stop start JEEP CHEROKEE 2019 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2019, Model line: CHEROKEE, Model: JEEP CHEROKEE 2019Pages: 380, PDF Size: 6.59 MB
Page 205 of 380

LET OP!
• Vul de tank nooit met iets anders dan
AdBlue (UREUM) – met name vormen
van koolwaterstof, zoals dieselbrandstof,
brandstofsysteem-additieven, benzine
of andere producten op oliebasis. Zelfs
een zeer kleine hoeveelheid hiervan,
minder dan 100 deeltjes per miljoen of
minder dan 30 ml (1 oz.) per 295 liter
(78 gallon) zal het hele AdBlue-systeem
(UREUM) dusdanig verontreinigen dat
het moet worden vervangen. Als eige-
naars een jerrycan, trechter of mondstuk
gebruiken tijdens het vullen van de tank,
moeten deze nieuw zijn of alleen zijn
gebruikt voor het vullen met AdBlue
(UREUM). Mopar levert een aansluit-
baar mondstuk bij de AdBlue (UREUM)
voor dit doeleinde.
3. Stop direct met het vullen van de AdBlue-
tank (UREUM) wanneer een van de vol-
gende dingen gebeurt: er spat AdBlue
(UREUM) uit de vulopening of het
AdBlue-vulpistool (UREUM) wordt auto-
matisch uitgeschakeld.4. Na het verwijderen van het mondstuk
brengt u de dop weer aan op de AdBlue-
vulopening (UREUM) door deze rechtsom
te draaien totdat deze volledig is vastge-
draaid. Zet het contact van het voertuig in
de stand ACC (start de motor niet).
5. Wacht tot het waarschuwingslampje op
het instrumentenpaneel uitgaat voordat u
met het voertuig gaat rijden; het waar-
schuwingslampje kan enkele seconden tot
een halve minuut blijven branden. In ge-
val van het starten van de motor en bewe-
ging van het voertuig blijft het waarschu-
wingslampje gedurende een langere
periode branden, maar zijn er geen pro-
blemen met de motorfunctionaliteit. Als
het bijvullen is uitgevoerd met de AdBlue-
tank (UREUM) leeg, moet u twee minuten
wachten voordat u de motor start.
Tijdens het tanken van het additief voor diesele-
missies AdBlue (UREUM) vanuit een fles:
• Parkeer de auto op een vlakke ondergrond.
• Zet de motor uit door de contactschakelaar
in de stand OFF te draaien.• Open de brandstofvulklep, draai vervolgens
de dop van de AdBlue-vulopening
(UREUM) los en verwijder deze.
• Druk de onderkant van de fles naar de
vuldop om de veiligheidsklep van de fles te
ontgrendelen en het bijvullen te starten.
• Stop onmiddellijk met het vullen van de
AdBlue-tank (UREUM) wanneer een van de
volgende dingen gebeurt: AdBlue
(UREUM) stroomt niet meer uit de vulfles
in de AdBlue-vulopening (UREUM), er spat
AdBlue (UREUM) uit de vulopening.
• Als het niveau van AdBlue (UREUM) in de
fles niet daalt tijdens het bijvullen, bete-
kent dit dat u het reservoir hebt gevuld, dus
trek de fles naar u toe om de veiligheidsklep
van de fles weer te sluiten en schroef de
fles van de vuldop.
• Na het verwijderen van de fles brengt u de
dop weer aan op de AdBlue-vulopening
(UREUM) door deze rechtsom te draaien
totdat deze volledig is vastgedraaid.
203
Page 260 of 380

