warning Hyundai Santa Fe 2016 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2016, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2016Pages: 729, PDF Size: 67.42 MB
Page 118 of 729

417
Kenmerken van uw auto
Op auto's die zijn uitgerust met een
antidiefstalsysteem is een sticker
aangebracht met de volgende tekst:
1. WARNING (WAARSCHUWING)
2. SECURITY SYSTEM(VEILIGHEIDSSYSTEEM) Dit systeem is ontworpen om inbraak in
de auto te voorkomen. Het systeem heeft
drie standen: in de eerste is het alarm
ingeschakeld, in de tweede stand klinkt
het alarm en in de derde stand is het
alarm uitgeschakeld. Als het systeem
wordt geactiveerd, klinkt er een alarm en
knipperen de alarmknipperlichten. Alarm ingeschakeld
Met de Smart Key
Parkeer de auto en zet de motor uit.
Schakel het alarm in zoals hieronder
beschreven is.
1. Zet de motor uit.
2. Controleer of alle portieren, de
motorkap en de achterklep goed gesloten zijn.
3. van de portiergreep aan de
buitenzijde van het voorportier in te
drukken met de Smart Key in uwbezit.
Na het voltooien van bovenstaandestappen knipperen de
alarmknipperlichten eenmaal om aan
te geven dat het alarm is
ingeschakeld.
Als de achterklep of de motorkap
open is, werken de
alarmknipperlichten niet en wordt hetantidiefstalsysteem niet
ingeschakeld.
Als hierna de achterklep en de
motorkap zijn gesloten, knipperen de
alarmknipperlichten eenmaal.
ANTIDIEFSTALSYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING)Antidiefstal
systeem
ingescha
-keld
Alarm
geacti-veerd
Alarm
uitgescha-keld
OJC040170
Page 177 of 729

Kenmerken van uw auto
76
4
LCD-modus (UM C/O) LCD-DISPLAY
❈ Zie "Bediening LCD-display" in dit hoofdstuk voor het instellen van de LCD-modi.
ModiSymbolenToelichting
TripcomputerDeze modus geeft rijinformatie zoals de dagteller, het brandstofverbruik, enz. weer
Zie "Tripcomputer" in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Turn-by-turn
(indien van
toepassing)
In deze modus wordt de status van het navigatiesysteem weergegeven.
SCC/LDWS (indien van
toepassing)In deze modus wordt de status van het Smart Cruise Control-systeem (SCC) en het
Lane Departure Warning-systeem (LDWS) weergegeven.
Zie "Smart Cruise Control-systeem (SCC)" of "Lane Departure Warning-systeem
(LDWS)" in hoofdstuk 5 voor meer informatie.
A/V
(indien van
toepassing)
In deze modus wordt de status van het A/V-systeem weergegeven.
Onderhoud
Deze modus geeft informatie over het onderhoudsinterval (in km of in dagen) en de
bandenspanning van elke band.
Deze modus geeft waarschuwingsmeldingen met betrekking tot de
ruitensproeiervloeistof of informatie over storingen in het Blind Spot Detection-systeem
(BSD), enzovoort weer.
Wanneer er een portier niet goed is gesloten, licht dit symbool op.
GebruikersinstellingenVia deze modus kunt u instellingen met betrekking tot de portieren, verlichting, enz. wijzigen.
Page 179 of 729

