cruise control JEEP GRAND CHEROKEE 2010 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2010, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2010Pages: 378, PDF Size: 6.36 MB
Page 71 of 378
•De gewenste snelheid instellen ................ 127
• Buiten werking stellen ..................... 127
• Weer op ingestelde snelheid komen ............. 127
• De ingestelde snelheid aanpassen .............. 127
• Accelereren om in te halen .................. 128
• ADAPTIEVE CRUISE CONTROL (ACC) —
INDIEN AANWEZIG ......................... 128
• Werking van de Adaptieve Cruise Control (ACC) ..... 130
• Adaptieve Cruise Control (ACC) activeren ......... 130
• In werking stellen ........................ 131
• De gewenste ACC-snelheid instellen ............. 131
• Functie uitschakelen (CANCEL) ............... 132
• Functie uitschakelen (OFF) .................. 132
• Weer op ingestelde snelheid komen ............. 132
• De ingestelde snelheid aanpassen .............. 133
• De volgafstand in ACC instellen ............... 133
• Menu van de Adaptieve Cruise Control (ACC) ....... 134
• Weergegeven waarschuwingen en onderhoud ....... 135
• Voorzorg tijdens het rijden met ACC ............. 137
• De modus Normale (vaste snelheid) Cruise Control .... 139
• Anti-ongevalsysteem Forward Collision Warning —
Indien aanwezig ......................... 141
67
Page 131 of 378
schakeld als u gelijktijdig meerdere functies
van de elektronische snelheidsregeling be-
dient. Als dit gebeurt, kan het systeem op-
nieuw in werking worden gesteld door de
knop ON/OFF van de elektronische snel-
heidsregeling in te drukken en de gewenste
snelheid opnieuw in te stellen.
In werking stellen:Druk op de toets ON/OFF. Het controlelampje
cruise-regeling in het instrumentenpaneel gaat
branden. Druk nogmaals op de toets ON/OFF
om het systeem uit te schakelen. Het controle-
lampje cruise-regeling gaat uit. Laat het sys-
teem altijd uit staan als u het niet gebruikt.
WAARSCHUWING!
Het is gevaarlijk om de elektronische snel-
heidsregeling ingeschakeld te houden wan-
neer u deze niet gebruikt. U kunt het systeem
per ongeluk instellen en dan sneller gaan
rijden dan u wel wilt. U kunt hierdoor de
controle over het voertuig verliezen wat tot
aanrijdingen kan leiden. Laat het systeem
altijd UIT staan als u het niet gebruikt.
De gewenste snelheid instellenSchakel de elektronische snelheidsregeling in.
Wanneer de auto de gewenste snelheid heeft
bereikt, drukt u kort op de toets SET (-). Laat het
gaspedaal los en de auto zal op de ingestelde
snelheid blijven rijden.
OPMERKING:
U mag pas op de toets SET drukken als de
auto moet met een gelijkmatige snelheid op
een vlakke weg rijdt.
Buiten werking stellenWanneer u het rempedaal lichte aanraakt, de
toets CANCEL indrukt of normaal remt terwijl de
auto vaart mindert, wordt de elektronische
snelheidsregeling uitgeschakeld zonder dat
het geheugen wordt gewist. Wanneer u de
toets ON/OFF indrukt of het contact uitzet,
wordt het snelheidsgeheugen gewist.
Weer op ingestelde snelheid komenAls u wilt terugkeren naar een eerder inge-
stelde snelheid, drukt u kort op de toets RES
(+). Resume kan gebruikt worden bij elke snel-
heid boven de 32 km/u.
De ingestelde snelheid aanpassenWanneer de elektronische snelheidsregeling is
ingesteld, kunt u de snelheid verhogen door op
de toets RES (+) te drukken. Als u de toets
ingedrukt houdt, wordt de ingestelde snelheid
continu verhoogd totdat u de toets loslaat. De
nieuwe snelheid zal vervolgens worden inge-
steld.
Als u eenmaal op de toets RES (+) drukt, wordt
de ingestelde snelheid verhoogd met 2 km/u.
Bij iedere volgende druk op deze toets neemt
de snelheid toe met 2 km/u.
Als u de snelheid wilt verlagen terwijl de elek-
tronische snelheidsregeling is ingesteld, drukt
u op de toets SET (-). Als u de toets ingedrukt
houdt in de stand SET (-), wordt de ingestelde
snelheid continu verlaagd totdat u de toets
loslaat. Laat de toets los zodra de gewenste
snelheid is bereikt. De nieuwe snelheid zal
vervolgens worden ingesteld.
