ABS Hyundai Santa Fe 2016 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2016, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2016Pages: 729, PDF Size: 67.42 MB
Page 502 of 729

Rijden met uw auto
54
5
Antiblokkeersysteem (ABS)(Vervolg)
Probeer de werking van het ABS (of
ESC) van uw auto niet uit bij hoge
snelheden of tijdens het nemen van
een bocht. Hiermee kunt u zichzelf
en anderen in gevaar brengen.
OPMERKING
Als er een probleem aanwezig is
met het systeem dat signaleert ofhet bestuurdersportier, demotorkap of de achterklep
openstaat, werkt het Auto Hold-systeem wellicht niet goed. Weadviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer.
WAARSCHUWING
ABS (of ESC) kan geen ongelukken
voorkomen die het gevolg zijn van
gevaarlijk rijgedrag. Hoewel de autobij een noodstop beter onder
controle gehouden kan worden, is
het toch noodzakelijk voldoende
afstand tot uw voorligger te
bewaren. U moet uw rijsnelheidaltijd aanpassen aan deomstandigheden en zo nodig uw
snelheid verlagen.
De remweg van auto’s met ABS (of
ESC) kan in de volgende situaties
langer zijn dan van auto’s zonder
een dergelijk systeem.
Rijd in dergelijke situaties met een
gereduceerde snelheid:
Op slechte wegen, wegen met steenslag of wegen die met sneeuw bedekt zijn.
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn.
Op wegen met kuilen of met hoogteverschillen.
(Vervolg)
WAARSCHUWING
Trap het gaspedaal langzaam in als u wilt wegrijden.
Schakel uit veiligheidsoverwegingen het
Auto Hold-systeem uit als u
heuvelaf rijdt, achteruit rijdt of de
auto parkeert.
Page 503 of 729

555
Rijden met uw auto
Het ABS registreert continu de snelheid
van de wielen. Zodra de wielen dreigen
te blokkeren, vermindert het ABS de
hydraulische remdruk op de wielen.
In dat geval is een tikkend geluid hoorbaar in het remsysteem en kan het
rempedaal gaan trillen. Dit is normaal.
Het betekent dat het ABS in werking is
getreden. Om in een noodsituatie hetmaximale rendement uit het ABS te
halen, dient u niet zelf "pompend" te
gaan remmen. Trap het rempedaal zo
hard mogelijk in en laat het ABS verder
het werk doen.
✽✽AANWIJZING
Na het starten van de motor en het
wegrijden kan er in de motorruimte een
klikkend geluid hoorbaar zijn. Dat is
normaal en geeft aan dat het ABS op de
juiste manier werkt.
Zelfs met het antiblokkeersysteem heeft uw auto nog steeds voldoende
remweg nodig. Bewaar altijd een
veilige afstand tot de auto voor u.
Rem altijd af voor een bocht. Het antiblokkeersysteem kan geen
ongevallen voorkomen die het gevolg
zijn van te snel rijden.
Op wegen met los grind of wegen die niet vlak zijn kan het
antiblokkeersysteem voor een langere
remweg zorgen dan bij auto’s zonder
antiblokkeersysteem.
OPMERKING
Wanneer het
waarschuwingslampje ABSbrandt en blijft branden, is er
mogelijk een probleem aanwezigin het ABS. In dat geval werken de remmen echter wel normaal.
Het waarschuwingslampje ABS gaat nadat het contact om standON is gezet ongeveer 3 seconden branden. Het ABS voert dan eenzelfdiagnose uit en het lampje zal
doven wanneer alles in orde is.Wanneer het lampje blijft branden, is er mogelijk een probleemaanwezig in het ABS. We
adviseren u contact op te nemenmet een officiële HYUNDAI-dealer.
W-78
Page 504 of 729