Kenmerken van uw auto
78
4
Onderhoud over UIT
Als er geen onderhoudsinterval is
geprogrammeerd, wordt de melding
"Onderhoud over UIT" weergegeven op
het display.
✽✽
AANWIJZING
Onder de volgende omstandigheden is
het mogelijk dat het aantal km of dagen
niet correct wordt weergegeven.
- Na het losnemen en weer aansluiten van de accukabels.
- Na het uitschakelen en weer inschakelen van de
zekeringschakelaar.
- Nadat de accu ontladen is geweest.
Hoofdwaarschuwingsmodus
(indien van toepassing)
Dit waarschuwingslampje attendeert de bestuurder op de volgende situaties
- Laag ruitensproeiervloeistofniveau(indien van toepassing)
- Storing in Blind Spot Detection (BSD) (indien van toepassing)
- Storing in Lane Departure Warning- systeem (LDWS) (indien van toepassing)
- Storing in Smart Cruise Control- systeem (SCC) (indien vantoepassing)
- Storing in actieve motorkap (indien van toepassing)
- Onderhoudsherinnering, enzovoorts.
Het hoofdwaarschuwingslampje brandt
als meer dan één van de bovenstaande
situaties zich voordoen. Op dat moment
verandert de icoon op het LCD van ( )
in ( ).
Als er geen waarschuwing meer nodig is,
dooft het hoofdwaarschuwingslampje en
verandert de icoon op het LCD weer in
de vorige icoon ( ). (bijv.: vul
ruitensproeiervloeistof bij). Modus Gebruikersinstell.
Beschrijving
Via deze modus kunt u instellingen met
betrekking tot de portieren, verlichting,
enz. wijzigen.
ODM046607N/ODM046608N
■
Type A
■Type B
ODM046178L
Page 216 of 729

4115
Kenmerken van uw auto
Controlelampje DownhillBrake Control (DBC)(indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
Als het contact of de toets ENGINE START/STOP in de stand ON wordt
gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 3 secondenbranden en gaat dan uit.
Als u het DBC-systeem inschakelt door op de toets DBC te drukken.
Dit lampje knippert:
Als het DBC-systeem in werking is.
Dit lampje gaat geel branden:
In het geval van een storing in het DBC-systeem.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Zie voor meer informatie "Downhill Brake Control (DBC)" in hoofdstuk 5.
Hoofdwaarschuwingslampje
Dit controlelampje gaat branden:
In geval van een storing in een van de onderstaande systemen.
- Laag ruitensproeiervloeistofniveau
(indien van toepassing)
- Storing in Blind Spot Detection (BSD) (indien van toepassing)
- Storing in Lane Departure Warning- systeem (LDWS) (indien van toepassing)
- Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS, indien van toepassing)
- Onderhoudsherinnering, enzovoorts.
Kijk op het LCD-display voor meer
informatie over de waarschuwing.
Page 245 of 729

Kenmerken van uw auto
144
4
De achteruitrijcamera wordt geactiveerd
als het achteruitrijlicht brandt met het
contact in stand ON en de versnellings
-pook in de achteruitversnelling (R). 1. Breedte auto
2. 100 cm achter de achterbumper
3. 50 cm achter de achterbumper
4. 300 cm achter de achterbumper
✽✽
AANWIJZING
De waarschuwing "Warning! Check
surroundings for safety"
[Waarschuwing! Controleer of de
omgeving veilig is] verschijnt op het
beeld van de achteruitrijcamera als de
achteruitrijcamera wordt ingeschakeld.
ACHTERUITRIJCAMERA (INDIEN VAN TOEPASSING)
WAARSCHUWING
Dit systeem heeft alleen een aanvullende functie. Het is de
verantwoordelijkheid van de
bestuurder om altijd in de
binnen- en buitenspiegels te
kijken en de ruimte achter de
auto te controleren voor en
tijdens het achteruitrijden, omdater een dode hoek is die met de
camera niet gezien kan worden.
Zorg er voor dat de lens van de camera altijd schoon is. Als er
vuil op de lens aanwezig is, werkt
de camera mogelijk niet correct.
ODM042238
ODM042239
Page 449 of 729

