service indicator JEEP CHEROKEE 2019 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2019, Model line: CHEROKEE, Model: JEEP CHEROKEE 2019Pages: 380, PDF Size: 6.59 MB
Page 73 of 380

•Toets pijl omhoog
Druk kort op de toets met de pijlomhoogom
omhoog te bladeren door het hoofdmenu en
de submenu's.
•Toets pijl omlaag
Druk kort op de toets met de pijlomlaagom
omlaag te bladeren door het hoofdmenu en
de submenu's.
•Toets pijl naar rechts
Druk kort op de toets met de pijl naarrechts
voor toegang tot de informatieschermen of
submenuschermen van een optie in het
hoofdmenu.
•Toets pijl naar links
Druk kort op de toets met de pijl naarlinks
voor toegang tot de informatieschermen of
submenuschermen van een optie in het
hoofdmenu.
•Knop OK
Druk op de toetsOKvoor toegang tot en
selectie op de informatieschermen of sub-
menuschermen van een hoofdmenu. Houd
de knopOKingedrukt om de getoonde/
geselecteerde functies te resetten waarvoor
dat mogelijk is.Selecteerbare items op display in
instrumentengroep
Het display in de instrumentengroep kan wor-
den gebruikt voor weergave van de volgende
menu-items:
Snelheidsmeter Stop/Start
Vehicle Info
(voertuiginformatie)Audio
Bestuurderhulp Messages (berichten)
Brandstofverbruik Screen Setup (scherm
instellen)
Dagteller Schakelindicator
(GSI)
OPMERKING:
Afhankelijk van de voertuigopties kunnen de
functie-instellingen variëren. Raadpleeg de
paragraaf "Display in de instrumentengroep"
in het hoofdstuk "Uw Instrumentenpaneel
leren kennen" in het instructieboekje voor
meer informatie.
Dieseldisplays
Onder de juiste omstandigheden worden de
volgende berichten weergegeven op het dis-
play in de instrumentengroep:• Exhaust Filter Nearing Full Safely Drive at
Consistent Speeds to Clear (Roetfilter bijna
vol Rijd met veilige en constante snelheid
om de melding te wissen)
• Exhaust Filter Full – Power Reduced See
Dealer (Roetfilter vol – Vermogen geredu-
ceerd Raadpleeg dealer)
• Exhaust System Service Required – See
Dealer (Onderhoud uitlaatsysteem vereist –
Raadpleeg dealer)
• Exhaust System – Filter XX% Full Service
Required See Dealer (Uitlaatsysteem – Fil-
ter XX% vol Onderhoud vereist Raadpleeg
dealer)
• Exhaust System Regeneration in Process
Continue Driving (Uitlaatsysteem Regene-
ratie bezig Blijf rijden)
• Exhaust System – Regeneration Completed
(Uitlaatsysteem – Regeneratie voltooid)
• Engine Will Not Restart in XXXX mi
(XXXX km) Adblue Low Refill Soon (Motor
kan niet meer worden gestart na XXXX mijl
(XXXX km) Adblue laag Vul snel bij)
71
Page 81 of 380

— Waarschuwingslampje storing
AdBlue-inspuitsysteem (UREUM) - indien
aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden, sa-
men met een speciale melding op het display
(indien aanwezig) als er een onbekende vloei-
stof die niet voldoet aan aanvaardbare eigen-
schappen is gebruikt, of als een gemiddeld
verbruik van AdBlue (UREUM) van meer dan
50% wordt gedetecteerd. Neem dan zo snel
mogelijk contact op met een erkende dealer.
Als het niveau niet wordt aangepast, ver-
schijnt een extra waarschuwing op de vol-
gende afstanden totdat de AdBlue-tank
(UREUM) leeg is: 400 km (249 mijl),
320 km (199 mijl), 240 km (149 mijl).
Wanneer 200 km (125 mijl) resteren voordat
de AdBlue-tank (UREUM) leeg is, verschijnt
er een continu speciaal bericht op het instru-
mentenpaneel, vergezeld van een zoemerge-
luid (indien aanwezig).