Rijden met uw auto
56
5
✽✽
AANWIJZING
Als u de auto met een hulpaccu moet
starten doordat de accu is leeggeraakt,
draait de motor mogelijk niet soepel
rond en kan bovendien het
waarschuwingslampje ABS gaan
branden. Dit komt door de lage
accuspanning. Het betekent niet dat er
een storing in het ABS is.
Rem niet “pompend”!
Laat de accu bijladen voordat u wegrijdt.
Voertuigstabiliteitsregeling
(Electronic Stability Control-ESC)
(indien van toepassing)
Het ESC-systeem is ontworpen om de
stabiliteit van de auto in bochten te
verbeteren. Het ESC controleert in welke
richting u stuurt en in welke richting de
auto daadwerkelijk beweegt. Het ESC
remt de wielen gericht af en grijpt indien
nodig in in het motormanagement
-systeem om de auto te stabiliseren.
OPMERKING
Als u op een weg rijdt waar erg
weinig grip is, bijvoorbeeld bij
vorst, en voortdurend de remmenbedient, is het ABS voortdurendin werking en kan het waarschuwingslampje ABS gaan
branden. Zet de auto stil op eenveilige plaats en zet de motor uit.
Start de motor opnieuw. Als het waarschuwingslampje ABS dooft,
is het ABS in orde. Anders is ermogelijk een storing in het ABS.We adviseren u contact op tenemen met een officiële
HYUNDAI-dealer.WAARSCHUWING
Rijd niet harder dan de toestand
van de weg toelaat en neem
bochten niet met een te hoge
snelheid. De voertuigstabiliteits
-regeling (ESC) kan aanrijdingen
niet voorkomen. Te hoge
bochtensnelheden, abrupteuitwijkmanoeuvres en aquaplaningop een nat wegdek kunnen nog
steeds leiden tot ernstige
ongelukken. Alleen een bestuurderdie veilig en oplettend rijdt kan
aanrijdingen voorkomen doormanoeuvres te vermijden die
kunnen leiden tot het verlies van
grip van de banden. Neem ook bij
een auto die is uitgerust met ESC
de normale voorzorgsmaatregelen
in acht en pas uw snelheid altijdaan aan de omstandigheden.
ODM052046
Page 507 of 729

559
Rijden met uw auto
Voertuigstabiliteitsregelinguitschakelen
Tijdens het rijden
Het verdient aanbeveling om de voertuigstabiliteitsregeling waar
mogelijk ingeschakeld te houden.
Schakel de voertuigstabiliteitsregeling tijdens het rijden alleen uit als u op een
vlakke weg rijdt.
✽✽ AANWIJZING
Schakel de voertuigstabiliteitsregeling uit (controlelampje ESC OFF brandt)
als de auto op een rollenbank getest
wordt. Als dat niet gebeurt, kan het
toerental van de wielen mogelijk niet
verhoogd worden, waardoor een
foutieve diagnose zou kunnen worden
gesteld.
Het uitschakelen van de voertuigstabiliteitsregeling heeft geen
gevolgen voor een correcte werking
van het ABS en het remsysteem.
WAARSCHUWING
De voertuigstabiliteitsregeling is
slechts een hulpmiddel bij het
rijden. Pas op bochtige en gladde
wegen uw rijsnelheid aan. Rijd
voorzichtig en probeer niet te
accelereren als het controlelampje
ESP knippert of als u op een gladdeweg rijdt.
WAARSCHUWING
Druk nooit op de schakelaar
ESC OFF als de voertuig
-stabiliteitsregeling in werking is
(controlelampje ESC knippert). Als
het systeem in dat geval toch wordt
uitgeschakeld, kan de auto gaanslippen.
OPMERKING
Als er banden en/of velgen met een verschillende maat onder de auto
gemonteerd zijn, kan dat dewerking van het ESC in negatievezin beïnvloeden. Zorg er daarom voor dat als de banden onder uw
auto vervangen moeten worden, zedezelfde maat hebben als deoriginele banden.
Page 510 of 729

Rijden met uw auto
62
5
Noodstopsignaal
(Emergency Stop Signal-ESS)
(indien van toepassing) Het Emergency Stop Signal-systeem
waarschuwt achteropkomendebestuurders door het remlicht te laten
knipperen wanneer de auto plotseling
sterk afremt. Het systeem wordt
geactiveerd als:
De auto plotseling afremt (rijsnelheid is
hoger dan 55 km/h en de deceleratie
van de auto is groter dan 7 m/s 2
)
Het ABS in werking treedt Het lampje stopt met knipperen
wanneer de rijsnelheid lager is dan 40
km/h en het ABS wordt gedeactiveerd
of de auto niet meer sterk afremt. In
plaats daarvan gaan de
alarmknipperlichten automatisch
branden. In plaats daarvan gaan de
alarmknipperlichten automatisch
branden.
De alarmknipperlichten doven
wanneer de rijsnelheid hoger is dan 10
km/h zodra de auto weer begint te
rijden. De alarmknipperlichten doven
ook wanneer de auto langere tijd met
een lage snelheid rijdt. U kunt de
lichten uitschakelen door de
schakelaar van de alarmknipperlichten
in te drukken. Downhill Brake Control (DBC)
(indien van toepassing) ❈
Dit onderdeel wijkt mogelijk af van de afbeelding.
De Downhill Brake Control (DBC)
ondersteunt de bestuurder bij het afrijden
van een steile helling, zonder dat debestuurder het rempedaal hoeft in te
trappen. De DBC vertraagt de auto tot
minder dan 10 km/h, zodat de bestuurderalleen maar de auto hoeft te besturen.
De DBC is standaard uitgeschakeld
wanneer het contact ingeschakeld wordt.
U kunt DBC in- of uitschakelen met de toetsOPMERKING
Het ESS-systeem werkt niet wanneer de alarmknipperlichten al
zijn ingeschakeld.
ODM056047
Page 545 of 729