Rijden met uw auto
Vóór het rijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-4
Standen contactslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-6
Toets engine start/stop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-10
Handgeschakelde transmissie . . . . . . . . . . . . . . . . 5-17
Automatische transmissie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-21 . . . . . . . . . . . . . 5-21
Vierwielaandrijving (4WD) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-28
Flex-stuurwiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-36
Rijmodusregelsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-38
Remsysteem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-40 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-40
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-42
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-51
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-54
. . . . . . . . . . 5-56
. . . . . . . . . . . . 5-60
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-61
. . . . . . . . . . . . . . . . . 5-61
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-62
. . . . . . . . . . . . . . . . . 5-62 Autonomous emergency braking (AEB) . . . . . . . 5-66
Cruise control-systeem. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-76
Snelheidslimietregelsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-81
Blind spot detection-systeem (BSD) . . . . . . . . . . . 5-85
LCA (Lane change assist) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-86
. . . . . . . . . . . . . . . . . 5-89
Lane departure warning system (LDWS) . . . . . . 5-93
ISG-systeem (idle stop & go). . . . . . . . . . . . . . . . . 5-97
Actief ECO-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-103
Brandstofbesparing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-104
Rijden onder speciale rijomstandigheden . . . . . 5-106 . . . . . . . . 5-106
. . . . . . . . . 5-107
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-108
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-109
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-109
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-110
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-110
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-110
Rijden in de winter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-112
5
Page 515 of 729

567
Rijden met uw auto
Het waarschuwingslampje in
het LCD-display gaat
branden als u het AEB-
systeem uitschakelt. De
bestuurder kan de AAN/UIT-status van
de AEB aflezen in het LCD-display. Als
het waarschuwingslampje AAN blijft
terwijl de AEB geactiveerd is, adviseren
we u het systeem te laten controleren
door een officiële HYUNDAI-dealer.
De bestuurder kan de alarmsnelheid
instellen op Early, Normal of Late door
het contact in stand ON te zetten en
vervolgens 'User Settings', 'Driving
Assist', 'FCW (Forward Collision
Warning)', en 'Early/Normal/Late' teselecteren.
Als de snelheid 'Early' is geselecteerdklinkt het waarschuwingsalarm direct
na ontvangst van het AEB-signaal.
Selecteer 'Normal' als dat te snel is.
De snelheid 'Late' moet alleen geselecteerd worden bij weinig verkeer
en lage rijsnelheden.
Desondanks kunt u zelfs de snelle alarmsnelheid te langzaam vinden als
uw voorligger plotseling stopt.Voorwaarden voor activeren
De AEB kan worden geactiveerd als AEB
is geselecteerd in het LCD-display en als
aan de volgende voorwaarden is
voldaan.
- De ESC is geactiveerd.
- Voor het herkennen van eenvoetganger: de rijsnelheid ligt tussen 8 en 70 km/h.
- Voor het herkennen van een voorligger: de rijsnelheid ligt tussen 8 en 180 km/h.
(Voor de veiligheid van de inzittenden
wordt er echter niet bruusk geremd
wanneer de rijsnelheid hoger wordt dan80 km/h, ook al regelt het systeem hetremsysteem.)
ODM056094L
Page 516 of 729

Rijden met uw auto
68
5
AEB-waarschuwingsmelding en
systeemregeling
De AEB geeft waarschuwingsmeldingen
en waarschuwingsalarmen
overeenkomstig het risico op een
aanrijding. Verder regelt het systeem het
remsysteem overeenkomstig het risico
op een aanrijding.Forward Warning (1ewaarschuwing)
De waarschuwingsmelding verschijnt in
het LCD-display en de
waarschuwingsalarmen klinken.
WAARSCHUWING
De bestuurder kan de AEB activeren en deactiveren door op de knop op het stuurwiel te
drukken. Het is echter veiliger deAEB te bedienen nadat u de auto
op een veilige plaats geparkeerdhebt.
De AEB wordt automatisch geactiveerd nadat het contact in
stand ON is gezet.
De bestuurder kan de AEB deactiveren door desysteeminstelling in het LCD-
display uit te schakelen.
De AEB wordt automatisch gedeactiveerd als de ESC wordt
uitgeschakeld. Als de ESC is
uitgeschakeld, kan de AEB niet
worden geactiveerd in het LCD-
display.
ODM056082L
Page 517 of 729

