air condition Hyundai Santa Fe 2016 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2016, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2016Pages: 729, PDF Size: 67.42 MB
Page 104 of 729
Verlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-146 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-146
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-146
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-147
(Europa) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-149
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-151
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-152
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-153
. . . . . . . 4-153
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-154
. . . . . . . . 4-155
Ruitenwissers en ruitensproeiers . . . . . . . . . . . . 4-156 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-157
. . . . . . 4-160
Interieurverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-161
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-161
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-162
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-163
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-164
Welkomstsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-165 . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-165
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-165
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-165
Ontwaseming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-166 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-166
Handmatig bediend verwarmings- en ventilatiesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-167 . . . . . . . . . . . . . . . . 4-168
3 e
zitrij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-173
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-174
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-176
. . . . . . . . . . . 4-177
controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-178
Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-179 . . . . 4-181
airconditioning. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-182
4
Page 268 of 729
4167
Kenmerken van uw auto
HANDBEDIEND VERWARMINGS- EN VENTILATIESYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING)
ODM042273/ODM042274/OXM049141
1. Aanjagerknop
2. Luchtcirculatietoets
3. Luchttoevoertoets
4. Toets A/C*
5. Temperatuurregeltoets
6. Toets voorruitontwaseming
7. Toets achterruitverwarming
8. Keuzetoets MAX A/C*
9. Toets airconditioning 3e zitrij*
10. Knop aanjagersnelheid
airconditioning 3e zitrij*
*: indien van toepassing
■■ Type A ■■
Type B
■■ Bediening airconditioning 3 e
zitrij (alleen type B)
OPMERKING
Wanneer de aanjager wordt
bediend terwijl het contact in stand
ON staat, kan de accu ontladen raken. Bedien de aanjager wanneerde motor draait.
Page 269 of 729
Kenmerken van uw auto
168
4
Verwarming en airconditioning
1. Start de motor.
2. Zet de luchtcirculatietoets in de
gewenste stand.
Voor een effectieve verwarming enkoeling:
- Verwarmen :
- Koelen :
3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.
4. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
5. Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
6. Als u de uitstromende lucht gekoeld wilt hebben, kunt u het
airconditioningssysteem aanzetten
(indien van toepassing).
ODMECL2001
❈
❈
uitstroomopeningen 2 e
en 3 e
zitrij (E, F, G, H)
(uitstroomopening G, H : indien van toepassing)
De luchtstroom van de uitstroomopeningen bij de 2 e
en 3 e
zitriij wordt geregeld door
de klimaatregeling voor en wordt afgeleverd via het interne luchtkanaal van de vloer.
(E, F, H)
De luchttoevoer via de uitstroomopeningen bij de 2 e
en 3 e
zitrij (E, F, H) kan minder
zijn dan via de ventilatieroosters in het dashboard, vanwege het langere luchtkanaal.
Sluit de uitstroomopeningen (F) bij koud weer. De luchtstroom via de uitstroomopeningen bij de 2 e
en 3 e
zitrij kan licht afkoelen wanneer de verwarming is
ingeschakeld. (Gebruik de uitstroomopeningen (F, G) bij de 2 e
en 3 e
zitrij voor koelen.)
Page 271 of 729
Kenmerken van uw auto
170
4
Stand MAX A/C (indien van toepassing) Om de airconditioning op de hoogste
stand te laten werken draait u de
aanjagerknop naar rechts en drukt u
daarna op de toets MAX A/C.
De lucht stroomt naar het bovenlichaam
en het hoofd. In deze stand worden deairconditioning en de stand
RECIRCULATIE automatischaangestuurd. Uitstroomopeningen dashboard De uitstroomopeningen kunnen
afzonderlijk worden geopend of gesloten
met het wieltje.
Met de hendel in de ventilatieroosters
kunt u de richting van de luchtstroom uit
deze ventilatieroosters afstellen, zoals in
de afbeelding is aangegeven.
Temperatuurregeltoets
Met de temperatuurregeltoets kunt u de
temperatuur van de luchtstroom in deauto regelen.
Wijzigen van de temperatuur:
Druk op de (rode) schakelaar om
de temperatuur te verhogen.
Druk op de (blauwe) schakelaar om de temperatuur te verlagen.
De temperatuur wordt als indicatie
weergegeven op het bovenstaande
schakelaarpaneel.
ODM042277ODM042279
ODM042280
Page 273 of 729
Kenmerken van uw auto
172
4
✽✽
AANWIJZING
Let op: door langdurig gebruik van de
stand RECIRCULATIE kunnen de
ruiten beslaan en zal de lucht in het
passagierscompartiment muf worden.
Daarnaast kan de lucht in het
passagierscompartiment extreem droog
worden bij langdurig gebruik van de
airconditioning in de stand
RECIRCULATIE.Aanjagerknop
Om de aanjager in te kunnen schakelen moet het contact in stand ON staan.
