JEEP CHEROKEE 2018 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2018, Model line: CHEROKEE, Model: JEEP CHEROKEE 2018Pages: 352, PDF Size: 5.28 MB
Page 261 of 352

Raadpleeg het hoofdstuk "Onderhouds-
schema" voor de juiste onderhouds-
intervallen. De oorzaken van snelle of onge-
wone slijtage moeten verholpen worden
voordat u de banden rouleert.
De aanbevolen roulatiemethode voor voor-
wielaandrijving (FWD) is kruislings naar vo-
ren, zoals in de volgende afbeelding is weer-
gegeven. Dit roulatiepatroon geldt niet voor
bepaalde richtinggebonden banden, waarvan
de draairichting niet mag worden omge-
draaid.De aanbevolen roulatiemethode voor vierwiel-
aandrijving (4WD) is kruislings naar achte-
ren, zoals in de volgende afbeelding is
weergegeven.
LET OP!
Voor een juist gebruik van voertuigen met
vierwielaandrijving moeten alle banden
van hetzelfde type zijn en dezelfde maat
en omtrek hebben. Een verschil in ban-
denmaat kan schade aan de verdeelbak
veroorzaken. Het schema voor rouleren van
de banden moet worden aangehouden, om
gelijkmatige bandenslijtage te waarbor-
gen.
HET VOERTUIG STALLEN
Als het voertuig langer dan een maand stil
moet blijven staan, neem dan de volgende
veiligheidsmaatregelen in acht:
• Parkeer uw voertuig op een bedekte, droge
en zo mogelijk geventileerde plaats met de
ramen een klein stukje open.
• Controleer of de elektrische parkeerrem
niet is ingeschakeld.
• Koppel de negatieve (-) aansluiting los van
de accupool en zorg ervoor dat de accu
volledig is opgeladen. Tijdens de stalling
controleert u de acculading eens per kwar-
taal.
• Indien u niet de accu loskoppelt van het
elektrische systeem, controleert u de accu-
lading iedere 30 dagen.
• Reinig en bescherm de gelakte delen door
het aanbrengen van beschermende was.
• Reinig en bescherm glimmende metalen
onderdelen door het aanbrengen van be-
schermende was.
Banden rouleren bij voorwielaandrijving
(FWD)
Banden rouleren bij vierwielaandrijving
(4WD)
259
Page 262 of 352

• Doe talkpoeder op de ruitenwisserbladen
voor en achter en laat ze omhoog staan.
• Bedek het voertuig met een juiste afdek-
king. Zorg ervoor dat u de lak niet bescha-
digt door het slepen van de afdekking over
vuile oppervlakken. Gebruik geen kunststof
afdekfolie die de verdamping van het op het
voertuigoppervlak aanwezige vocht verhin-
dert.
• Pomp de banden op tot een druk die
+7,25 psi (+0,5 bar) hoger is dan aanbevo-
len op de bandensticker en controleer de
bandenspanning regelmatig.
• Tap het motorkoelsysteem niet af.
• Wanneer het voertuig gedurende twee we-
ken of langer stilstaat, laat de motor gedu-
rende ongeveer vijf minuten stationair
draaien, met de airconditioning aan en
hoge ventilatorsnelheid. Dit zorgt voor een
juiste smering van het systeem, waardoor er
minder kans op schade aan de compressor
is wanneer het voertuig weer in gebruik
wordt genomen.OPMERKING:
Wanneer het voertuig niet is gestart en niet
met het voertuig is gereden voor ten minste
30 dagen, is een procedure Starten na lang-
durig parkeren vereist voor het starten van het
voertuig.
Raadpleeg de paragraaf "De motor starten" in
het hoofdstuk "Starten en rijden" voor meer
informatie hierover.
LET OP!
Voorafgaand aan het verwijderen van de
positieve en negatieve aansluitingen op de
accu, wacht u ten minste een minuut met
de contactschakelaar in de stand OFF en
sluit u het bestuurdersportier. Bij het op-
nieuw aansluiten van de positieve en ne-
gatieve aansluitingen op de accu moet u
ervoor zorgen dat de contactschakelaar in
de stand OFF staat en het bestuurderspor-
tier gesloten is.
CAROSSERIE
Behoud van de carosserie
Wassen
• Was uw auto regelmatig. Was uw auto altijd
in de schaduw en gebruik een milde auto-
shampoo. Spoel de auto zorgvuldig af met
schoon water.
• Gebruik een hoogwaardige was om olieaan-
slag en vlekken te verwijderen en de laklaag
te beschermen. Zorg dat u geen krassen
maakt op de lak.
• Gebruik geen schurende producten en po-
lijstmiddelen die de glans of de dikte van
de laklaag kunnen aantasten.
SERVICE EN ONDERHOUD
260
Page 263 of 352