569
Rijden met uw auto
Collision Warning (2ewaarschuwing)
De waarschuwingsmelding verschijntin het LCD-display en de
waarschuwingsalarmen klinken.
Uw rijsnelheid neemt af tot een bepaald niveau.
- Als het voertuig voor u langzamerrijdt dan 80 km/h, kan uw rijsnelheid
sterk afnemen. Als het voertuig voor
u harder rijdt dan 80 km/h, kan uw
rijsnelheid geleidelijk afnemen.
- Als uw auto langzamer rijdt dan 70 km/h en er voor de auto een
voetganger gesignaleerd wordt, kan
de rijsnelheid sterk afnemen. Als u
harder rijdt dan 70 km/h en er voor de
auto een voetganger wordt
gesignaleerd, werkt de AEB niet.
Emergency braking
(3ewaarschuwing)
De waarschuwingsmelding verschijnt in het LCD-display en de
waarschuwingsalarmen klinken.
Uw rijsnelheid neemt af tot een bepaald niveau.
- Als het voertuig voor u langzamerrijdt dan 80 km/h, kan uw rijsnelheid
sterk afnemen. Als het voertuig voor
u harder rijdt dan 80 km/h, kan uw
rijsnelheid geleidelijk afnemen. - Als uw auto langzamer rijdt dan 70
km/h en er voor de auto een
voorbijganger wordt gesignaleerd,
kan de rijsnelheid sterk afnemen. Als
u harder rijdt dan 70 km/h en er voor
de auto een voetganger wordt
gesignaleerd, werkt de AEB niet.
Werking remsysteem
In een noodsituatie bereidt het
remsysteem zich voor op een directe
reactie zodra de bestuurder het
rempedaal intrapt.
De AEB zorgt voor extra remvermogen voor een maximale remvertraging
zodra de bestuurder het rempedaal
intrapt.
De regeling van het remsysteem wordt automatisch gedeactiveerd als de
bestuurder het rempedaal met veel
kracht intrapt of het stuurwiel sterk
verdraait.
De regeling van het remsysteem wordt automatisch uitgeschakeld als de
risicofactoren verdwijnen.
ODM056083L
ODM056084L
Page 541 of 729

593
Rijden met uw auto
Het systeem signaleert de rijstrook met
de sensor op de voorruit en waarschuwt
u wanneer de auto de rijstrook verlaat.LANE DEPARTURE WARNING SYSTEM (LDWS) (INDIEN VAN TOEPASSING)
ODM056029
ODM052048
WAARSCHUWING
Het LDWS helpt de bestuurder niet bij het veranderen van
rijstrook. Het is de
verantwoordelijkheid van de
bestuurder om altijd de
verkeerssituatie te controleren.
Geef geen ruk aan het stuurwiel wanneer het LDWS u waarschuwt
dat de auto de rijstrook verlaat.
Als de sensor de rijstrook niet kan signaleren of als de
rijsnelheid niet hoger is dan 60
km/h, dan waarschuwt het LDWS
u niet, zelfs als de auto de
rijstrook verlaat.
Als de voorruit van uw auto getint glas heeft, als hij is voorzien vaneen coating of als er een
accessoire op is bevestigd,
functioneert het LDWS mogelijkniet goed.
Laat geen water of andere vloeistoffen op de LDWS-sensor
terechtkomen.
Verwijder de onderdelen van de sensor niet en stel de sensor niet
bloot aan krachtige schokken.
(Vervolg)(Vervolg)
Plaats geen voorwerpen op hetdashboard die lichtstralen reflecteren.
Controleer altijd de verkeerssituatie, omdat u de
waarschuwingszoemer mogelijk
niet hoort doordat het
audiosysteem is ingeschakeld of
door geluiden van buitenaf.