key Hyundai Santa Fe 2017 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2017, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2017Pages: 735, PDF Size: 15.3 MB
Page 189 of 735

Kenmerken van uw auto
88
4
Druk op de STARTknop met de
sleutel (auto's met Smart Key-systeem)
• Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als u de toets ENGINE
START/STOP indrukt terwijl de
melding "Sleutel niet gevonden" wordt
weergegeven.
• Het controlelampje startblokkeersysteem gaat danknipperen.
Controleer zekering BRAKE SWITCH
(auto's met Smart Key-systeem enautomatische transmissie)
• Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als de zekering BRAKE
SWITCH is doorgebrand.
• De melding attendeert u erop dat u de zekering moet vervangen door een
nieuwe. Als dat niet mogelijk is, kunt u
de motor starten door de toets
ENGINE START/STOP 10 seconden
ingedrukt te houden in stand ACC.
Schakel naar P of N voor starten
(auto's met Smart Key-systeem en automatische transmissie)
• Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als u probeert de motor
te starten terwijl de selectiehendel niet
in stand P (parkeren) of N (neutraal)staat.
✽AANWIJZING
U kunt de motor starten als de
selectiehendel in stand N (Neutraal)
staat. Voor uw eigen veiligheid is het
echter raadzaam de motor te starten als
de selectiehendel in stand P (parkeren)
staat.
ODM046081L/ODM046194L
■
Type A
■Type BODM046624L/ODM046625L
■
Type A
■Type BODM046069L/ODM046140L
■
Type A
■Type B
Page 212 of 735

4 111
Kenmerken van uw auto
Controlelampjestartblokkering (zonder Smart Key)
(indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
• Als de auto de deblokkeercode van de sleutel herkent als het contact in de
stand ON wordt gezet.
- Op dat moment kunt u de motorstarten.
- Het controlelampje gaat uit zodra de motor is gestart.
Dit lampje gaat knipperen:
• In het geval van een storing in het startblokkeersysteem.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Controlelampje
startblokkering (met Smart Key)
(indien van toepassing)
Dit lampje blijft gedurende maximaal 30
seconden branden:
• Als de auto de Smart Key in de auto detecteert als de toets ENGINE
START/STOP in de stand ACC of ON
wordt gezet.
- Op dat moment kunt u de motor
starten.
- Het controlelampje gaat uit zodra de motor is gestart
Dit controlelampje knippert een paar
seconden:
• Als er geen Smart Key in de auto wordt gedetecteerd.
- Op dat moment kunt u de motor nietstarten. Dit controlelampje blijft 2 seconden
branden en gaat dan uit:
• Als in de auto aanwezige Smart Key
niet door de auto kan worden gedetecteerd en de toets ENGINE
START/STOP in de stand ON staat.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Dit lampje gaat knipperen:
• Als de batterij van de Smart Key bijna leeg is.
- Op dat moment kunt u de motor nietop de normale manier starten. U kunt
de motor echter wel starten door de
toets ENGINE START/STOP met de
Smart Key in te drukken. (Zie voor
meer informatie "Starten van demotor" in hoofdstuk 5).
• In het geval van een storing in het startblokkeersysteem.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Page 247 of 735

Kenmerken van uw auto
146
4
Energiebesparingsfunctie
• Deze functie voorkomt dat de accu
ontladen raakt. Het systeem schakelt
automatisch de parkeerlichten uit
wanneer de contactsleutel verwijderd
wordt en wanneer het portier aan
bestuurderszijde wordt geopend.
• De parkeerlichten worden automatisch uitgeschakeld als de auto in het donker
langs de kant van de weg geparkeerd
wordt.
Volg onderstaande procedure als de
parkeerlichten moeten blijven branden
wanneer de contactsleutel is
verwijderd:
1) Open het portier aan
bestuurderszijde.
2) Schakel de parkeerlichten UIT en AAN met de lichtschakelaar op de
stuurkolom. Follow me home-koplampen
(indien van toepassing)
De koplampen (en/of achterlichten)
blijven ongeveer 5 minuten branden
nadat de contactsleutel is verwijderd of
het contact in stand ACC of LOCK is
gezet. De koplampen worden echter 15
seconden nadat het bestuurdersportier is
geopend of gesloten uitgeschakeld.
De koplampen kunnen worden
uitgeschakeld door tweemaal op de
vergrendeltoets van de
afstandsbediening of Smart Key te
drukken of door de stand AUTO of
dimlichten uit te schakelen.
Intelligente bochtverlichting
(indien van toepassing)
Wanneer u door een bocht rijdt, wordt de
intelligente bochtverlichting ingeschakeld
als aan de onderstaande voorwaarden
wordt voldaan:
• Koplampen ingeschakeld.
• Rijsnelheid lager dan 40 km/h.
• Richtingaanwijzers ingeschakeld naar
de richting waarin u gaat afslaan.
VERLICHTING
OPMERKING
Wanneer de bestuurder het voertuig
via een ander portier dan hetbestuurdersportier verlaat, werkt de
energiebesparingsfunctie niet.
Hierdoor kan de accu ontladenraken. Schakel in dit geval de
lampen uit voordat u het voertuigverlaat.
Page 264 of 735