LET OP!
• Gebruik nooit schurende of sterke reini-
gingsmiddelen zoals staalwol of schuur-
poeder. Deze veroorzaken krassen op het
metaal en de lak.
• Het gebruik van een hogedrukreiniger
met een druk van meer dan 1.200 psi
(8.274 kPa) kan de lak en eventuele
stickers beschadigen.
Speciale verzorging
• Spuit de onderzijde van de auto regelmatig
schoon (minstens één keer per maand)
wanneer u op bepekelde of stoffige wegen
of in kuststreken rijdt.
• Het is belangrijk dat de afvoeropeningen
onder in de portieren, in de dorpellijsten en
in de bagageruimte open worden gehou-
den.
• Als u steenslag of krassen in de lak be-
speurt, werk dergelijke plekken dan meteen
bij. Voor de kosten van dergelijke reparaties
is de eigenaar van de auto verantwoordelijk.
• Wanneer de auto door bijvoorbeeld een aan-
rijding schade heeft opgelopen aan de laken de beschermende coating, moet u deze
zo spoedig mogelijk laten repareren. Voor
de kosten van dergelijke reparaties is de
eigenaar van de auto verantwoordelijk.
• Wanneer u speciale ladingen met chemica-
liën, kunstmest, zout, enz., vervoert, let
dan goed op of alles goed is verpakt en
afgesloten.
• Wanneer u vaak op grindwegen rijdt, raden
wij u aan spatlappen bij ieder wiel te laten
aanbrengen.
• Een erkende dealer heeft de lakstift die
overeenkomt bij uw lakkleur.
INTERIEUR
Stoelen en bekleding
WAARSCHUWING!
Gebruik nooit vluchtige oplosmiddelen om
te reinigen. Dergelijke stoffen zijn vaak
brandbaar en kunnen bij gebruik in afge-
sloten ruimten ademhalingsproblemen
veroorzaken.
Verzorging van veiligheidsgordels
Bleek of verf de gordels nooit en reinig ze niet
met chemische oplosmiddelen of schurende
reinigingsmiddelen. De gordelband kan hier-
door worden aangetast. Ook zonnestraling
kan de stof aantasten.
Als u de gordels moet reinigen, gebruik dan
een lauw sopje van zachte zeep. Verwijder de
gordels niet uit de auto om ze te wassen.
Drogen met een zachte doek.
Laat de gordels vervangen wanneer ze rafels
of slijtplekken vertonen of wanneer de gesp-
sluitingen niet goed functioneren.
WAARSCHUWING!
Een gerafelde of verdraaide gordel kan bij
een aanrijding scheuren, waardoor u niet
langer beschermd bent. Controleer de vei-
ligheidsgordels van tijd tot tijd op scheu-
ren, rafels en losse delen. Laat bescha-
digde onderdelen onmiddellijk vervangen.
Probeer niet zelf de gordels aan te passen
of uit elkaar te halen. Gordelsystemen
moeten na een aanrijding direct worden
vervangen als ze zijn beschadigd (oprol-
mechanisme verbogen, scheuren in de
gordel, enz.).
261
Page 264 of 352

