ad blue JEEP CHEROKEE 2019 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2019, Model line: CHEROKEE, Model: JEEP CHEROKEE 2019Pages: 380, PDF Size: 6.59 MB
Page 14 of 380
CRUISECONTROL.................... 182Activeren..................... 182
De gewenste snelheid instellen........ 183
Snelheid hervatten............... 183
Deactiveren.................... 183
ADAPTIEVE CRUISECONTROL (ACC)......... 183Activering..................... 184
Gewenste ACC-snelheid instellen....... 184
De snelheid aanpassen............. 184
Hervatten..................... 186
Uitschakelen................... 186
Volgafstand instellen.............. 186
Modus wijzigen.................. 187
PARKSENSE PARKEERHULPSYSTEEM........ 188ParkSense sensoren............... 188
ParkSense in- en uitschakelen......... 188
Display in de instrumentengroep....... 188
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van
ParkSense..................... 189
PARKSENSE PARKEERSENSOREN VOOR EN
ACHTER......................... 190
ParkSense sensoren............... 190
In-/uitschakelen................. 191
In- en uitschakelen............... 191
Rijden met aanhanger.............. 191
Algemene waarschuwingen........... 192
ACTIEF PARKEERHULPSYSTEEM PARKSENSE — INDIEN
AANWEZIG....................... 192
RIJSTROOKDETECTIE.................. 193
Werking van rijstrookdetectie.......... 193
Rijstrookdetectie in- of uitschakelen..... 194
Waarschuwingsbericht rijstrookdetectie . . . 194
Status van rijstrookdetectie wijzigen..... 196
PARKVIEW ACHTERUITRIJCAMERA — INDIEN
AANWEZIG....................... 196BRANDSTOF TANKEN................. 197
BRANDSTOF TANKEN — DIESELMOTOR....... 199
AdBlue (UREUM) — indien aanwezig.... 201
TREKKEN VAN EEN AANHANGER........... 204Trekgewichten (maximale
aanhangergewichten).............. 205
DE AUTO SLEPEN ACHTER EEN CAMPER...... 206Slepen van deze auto achter een ander
voertuig...................... 206
Slepen achter een camper — modellen met
voorwielaandrijving (FWD)........... 206
Slepen achter een camper - 4X4-modellen . 207
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTEN......... 208
GLOEILAMPEN VERVANGEN.............. 208
Vervangingslampen............... 208
Gloeilampen buitenverlichting vervangen . . 209
ZEKERINGEN...................... 210Algemene informatie.............. 210
Zekeringen onder de motorkap......... 210
Interieur, zekeringen............... 218
WIELEN VERWISSELEN EN GEBRUIK VAN DE KRIK . 219Plaats van krik en reservewiel......... 219
Voorbereidingen voor het opkrikken...... 220
Instructies bij opkrikken............ 221
Origineel wiel monteren............. 224
Verklaring van conformiteit........... 224
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van de
krik......................... 227
BANDENSERVICEKIT — INDIEN AANWEZIG..... 228Opslagplaats van bandenservicekit...... 228
Onderdelen en gebruik van de
bandenservicekit................. 228Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van
bandenservicekit................. 229
Een band repareren met de
bandenservicekit................. 230
STARTEN MET STARTKABELS............. 234Voorbereiding voor het starten met
startkabels..................... 234
Starten met startkabels............. 235
OVERVERHITTING VAN DE MOTOR.......... 236
SCHAKELHENDEL ONTGRENDELEN.......... 237
EEN VASTZITTENDE AUTO WEER VRIJ KRIJGEN . . . 238
SLEPEN VAN EEN AUTO MET PECH......... 239
Zonder sleutelhouder.............. 241
Modellen met voorwielaandrijving (FWD) . . 241
4X4-Modellen................... 241
Bergingskabel — indien aanwezig....... 242
UITGEBREID ONGELUKKENRESPONSSYSTEEM
(EARS)......................... 243
EVENT DATA RECORDER (EDR)............ 243
SERVICE EN ONDERHOUD
