Voorwaarden voor activeren airbags
Airbags vóór
De airbags vóór worden geactiveerd bij
frontale aanrijdingen, waarbij rekening
wordt gehouden met de botskracht, de
rijsnelheid of hoek waaronder de
aanrijding plaatsvindt.
Zijairbags (indien van toepassing)
De airbags opzij (zijairbags en/of curtain
airbags) worden geactiveerd bij een
aanrijding van opzij, waarbij rekening
wordt gehouden met de kracht van debotsing, de botshoek en de zijdelingsesnelheid.Ofschoon de airbags vóór (voor
bestuurder en voorpassagier) ontworpen
zijn voor frontale aanrijdingen, kunnen ze
ook bij andere aanrijdingen, waarbij een
bepaalde vertraging in de lengterichting
optreedt, worden geactiveerd. Ofschoon
de airbags opzij (zijairbags en curtain
airbags) ontworpen zijn voor zijdelingse
aanrijdingen, kunnen ze ook bij andere
aanrijdingen, waarbij een bepaalde
vertraging in de dwarsrichting optreedt,
worden geactiveerd.
De airbags kunnen ook worden
geactiveerd als de auto zware stoten
ondervindt bij het rijden op zeer slechte
wegen. Rijd daarom voorzichtig op
slechte wegen.
✽✽
AANWIJZING - indien
uitgerust met
rolsensor
De zijairbags en curtain airbags zijn zo ontworpen dat ze worden geactiveerd
wanneer een koprol wordt
waargenomen door een koprolsensor.
1VQA2084
OVQ036018N
OHM032072
❈ Het aantal daadwerkelijke airbags kan
afwijken van de afbeelding.
Page 639 of 670

Veiligheidssysteem van uw auto
72
3
Bij een aanrijding op een helling of
onder een hoek kan de kracht van de
aanrijding de inzittenden in een
bepaalde richting verplaatsen, waar de
airbags geen extra bescherming
zouden bieden, een reden waarom desensoren de airbags daarom ook niet
activeren. Net voor een aanrijding remmen
bestuurders vaak sterk af. Door zo
sterk af te remmen, zakt de voorzijde
van de auto in, waardoor deze
gemakkelijker onder een voertuig met
een grotere grondspeling zou kunnen
schieten. De airbags worden in
dergelijke situaties soms niet
geactiveerd omdat de deceleratie die
door de sensoren gemeten wordt,
lager is dan de deceleratie die zou
worden gemeten als de auto niet onder
de voorligger zou schuiven. Als de auto over de kop gaat, bieden
de airbags vóór niet de juiste
bescherming. Ze worden dan ook niet
geactiveerd.
✽✽ AANWIJZING - indien
uitgerust met
rolsensor
Als de auto is uitgerust met zijairbags en curtain airbags, kunnen de airbags wel
worden geactiveerd als de auto over de
kop slaat, wanneer dit door de
koprolsensor wordt waargenomen.
1VQA20901VQA20911VQA2089
Page 640 of 670

373
Veiligheidssysteem van uw auto
✽✽AANWIJZING - zonder
rolsensor
Als de auto is uitgerust met zij- en gordijnairbags, worden deze mogelijk
geactiveerd wanneer de auto over dekop slaat als gevolg van een aanrijdingvan opzij.
De airbags worden soms niet geactiveerd bij een aanrijding tegen
een boom of paal, waarbij de
botskracht zich concentreert op een
klein gedeelte van de auto, buiten het
bereik van de sensoren. Onderhoud aan aanvullend veiligheidssysteem
Het aanvullend veiligheidssysteem is
nagenoeg onderhoudsvrij en bevat geen
onderdelen waaraan u zelf veilig
onderhoud kunt plegen. Als het
waarschuwingslampje van het airbag-
systeem niet gaat branden of continu
blijft branden, we adviseren u hetsysteem te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
1VQA2092
Page 642 of 670