4 163
Kenmerken van uw auto
Automatisch uitschakelen
interieurverlichting
• Wanneer alle portieren en deachterklep zijn gesloten en u de auto
vergrendelt met de afstandsbediening
of de Smart Key, dooft binnen 5
seconden alle interieurverlichting.
• Als u na het uitschakelen van de motor de niets in de auto bedient, dooft de
verlichting na 20 minuten. Leeslampje
Druk op het lampglas (1) om het
leeslampje in of uit te schakelen
• ON (2) : De leeslampjes en de
interieurverlichting blijven
continu branden.
• OFF (3) : De ver lichting gaat niet
branden, ook niet als een
portier wordt geopend (3).
INTERIEURVERLICHTINGOPMERKING
Laat de interieurverlichting niet te
lang branden als de motor nietdraait.
Hierdoor kan de accu ontladenraken.
WAARSCHUWING
Gebruik de interieurverlichting niet wanneer u in het donker rijdt.
Doordat de interieurverlichting het
zicht kan beperken, kunnen
ongevallen ontstaan
ODM042258
ODM042259
■ Type A
■Type B
Page 265 of 735

Kenmerken van uw auto
164
4
• ROOM (4): De leeslampjes en de
interieurverlichting blijven
continu branden.
• DOOR (5): - Het leeslampje en de
interieurverlichting gaan branden
wanneer de portieren worden
ontgrendeld met een
afstandsbediening of Smart Key en
zolang de portieren niet wordengeopend.
De verlichting dooft na ongeveer 30seconden.
- De leeslampjes en
interieurverlichting gaan ongeveer 30
seconden branden als de portieren
worden ontgrendeld met een
afstandsbediening of Smart Key zo
lang de portieren niet wordengeopend.
- De leeslampjes en de
interieurverlichting blijven gedurende
ongeveer 20 minuten branden als
een portier wordt geopend en het
contact in stand ACC of LOCK/OFFstaat.
- De leeslampjes en de
interieurverlichting blijven continu
branden als een portier wordtgeopend en het contact in stand ONstaat. -
De leeslampjes en de
interieurverlichting gaan direct uit alshet contact in stand ON staat en alle
portieren worden vergrendeld.
✽AANWIJZING
Wanneer de verlichting wordt
ingeschakeld door op het lampglas (1) te
drukken, zal zelfs wanneer de
schakelaar (3) in stand OFF staat de
verlichting niet doven.
Interieurverlichting
Druk op de toets om het lampje aan of uit
te schakelen.
ODM042341
■
Type B ODM042260
■
Type A
Page 268 of 735