Met de aanjagerknop kunt u de
aanjagersnelheid regelen. U draait de
knop naar rechts voor een hogere
snelheid en naar links voor een lageresnelheid.
Zet de aanjagerknop in stand “0” om de
aanjager uit te schakelen.
ODM042282
WAARSCHUWING
Langdurig recirculeren kan leiden tot een verhoogde
luchtvochtigheid in het interieur,
waardoor de ruiten kunnen
beslaan en het uitzicht
belemmerd wordt.
Ga niet slapen in de auto wanneer het
airconditioningssysteem of de
verwarming ingeschakeld is.
Door een afname van de
zuurstofconcentratie en/of de
lichaamstemperatuur kunnen deinzittenden letsel oplopen.
Langdurig recirculeren kan slaperigheid veroorzaken,
waardoor de bestuurder de
controle over de auto kan
verliezen. Schakel daarom zo
veel mogelijk de stand
BUITENLUCHT in.
Page 274 of 729
4173
Kenmerken van uw auto
De aanjager uitschakelen
Zet de aanjagerknop in stand 0 om de
aanjager uit te schakelen.
Airconditioning (indien van toepassing)
Druk op de toets A/C om de
airconditioning in te schakelen (het
controlelampje gaat branden). Druknogmaals op de toets om de
airconditioning uit te schakelen. Airconditioning 3e zitrij
(indien van toepassing)
Airconditioningsysteem 3e zitrij
inschakelen
1. Druk op de toets ON/OFF voor de
airconditioning van de 3e zitrij. Deze
bevindt zich op het bedieningspaneel
van het verwarmings- en
ventilatiesysteem vóór. Stel de
aanjagersnelheid in op de gewenste
snelheid met de aanjagertoets voor de
3e zitrij. (Het controlelampje op de
toets ON/OFF gaat branden.)
ODM042296ODM042284
ODM042283
Page 275 of 729
Kenmerken van uw auto
174
4
2. Om het airconditioningsysteem van de
3e zitrij uit te schakelen, druk u op de
toets ON/OFF voor de airconditioning
van de 3e zitrij. Deze bevindt zich op
het bedieningspaneel van het
verwarmings- en ventilatiesysteem
vóór. Of u stelt de aanjagersnelheid inop de stand OFF met de
aanjagertoets van de 3e zitrij(controlelampje op de toets ON / OFF
gaat niet branden). Werking systeem
Ventilatie
1. Zet de luchtcirculatietoets in stand
() .
2. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.
4. Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
Verwarmen
1. Zet de luchtcirculatietoets in stand() .
2. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.
3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.
4. Zet de aanjager op de gewenste snelheid.
5. Als u de uitstromende lucht gedroogd wil hebben, kunt u het
airconditioningssysteem aanzetten
(indien van toepassing).
Schakel de stand ( ) of ( ) in wanneer de voorruit beslaat. Tips voor het gebruik
Om te voorkomen dat stof of
onaangename geuren in het interieur
van de auto terechtkomen, kan de
schakelaar voor de luchttoevoer
tijdelijk in de stand RECIRCULATIE
worden gezet. Selecteer de stand
BUITENLUCHT weer zodra de bron
van irritatie gepasseerd is om weer
frisse lucht toe te laten tot het interieur.
Frisse lucht is beter voor de fysieke
gesteldheid van de bestuurder en
bovendien aangenamer.
De lucht voor het verwarmings- en ventilatiesysteem wordt aangevoerd
via de roosters in de paravan onder de
voorruit. Zorg er daarom voor dat deze
roosters niet geblokkeerd zijn door
bladeren, sneeuw of andere objecten.
Voorkom dat de voorruit beslaat door de stand BUITENLUCHT teselecteren, de aanjager in de
gewenste stand te zetten, de
airconditioning in te schakelen en de
gewenste temperatuur in te stellen.
Page 276 of 729
4175
Kenmerken van uw auto
Airconditioning (indien van toepassing)
HYUNDAI-airconditioningssystemen zijn
gevuld met milieuvriendelijk
koudemiddel*.
1. Start de motor. Druk op toets A/C.
2. Zet de luchtcirculatieknop in stand () .
3. Schakel de stand BUITENLUCHT of RECIRCULATIE in met de toets
luchttoevoer.
4. Stel de aanjagersnelheid en de temperatuur bij om een maximaal
comfort te bereiken.
*: Het aircosysteem in uw auto is gevuld met koudemiddel van het type R-134a
of R- 1234yf, in overeenstemming met
de wetgeving in uw land ten tijde van
de productie. Welk koudemiddel er in
uw auto wordt gebruikt kunt u zien op
een label aan de binnenzijde van de
motorkap. Zie hoofdstuk 8 voor meer
informatie over de locatie van het
koudemiddellabel.