Kunststof- en gelakte onderdelen
Gebruik een speciaal product om vinylbekle-
ding te reinigen.
LET OP!
• Direct contact van luchtverfrissers, in-
sectenwerende middelen, zonnecrème
of handcrème met de kunststofopper-
vlakken, of gelakte of gedecoreerde op-
pervlakken in het interieur kan blijvende
schade veroorzaken. Veeg deze onmid-
dellijk af.
•
Schade veroorzaakt door dit type produc-
ten wordt mogelijk niet gedekt door de
standaardgarantie van een nieuw voertuig.
Kunststoflenzen van instrumentengroep
reinigen
De lenzen voor de instrumenten in deze auto
zijn gemaakt van doorzichtige kunststof.
Wees bij het reinigen van deze lenzen extra
voorzichtig om krassen te voorkomen.
1. Reinig met een vochtige, zachte doek.
Eventueel kan een zachte zeepoplossing
worden gebruikt, maar gebruik in geengeval reinigingsalcohol of bijtende of
schurende reinigingsmiddelen. Verwijder
de zeep met een schone, vochtige doek.
2. Drogen met een zachte doek.
Lederen onderdelen
De kwaliteit van lederen bekleding blijft het
best behouden door deze te reinigen met een
zachte, vochtige doek. Stofdeeltjes of vuil
kunnen een schurend effect hebben en de
lederen bekleding beschadigen. Verwijder
deze daarom direct met een vochtige doek.
Voorkom dat lederen bekleding wordt door-
drenkt met welke vloeistof dan ook. Reinig
uw lederen bekleding nooit met polish, olie,
reinigingsvloeistoffen, oplosmiddelen, af-
wasmiddelen of schoonmaakmiddelen op
ammoniakbasis. Het gebruik van speciale
onderhoudsmiddelen voor leder is niet vereist
om de originele kwaliteit te behouden.
OPMERKING:
Lichtgekleurde lederen bekleding is besmet-
telijker voor vreemd materiaal, vuil en afge-
ven van weefselkleurstof dan donkere kleu-
ren. Het leer is ontworpen voor eenvoudige
reiniging.
LET OP!
Gebruik geen alcohol en reinigingsmidde-
len op basis van alcohol of keton om lede-
ren stoelbekleding te reinigen omdat der-
gelijke middelen de stoel kunnen
beschadigen.
Ruitoppervlakken
Alle ruiten behoren regelmatig met een nor-
male glasreiniger te worden gereinigd. Ge-
bruik nooit schurende reinigingsmiddelen.
Wees voorzichtig bij het reinigen van de bin-
nenkant van de achterruit, die is voorzien van
achterruitverwarming of ruiten die zijn voor-
zien van een radioantenne. Gebruik geen
schrapers of andere scherpe voorwerpen die
de elementen kunnen beschadigen.
Wanneer u de binnenspiegel schoonmaakt,
moet u reinigingsmiddel op de gebruikte
doek spuiten. Spuit de reinigingsvloeistof
niet rechtstreeks op de spiegel.
SERVICE EN ONDERHOUD
262
Page 265 of 352

TECHNISCHE SPECIFICATIES
CHASSISNUMMER (VIN)......264
AANHAALMOMENTEN VOOR VEL-
GEN EN BANDEN...........265
Voorgeschreven aanhaalmomenten. . . .265
BRANDSTOFVEREISTEN — BENZI-
NEMOTOR ................265
Methanol...................266
Ethanol....................266Schone brandstof..............266
Aanpassingen voor CNG en
lagedrukbrandstofsysteem.........267
MMT in benzine...............267
Brandstofadditieven............267
Brandstoflabel voldoet aan EN16942 . .268BRANDSTOFVEREISTEN — DIESEL-
MOTOR ..................269
Brandstoflabel voldoet aan EN16942 . .270
VLOEISTOFINHOUD.........272
VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDE-
LEN......................273
Motor.....................273
Chassis....................275
MOPAR ACCESSOIRES.......275
Originele accessoires van Mopar.....275
TECHNISCHE SPECIFICATIES
263
Page 266 of 352

