JEEP CHEROKEE 2020 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: CHEROKEE, Model: JEEP CHEROKEE 2020Pages: 356, PDF Size: 9.18 MB
Page 31 of 356

29
Hoofdsteunen achterin
De buitenste hoofdsteunen achterin hebben
twee standen: omhoog en omlaag. De
middelste hoofdsteun heeft drie standen:
omhoog, midden en omlaag. Als de
middelste stoel in gebruik is, moet de hoofd-
steun worden afgesteld voor de inzittende.
Als de middelste stoel niet in gebruik is, kan
de hoofdsteun worden verlaagd, zodat de
bestuurder maximaal zicht heeft.Trek aan de hoofdsteunen om ze te verhogen.
Als u de hoofdsteun wilt verlagen, drukt u op
de verstelknop onder aan de hoofdsteun en
drukt u de hoofdsteun naar beneden.
OPMERKING:
Til om de hoofdsteun te verwijderen, deze
zover mogelijk omhoog. Druk vervolgens op
de ontgrendelingsknop en de verstelknop aan
de onderkant van elke stang terwijl u de
hoofdsteun omhoog trekt. Om de hoofdsteun
weer aan te brengen, plaatst u de stangen
van de hoofdsteun in de gaten en drukt u de
steun omlaag. Stel de hoofdsteun vervolgens
af op de juiste hoogte.
Buitenste hoofdsteun achterin Middelste hoofdsteun
ALLE hoofdsteunen MOETEN weer in
het voertuig worden aangebracht om de
inzittenden afdoende te beschermen.
Volg de bovenstaande instructies voor
het opnieuw aanbrengen voordat u het
voertuig gebruikt of plaatsneemt op een
stoel.
Leg geen voorwerpen zoals jassen, stoel-
hoezen of draagbare dvd-spelers over de
hoofdsteunen. Deze voorwerpen kunnen
bij botsingen de werking van de hoofd-
steunen belemmeren en leiden tot
ernstig of zelfs dodelijk letsel.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
1 — Ontgrendelknop
2 — Verstelknop
1 — Verstelknop
2 — Ontgrendelknop
WAARSCHUWING!
ALLE hoofdsteunen MOETEN weer in het
voertuig worden aangebracht om de
inzittenden afdoende te beschermen. Volg
de bovenstaande instructies voor het
opnieuw aanbrengen voordat u het voertuig
gebruikt of plaatsneemt op een stoel.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 29
Page 32 of 356

UW VOERTUIG LEREN KENNEN
30
STUURWIEL
Verstelbare stuurkolom
Met deze functie kunt u de stuurkolom in de
hoogte verstellen. U kunt de stuurkolom ook
in de lengte verstellen. De hendel voor de
lengte- en hoogteverstelling bevindt zich
onder het stuur aan het einde van de stuur-
kolom.Hendel voor lengte- en hoogteverstelling
Duw de hendel omlaag (in de richting van de
vloer) om de stuurkolom te ontgrendelen. Om
de stuurkolom in de hoogte te verstellen
beweegt u het stuur omhoog of omlaag naar
de gewenste positie. Om de stuurkolom in de
lengte te verstellen trekt u het stuur naar
buiten of duwt u het naar binnen naar de
gewenste positie. Om de stand van de stuur- kolom te vergrendelen, drukt u de bediening-
shendel omhoog totdat deze volledig is
vergrendeld.
Stuurverwarming — indien aanwezig
Het stuurwiel is voorzien van een verwar-
mingselement dat bij koud weer uw handen
verwarmt. De stuurverwarming kent slechts
één temperatuurinstelling. Nadat de stuur-
verwarming is ingeschakeld, blijft de verwar-
ming tot gemiddeld 80 minuten aan, waarna
hij automatisch wordt uitgeschakeld. Deze
tijd varieert naar gelang de omgevingstempe-
raturen. De stuurverwarming wordt mogelijk
eerder uitgeschakeld of helemaal niet inge-
schakeld als het stuur al warm is.
De bedieningstoets voor de stuurverwarming
bevindt zich in het Uconnect systeem. U
kunt toegang tot de bedieningstoets via het
scherm klimaatregeling of bedieningsele-
menten krijgen.