Oliepeil controleren
WAARSCHUWING!
• Rook nooit tijdens werkzaamheden in de
motorruimte: deze kan gas en ontvlam-
bare dampen bevatten, met het risico
van brand.
• Wees zeer voorzichtig bij werkzaamhe-
den in de motorruimte wanneer de motor
heet is: u zou brandwonden kunnen op-
lopen. Kom niet te dicht bij de radiateur-
ventilator: de elektrische ventilator kan
starten; verwondingsgevaar. Sjaals,
stropdassen en andere losse kleding-
stukken kunnen worden gegrepen door
bewegende onderdelen.
LET OP!
• Zorg dat u de verschillende soorten
vloeistoffen niet met elkaar verwisselt
wanneer u deze bijvult: ze zijn niet on-
derling compatibel! Als u bijvult met een
ongeschikte vloeistof, kan uw auto ern-
stig beschadigd raken.
LET OP!
• Het oliepeil mag nooit de MAX-
markering overschrijden.
• Vul altijd motorolie bij met dezelfde spe-
cificaties als de olie die al aanwezig is in
de motor.
• Wacht bij het bijvullen van de motorolie
tot de motor is afgekoeld voordat u de
vuldop losmaakt, met name bij auto's
met een aluminium dop. WAARSCHU-
WING: verbrandingsgevaar!
• Als het carter met te veel of te weinig
motorolie wordt gevuld, kan aëratie of
verlies van oliedruk optreden. Dit kan
leiden tot motorschade.
Om een optimale smering van de motor te
waarborgen, moet het juiste motoroliepeil
gehandhaafd blijven. Controleer het oliepeil
daarom regelmatig, bijvoorbeeld bij elke
tankstop. Het ideale tijdstip voor een controle
van het motoroliepeil is ongeveer vijf minuten
nadat een volledig opgewarmde motor is uit-
geschakeld.Controleer het oliepeil als de auto op een
vlakke ondergrond staat. De meting is dan
nauwkeuriger.
Er zijn drie mogelijke peilstoksoorten,
• Gearceerde zone.
• Gearceerde zone met markering SAFE.
• Kruisarcering met woord MIN aan de onder-
grens en MAX aan de bovengrens.
OPMERKING:
Handhaaf het motoroliepeil altijd binnen de
kruisarcering op de peilstok.
Als het oliepeil tot het onderste deel van de
peilstok komt en u vult 1,0 liter (1 quart) olie
bij, neemt het oliepeil toe tot het bovenste
merkteken.
LET OP!
Als het carter met te veel of te weinig
motorolie wordt gevuld, kan aëratie of ver-
lies van oliedruk optreden. Dit kan leiden
tot motorschade.
SERVICE EN ONDERHOUD
258
Page 331 of 380

Uw route wordt op de kaart gemarkeerd met
een blauwe lijn. Wanneer u afwijkt van de
oorspronkelijke route, wordt uw route op-
nieuw berekend. Tijdens het rijden op hoofd-
wegen wordt mogelijk een pictogram met de
maximumsnelheid weergegeven.
Een tussenstop invoegen
• Om een tussenstop in te voegen, moet de
routenavigatie actief zijn.
• Kies de schermtoets "Menu" om terug te
keren naar het navigatiehoofdmenu.
• Kies de schermtoets "Where To?" (waar-
heen) en zoek naar de extra tussenstop.
Wanneer een andere locatie is geselec-
teerd, kunt u ervoor kiezen uw vorige route
te annuleren, de locatie toe te voegen als
eerste bestemming of de locatie toe te
voegen als laatste bestemming.
• Druk op de gewenste keuze en kies de
schermtoets "GO!" (start).
Een omleiding volgen
• Om een omleiding te volgen, moet u een
route navigeren.
• Kies de schermtoets "Detour" (Omleiding).OPMERKING:
Als de route die u nu volgt de enige redelijke
optie is, is het mogelijk dat het apparaat geen
omleiding berekent. Zie voor meer informatie
de aanvulling op het instructieboekje van
Uconnect.
Kaartupdate
Ga naar www.maps.mopar.eu om uw kaart te
updaten of neem contact op met een erkende
dealer.
329
Page 374 of 380