SERV4WD— Waarschuwingslampje onderhoud
vierwielaandrijving — indien aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden om
aan te geven dat er sprake is van een storing
van het vierwielaandrijvingssysteem. Als het
lampje blijft branden of tijdens het rijden
gaat branden, duidt dit erop dat de vierwiel-
aandrijving niet correct werkt en moet worden
nagekeken. Wij raden u aan naar het dichtst-
bijzijnde service center te rijden en de auto
onmiddellijk te laten repareren.
— Lampje Service Forward Collision
Warning (FCW) — indien aanwezig
Dit lampje gaat branden om aan te geven dat
er een storing aanwezig is in het Forward
Collision Warning-systeem. Neem contact op
met uw erkende dealer voor service. Raad-
pleeg de paragraaf "Forward Collision War-
ning (FCW)" in het hoofdstuk "Veiligheid" voor
meer informatie.
— Waarschuwingslampje onderhoud
Stop/Start-systeem
Deze indicator gaat branden om aan te geven
dat het Stop/Start-systeem niet correct werkt
en moet worden nagekeken. Neem contact op
met een erkende dealer voor onderhoud.
— Waarschuwingslampje storing
cruisecontrol
Dit waarschuwingslampje gaat branden om
aan te geven dat de cruisecontrol niet correct
werkt en moet worden nagekeken. Neem con-
tact op met een erkende dealer.
— Waarschuwingslampje bandenspan-
ningscontrolesysteem (TPMS)
Het waarschuwingslampje gaat branden en er
wordt een bericht weergegeven om aan te
geven dat de bandenspanning lager is dan de
aanbevolen waarde en/of langzaam span-
ningsverlies optreedt. In deze gevallen, wor-
den de optimale gebruiksduur van de banden
en het optimale brandstofverbruik mogelijk
niet gegarandeerd.
79
Page 246 of 380

GEPLAND ONDERHOUD
Correct onderhoud is cruciaal voor een lange
levensduur van de auto onder de beste om-
standigheden. Daarom heeft Jeep een reeks
controles en diensten gepland op vaste af-
standsintervallen en, waar van toepassing, op
vaste tijdsintervallen, zoals beschreven in het
onderhoudsschema. Om de auto in optimale
conditie te houden, zijn op de volgende pagi-
na's van het onderhoudsschema enkele extra
controles vermeld die vaker moeten worden
uitgevoerd dan volgens het normale schema
op basis van de inwisseling van tegoedbon-
nen. Gepland onderhoud wordt aangeboden
door alle erkende dealers op basis van vaste
tijds- of kilometerstandintervallen. Als tij-
dens elke bewerking naast de geplande be-
werkingen verdere vervangingen of reparaties
nodig blijken te zijn, kunnen deze enkel met
de uitdrukkelijke toestemming van de eige-
naar worden uitgevoerd.
De monteurs bij de dealer kennen uw auto
het beste en hebben toegang tot informatie
van fabrieksgetrainde specialisten, originele
onderdelen van Mopar en speciaal ontworpen
elektronisch en mechanisch gereedschapwaarmee kostbare reparaties in de toekomst
kunnen worden voorkomen. Als uw auto vaak
wordt gebruikt voor sleepwerkzaamheden,
moet het interval tussen geplande onder-
houdswerkzaamheden worden verminderd.
Bij veeleisend gebruik, bijvoorbeeld door het
rijden in stoffige omgevingen of veel korte
ritten, is mogelijk meer onderhoud vereist.
OPMERKING:
Geplande onderhoudstaken worden bepaald
door de fabrikant. Als deze taken niet worden
uitgevoerd, kan de garantie vervallen. Het
verdient aanbeveling een erkende dealer op
de hoogte te brengen van geringe afwijkingen
in de werking zonder te wachten op de vol-
gende onderhoudsbeurt.
Gepland onderhoud — benzinemotor
De indicator voor olieverversing herinnert u
eraan dat de motorolie van uw auto moet
worden ververst.
De melding "Oil Change Required" (olie ver-
versen) wordt weergegeven op het display in
de instrumentengroep en er klinkt een ge-
luidssignaal om aan te geven dat de olie
ververst moet worden.Het bericht voor olieverversing wordt telkens
ongeveer 11.200 km (7000 mijl) na de laat-
ste olieverversing weergegeven. Laat het on-
derhoud zo snel mogelijk, binnen 800 km
(500 mijl), uitvoeren (behalve bij 2,0-liter
benzinemotor met GPF - benzinedeeltjesfil-
ter).