597
Rijden met uw auto
Uw auto kan zijn uitgerust met het ISG-
systeem dat het brandstofverbruik
vermindert door de motor automatisch uit
te schakelen als de auto stilstaat.
(Bijvoorbeeld: rood verkeerslicht,
stopbord en file). De motor wordt
automatisch gestart zodra aan de
startvoorwaarden wordt voldaan. Het
ISG-systeem staat altijd aan wanneer de
motor draait.
✽✽AANWIJZING
Als de motor automatisch wordt gestart
door het ISG-systeem, gaat een aantal
waarschuwingslampjes (ABS, ESC,
ESC OFF, EPS of parkeerrem) mogelijk
een paar seconden branden. Dit komt
door de lage accuspanning. Het betekent
niet dat er een storing in het systeem
aanwezig is.
Auto stop
Motor uitzetten in Idle Stop-modus
1. Verlaag de snelheid tot een snelheid die lager is dan ongeveer 5 km/h.
2. Schakel stand N (neutraal) in.
3. Haal uw voet van het koppelingspedaal. De motor wordt uitgezet en het groene
controlelampje AUTO STOP ( ) in het
instrumentenpaneel gaat branden.
ISG-SYSTEEM (IDLE STOP & GO) (INDIEN VAN TOEPASSING)
ODM056115L
Page 554 of 729

Rijden met uw auto
106
5
Rijden onder moeilijke omstandigheden
Neem de volgende raadgevingen in acht
als ten gevolge van zware regenval,
sneeuw, ijzel, modder of zand het rijden
bemoeilijkt wordt:
Rijd voorzichtig en bewaar extra
afstand tot het overige verkeer.
Vermijd abrupt remmen of sturen.
Rem “pompend”als uw auto niet voorzien is van ABS.
Probeer weg te rijden in de tweede versnelling als de auto vastzit in
sneeuw, modder of zand. Geef
voorzichtig gas om te voorkomen datde wielen doorslippen.
Gebruik zand, pekel, sneeuwkettingen of ander anti-slipmateriaal onder de
aangedreven wielen als de auto vast is
komen te zitten in ijs, sneeuw of
modder. Verkleinen van de kans op over
de kop slaan
Dit type personenauto, dat geschikt is
voor meerdere doeleinden, wordt een
Sports Utility Vehicle (SUV) genoemd.
Een SUV heeft een grotere
bodemvrijheid en een kleinere
spoorbreedte voor een grotere
inzetbaarheid. Door het specifieke
ontwerp ligt het zwaartepunt hoger dan
bij normale auto's. Een voordeel van de
grotere bodemvrijheid is dat u een beter
overzicht over de weg hebt. Hierdoor
kunt u beter anticiperen. MPV's zijn niet
ontworpen voor dezelfde
bochtsnelheden als normale
personenauto's. Vanwege dit risico,
raden wij de bestuurder en passagiers
sterk aan om hun veiligheidsgordel vast
te maken. De kans dat een persoon die
zijn of haar veiligheidsgordel niet draagt
zeer ernstig gewond raakt als de auto
over de kop slaat, is aanmerkelijk groter
dan bij een persoon die wel zijn of haar
veiligheidsgordel draagt. Er zijn stappendie een bestuurder kan nemen om de
kans op over de kop slaan te verkleinen.
Voorkom indien mogelijk scherpe
bochten en abrupte stuurbewegingen,
vervoer nooit zware ladingen op het roof
rack en breng geen wijzigingen aan uwauto aan.
RIJDEN ONDER SPECIALE RIJOMSTANDIGHEDEN
WAARSCHUWING - Remsysteem met ABS
Rem niet “pompend” als uw auto is
uitgerust met ABS.
WAARSCHUWING
- Terugschakelen
Op een glad wegdek
terugschakelen bij een
automatische transmissie kan
ongelukken veroorzaken. Door de
plotselinge verandering inwielsnelheid kunnen de banden
slippen. Wees voorzichtig met het
terugschakelen op een gladwegdek.
Page 657 of 729