GEPLAND ONDERHOUD................ 244Gepland onderhoud — benzinemotor..... 244
Gepland onderhoud — dieselmotor...... 249
MOTORCOMPARTIMENT............... 2542,0-liter motor.................. 254
2.4-liter motor.................. 255
3.2-liter motor.................. 256
2.2-liter dieselmotor............... 257
Oliepeil controleren............... 258
Koelsysteem................... 259
Vloeistof voor ruitenwisser bijvullen...... 259
Remsysteem................... 260
INHOUD
12
Page 15 of 380
Handgeschakelde versnellingsbak — indien
aanwezig...................... 261
Automatische versnellingsbak......... 261
Onderhoudsvrije accu.............. 262
DEALERSERVICE.................... 262Ruitenwisserbladen............... 263
HET VOERTUIG OMHOOG TE BRENGEN........ 268
BANDEN........................ 268
Banden — Algemene informatie....... 268
Type banden................... 273
Reservewielen — indien aanwezig...... 274
Verzorging van velgen en wieldoppen.... 276
Sneeuwkettingen (tractiehulpmiddelen) . . . 277
Aanbevelingen voor het rouleren van
banden....................... 278
HET VOERTUIG STALLEN............... 279
CAROSSERIE...................... 280
Behoud van de carosserie............ 280
INTERIEUR....................... 281Stoelen en bekleding.............. 281
Kunststof- en gelakte onderdelen....... 282
Lederen onderdelen............... 283
Ruitoppervlakken................ 283
TECHNISCHE SPECIFICATIES
CHASSISNUMMER (VIN)............... 284
AANHAALMOMENTEN VOOR VELGEN EN BANDEN . 285
Voorgeschreven aanhaalmomenten...... 285
BRANDSTOFVEREISTEN — BENZINEMOTOREN . . . 2852,0-liter motor.................. 285
2,0-liter en 3,2-liter motoren......... 286
Brandstofadditieven............... 286
Brandstoflabel voldoet aan EN16942.... 286
BRANDSTOFVEREISTEN — DIESELMOTOR...... 288Brandstoflabel voldoet aan EN16942.... 289
VLOEISTOFINHOUD................... 291
VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN......... 292
Motor........................ 292
Chassis....................... 295
BRANDSTOFVERBRUIK EN CO2-EMISSIES...... 295
MOPAR ACCESSOIRES................. 296
Originele accessoires van Mopar........ 296
MULTIMEDIA
CYBERVEILIGHEID................... 298
UCONNECT 3 SYSTEEM MET 5–INCH DISPLAY — INDIEN
AANWEZIG....................... 299
Overzicht Uconnect 3 met 5-inch display . . 299
Klok instellen.................. 300
Audio-instelling.................. 300
Bediening van de radio............. 301
Gesproken tekstberichten beantwoorden (niet
compatibel met iPhone)............ 301
Apps — indien aanwezig............ 302
UCONNECT 4 MET 7-INCH DISPLAY......... 303Overzicht Uconnect 4.............. 303
Menubalk slepen en neerzetten........ 305
Radio....................... 306
Android Auto — indien aanwezig....... 307
Integratie Apple CarPlay — indien
aanwezig...................... 309
Apps — indien aanwezig............ 310
UCONNECT 4C/4C NAV MET 8,4-INCH DISPLAY . . 311Overzicht Uconnect 4C/4C NAV........ 311
Menubalk slepen en neerzetten........ 312
Radio....................... 313Android Auto — indien aanwezig....... 314
Integratie Apple CarPlay — indien
aanwezig...................... 318
Apps — indien aanwezig............ 321
INSTELLINGEN VAN UCONNECT........... 321
TIPS BEDIENINGSELEMENTEN EN ALGEMENE
INFORMATIE...................... 322
Stuurbedieningselementen geluidsinstallatie. 322
BEDIENING AUX/USB/MP3 — INDIEN AANWEZIG . 324
NAVIGATIESYSTEEM — INDIEN AANWEZIG..... 325
Volume van gesproken aanwijzingen van het
navigatiesysteem wijzigen............ 325
Nuttige plaatsen vinden............. 327
Een locatie vinden door de naam in te
voeren....................... 327
Gesproken bestemming invoeren in één
stap......................... 327
Uw thuisadres instellen............. 327