Druk één keer op de stuurverwar-
mingstoets om het verwarmingsele-
ment in te schakelen.
Druk nogmaals op de stuurverwar-
mingstoets om het verwarmingsele-
ment uit te schakelen.
OPMERKING:
De stuurverwarming werkt alleen als de
motor draait.
Uitvoeringen met op afstand bediend
startsysteem
Bij uitvoeringen met een op afstand bediend
startsysteem kunt u programmeren dat de
stuurverwarming wordt ingeschakeld tijdens
het starten op afstand via het Uconnect
systeem. Raadpleeg de paragraaf "Instel-
lingen van Uconnect" in het hoofdstuk
"Multimedia" in het instructieboekje voor
meer informatie.
WAARSCHUWING!
Verstel het stuur niet tijdens het rijden.
Verstellen van de stuurkolom tijdens het
rijden of rijden als de stuurkolom niet is
vergrendeld, kan ertoe leiden dat de
bestuurder de macht over het stuur
verliest. Als u deze waarschuwing niet
opvolgt, kan dit ernstig en zelfs dodelijk
letsel tot gevolg hebben.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 30
Page 33 of 356

31
BUITENVERLICHTING
Multifunctionele hendel
Met multifunctionele hendel bedient u de
richtingaanwijzers, het dim- en grootlicht en
het lichtsignaal. De multifunctionele hendel
bevindt zich aan de linkerzijde van de stuur-
kolom.Multifunctionele hendel
Koplampschakelaar
De koplampschakelaar bevindt zich links van
het instrumentenpaneel. Met deze schake-
laar bedient u de koplampen, de parkeer-
lichten, de automatische koplampen (indien
aanwezig), het dimmen van de instrumen-
tenpaneelverlichting, het dimmen van de
sfeerverlichting (indien aanwezig), de interi-
eurverlichting en de mistlampen vóór en
achter (indien aanwezig).
Koplampschakelaar
Draai de koplampschakelaar vanuit de stand
O (uit) linksom naar de eerste klikstand, om
de parkeerlichten van het voertuig in te scha-
kelen. Met deze functie kunnen de parkeer-
lichten aan één kant van de auto
ingeschakeld blijven als de auto is vergren-
deld, afhankelijk van de stand van de multi-
functionele hendel. Draai de
koplampschakelaar rechtsom vanaf de stand
"O" (uit) naar de eerste klikstand om de
koplampen en de instrumentenverlichting te
bedienen.
WAARSCHUWING!
Personen die geen pijn op de huid
kunnen voelen als gevolg van ouderdom,
chronische ziekte, diabetes, rugletsel,
medicatie, alcoholgebruik, uitputting of
een andere lichamelijke conditie,
moeten voorzichtig zijn bij het gebruik
van de stuurverwarming. Deze kan zelfs
bij lage temperaturen brandwonden
veroorzaken, met name als de verwar-
ming langdurig wordt gebruikt.
Plaats geen voorwerpen op het stuur die
warmte-isolerend werken, zoals een
deken of stuurhoes. Hierdoor kan de
stuurverwarming oververhit raken.
1 — Koplampschakelaar
2 — Dimschakelaar instrumentenpaneel
3 — Mistlampen vóór
4 — Mistlamp achter
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 31
Page 34 of 356

UW VOERTUIG LEREN KENNEN
32
Daglichtlampen — indien aanwezig
De daglichtlampen gaan branden wanneer
de motor wordt gestart en blijft aan tenzij de
koplampen zijn ingeschakeld, de handrem is
aangetrokken of de motor is uitgeschakeld.
OPMERKING:
Indien dit is toegestaan volgens de verkeers-
regels in het land waar het voertuig is aange-
schaft, kunnen de daglichtlampen worden
in- en uitgeschakeld met het Uconnect
systeem.
Raadpleeg de paragraaf "Instellingen van
Uconnect" in het hoofdstuk "Multimedia" in
het instructieboekje voor meer informatie.