4 167
Kenmerken van uw auto
WELCOME-SYSTEEM (INDIEN VAN TOEPASSING)
Welkomstfunctie koplampen
Als de koplampen aan zijn
(lichtschakelaar in stand koplampen of
AUTO) en alle portieren (en de
achterklep) gesloten en vergrendeld
worden, zullen de koplampen, parkeer-
lichten en achterlichten gedurende 15
seconden branden als aan een van de
onderstaande voorwaarden voldaan
wordt.
• Zonder Smart Key-systeem - Wanneer op de ontgrendeltoets van de afstandsbediening gedrukt wordt.
• Met Smart Key-systeem - Wanneer op de ontgrendeltoets van de Smart Key gedrukt wordt.
Als u nu op de vergrendeltoets van de
afstandsbediening of Smart Key drukt,
dooft de verlichting direct. Interieurverlichting
Als de schakelaar voor de interieur-
verlichting in de stand DOOR staat en
alle portieren (en de achterklep) gesloten
en vergrendeld worden, zal de interieur-
verlichting in de volgende gevallen
gedurende 30 seconden branden.
• Zonder Smart Key-systeem
- Wanneer op de ontgrendeltoets van de afstandsbediening gedrukt wordt.
• Met Smart Key-systeem - Wanneer op de ontgrendeltoets van de Smart Key gedrukt wordt.
- Als de toets op de portiergreep aan de buitenzijde wordt ingedrukt.
Als u op dit moment op de vergrendel-
knop voor de portieren drukt, wordt de
verlichting direct uitgeschakeld. Uitstapverlichting
(indien van toepassing)
Wanneer alle portieren zijn gesloten en
vergrendeld, gaat de uitstapverlichting
15 seconden branden bij het uitvoeren
van de volgende handelingen.
• Zonder Smart Key-systeem
- Wanneer op de ontgrendeltoets van de afstandsbediening gedrukt wordt.
• Met Smart Key-systeem - Wanneer op de ontgrendeltoets van de Smart Key gedrukt wordt.
- Wanneer de toets op de portiergreep aan de buitenzijde wordt ingedrukt.
- Wanneer u de auto nadert en de Smart Key bij u draagt.
Als u op dat moment op de vergrendel-
knop voor de portieren drukt, wordt de
verlichting direct uitgeschakeld.
✽AANWIJZING
De uitstapverlichting werkt niet als de
schakelaar voor het inklappen van de
buitenspiegels in de stand "ingeklapt"
staat.
Page 412 of 735

4 311
Kenmerken van uw auto
Een draadloos apparaat met
Bluetooth®Wireless Technology
koppelen
Wat is koppelen bij
Bluetooth®
Wireless Technology?
Koppelen verwijst naar het proces van
het synchroniseren van uw
Bluetooth®
Wireless Technology-telefoon of -
apparaat met het audiosysteem van de
auto voor een verbinding. Koppelen is
noodzakelijk om verbinding te maken ende
Bluetooth® Wireless Technology-
functie te gebruiken. Toets koppelen/toets op het stuurwiel
Wanneer er geen apparaten zijn
gekoppeld
1. Druk op de toets of op toets op het stuurwiel. Het volgende
scherm wordt weergegeven.
2. Druk op de toets om het scherm voor het koppelen van de
telefoon te openen. 1) Device (apparaat): naam van het
apparaat die wordt weergegeven
wanneer u zoekt vanaf uw
Bluetooth®
Wireless Technology-apparaat
2) Passkey (wachtwoord): wachtwoord dat wordt gebruikt om het apparaat te
koppelen
3. Zoek en selecteer vanaf uw
Bluetooth® Wireless Technology-
apparaat (dat wil zeggen mobiele
telefoon) het audiosysteem van uw
auto.
[Apparaat zonder SSP-ondersteuning]
(SSP: Secure Simple Pairing)
4. Na een paar seconden wordt er een scherm weergegeven waarin u uw
wachtwoord kunt invoeren.
Voer in dit scherm het wachtwoord "0000" in om uw
Bluetooth® Wireless
Technology-apparaat te koppelen aan
het audiosysteem van de auto.
PHONE
PHONE
Page 462 of 735

Rijden met uw auto
14
5
Starten van de benzinemotor
1. Zorg ervoor dat u de Smart Key bij u
hebt of laat deze in de auto.
2. Controleer of de parkeerrem goed is geactiveerd.
3. Handgeschakelde transmissie - Tr a p
het koppelingspedaal volledig in en zet
de versnellingspook in de vrijstand.
Houd het koppelingspedaal en het
rempedaal ingetrapt terwijl u de motor
start.
Automatische transmissie - Zet de
selectiehendel in stand P. Trap het
rempedaal volledig in.
De motor kan ook worden gestart met de selectiehendel in stand N.
4. Druk de toets Engine Start/Stop in.
Hij dient gestart te worden zonder het
gaspedaal in te trappen.
5. Breng de motor niet op bedrijfstemperatuur door hem
stationair te laten draaien. Ga rijden
met gematigde motortoerentallen.
(Vermijd krachtig accelereren endecelereren.)
Starten van de dieselmotor
Om de dieselmotor te starten bij koude
motor moet deze voorgegloeid worden
voordat de motor wordt gestart, en
vervolgens opgewarmd worden voordat
u gaat rijden.
1. Controleer of de parkeerrem isgeactiveerd.
2. Handgeschakelde transmissie - Tr a p
het koppelingspedaal volledig in en zet
de versnellingspook in de vrijstand.
Houd het koppelingspedaal en het
rempedaal ingetrapt terwijl u de toets
Engine Start/Stop in de stand START
drukt.
Automatische transmissie - Zet de
selectiehendel in stand P. Trap het
rempedaal volledig in.
De motor kan ook worden gestart met
de selectiehendel in stand N.
3. Druk de toets Engine Start/Stop in terwijl u het rempedaal ingetrapt houdt.
4. Houd het rempedaal ingetrapt totdat het controlelampje voorgloeien dooft.
(ongeveer 5 seconden)
5. De motor start wanneer het controle- lampje voorgloeien dooft.
✽AANWIJZING
Als u de toets Engine Start/Stop
nogmaals indrukt terwijl de motor
voorgegloeid wordt, kan de motor
aanslaan.
W-60
Controlelampje voorgloeien
Page 463 of 735