Home........................ 328
Een tussenstop invoegen............ 329
Een omleiding volgen.............. 329
Kaartupdate.................... 329
UCONNECT PHONE.................. 330Uconnect Phone (Handsfree bellen met
Bluetooth)..................... 330
Uw mobiele telefoon koppelen (draadloos
verbinden) met het Uconnect-systeem.... 333
Algemene telefoonopdrachten (voorbeelden). 337
Microfoon uitschakelen (of inschakelen) tijdens
gesprek...................... 337
Actieve gesprekken doorverbinden tussen handset
en voertuig.................... 337
Phonebook (telefoonboek)........... 338
Tips voor spraakbediening........... 338
13
Page 16 of 380
Het volume wijzigen............... 338
Do Not Disturb (niet storen) gebruiken . . . 338
Binnenkomende SMS-berichten....... 339
Handige tips en veelgestelde vragen voor het
verbeteren van de Bluetooth-prestaties met uw
Uconnect systeem................ 340
SNELLE TIPS VOOR SPRAAKHERKENNING
UCONNECT...................... 341
Introductie Uconnect.............. 341
Aan de slag.................... 342
Basisspraakcommando's............ 343
Radio........................ 343
Media....................... 344
Phone (telefoon)................. 345
Beantwoording gesproken tekstberichten . . 346
Klimaatregeling.................. 347
Navigatie (4C NAV)............... 347
Siri Eyes Free — Indien aanwezig...... 348
Do Not Disturb (niet storen) gebruiken.... 348
Android Auto — indien aanwezig....... 349
Apple CarPlay — indien aanwezig....... 350
Meer informatie................. 351
KLANTENSERVICE
WANNEER U ASSISTENTIE NODIG HEBT....... 352ARGENTINIË................... 353
AUSTRALIË.................... 353
OOSTENRIJK................... 353
BALANCE OF THE CARIBBEAN........ 353
BELGIË...................... 354
BOLIVIA...................... 354
BRAZILIË..................... 354
BULGARIJE.................... 354
CHILI........................ 354
CHINA....................... 355
COLOMBIA.................... 355COSTA RICA................... 355
KROATIË..................... 355
TSJECHIË..................... 355
DENEMARKEN.................. 356
DOMINICAANSE REPUBLIEK......... 356
ECUADOR..................... 356
EL SALVADOR.................. 356
ESTLAND..................... 356
FINLAND..................... 357
FRANKRIJK.................... 357
DUITSLAND................... 357
GRIEKENLAND.................. 358
GUATEMALA................... 358
HONDURAS.................... 358
HUNGARY..................... 358
INDIA....................... 358
IERLAND..................... 359
ITALIË....................... 359
LETLAND..................... 359
LITOUWEN.................... 360
LUXEMBURG................... 360
NEDERLAND................... 360
NIEUW-ZEELAND................ 360
NOORWEGEN................... 361
PANAMA...................... 361
PARAGUAY.................... 361
PERU....................... 361
POLEN....................... 361
PORTUGAL.................... 362
PORTO RICO EN DE AMERIKAANSE
MAAGDENEILANDEN.............. 362
REUNION..................... 362
ROEMENIË.................... 362
RUSLAND..................... 362
SERVIË ...................... 363
SLOWAKIJE.................... 363SLOVENIË..................... 363
ZUID-AFRIKA................... 363
SPANJE...................... 364
ZWEDEN...................... 364
ZWITSERLAND.................. 364
TAIWAN ...................... 365
TURKIJE...................... 365
OEKRAÏNE.................... 365
VERENIGD KONINKRIJK............ 365
URUGUAY..................... 366
VENEZUELA................... 366
INDEX....................... 369
INHOUD
14
Page 73 of 380
•Toets pijl omhoog
Druk kort op de toets met de pijlomhoogom
omhoog te bladeren door het hoofdmenu en
de submenu's.