Schakelaar dimlicht/grootlicht
Duw de multifunctionele hendel aan de
linkerkant van het stuur van u weg om de
koplampen te veranderen in grootlicht. Trek
de multifunctionele hendel naar u toe om het
dimlicht weer in te schakelen.
Regeling automatisch grootlicht — indien
aanwezig
Het regelsysteem van het automatisch groot-
licht zorgt voor meer licht van de koplampen
in het donker door automatische regeling van
het grootlicht met behulp van een op de voor-ruit gemonteerde digitale camera. Deze
camera detecteert de verlichting van andere
voertuigen en zorgt ervoor dat automatisch
van grootlicht naar dimlicht wordt gescha-
keld totdat naderende voertuigen uit het
zicht van de camera zijn verdwenen.
OPMERKING:
De multifunctionele hendel moet in de
stand voor grootlicht staan om het auto-
matisch grootlicht in te kunnen schakelen.
De regeling automatisch grootlicht kan
worden in- en uitgeschakeld met het
Uconnect systeem. Raadpleeg de para-
graaf "Instellingen van Uconnect" in het
hoofdstuk "Multimedia" in uw instructie-
boekje voor meer informatie.
In de stand AUTO schakelt het systeem het
dimlicht automatisch in en uit afhankelijk
van het omgevingslicht.
Lichtsignaal
U kunt met uw koplampen een lichtsignaal
geven aan een ander voertuig door de multi-
functionele hendel kort naar u toe te trekken.
Hierdoor wordt het grootlicht ingeschakeld
en blijft dit ingeschakeld tot u de hendel
weer loslaat.
Automatisch inschakelende koplampen —
indien aanwezig
Dit systeem schakelt de koplampen automa-
tisch in of uit in overeenstemming met de
sterkte van het omgevingslicht. Om het
systeem in te schakelen draait u de koplamp-
schakelaar rechtsom naar de laatste stand
(stand AUTO) voor automatische bediening
van de koplampen. Als dit systeem is inge-
schakeld, is ook de uitschakelvertraging van
de koplampen ingeschakeld. Dit betekent
dat de koplampen nog maximaal 90
seconden lang blijven branden nadat de
contactschakelaar in de stand OFF is gezet.
Om het automatische systeem uit te scha-
kelen draait u de koplampschakelaar naar
een andere stand dan AUTO.
OPMERKING:
In de automatische modus gaan de koplampen
pas branden zodra de motor draait.
Parkeerlichten
Om de parkeerlichten te gebruiken, moet het
contact in de stand OFF staan. Draai de
koplampschakelaar naar de stand "P".
Beweeg vervolgens de multifunctionele
hendel omhoog of omlaag om de parkeer-
lichten links of rechts in te schakelen.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 32
Page 35 of 356

33
Koplampen aan bij ingeschakelde
ruitenwissers (uitsluitend beschikbaar in
combinatie met automatische koplampen)
Als deze functie actief is, de koplampscha-
kelaar in de stand AUTO is gezet en de
programmeerbare functie is ingeschakeld,
gaan de koplampen branden nadat de ruiten-
wissers zijn ingeschakeld. Wanneer de
koplampen via deze functie zijn ingescha-
keld, gaan ze uit wanneer u de ruitenwissers
uitschakelt.
OPMERKING:
De functie Headlights On with Wipers
(koplampen aan bij ingeschakelde ruitenwis-
sers) kan worden in- en uitgeschakeld met
het Uconnect systeem.
Raadpleeg de paragraaf "Instellingen van
Uconnect" in het hoofdstuk "Multimedia" in
het instructieboekje voor meer informatie.
Uitschakelvertraging van de koplampen
Deze functie zorgt ervoor dat u gedurende
een programmeerbare tijd tot 90 seconden
het gemak hebt van het veilige licht van de
koplampen wanneer u de auto verlaat in een
onverlichte omgeving.Om de vertragingsfunctie in te schakelen
draait u de contactschakelaar naar de stand
OFF terwijl de koplampen nog zijn ingescha-
keld. Schakel vervolgens binnen 45
seconden de koplampen uit. De vertragings-
tijd gaat in zodra u de koplampen uitscha-
kelt.