✽✽ AANWIJZING
Houd de temperatuurmeter nauwlettend in de gaten wanneer de
airconditioning wordt gebruikt als u
lange hellingen oprijdt of als u in druk
verkeer rijdt bij hoge buitentem-
peraturen. Door het gebruik van het
airconditioningssysteem kan de motor
oververhit raken. Blijf de aanjager
gebruiken en schakel het aircondi-
tioningssysteem uit wanneer de
temperatuurmeter aangeeft dat de
motor oververhit raakt.
Bij het openen van de ruiten bij vochtig weer kan de airconditioning
druppelvorming in het interieur
veroorzaken. Omdat te veel vocht in
het interieur schade aan elektrische
componenten kan veroorzaken, mag
de airconditioning alleen worden
gebruikt als de ruiten gesloten zijn.OPMERKING
Onderhoud aan de aircondi-
tioning dient alleen te worden
uitgevoerd door geautoriseerdpersoneel om een juiste enveilige werking te garanderen.
Onderhoud aan het koudemiddel- systeem dient te wordenuitgevoerd in een goedge-ventileerde omgeving.
De verdamper van de airconditioning (koelspiraal) mag
nooit worden gerepareerd of worden vervangen door eengebruikt exemplaar en nieuwevervangende MAC-verdampers
moeten conform SAE-norm J2842zijn gekeurd en gemerkt.
Page 277 of 729
Kenmerken van uw auto
176
4
Aanwijzingen voor gebruik
airconditioning
Open de ruiten een tijdje wanneer de
auto tijdens warm weer in de volle zon
geparkeerd is geweest, zodat de
warme lucht naar buiten kan.
Om het beslaan van de ruiten tijdens regenachtig weer te verminderen, kunt
u de vochtigheidsgraad in het interieur
terugbrengen door de airconditioning
in te schakelen.
Tijdens de werking van de aircondi- tioning ziet u het motortoerental zo nu
en dan iets veranderen wanneer de
aircocompressor inschakelt. Dit is een
normaal verschijnsel tijdens de
werking van het systeem.
Schakel de airconditioning iedere maand enkele minuten in om hetsysteem in een optimale staat tehouden. Na gebruik van de airconditioning kan
onder de rechterzijde van de auto een
plas heldere vloeistof gelekt zijn. Dit is
een normaal verschijnsel tijdens de
werking van het systeem.
Als de stand RECIRCULATIE wordt gebruikt wanneer het airconditionings-
systeem ingeschakeld is, wordt wel
een maximaal koeleffect bereikt, maar
kan het gebruik van deze stand
gedurende een langere tijd ertoe
leiden dat de lucht in het interieur muf
wordt.
Tijdens de werking van de aircondi- tioning ziet u het motortoerental zo nu
en dan iets veranderen wanneer de
aircocompressor inschakelt. Dit is een
normaal verschijnsel tijdens de
werking van het systeem. Interieurfilter
Het interieurfilter, dat achter het
dashboardkastje is gemonteerd, filtert de
lucht die via het verwarmings- enairconditioningssysteem naar het
interieur wordt gevoerd. Als het filter in de
loop van de tijd verstopt raakt door stof
en andere verontreinigingen, neemt de
luchttoevoer via de uitstroomopeningen
af en kan de voorruit aan de binnenzijdebeslaan, ook al is de stand
BUITENLUCHT gekozen. Als dat het
geval is, adviseren we u het interieurfilter
te laten vervangen door een officiële
HYUNDAI-dealer.
1LDA5047
Buitenlucht
Gerecirculeerde lucht
Interieurfilter Aanjager
erdamper
Kachelradiateur
Page 278 of 729
4177
Kenmerken van uw auto
✽✽AANWIJZING
Vervang het filter overeenkomstig het onderhoudsschema.
Als er onder ongunstige omstandig
-heden gereden wordt, bijvoorbeeld in
een stoffige omgeving of op slechte
wegen, moet het interieurfilter vaker
worden gecontroleerd en indien nodig
worden vervangen.
We adviseren u het systeem te laten
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer als de
luchtopbrengst plotseling afneemt.
Sticker koudemiddel
airconditioning ❈ De werkelijke koudemiddelsticker kan
afwijken van de afbeelding. De symbolen en specificaties op de
koudemiddelsticker hebben de volgende
betekenis:
1. Type koudemiddel
2. Hoeveelheid koudemiddel
3. Type compressorolie
Welk koudemiddel er in uw auto wordt
gebruikt kunt u zien op een sticker in de
motorruimte.
Zie hoofdstuk 8 voor meer informatie
over de locatie van het
koudemiddellabel.
ODMECL2006
ODMECL2007
■
Voorbeeld
Type B
Type A