•Toets pijl omlaag
Druk kort op de toets met de pijlomlaagom
omlaag te bladeren door het hoofdmenu en
de submenu's.
•Toets pijl naar rechts
Druk kort op de toets met de pijl naarrechts
voor toegang tot de informatieschermen of
submenuschermen van een optie in het
hoofdmenu.
•Toets pijl naar links
Druk kort op de toets met de pijl naarlinks
voor toegang tot de informatieschermen of
submenuschermen van een optie in het
hoofdmenu.
•Knop OK
Druk op de toetsOKvoor toegang tot en
selectie op de informatieschermen of sub-
menuschermen van een hoofdmenu. Houd
de knopOKingedrukt om de getoonde/
geselecteerde functies te resetten waarvoor
dat mogelijk is.Selecteerbare items op display in
instrumentengroep
Het display in de instrumentengroep kan wor-
den gebruikt voor weergave van de volgende
menu-items:
Snelheidsmeter Stop/Start
Vehicle Info
(voertuiginformatie)Audio
Bestuurderhulp Messages (berichten)
Brandstofverbruik Screen Setup (scherm
instellen)
Dagteller Schakelindicator
(GSI)
OPMERKING:
Afhankelijk van de voertuigopties kunnen de
functie-instellingen variëren. Raadpleeg de
paragraaf "Display in de instrumentengroep"
in het hoofdstuk "Uw Instrumentenpaneel
leren kennen" in het instructieboekje voor
meer informatie.
Dieseldisplays
Onder de juiste omstandigheden worden de
volgende berichten weergegeven op het dis-
play in de instrumentengroep:• Exhaust Filter Nearing Full Safely Drive at
Consistent Speeds to Clear (Roetfilter bijna
vol Rijd met veilige en constante snelheid
om de melding te wissen)
• Exhaust Filter Full – Power Reduced See
Dealer (Roetfilter vol – Vermogen geredu-
ceerd Raadpleeg dealer)
• Exhaust System Service Required – See
Dealer (Onderhoud uitlaatsysteem vereist –
Raadpleeg dealer)
• Exhaust System – Filter XX% Full Service
Required See Dealer (Uitlaatsysteem – Fil-
ter XX% vol Onderhoud vereist Raadpleeg
dealer)
• Exhaust System Regeneration in Process
Continue Driving (Uitlaatsysteem Regene-
ratie bezig Blijf rijden)
• Exhaust System – Regeneration Completed
(Uitlaatsysteem – Regeneratie voltooid)
• Engine Will Not Restart in XXXX mi
(XXXX km) Adblue Low Refill Soon (Motor
kan niet meer worden gestart na XXXX mijl
(XXXX km) Adblue laag Vul snel bij)
71
Page 74 of 380
• Engine Will Not Restart in XXXX mi
(XXXX km) Refill Adblue (Motor kan niet
meer worden gestart na XXXX mijl
(XXXX km) Vul Adblue bij)
• Engine Will Not Start Refill Adblue (Motor
kan niet meer worden gestart Vul Adblue
bij)
• Service Adblue System See Dealer (Onder-
houd Adblue-systeem Raadpleeg dealer)
• Incorrect Adblue Detected See Dealer (On-
juiste Adblue gedetecteerd Raadpleeg dea-
ler)
• Engine Will Not Restart in XXX mi (XXX km)
Service Adblue See Dealer (Motor kan niet
meer worden gestart na XXX mijl (XXX km)
Onderhoud Adblue Raadpleeg dealer)
• Engine Will Not Restart Service Adblue
System See Dealer (Motor kan niet meer
worden gestart Onderhoud Adblue-systeem
Raadpleeg dealer)
• Engine Will Not Start Service Adblue Sys-
tem See Dealer (Motor kan niet starten
Onderhoud Adblue-systeem Raadpleeg
dealer)Berichten roetfilter dieselmotor (DPF)
Deze motor voldoet aan alle vereiste emissie-
normen voor dieselmotoren. Om aan deze
emissienormen te voldoen is uw auto uitge-
rust met een uiterst moderne motor en uit-
laatsysteem. Deze systemen zijn naadloos
geïntegreerd in uw auto en worden beheerd
door de regelmodule van de aandrijflijn
(PCM). De PCM controleert de verbranding in
de motor, zodat de katalysator roetdeeltjes
kan opvangen en verbranden zonder uw
tussenkomst.