OPMERKING:
De functie "uitschakelvertraging van de
koplampen" wordt automatisch geactiveerd
als de klant de koplampschakelaar in de
stand AUTO laat staan wanneer het contact
in de stand OFF is gezet.
Als u de koplampen of parkeerlichten
inschakelt of de contactschakelaar in de
stand ACC of RUN zet, wordt de vertraging
geannuleerd.
Wanneer u de koplampen uitschakelt voordat
u de contactschakelaar in de stand OFF zet,
gaan de koplampen op de normale manier
uit.
OPMERKING:
Als u deze functie wilt activeren, moeten
de koplampen binnen 45 seconden
voordat u de contactschakelaar in de
stand OFF zet, worden uitgeschakeld.
U kunt de vertragingstijd van de
koplampen programmeren met het Ucon-
nect systeem, raadpleeg de paragraaf
"Instellingen van Uconnect" in het hoofd-
stuk "Multimedia" in het instructieboekje
voor meer informatie.
Waarschuwingssignaal verlichting aan
Als de koplampen of parkeerlichten inge-
schakeld blijven nadat de contactschakelaar
in de stand OFF is gezet, klinkt er een
geluidssignaal wanneer het bestuurderspor-
tier wordt geopend, om de bestuurder te
waarschuwen.
Voorste en achterste mistlampen - indien
aanwezig
De schakelaars voor de mistlampen zijn geïn-
tegreerd in de koplampschakelaar.
Om de mistlampen vóór in te schakelen
drukt u op de bovenste helft van de koplamp-
schakelaar. Om de mistlampen vóór uit te
schakelen drukt u een tweede keer op de
bovenste helft van de koplampschakelaar.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 33
Page 36 of 356

UW VOERTUIG LEREN KENNEN
34
OPMERKING:
Om de mistlampen vóór in te schakelen,
moeten eerst de parkeerlichten of het
dimlicht worden ingeschakeld.
Om de mistlampen achter in te schakelen
drukt u op de onderste helft van de koplamp-
schakelaar. Om de mistlampen achter uit te
schakelen drukt u een tweede keer op de
onderste helft van de koplampschakelaar.
OPMERKING:
Om de mistachterlichten in te schakelen
moeten eerst de dimlichten of de mist-
lampen vóór zijn ingeschakeld. Als het voer-
tuig alleen is uitgerust met
mistachterlichten, is er slechts één knop
aanwezig in het midden van de koplamp-
schakelaar. Druk eenmaal op de knop om de
mistachterlichten in te schakelen en druk
nogmaals op de knop om ze uit te schakelen.
Wanneer de mistlampen zijn ingeschakeld,
brandt een indicatielampje in de instrumen-
tengroep branden.
Richtingaanwijzers
Beweeg de multifunctionele hendel op of
neer om te controleren of de pijlen aan beide
zijden op het display in de instrumenten-
groep gaan knipperen, wat betekent dat derichtingaanwijzers voor en achter naar
behoren werken.
OPMERKING:
Als een van de lampjes blijft branden en
niet knippert, of als een van de lampjes
zeer snel knippert, controleer op een
defecte LED-richtingaanwijzer in de
koplamp. Bezoek een erkende dealer voor
onderhoud.
Wanneer de daglichtlampen zijn ingescha-
keld en een richtingaanwijzer is geacti-
veerd, wordt de daglichtlamp aan de zijde
van de knipperende richtingaanwijzer
uitgeschakeld. De daglichtlamp gaat weer
aan wanneer de richtingaanwijzer wordt
uitgeschakeld.
Automatische hoogteverstelling
koplampen — alleen voor
hogedrukontladingslampen (HID)
Deze functie zorgt ervoor dat het grootlicht
tegenliggers niet verblindt. Door de automa-
tische hoogteverstelling van de koplampen
wordt de hoogte van het grootlicht aangepast
aan de hellingshoek van de auto.
Accuspaarfunctie
Om de levensduur van de accu van uw auto te
verlengen, wordt zowel voor de binnen- als de
buitenverlichting belastingreductie geboden.