Onderhoud
42
7
Band compact reservewiel vervangen
(indien van toepassing)
De levensduur van de band van een
compact reservewiel is korter dan
die van een conventionele band.
Vervang de band van het compacte
reservewiel als de slijtage-
indicatoren zichtbaar zijn. De nieuwe
band voor het compacte reservewiel
moet dezelfde maat hebben en van
hetzelfde type zijn als de
oorspronkelijke band, en dient op de
velg van het originele compacte
reservewiel te worden geplaatst. De
band voor het compacte reservewiel
is niet ontworpen voor normale
velgen, en de velg van het compacte
reservewiel is niet ontworpen voor
normale banden.
(Vervolg)
Zorg er bij het vervangen van
de wielen voor dat alle vier
wielen dezelfde velgmaat,
dezelfde bandenmaat, dezelfde
profieldikte en hetzelfde
draagvermogen hebben.
Gebruik ook altijd velgen en
banden van hetzelfde merk.
Als er andere bandengemonteerd worden, kunnen
de rijeigenschappen, het
comfort, de grondspeling, de
remweg, de speling tussen
band en wielkast, de speling
bij het gebruik van
sneeuwkettingen en de
betrouwbaarheid van desnelheidsmeter negatief
beïnvloed worden.
(Vervolg)
(Vervolg)
Het is het beste om alle vier debanden gelijktijdig te
vervangen. Vervang als dit niet
mogelijk of nodig is alleen de
twee voor- of achterbanden.
De rijeigenschappen van de
auto kunnen ernstig beïnvloed
worden wanneer slechts één
band wordt vervangen.
Het ABS vergelijkt de snelheidvan de wielen. De bandenmaat
heeft invloed op de snelheid
van de wielen. Zorg er bij het
vervangen van de banden
voor dat ze dezelfde maathebben als de originele
banden. Wanneer banden van
een ander formaat worden
gebruikt, werken het ABS
(antiblokkeersysteem) en het
ESC (voertuigstabiliteitsregeling)
(indien van toepassing)
mogelijk niet goed meer.
Page 675 of 729

Onderhoud
60
7
Naam zekeringSymboolStroomsterkte
zekeringBeveiligd onderdeel
MULTI-
ZEKERING
MDPS80AMDPS-unit
B+260AIntelligent verbindingsblok (IPS 1 (4CH), IPS 2 (1CH), IPS 5 (1CH),
zekering - F31/F36/F41/F45)
BLOWER40ARelais 4 (aanjagerrelais)
RR HTD40ARelais 12 (relais achterruitverwarming)
ABS140AABS-module, ESC-module, multifunctionele servicestekker
ABS240AABS-module, ESC-module
C/FAN60ABehalve Europa - relais 6 (relais koelventilator (lage snelheid)),
relais 10 (relais koelventilator (hoge snelheid))
B+360AIntelligent verbindingsblok
(zekering - F4/F5/F10/F21/F26, automatische lekstroomonderbreking)
ZEKERING
B+450AIntelligent verbindingsblok
(IPS 3 (4CH), IPS 4 (2CH), IPS 6 (2CH), zekering - F35/F38/F40/F44)
EMS40AEMS-kast
C/FAN50ABehalve Europa - relais 6 (relais koelventilator (lage snelheid)),
relais 10 (relais koelventilator (hoge snelheid))
IG140AContactslot (zonder Smart Key), relais 7/8 (relais ACC/IG1, met Smart Key)
IG240AContactslot (zonder Smart Key), relais 2 (startrelais)/relais 9 (relais IG2)
TRAILER30AAanhangerverlichting & 12V-aansluiting
Page 677 of 729

Onderhoud
62
7
Naam zekeringSymboolStroomsterkte
zekeringBeveiligd onderdeel
ZEKERING
TRAILER 115AAanhangerverlichting & 12V-aansluiting
WIPER10ABCM, PCM/motor-ECU
WIPER FRT25ARelais 5 (relais ruitenwissers voor (lage snelheid)),
ruitenwissermotor voor
B/UP LAMP10A
MT - schakelaar achteruitrijlicht,
AT - achterlichtunit (binnenzijde) links/rechts, elektrochromatische
binnenspiegel, aanhangerverlichting & 12V-aansluiting,
hoofdunit A/V- en navigatiesysteem
ABS37.5AABS-module, ESC-module
SENSOR57.5APCM/motor-ECU, MAF-sensor
TCU15ATransmissie-ECU (diesel), transmissiestandschakelaar
F/PUMP15ABrandstofpomprelais
ECU115AG4KE/G4KJ/G6DF: PCM
D4HA/D4HB (VGT Regular Engine-pakket): transmissie-ECU (AT)
ECU210AD4HA/D4HB : Elektronische VGT-servo
SENSOR310A
G4KE: Injector #1/#2/#3/#4
G6DF: PCM, Injector #1/#2/#3/#4/#5/#6, brandstofpomprelais
D4HA/D4HB (VGT Regular Engine-pakket): Lambdasensor,
remlichtschakelaar
D4HA (VGT Low Power Engine-pakket): Lambdasensor