WAARSCHUWING!
Een heet uitlaatsysteem kan brand veroor-
zaken wanneer u boven brandbaar materi-
aal parkeert. Denk bijvoorbeeld aan droog
gras of bladeren die in aanraking komen
met de hete uitlaat. Parkeer daarom nooit
op een ondergrond waar uw uitlaat in aan-
raking kan komen met brandbaar materi-
aal.
LET OP!
De motor kan worden uitgeschakeld, zelfs
als het waarschuwingslampje brandt: her-
haalde onderbrekingen van het regenera-
tieproces kan leiden tot een vroegtijdige
verslechtering van motorolie. Het wordt
daarom altijd aanbevolen om te wachten
tot het symbool verdwijnt voordat u de
motor uitzet, volgens de bovenstaande in-
structies. Voer niet de DPF-regeneratie uit
wanneer de auto stilstaat.
WAARSCHUWINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
De waarschuwings-/controlelampjes in het
instrumentenpaneel worden indien van toe-
passing samen met een speciale melding
en/of geluidssignaal weergegeven. Dit zijn
slechts indicaties en waarschuwingen die
niet mogen worden beschouwd als volledig
en/of alternatief voor de informatie in het
instructieboekje, die u in alle gevallen aan-
dachtig dient te lezen. Raadpleeg altijd de
informatie in dit hoofdstuk in het geval van
een storingsaanduiding. Alle actieve verklik-
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
72
Page 81 of 380
— Waarschuwingslampje storing
AdBlue-inspuitsysteem (UREUM) - indien
aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden, sa-
men met een speciale melding op het display
(indien aanwezig) als er een onbekende vloei-
stof die niet voldoet aan aanvaardbare eigen-
schappen is gebruikt, of als een gemiddeld
verbruik van AdBlue (UREUM) van meer dan
50% wordt gedetecteerd. Neem dan zo snel
mogelijk contact op met een erkende dealer.
Als het niveau niet wordt aangepast, ver-
schijnt een extra waarschuwing op de vol-
gende afstanden totdat de AdBlue-tank
(UREUM) leeg is: 400 km (249 mijl),
320 km (199 mijl), 240 km (149 mijl).
Wanneer 200 km (125 mijl) resteren voordat
de AdBlue-tank (UREUM) leeg is, verschijnt
er een continu speciaal bericht op het instru-
mentenpaneel, vergezeld van een zoemerge-
luid (indien aanwezig).
SERV4WD— Waarschuwingslampje onderhoud
vierwielaandrijving — indien aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden om
aan te geven dat er sprake is van een storing
van het vierwielaandrijvingssysteem. Als het
lampje blijft branden of tijdens het rijden
gaat branden, duidt dit erop dat de vierwiel-
aandrijving niet correct werkt en moet worden
nagekeken. Wij raden u aan naar het dichtst-
bijzijnde service center te rijden en de auto
onmiddellijk te laten repareren.
— Lampje Service Forward Collision
Warning (FCW) — indien aanwezig
Dit lampje gaat branden om aan te geven dat
er een storing aanwezig is in het Forward
Collision Warning-systeem. Neem contact op
met uw erkende dealer voor service. Raad-
pleeg de paragraaf "Forward Collision War-
ning (FCW)" in het hoofdstuk "Veiligheid" voor
meer informatie.
— Waarschuwingslampje onderhoud
Stop/Start-systeem
Deze indicator gaat branden om aan te geven
dat het Stop/Start-systeem niet correct werkt
en moet worden nagekeken. Neem contact op
met een erkende dealer voor onderhoud.
— Waarschuwingslampje storing
cruisecontrol
Dit waarschuwingslampje gaat branden om
aan te geven dat de cruisecontrol niet correct
werkt en moet worden nagekeken. Neem con-
tact op met een erkende dealer.