Als u eenmaal op de toets SET (-) drukt, wordt
de ingestelde snelheid verlaagd met 2 km/u. Bij
iedere volgende druk op deze toets neemt de
snelheid af met 2 km/u.127
Page 132 of 378
Accelereren om in te halenTrap het gaspedaal in op dezelfde wijze als u
normaal gesproken zou doen. Wanneer u het
pedaal loslaat, keert de auto terug naar de
ingestelde rijsnelheid.
Elektronische snelheidsregeling gebruiken
op hellingen
De versnelling kan omlaag schakelen op hel-
lingen om de ingestelde snelheid van de auto
te handhaven.
OPMERKING:
De elektronische snelheidsregeling houdt
de snelheid op hellingen en bij afdalingen
constant. Een kleine snelheidsverandering
op flauwe hellingen is normaal.
Op steile berghellingen kan de snelheid veel
hoger of lager worden, zodat het in die gevallen
beter is om zonder elektronische snelheidsre-
geling te rijden.WAARSCHUWING!
Een elektronische snelheidsregeling kan ge-
vaarlijk zijn in situaties waar het systeem geen
constante snelheid kan aanhouden. Uw auto
kan gezien de omstandigheden te snel gaan,
waardoor u de controle over de auto kunt
verliezen en mogelijk een botsing veroor-
zaakt. Gebruik de elektronische snelheidsre-
geling nooit in druk verkeer of op bochtige,
beijzelde, besneeuwde of gladde wegen.
ADAPTIEVE CRUISE CONTROL
(ACC) — INDIEN AANWEZIG
Adaptieve Cruise Control (ACC) vergroot het
gebruiksgemak van cruisecontrol tijdens het
rijden op autosnelwegen en andere door-
gaande wegen. Het is echter geen veiligheids-
systeem en het helpt niet om ongelukken te
voorkomen.Met ACC kunt u de cruisecontrol ingeschakeld
houden in lichte tot matige verkeersdrukte zon-
der dat u steeds opnieuw uw cruisecontrol
opnieuw hoeft in te stellen. De ACC maakt
gebruik van een radarsensor, die is ontworpen
om direct voor u rijdende voertuigen te detec-
teren.
OPMERKING:
•
Als de sensor geen voor u rijdend voer-
tuig detecteert, houdt de ACC een vaste
ingestelde snelheid aan.
• Wanneer de ACC-sensor een voor u rij-
dend voertuig detecteert, zorgt de ACC
dat uw auto automatisch iets afremt of
versnelt (maximaal tot de oorspronkelijk
ingestelde snelheid) om een vooraf inge-
stelde volgafstand aan te houden, waarbij
de snelheid van de voorganger wordt
overgenomen.
128
Page 133 of 378
WAARSCHUWING!
•Adaptieve Cruise Control (ACC) is een
systeem voor meer gebruiksgemak. Het is
niet geschikt voor actief sturen tijdens het
rijden. De bestuurder blijft te allen tijde
verantwoordelijk voor het aanpassen van
zijn of haar rijstijl aan de weg-, verkeers- en
weersomstandigheden, rijsnelheid, afstand
tot de voorligger en - als belangrijkste - het
bedienen van de remmen voor veilig ge-
bruik van de auto onder alle omstandighe-
den. Veilig autorijden vereist altijd uw volle
aandacht. Het niet naleven van deze waar-
schuwingen kan een botsing en/of ernstig
letsel tot gevolg hebben.
• Het ACC-systeem:
(Vervolgd)WAARSCHUWING!(Vervolgd)
reageert niet op voetgangers, tegemoet-
komend verkeer, en stilstaande objecten
(bijv. stilstaande voertuigen in een file).
houdt geen rekening met weg-,
verkeers- en weersomstandigheden en
kent soms beperkingen als gevolg van
slechte lichtomstandigheden.
kan het verloop van de weg of de bewe-
ging van voorliggers niet voorspellen en
kan wijzigingen daarin niet compense-
ren.
herkent niet altijd complexe rijomstan-
digheden, wat kan leiden tot verkeerde
of ontbrekende afstandsmeldingen.
kan slechts maximaal 25% van het rem-
vermogen van uw auto aanspreken en
kan derhalve uw auto niet volledig tot
stilstand brengen.WAARSCHUWING!