375
Veiligheidssysteem van uw auto
Aanvullende voorzorgsmaat-
regelen met betrekking tot deveiligheid Vervoer nooit mensen in de
bagageruimte of op een
neergeklapte rugleuning. Laat
iedereen rechtop zitten, met zijn rug
tegen de rugleuning van de stoel, de
veiligheidsgordel om en de voeten op
de vloer.
De inzittenden moeten tijdens het
rijden niet uit hun stoel komen of
van plaats wisselen. Een inzittende
die zijn veiligheidsgordel niet draagt
kan tijdens een aanrijding of eennoodstop door de auto geslingerd
worden, tegen andere inzittenden aan,
of zelfs uit de auto geslingerd worden.
Elke veiligheidsgordel is bestemd
voor één persoon. Als er meerdere
personen van dezelfde veiligheids-
gordel gebruik maken, kunnen ze bij
een aanrijding ernstig letsel oplopen.
Maak geen gebruik van accessoires
die aan de veiligheidsgordels
bevestigd moeten worden.
Accessoires die claimen het comfort
voor de inzittenden te verbeteren of diede gordel anders geleiden, kunnen de
beschermende werking van de
veiligheidsgordel in negatieve zin
beïnvloeden en de kans op letsel bij
een aanrijding vergroten.
De inzittenden moeten geen harde
of scherpe voorwerpen plaatsen
tussen henzelf en de airbags. Het
dragen van harde of scherpe
voorwerpen rond uw middel of het in
uw mond houden van dergelijke
voorwerpen kan ernstig letsel
veroorzaken als een airbag
geactiveerd wordt.
Blijf op veilige afstand van de
afdekkappen van de airbags. Laat
iedereen rechtop zitten, met zijn rug
tegen de rugleuning van de stoel, de
veiligheidsgordel om en de voeten op
de vloer. Als inzittenden zich te dicht
bij een airbag bevinden, kunnen zeletsel oplopen als de airbags
geactiveerd worden.
Bevestig geen voorwerpen aan of in
de buurt van de afdekkappen van de
airbags. Voorwerpen die bevestigd zijn
aan of in de buurt van de afdekkappen
van de airbags vóór of de zijairbags
kunnen een juiste werking van de
airbags in negatieve zin beïnvloeden.
Modificeer de voorstoelen niet.
Modificatie van de voorstoelen kan de
werking van de sensoren van het
aanvullend veiligheidssysteem of van
de zijairbags in negatieve zin
beïnvloeden.
Plaats niets onder de voorstoelen.
Het plaatsen van voorwerpen onder de
voorstoelen kan de werking van de
sensoren van het aanvullend
veiligheidssysteem of van de
bedrading in negatieve zin
beïnvloeden.
Laat nooit het heupgedeelte van uw
gordel om een kind heen lopen dat
op uw schoot zit. Het kind zou ernstig
letsel kunnen oplopen in geval van een
aanrijding. Baby's en kinderen moetenop de juiste manier in geschiktekinderzitjes of gordels op de
achterbank vervoerd worden.
Page 657 of 670

13
Introductie
Loodhoudende benzine (indien van toepassing)
In sommige landen moet er lood-houdende benzine worden gebruikt. Neem contact op met een officiële
HYUNDAI-dealer om te informeren of uw
auto geschikt is voor het gebruik van
loodhoudende benzine.
Het vereiste octaangetal voor loodhoudende benzine is gelijk aan dat
voor loodvrije benzine.
Benzine die alcohol en methanolbevat
In sommige landen is naast benzine ook
gasohol verkrijgbaar. Dit is een mengsel
van benzine en ethanol of methanol.
Gebruik dit mengsel niet met meer dan
10% ethanol en gebruik geen benzine of
mengsel dat methanol bevat. Deze
brandstoffen kunnen rijproblemen en
schade aan het brandstofsysteem
veroorzaken.
Gebruik gasohol niet langer wanneer er
rijproblemen optreden.
Schade aan de auto of rijproblemen
vallen mogelijk niet onder de
fabrieksgarantie wanneer ze veroorzaakt
worden door het gebruik van:
1. Benzinemengsels met meer dan 10% ethanol.
2. Benzine of gasohol die methanol bevat.
3. Loodhoudende benzine.
WAARSCHUWING
• Probeer de tank niet verder te vullen nadat het vulpistool
automatisch is afgeslagen.
Controleer altijd of de tankdop goed vastgedraaid is, om morsen
van brandstof in geval van een
aanrijding te voorkomen.
OPMERKING
GEBRUIK NOOIT LOODHOUDENDE
BENZINE. Loodhoudende benzine
is schadelijk voor de katalysator ende lambdasensor van het motor
-regelsysteem en zal de emissie-regeling nadelig beïnvloeden.
Voeg nooit brandstofadditievenproducten toe aan het brand
-stofsysteem. (We adviseren ucontact op te nemen met een
officiële HYUNDAI-dealer.)
OPMERKING
Gebruik nooit benzinemengsels diemethanol bevatten. Gebruikgasoholproducten niet langer wanneer er rijproblemen optreden.