OPMERKING:
• Het systeem houdt geen rekening met de
tijd die is verstreken sinds de laatste olie-
verversing. Ververs de olie van uw voertuig
wanneer de laatste verversingsbeurt langer
dan 12 maanden geleden is, ook wanneer
het bericht voor olieverversing NIET wordt
weergegeven.
• Ververs de motorolie vaker als u de auto
gedurende langere tijd gebruikt voor ter-
reinrijden (raadpleeg het hoofdstuk “Zware
toepassingen”).
• Onder geen beding mogen de intervalter-
mijnen voor olieverversing groter zijn dan
12.000 km (7500 mijl) of 12 maanden als
dit eerder is (behalve bij 2,0-liter benzine-
motor met GPF - benzinedeeltjesfilter).
SERVICE EN ONDERHOUD
244
Page 274 of 380

Levensduur van banden
De levensduur van een band is afhankelijk
van verschillende factoren, waaronder, maar
niet beperkt tot:
• Rijstijl.
• Bandenspanning - Een onjuiste banden-
spanning bij koude banden kan leiden tot
een onregelmatig slijtagepatroon over het
loopvlak van de band. Deze abnormale slij-
tagepatronen verkorten de levensduur het
loopvlak, waardoor de banden eerder ver-
vangen moet worden.
• Gereden afstand.
• Prestatiebanden, banden met een snel-
heidsaanduiding V of hoger, en zomerban-
den, hebben in de regel een kortere levens-
duur. Het wordt ten zeerste aanbevolen
deze banden volgens het onderhouds-
schema te rouleren.
WAARSCHUWING!
De banden en de reserveband dienen na
zes jaar te worden vervangen, ongeacht
WAARSCHUWING!
het resterende profiel op de banden. Als u
deze waarschuwing niet in acht neemt,
kan een klapband het gevolg zijn. U kunt
dan de controle over de auto verliezen en
een ongeval met ernstig of zelfs dodelijk
letsel veroorzaken.
OPMERKING:
Het ventiel van het wiel moet bij het aanbren-
gen van nieuwe banden ook worden vervan-
gen als gevolg van slijtage in bestaande ban-
den.
Bewaar banden die niet worden gebruikt op
een koele, droge en donkere plaats. Voorkom
dat de banden in aanraking komen met olie,
vet en benzine.
Vervangende banden
De banden van uw nieuwe auto bieden een
optimale balans tussen verschillende eigen-
schappen. Controleer daarom de banden re-
gelmatig op de juiste bandenspanning en op
slijtage. De fabrikant raadt ten zeerste aan
dat u, indien nodig, de oorspronkelijke ban-den laat vervangen door banden met dezelfde
maat, van dezelfde kwaliteit en met hetzelfde
prestatievermogen. Raadpleeg de paragraaf
"Bandenslijtage-indicatoren" in dit hoofd-
stuk. Raadpleeg de band- en beladingsinfor-
matiesticker of het voertuigcertificatielabel
voor de aanduiding van uw bandenmaat. De
belastingsindex en het snelheidssymbool
vindt u op de wang van de originele band.
Wij raden u aan de twee voorbanden of de
twee achterbanden gelijktijdig als paar te
laten vervangen. Het vervangen van slechts
één band kan het rijgedrag van uw auto sterk
beïnvloeden. Wanneer u een wiel vervangt,
moet u ervoor zorgen dat de specificaties van
het nieuwe wiel overeenkomen met die van
het originele wiel.
Wij raden u aan contact op te nemen met de
erkende bandenspecialist of dealer voor alle
vragen omtrent de juiste band. Wanneer u
een ander type band monteert, kan dat de
veiligheid, de wegligging en het rijgedrag van
uw auto nadelig beïnvloeden.