— Waarschuwingslampje bandenspan-
ningscontrolesysteem (TPMS)
Het waarschuwingslampje gaat branden en er
wordt een bericht weergegeven om aan te
geven dat de bandenspanning lager is dan de
aanbevolen waarde en/of langzaam span-
ningsverlies optreedt. In deze gevallen, wor-
den de optimale gebruiksduur van de banden
en het optimale brandstofverbruik mogelijk
niet gegarandeerd.
79
Page 202 of 380
5. Vul de tank met brandstof en wanneer het
tankpistool "klikt" of wordt afgesloten, is
de brandstoftank vol.
6. Wacht tien seconden voordat u het tank-
pistool verwijdert om de brandstof uit het
pistool te laten lopen.
7. Verwijder het tankpistool en sluit de
brandstofvulklep.Brandstof bijvullen met een jerrycan in noodge-
vallen
De meeste jerrycans kunnen de afsluitklep
niet openen. Een trechter wordt bijgeleverd
waarmee u de afsluitklep kunt openen zodat
u in noodgevallen brandstof kunt bijvullen
met een jerrycan.
1. Pak de trechter uit de laadruimte achter.
2. Steek de trechter op dezelfde manier in
de vulleiding als het tankpistool.
3. Zorg ervoor dat de trechter volledig is
geplaatst zodat hij de afsluitklep
openhoudt.
4. Giet de brandstof in de trechter.
5. Verwijder de trechter uit de vulleiding,
reinig hem voordat u hem terug plaatst in
de opbergruimte voor het reservewiel.
OPMERKING:
• Wanneer het mondstuk aan de vulslang
klikt of afsluit, is de brandstoftank vol.
WAARSCHUWING!
• Houd brandende sigaretten en vuur uit
de buurt van de auto wanneer de vulklep
is geopend of tijdens het tanken.
• Vul nooit brandstof bij wanneer de motor
draait. Dit is in strijd met de richtlijnen
in de meeste landen en kan ertoe leiden
dat het storingslampje gaat branden.
• Breng geen object/dop dat/die niet spe-
cifiek voor de auto is geleverd aan op het
uiteinde van de vulleiding. Het gebruik
van niet-compatibele objecten/doppen
kan leiden tot een drukverhoging in de
tank, waardoor gevaarlijke situaties kun-
nen ontstaan.
• Er kan brand ontstaan als u een jerrycan
die in een auto staat met brandstof vult.
Dit kan leiden tot brandwonden. Plaats
een jerrycan altijd op de grond alvorens
deze te vullen.
Brandstofvulklep
1 - AdBlue-vuldop (UREUM)
2 - Brandstofvulklep
STARTEN EN RIJDEN
200
Page 203 of 380
AdBlue (UREUM) — indien aanwezig
Uw auto is uitgerust met een systeem voor
selectieve katalytische reductie (SCR-
systeem) om te voldoen aan de zeer strenge
dieselemissienormen volgens de wetgeving
van de Europese Unie.
Het doel van het SCR-systeem is de hoeveel-
heid NOx (stikstofoxiden die motoren uitsto-
ten), dat schadelijk is voor onze gezondheid
en het milieu, tot vrijwel nul terug te brengen.
Kleine hoeveelheden AdBlue (UREUM) wor-
den vóór de katalysator in de uitlaat gespoten
waar het na verdamping de smog veroorza-
kende stikstofoxiden (NOx) omzet in onscha-
delijke stikstof (N2) en waterdamp (H2O),
twee natuurlijke componenten van de lucht
die wij inademen. U kunt in uw auto rijden
met het geruststellende idee dat uw voertuig
bijdraagt aan een schoner en gezonder milieu
voor de huidige én komende generaties.