515
Rijden met uw auto
Starten en afzetten van een motor met
turbo/intercooler
1. Voer het toerental van de motor niet tehoog op en accelereer niet direct na
het starten van de motor.
Laat een koude motor enkele
seconden stationair draaien voordat u
wegrijdt om ervoor te zorgen dat de
turbocompressor voldoende smering
krijgt.
2. Na het rijden met hoge snelheid of een lange rit met een zware motorbelasting
dient de motor voor het afzetten
ongeveer 1 min stationair te draaien. Door de motor stationair te laten
draaien zal de turbo afkoelen voordat
de motor wordt afgezet. • Zelfs als de Smart Key zich in de auto
bevindt, maar op enige afstand van u,zal de motor mogelijk niet aanslaan.
• Wanneer de toets Engine Start/Stop in stand ACC of daarboven staat,
controleert het systeem of de Smart
Key aanwezig is wanneer een van de
portieren geopend wordt. Als de Smart
Key zich niet in de auto bevindt, gaathet controlelampje ""branden en
verschijnt op het instrumentenpaneel
en het LCD-display de melding
"Sleutel niet in het voertuig" (of "Key
not in vehicle"). En wanneer alle
portieren gesloten worden, zal de
zoemer 5 seconden klinken. Het
controlelampje of de waarschuwing
dooft wanneer de auto rijdt. Zorg dat u
altijd de Smart Key bij u hebt.
WAARSCHUWING
De motor zal alleen aanslaan
wanneer de Smart Key zich in de
auto bevindt. Laat kinderen of anderen die niet
vertrouwd zijn met de auto nooit de
toets Engine Start/Stop of
aanverwante onderdelen aanraken.
OPMERKING
Zet de motor nooit direct af nadat hij zwaar belast is geweest. Dit kan
zware schade veroorzaken aan demotor of de turbocompressor.
OPMERKING
Probeer de selectiehendel niet in
stand P te zetten wanneer de motortijdens het rijden afslaat. Als de verkeersomstandigheden het
toelaten kunt u de selectiehendel in stand N (vrijstand) zetten terwijl de
auto nog rijdt en vervolgens de toets Engine Start/Stop indrukken
om te proberen de motor opnieuw te starten.
Page 464 of 735

Rijden met uw auto
16
5
✽AANWIJZING
• Als de batterij bijna leeg is of de Smart Key niet goed werkt, kunt u de
motor starten door de toets ENGINE
START/STOP direct met de Smart
Key in te drukken. De zijde met de
vergrendeltoets moet rechtstreeks de
toets ENGINE START/STOP
aanraken. Als u de Smart Key
rechtstreeks tegen de toets ENGINE
START/STOP houdt, moeten de
Smart Key en de toets ENGINE
START/STOP onder de juiste hoek
ten opzichte van elkaar staan. (Vervolg)(Vervolg)
• Wanneer de remlichtzekering is
doorgebrand, kunt u de motor niet
normaal starten. Vervang de zekering
door een nieuwe. Als het niet mogelijk
is, kunt u de motor starten door de
toets Engine Start/Stop in stand ACC
10 seconden ingedrukt te houden. De
motor kan aanslaan zonder dat het
rempedaal ingetrapt wordt. Trap voor
uw eigen veiligheid echter altijd het
rempedaal en het koppelingspedaal in
voordat u de motor start.
OPMERKING
• Druk de toets ENGINE
START/STOP nooit langer dan 10seconden in, behalve wanneer de remlichtzekering is doorgebrand.
• Zet het contact niet in stand START terwijl de motor draait.
Anders raakt de startmotor mogelijk beschadigd.
ODM052007