Als de contactschakelaar in de stand OFF
(UIT) staat en een portier open blijft staan
gedurende 10 minuten of de dimschakelaar
in de stand ON (AAN) staat voor de plafond-
verlichting, wordt de binnenverlichting auto-
matisch uitgeschakeld.
OPMERKING:
De accuspaarmodus wordt geannuleerd als de
contactschakelaar in de stand ON (AAN) staat.
Als de koplampen ingeschakeld blijven terwijl de
contactschakelaar in de stand OFF (UIT) is gezet,
wordt de buitenverlichting automatisch na acht
minuten uitgeschakeld. Als de koplampen worden
ingeschakeld en ingeschakeld worden geladen
gedurende acht minuten terwijl de contactscha-
kelaar in de stand OFF (UIT) staat, gaat de buiten-
verlichting automatisch uit.
OPMERKING:
De accuspaarmodus wordt uitgeschakeld als de
contactschakelaar in de stand OFF (uit) staat en
de koplampschakelaar in de stand voor de
parkeerlichten staat. De parkeerlichten blijven
branden en stroom van de accu verbruiken.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 34
Page 37 of 356

35
RUITENWISSERS EN
-SPROEIERS
De bedieningselementen voor de ruiten-
wisser/-sproeier bevinden zich op de hendel
voor de ruitenwisser/-sproeier aan de rechter-
zijde van de stuurkolom. De voorruitenwis-
sers worden bediend door een schakelaar te
bedienen op het uiteinde van de hendel.
Raadpleeg "Ruitenwisser/-sproeier achter-
ruit" in deze paragraaf voor informatie over
de achterruitwisser/-sproeier.Bedieningshendel ruitenwissers/-sproeier
Bediening van de ruitenwissers
Draai het uiteinde van de hendel naar een
van de eerste vier klikstanden voor interval-
wissen, de vijfde klikstand voor een lage wissnelheid en de zesde klikstand voor een
hoge wissnelheid.
Bediening van de ruitenwissers
OPMERKING:
Bedien de ruitenwissers niet wanneer de
bladen van de voorruit zijn opgeheven. Werking van de ruitensproeier
Trek de hendel naar achteren naar u toe en
houd deze in die stand zolang u de ruiten-
sproeiers wilt inschakelen.
Wasem
Gebruik de tipfunctie als het weer vereist dat
de ruitenwissers af en toe gebruikt worden.
Duw de hendel omhoog naar de stand MIST
en laat hem los voor één wisbeweging.
OPMERKING:
De MIST-functie schakelt de sproeierpomp
niet in. Er wordt daarom geen ruitensproeier-
vloeistof op de voorruit gesproeid. De
wisfunctie moet worden gebruikt om ruiten-
sproeiervloeistof op de voorruit te sproeien.
LET OP!
Verwijder altijd achtergebleven sneeuw als
die verhindert dat de wisserbladen
terugkeren naar de ruststand. Wanneer de
ruitenwisserschakelaar is uitgezet en de
wisserbladen niet kunnen terugkeren naar
de ruststand, kan dat schade toebrengen
aan de ruitenwissermotor.
WAARSCHUWING!
Een plotselinge verslechtering van het
zicht door de voorruit kan tot aanrijdingen
leiden. Mogelijk ziet u andere voertuigen
of obstakels over het hoofd. Voorkom
plotselinge ijsvorming op de voorruit door
de voorruit eerst te verwarmen met de
ontdooi-inrichting voordat u de
ruitensproeier gebruikt.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 35
Page 38 of 356

UW VOERTUIG LEREN KENNEN
36
Regensensor — indien aanwezig
Deze functie detecteert regen of sneeuw op
de voorruit en schakelt automatisch de
ruitenwissers in voor de bestuurder. De
functie is vooral handig wanneer spatwater
van de weg of water dat van de ruitenwissers
van een voorliggende auto wordt geblazen,
op de voorruit terechtkomt. Draai het
uiteinde van de multifunctionele hendel naar
één van de vier standen om deze functie te
activeren.
De gevoeligheid van het systeem kan worden
ingesteld met de multifunctionele hendel.
Wisserintervalstand 1 is het minst gevoelig
en wisserintervalstand 4 is het meest
gevoelig.