CHASSISNUMMER (VIN)
Het chassisnummer (VIN) bevindt zich in de
hoek linksvoor op het instrumentenpaneel.
Het VIN is van buitenaf door de voorruit
zichtbaar. Dit VIN-nummer bevindt zich ook
rechtsvoor op de carrosserie, op de dwarsbalk
van de rechtervoorstoel. Met de stoel in de
achterste stand kan een deel van de vloermat
worden opengesneden en opgetild om het
VIN-nummer zichtbaar te maken. Dit num-
mer staat ook op het voertuiginformatielabel
dat op een van de ruiten van uw voertuig is
geplakt, op de voertuigregistratie en op de
eigendomspapieren.
Het VIN is ook links of rechts in het motor-
blok geslagen.OPMERKING:
Het is verboden om het chassisnummer (VIN)
te verwijderen of te wijzigen.
Plaats van het VINPlaats van VIN rechtsvoor op carrosserieTECHNISCHE SPECIFICATIES
264
Page 267 of 352

AANHAALMOMENTEN
VOOR VELGEN EN BANDEN
Het juiste aanhaalmoment voor de
wielmoeren/bouten is van het grootste belang
om te verzekeren dat het wiel juist is gemon-
teerd op het voertuig. Telkens wanneer een
wiel wordt verwijderd en teruggeplaatst op
het voertuig, moeten de wielmoeren/bouten
worden aangehaald met een juist gekali-
breerde momentsleutel met een lange zes-
kantdop van hoge kwaliteit.
Voorgeschreven aanhaalmomenten
Aanhaalmo-
ment moer/
bout** moer-/
boutmaatSleutelmaat
moer/bout
135 Nm
(100 Ft-Lbs)M12 x 1,25 19 mm
** Gebruik alleen door een erkende dealer
aanbevolen wielmoeren/bouten en reinig of
verwijder eventueel vuil of olie voordat u deze
aanhaalt.
Inspecteer het wielmontagevlak voordat u de
band monteert en verwijder eventuele roest-
of losse deeltjes.Trek de wielmoeren/-bouten in stervolgorde
aan totdat iedere moer/bout twee keer aange-
trokken is. Zorg ervoor dat de dop volledig
over de wielmoer/-bout zit (niet half plaat-
sen).
Controleer na 25 mijl (40 km) het aanhaal-
moment van de wielmoeren/-bouten om er
zeker van te zijn dat alle wielmoeren/-bouten
goed tegen het wiel aanliggen.
WAARSCHUWING!
Om te voorkomen dat de auto door de op
de krik uitgeoefende kracht verschuift,
mogen de wielmoeren pas definitief wor-
den vastgezet als de auto weer vast op de
grond staat. Als u deze waarschuwing niet
opvolgt, kan dit ernstig letsel tot gevolg
hebben.
BRANDSTOFVEREISTEN —
BENZINEMOTOR
Deze motor is ontworpen om te voldoen aan
alle emissie-eisen en een laag brandstofver-
bruik en optimale rijeigenschappen te bieden
wanneer u hoogwaardige loodvrije benzine
met een minimum octaangetal (RON) van
91 gebruikt.
Licht pingelen bij lage motortoerentallen is
niet schadelijk voor de motor. Aanhoudend
ernstig pingelen bij hoge motortoerentallen
kan echter schade veroorzaken en vereist
onmiddellijk onderhoud.
Aanhaalpatroon
265
Page 268 of 352