Systeemoverzicht
Deze auto is uitgerust met een AdBlue-
inspuitsysteem UREUM) en een SCR-
katalysator (selectieve katalytische reductie)
om te voldoen aan de emissie-eisen.Het AdBlue-inspuitsysteem (UREUM) be-
staat uit de volgende onderdelen:
• AdBlue-tank (UREUM)
• AdBlue-pomp (UREUM)
• AdBlue-verstuiver (UREUM)
• Elektrisch verwarmde AdBlue-leidingen
(UREUM)
• NOx-sensoren
• Temperatuursensoren
• SCR-katalysator
Het AdBlue-inspuitsysteem (UREUM) en de
SCR-katalysator zorgen ervoor dat aan de
dieselemissie-eisen wordt voldaan met be-
houd van een uitstekend brandstofverbruik,
rijgedrag, koppel en vermogen.
Raadpleeg de paragraaf "Display in de instru-
mentengroep" in het hoofdstuk "Uw Instru-
mentenpaneel leren kennen" voor systeembe-
richten en waarschuwingen.OPMERKING:
• Uw auto is uitgerust met een AdBlue-
inspuitsysteem (UREUM). Af en toe hoort u
mogelijk een klikkend geluid bij stilstand
dat onder de auto vandaan komt. Dit is
normaal.
• De AdBlue-pomp (UREUM) blijft gedu-
rende enige tijd na het uitschakelen van de
motor in werking om het AdBlue-systeem
(UREUM) door te spoelen. Dit is de nor-
male werking en het is mogelijk hoorbaar
vanaf de achterkant van de auto.
Opslag van AdBlue (UREUM)
AdBlue (UREUM) wordt beschouwd als een
zeer stabiel product met een lange houdbaar-
heid. Als AdBlue (UREUM) wordt bewaard bij
temperaturen tussen -12 °C en 32 °C (10 °F
en 90 °F), is het ten minste één jaar houd-
baar.
AdBlue (UREUM) kan bij de laagste tempe-
raturen bevriezen. AdBlue (UREUM) kan bij-
voorbeeld bevriezen bij een temperatuur van
of onder -11 °C (12 °F). Het systeem is
ontworpen voor gebruik in deze omgeving.
201
Page 204 of 380
OPMERKING:
Bij het werken met AdBlue (UREUM) is het
volgende van belang:
• Alle reservoirs of onderdelen die in contact
komen met AdBlue (UREUM), moeten
compatibel zijn met AdBlue (UREUM)
(kunststof of roestvrij staal). Koper, mes-
sing, aluminium, ijzer of niet-roestvrij staal
moet worden vermeden, omdat ze onderhe-
vig zijn aan corrosie door AdBlue
(UREUM).
• Als AdBlue (UREUM) wordt gemorst, moet
het volledig worden opgeveegd.
AdBlue (UREUM) toevoegen
OPMERKING:
Rijomstandigheden (hoogte, rijsnelheid, be-
lading enz.) zijn van invloed op het verbruik
van AdBlue (UREUM) door uw auto.
AdBlue-vulprocedure (UREUM) met pomp-
mondstuk
OPMERKING:
Raadpleeg de paragraaf "Vloeistoffen en
smeermiddelen" in het hoofdstuk "Techni-
sche gegevens" voor de juiste vloeistofsoort.1. Parkeer de auto op een vlakke onder-
grond. Zet de motor uit door de contact-
schakelaar in de stand OFF te draaien.
Open de brandstofvulklep, draai vervol-
gens de dop van de AdBlue-vulopening
(UREUM) los en verwijder deze.
2. Steek de adapter/vulpistool voor AdBlue
(UREUM) in de AdBlue-vulopening
(UREUM).
LET OP!
•Om morsen van AdBlue (UREUM) en
mogelijke schade aan de AdBlue-tank
(UREUM) als gevolg van overlopen te
voorkomen, mag u de AdBlue-tank
(UREUM) niet overmatig vullen.
• VUL NOOIT TE VEEL VLOEISTOF BIJ.
AdBlue (UREUM) bevriest onder 12 ºF
(-11 ºC). Het AdBlue-systeem (UREUM)
is ontworpen om te werken bij tempera-
turen lager dan het vriespunt van de
AdBlue (UREUM); als echter de tank te
ver wordt gevuld en bevriest, kan het
systeem beschadigd raken.