OPMERKING:
Instelling drie heeft de voorkeur van de
gemiddelde bestuurder bij normale regenval.
Gebruik stand 1 en 2 als u de gevoeligheid
van de regensensor wilt verkleinen. Gebruik
stand 4 als u de gevoeligheid van de regen-
sensor wilt vergroten. Zet de ruitenwisser-
schakelaar in de stand OFF als u het systeem
niet wilt gebruiken.OPMERKING:De regensensor werkt niet wanneer de
ruitenwisserschakelaar in de stand voor
lage of hoge snelheid staat.
Als er ijs of opgedroogd zout water op de
voorruit aanwezig is, werkt de regensensor
mogelijk niet goed.
Het gebruik van was- of siliconenhou-
dende producten kan de prestaties van de
regensensor beïnvloeden.
De regensensor kan worden in- en uitge-
schakeld met het Uconnect systeem, raad-
pleeg de paragraaf "Instellingen van
Uconnect" in het hoofdstuk "Multimedia"
in uw instructieboekje voor meer infor-
matie.
Het regensensorsysteem is voorzien van
beschermfuncties voor de wisserbladen en
-armen en werkt niet onder de volgende
omstandigheden:
Lage omgevingstemperatuur — Als de
contactschakelaar voor het eerst in de
stand ON wordt gezet, dan werkt het
regensensorsysteem pas wanneer de
ruitenwisserschakelaar wordt bediend, de
rijsnelheid van het voertuig hoger is dan 5 km/u (3 mph) of de buitentemperatuur
hoger is dan 0 °C (32 °F).
Versnellingsbak in de neutraalstand
— Als
het contact in de stand ON staat en de
versnellingsbak in de neutraalstand staat,
dan werkt het regensensorsysteem pas
wanneer de ruitenwisserschakelaar wordt
bediend, de rijsnelheid van het voertuig
hoger is dan 5 km/u (3 mph) of als de
schakelhendel uit de neutraalstand wordt
gezet.
In de modus Starten op afstand — Op voer-
tuigen die zijn uitgerust met de functie
voor starten op afstand werkt de regen-
sensor niet als het voertuig in de modus
Starten op afstand staat. Als de
bestuurder in het voertuig zit en de
contactschakelaar in de stand ON/RUN
heeft gezet, dan kan de werking van de
regensensor worden hervat als deze is
geselecteerd en er geen andere belemme-
rende omstandigheden zijn (eerder
vermeld).
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 36
Page 39 of 356

37
Schakelaar Ruitenwissers/Sproeiers
Achterruit
De bedieningselementen voor de ruiten-
wisser/-sproeier van de achterruit bevinden
zich op de hendel voor de ruitenwisser/
-sproeier aan de rechterzijde van de stuur-
kolom. De ruitenwisser/sproeier van de
achterruit kan worden bediend door aan de
schakelaar in het midden van de hendel te
draaien.Achterruitwisser/-sproeier bedienen Draai het middendeel van de hendel naar
boven in de eerste stand voor intervalbedrijf
en in de tweede stand voor continu bedrijf
van de achterruitwisser.
Als u de ruitensproeier wilt inschakelen,
duwt u de hendel naar voren en houdt u de
hendel ingedrukt zolang het sproeien nodig
is. Als u tegen de hendel duwt terwijl de
intervalstand actief is, voeren de ruitenwis-
sers, nadat u het uiteinde van de hendel hebt
losgelaten, meerdere wisbewegingen uit en
keren vervolgens terug naar de eerder gese-
lecteerde intervalstand.
KLIMAATREGELING
Met behulp van de klimaatregeling kunt u de
temperatuur, de luchtstroom en de verdeling
ervan in het voertuig nauwkeurig regelen. De
bedieningselementen bevinden zich op het
aanraakscherm (indien aanwezig) en op het
instrumentenpaneel, onder de radio.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 37
Page 40 of 356

UW VOERTUIG LEREN KENNEN
38
Overzicht automatische klimaatregeling
Bedieningselementen automatische temperatuurregeling Uconnect 3 met 5-inch display
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 38