keuze van de koelvloeistof
(antivries).............291, 292
Koolstofmonoxide, waarschuwing. . . .153
Koplampen...................39
Koplampen,
automatisch................41
automatisch grootlicht..........40
grootlicht...............39, 40
grootlichtschakelaar/dimlichtschakelaar.40
inschakelen met ruitenwissers.....41
lichtsignaal..............39, 41
schakelaar.................39
uitschakelvertraging...........41
Krik, gebruik.............219, 268
Lampen....................156
Lampen, verlichting.............156
Lampen vervangen.............208
Lampje cruisecontrol........82, 83, 84
Lampje open portier...........74, 75
LaneSense..................193
Lekke band vervangen........219, 268
Lekken, vloeistof..............156
Levensduur van banden..........272
Lichtsignaal..................41
Lights (Verlichting).............156Mediahub...................324
Menu slepen en neerzetten.....305, 312
Mistlampen................42, 81
Mopar-accessoires..............296
Motor...........254, 255, 256, 257
Motor,
aanbevelingen voor inrijden......159
brandstofvereisten........285, 291
keuze van de motorolie.........291
koeling..................259
koelvloeistof (antivries).........292
olie.................291, 292
oliepeil controleren...........258
olievuldop......254, 255, 256, 257
oververhitting..............236
starten met startkabels.........234
waarschuwing uitlaatgassen......153
Motorkapontgrendeling............62
Motorkapsteun.................62
Motorolie,
aanbevelingen.............
.291
controleren................258
filter....................292
peilstok..................258
viscositeit.................291
vulhoeveelheid..............291
waarschuwingslampje oliedruk.....76Multifunctionele bedieningshendel....39
Navigatie...................325
Neerklapbare rugleuningdelen.......29
Neerklapbare stoelen.............28
Noodgevallen,
opkrikken.............219, 268
schakelhendel ontgrendelen.....237
starten met startkabels.........234
waarschuwingsknipperlichten.....208
Noodstop...................105
Octaangetal, benzine (brandstof).....292
Olie, motor..................292
Omvormer,
voeding...................68
Onderhoudsschema.............244
Onderhoudsvrije accu...........262
Onderhoud van de velgen en banden . .276
Ontgrendeling, motorkap..........62
Ontwarringsprocedure,
veiligheidsgordel.............117
Ontwasemen..................56
Openen van de motorkap..........62
Opslag van het voertuig...........56
Oververhitting van de motor........236
INDEX
372
Page 376 of 380

Sleutels,
vervangen.................19
Sneeuwkettingen..............277
Snelheidsregeling,
Accel/Decel...............182
Accel/Decel (alleen ACC).......183
annuleren.............182, 183
instellen.................182
modusinstelling (alleen ACC).....187
volgafstand (alleen ACC)........186
voortzetten............182, 183
Snelheidsregeling (cruisecontrol).....182
Specificaties,
brandstof (benzine)...........292
olie.....................292
Spraakbedieningsopdracht. .337, 338, 341
Spraakherkenningssysteem
(VR)..............337, 338, 341
Stabilisatie-inrichting aanhanger (TSC) . .94
Stabilisatieregeling, aanhanger (TSC) . . .94
Stallen van het voertuig...........56
Starten....................157
Starten,
bij lage temperaturen.........157
knop.....................19
met afstandsbediening..........21
Starten met startkabels..........234Startprocedures...............157
Startsysteem met afstandsbediening . . .21
Steunen, hoofdsteun.............35
Stoelen.....................28
Stoelen,
geheugen..................30
gekoeld...................34
hoofdsteunen...............35
instaphulp.................32
kantelen..................28
neerklapbare achterbank........28
verstellen..................28
verwarmd..................33
Stoelen met geheugenfunctie en
autoradio..................28
Stoelen met systeem voor gemakkelijk in-
en uitstappen................32
Stoel met geheugenfunctie.........28
Stopcontact (voor randapparatuur).....66
Stop/Start...................83
Storen.................338, 348
Storingslampje (motorcontrole).......78
Sturen,
stuurkolom verstellen..........38
verwarmd stuur..............38
Stuurbediening audiosysteem.......322Stuurbediening voor audio.........322
Tanken.................197, 199
Telefoon (Uconnect)............330
Temperatuurregeling, automatisch (ATC) .55
Text Messages (tekstberichten) . .301, 339
Tips ......................322
Tractieregeling.................90
Transaxle,
automatisch...............165
werking..................165
Uconnect,
Uconnect-instellingen.........321
Uconnect 3 met 5-inch display......299
Uconnect 4C/4C Nav met 8,4-inch
display...................311
Uconnect 4 met 7-inch display......303
Uconnect-instellingen,
door klant programmeerbare
functies...............24, 321
Uconnect Phone...............330
Uconnect Phone,
bellen...................338
koppelen.................333
Uitlaatsysteem................153
INDEX
374