Benzine van slechte kwaliteit kan problemen
veroorzaken, zoals slecht starten, afslaan en
haperen van de motor. Als u last heeft van
dergelijke storingen, probeer dan eerst een
ander merk benzine voordat u contact op-
neemt met uw dealer.
Methanol
(Methyl) wordt in uiteenlopende concentra-
ties gemengd met loodvrije benzine. Er zijn
brandstoffen op verkrijgbaar die 3% of meer
methanol bevatten, samen met andere alco-
holsoorten die co-solventen worden ge-
noemd. Voor problemen die het gevolg zijn
van gebruik van methanol/benzine is de fa-
brikant niet aansprakelijk. Hoewel MTBE een
zuurstofverbinding op basis van methanol is,
heeft het niet de negatieve effecten van
methanol.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen benzine die methanol bevat.
Het gebruik van deze mengsels kan start-
en rijproblemen veroorzaken en schade
toebrengen aan essentiële onderdelen van
het brandstofsysteem.
Ethanol
De fabrikant raadt het gebruik van brandstoffen
aan die niet meer dan 15% ethanol bevatten.
Wanneer u brandstof tankt bij een benzinesta-
tion van een bekend merk beperkt u de kans dat
deze limiet van 15% wordt overschreden of dat
u brandstof tankt met abnormale eigenschap-
pen. Houd ook rekening met een hoger brand-
stofverbruik bij gebruik van met ethanol ver-
mengde brandstoffen, vanwege de lagere
energieopbrengst van ethanol. Voor problemen
die het gevolg zijn van gebruik van methanol/
benzine of E-85-ethanolmengsels is de fabri-
kant niet aansprakelijk.
LET OP!
Het gebruik van brandstof met een etha-
nolgehalte van meer dan 15% kan motor-
defecten, start- en rijproblemen, en aan-
tasting van materialen veroorzaken. Deze
nadelige werking kan blijvende schade
aan uw auto tot gevolg hebben.
Schone brandstof
Benzine wordt tegenwoordig veelal gemengd
om bij te dragen aan een schonere lucht,
vooral in omgevingen met ernstige luchtver-
ontreiniging. Deze nieuwe mengsels zorgen
voor een schonere verbranding.
De fabrikant ondersteunt deze inspanningen
voor schonere lucht. U kunt hieraan bijdra-
gen door deze brandstof te gebruiken.
TECHNISCHE SPECIFICATIES
266
Page 269 of 352

Aanpassingen voor CNG en
lagedrukbrandstofsysteem
Aanpassingen om de motor op samengeperst
aardgas (CNG) of vloeibaar propaan (LP) te
laten lopen, kan leiden tot schade aan de
motor, aan onderdelen van het brandstofsys-
teem en tot slechtere emissies. Problemen
die het gevolg zijn van het gebruik van CNG of
LP, zijn niet de verantwoordelijkheid van de
fabrikant en worden mogelijk niet gedekt
door de standaardgarantie of kunnen leiden
tot het vervallen van deze garantie.
MMT in benzine
MMT (methylcyclopentadienyl-
mangaantricarbonyl) is een metaaladditief
dat mangaan bevat en wordt in sommige
benzine gemengd om het octaangetal te ver-
hogen. Met MMT gemengde benzine biedt
geen prestatievoordelen in vergelijking tot
benzine met hetzelfde octaangetal zonder
MMT. Benzine gemengd met MMT verkort de
levensduur van de bougies en vermindert de
prestaties van het emissieregelsysteem van
sommige auto's. De fabrikant raadt het ge-
bruik van benzine zonder MMT aan voor uw
auto. Het MMT-gehalte van benzine wordt
mogelijk niet vermeld op de benzinepomp en
daarom dient u bij uw benzinepomp te infor-
meren of de benzine MMT bevat.
Brandstofadditieven
Onzorgvuldig gebruik van reinigingsmiddelen
voor het brandstofsysteem word afgeraden.
Veel van deze stoffen zijn bedoeld voor het
verwijderen van koolstof en glazuur en bevat-
ten vaak actieve oplosmiddelen of soortge-
lijke ingrediënten. Deze middelen kunnen
schade toebrengen aan pakkingen en mem-
branen in het brandstofsysteem.
267
Page 270 of 352

Brandstoflabel voldoet aan EN16942
BrandstoflabelsBetekenis
E5Loodvrije brandstof met maximaal 2,7% (m/m) zuurstof en een maximum ethanolgehalte van 5,0% (V/V), brandstof con-
formEN228.
E10Loodvrije benzine met maximaal 3,7% (m/m) zuurstof en een maximum ethanolgehalte van 10,0% (V/V), brandstof con-
formEN228.
Samengeperst aardgas en biomethaan voor automobieltoepassingen, brandstof conformEN16723.
Vloeibaar petroleumgas voor automobieltoepassingen, brandstof conformEN589.
TECHNISCHE SPECIFICATIES
268