• Als u AdBlue (UREUM) morst, reinig dan
onmiddellijk de plaats met water en ge-
bruik een absorberend materiaal om de
gemorste vloeistof op de grond op te
nemen.
• Probeer niet uw motor te starten als u
per ongeluk AdBlue (UREUM) in de
brandstoftank heeft bijgevuld, aange-
zien dit kan leiden tot ernstige schade
aan uw motor, met inbegrip van maar
niet beperkt tot storingen in de brand-
stofpomp en de verstuivers.
Brandstofvulklep
1 - AdBlue-vuldop (UREUM)
2 - Brandstofvulklep
STARTEN EN RIJDEN
202
Page 205 of 380
LET OP!
• Vul de tank nooit met iets anders dan
AdBlue (UREUM) – met name vormen
van koolwaterstof, zoals dieselbrandstof,
brandstofsysteem-additieven, benzine
of andere producten op oliebasis. Zelfs
een zeer kleine hoeveelheid hiervan,
minder dan 100 deeltjes per miljoen of
minder dan 30 ml (1 oz.) per 295 liter
(78 gallon) zal het hele AdBlue-systeem
(UREUM) dusdanig verontreinigen dat
het moet worden vervangen. Als eige-
naars een jerrycan, trechter of mondstuk
gebruiken tijdens het vullen van de tank,
moeten deze nieuw zijn of alleen zijn
gebruikt voor het vullen met AdBlue
(UREUM). Mopar levert een aansluit-
baar mondstuk bij de AdBlue (UREUM)
voor dit doeleinde.
3. Stop direct met het vullen van de AdBlue-
tank (UREUM) wanneer een van de vol-
gende dingen gebeurt: er spat AdBlue
(UREUM) uit de vulopening of het
AdBlue-vulpistool (UREUM) wordt auto-
matisch uitgeschakeld.4. Na het verwijderen van het mondstuk
brengt u de dop weer aan op de AdBlue-
vulopening (UREUM) door deze rechtsom
te draaien totdat deze volledig is vastge-
draaid. Zet het contact van het voertuig in
de stand ACC (start de motor niet).
5. Wacht tot het waarschuwingslampje op
het instrumentenpaneel uitgaat voordat u
met het voertuig gaat rijden; het waar-
schuwingslampje kan enkele seconden tot
een halve minuut blijven branden. In ge-
val van het starten van de motor en bewe-
ging van het voertuig blijft het waarschu-
wingslampje gedurende een langere
periode branden, maar zijn er geen pro-
blemen met de motorfunctionaliteit. Als
het bijvullen is uitgevoerd met de AdBlue-
tank (UREUM) leeg, moet u twee minuten
wachten voordat u de motor start.
Tijdens het tanken van het additief voor diesele-
missies AdBlue (UREUM) vanuit een fles:
• Parkeer de auto op een vlakke ondergrond.
• Zet de motor uit door de contactschakelaar
in de stand OFF te draaien.• Open de brandstofvulklep, draai vervolgens
de dop van de AdBlue-vulopening
(UREUM) los en verwijder deze.
• Druk de onderkant van de fles naar de
vuldop om de veiligheidsklep van de fles te
ontgrendelen en het bijvullen te starten.
• Stop onmiddellijk met het vullen van de
AdBlue-tank (UREUM) wanneer een van de
volgende dingen gebeurt: AdBlue
(UREUM) stroomt niet meer uit de vulfles
in de AdBlue-vulopening (UREUM), er spat
AdBlue (UREUM) uit de vulopening.
• Als het niveau van AdBlue (UREUM) in de
fles niet daalt tijdens het bijvullen, bete-
kent dit dat u het reservoir hebt gevuld, dus
trek de fles naar u toe om de veiligheidsklep
van de fles weer te sluiten en schroef de
fles van de vuldop.
• Na het verwijderen van de fles brengt u de
dop weer aan op de AdBlue-vulopening
(UREUM) door deze rechtsom te draaien
totdat deze volledig is vastgedraaid.
203