SERVICE EN ONDERHOUD
272
Page 372 of 380

Phone...................320
Audiosystemen (radio)...........301
Automatische koplampen..........41
Automatische ontgrendeling achterklep. .65
Automatische temperatuurregeling (ATC) .55
Automatische transaxle..........165
Automatische versnellingsbak.......167
Automatische versnellingsbak,
soort vloeistof..............295
vloeistof bijvullen............295
vloeistofpeil controleren........261
Automatisch grootlicht............40
AutoStick...................168
Autowasserijen................280
Aux-snoer...................324
Banden.............156, 268, 274
Banden,
aanhaalmoment wielbouten......285
algemene informatie.......268, 274
bandenspanning.........268, 269
bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS)...............79, 106
compacte thuiskomer.........274
hoge snelheden.............270
levensduur................272
opkrikken.............219, 268radiaal...................270
reservewielen...........274, 275
rotatie...................278
slijtagemarkeringen...........271
sneeuwkettingen............277
spinnen..................271
veiligheid.................268
veroudering (levensduur van
banden)..................272
vervangen.................272
verwisselen............219, 268
winterbanden..............274
Bandenservicekit..............228
Bandenslijtage-indicatoren
.......
.271
Bandenspanning
Banden..................269
Bandenspanningssysteem.........106
Bediening MP3...............324
Bediening van de radio. . . .299, 303, 311
Bediening van de zonwering........59
Bergplaats krik................219
Bewaking, bandenspanningssysteem . .106
Bougies....................292
Brandstof,
additieven................286
lampje...................77
octaangetal................292specificaties...............292
tankinhoud................291
toevoegingen...............286
verbruik..................295
vereisten.................291
Brandstof tanken...........197, 199
Buitenlampen..............39, 156
Camera achter................196
Camera, achter...............196
Capaciteiten, vloeistof...........291
Compacte reserveband...........274
Contact.....................19
Contact,
schakelaar.................19
Cruisecontrol (snelheidsregeling).....182
Cyberveiligheid...............298
Dagverlichting.................40
Dealerservice.................262
Diagnosesysteem...............85
Diagnosesysteem, onboard.........85
Dieren.....................152
Diesel,
schermberichten...........71, 72
Dodehoekbewaking..............99
INDEX
370
Page 373 of 380

Driepuntsgordels..............114
Een vastzittende auto weer vrij krijgen .238
Elektrisch,
ramen....................57
spanningsomvormer...........68
voedingsuitgang (voor
randapparatuur)..............66
Elektrisch bediende ramen.........57
Elektrisch bediende ramen, automatisch
sluiten....................58
Elektrische aansluitingen..........66
Elektrische handrem............160
Elektrisch remregelsysteem.........87
Elektrisch remregelsysteem,
antiblokkeersysteem...........86
Electronic Roll Mitigation (elektronische
kantelbeveiliging)..........90, 93
Elektronische snelheidsregeling
(cruisecontrol)..............182
Elektronisch stabiliteitsregelsysteem
(ESP).....................90
Emissies...................295
Filters,
airco.....................57motorolie.................292
Gebruiksaanwijzing,
instructieboekje...............5
Geheugenfunctie (geheugenstoelen) .28, 30
Geventileerde stoelen............34
Gordelsystemen...............111
Handgeschakelde versnellingsbak .162, 261
Handgeschakelde versnellingsbak,
keuze van het smeermiddel......295
schakelmomenten............163
vloeistofpeil controleren........261
Handleiding voor het trekken van een
aanhangwagen..............205
Handrem...................160
Hill Start Assist................88
Hoofdsteunen.................35
Indicator regeling afdaling..........95
Inleiding.....................3
Inrijperiode nieuw voertuig........159
Instellingen van Uconnect,
Passive Entry programmeren......24
Instrumentengroep,
beschrijvingen...............83
display...................70menu-items................71
Instrumentenpaneel, reinigen.......282
Interieur, verzorging en onderhoud. . . .281
Keuze van koelvloeistof (antivries). . . .292
Keyless Enter-N-Go..............24
Keyless Enter-N-Go,
Passive Entry...............24
Kinderzitje..................135
Kinderzitjes..................135
Kinderzitjes,
hoe een ongebruikte automatisch blokke-
rend oprolmechanisme autogordel op te
bergen...................146
kinderzitjes installeren.........147
Klantenservice................352
Klimaatregeling................47
Klimaatregeling,
automatisch................47
Klokinstellingen...............300
Knipperlichten,
richtingaanwijzers.........83, 156
waarschuwingsknipperlichten.....208
Koelsysteem.................259
Koelsysteem,
controle..................259
inhoud koelvloeistofreservoir.....291
371