U dient het ACC-systeem uit te schakelen:
• tijdens het rijden in mist, zware regenval,
zware sneeuwval, natte sneeuw, druk ver-
keer en complexe rijomstandigheden (bijv.
bij wegwerkzaamheden).
• tijdens het oprijden van op- en afritten van
snelwegen, het rijden op bochtige, be-
ijzelde, besneeuwde, gladde, sterk stij-
gende of dalende wegen en het rijden met
een aanhanger.
• als de omstandigheden het niet toelaten
veilig met een constante snelheid te rijden.
Het niet naleven van deze waarschuwingen
kan een botsing en/of ernstig letsel tot gevolg
hebben.
129
Page 134 of 378
Het cruisecontrolsysteem biedt twee bestu-
ringsmodi:
•De modus Adaptieve Cruise Control, die
zorgt dat een veilige afstand tussen voertui-
gen wordt aangehouden.
• De modus Normale (vaste snelheid) Cruise
Control, die zorgt dat een constante, vooraf
ingestelde snelheid wordt aangehouden.
Raadpleeg het gedeelte “De modus Nor-
male (vaste snelheid) Cruise Control” in dit
hoofdstuk voor nadere informatie. Opmer-
king: het systeem zal niet reageren op voor
u rijdende voertuigen. Zorg dat u zich tijdens
het rijden bewust bent van de gekozen mo-
dus.
U kunt de modus wijzigen met de cruisecon-
troltoetsen. De twee besturingsmodi hebben
een verschillende werking. Controleer altijd
welke modus u hebt gekozen.Werking van de Adaptieve Cruise
Control (ACC)
U bedient het ACC-systeem met de toetsen
voor de snelheidsregeling (die zich aan de
rechterzijde van de stuurkolom bevinden).
OPMERKING:
Eventuele wijzigingen aan het chassis of de
ophanging zijn van invloed op de prestaties
van de Adaptieve Cruise Control.
Adaptieve Cruise Control (ACC)
activeren
U kunt de ACC uitsluitend activeren wanneer u
sneller rijdt dan 40 km/u.
Wanneer het systeem is ingeschakeld en zich
in de READY-status bevindt, toont het elektro-
nisch voertuiginformatiecentrum (EVIC) de
melding Adaptive Cruise Ready .
Wanneer het systeem is uitgeschakeld, toont
het EVIC de melding “Adaptive Cruise Control
Off”.
OPMERKING:
Onder de volgende omstandigheden kunt u
de ACC niet inschakelen:
• als de vierwielaandrijving met lage gea-
ring is ingeschakeld.
• als u de remmen bedient.
• als de parkeerrem is geactiveerd.
• als de automatische versnellingsbak in
PARK, REVERSE of NEUTRAL staat.
• als u op de toets RES + drukt terwijl het
geheugen geen vooraf ingestelde snel-
heid bevat.
1 — DISTANCE SETTING
2 — RES +
3 — SET -
4 — CANCEL
5 — ON/OFF
6 — MODE
130
Page 135 of 378
In werking stellen:Druk kort op de toets ON/OFF. Het ACC-menu
in het EVIC toont de melding “Adaptive Cruise
Ready”.
Als u het systeem wilt uitschakelen, drukt u
nogmaals kort op de toets ON/OFF. Het sys-
teem wordt uitgeschakeld en het EVIC toont de
melding “Adaptive Cruise Control Off”.WAARSCHUWING!
Het ACC-systeem ongebruikt ingeschakeld
houden is gevaarlijk. U kunt het systeem per
ongeluk instellen en dan sneller gaan rijden
dan u wel wilt. U kunt hierdoor de controle
over het voertuig verliezen wat tot aanrijdin-
gen kan leiden. Laat het systeem altijd UIT
staan als u het niet gebruikt.
De gewenste ACC-snelheid instellenWanneer de auto de gewenste snelheid be-
reikt, drukt u kort op de toets SET-. Het
EVIC-scherm toont de ingestelde snelheid. Neem uw voet van het gaspedaal. Doet u dat
niet, dan kan de auto blijven versnellen tot
voorbij de ingestelde snelheid. Als dat gebeurt:
•
verschijnt de melding DRIVER OVERRIDE
(ingreep door bestuurder) op het EVIC-
scherm.
• regelt het systeem niet langer de afstand
tussen uw auto en uw voorligger. wordt de
snelheid alleen bepaald door de stand van
het gaspedaal.
Adaptive Cruise Control Ready
(Adaptieve Cruise Control gereed)
ACC Set
ingreep door de bestuurder
131
Page 136 of 378
Functie uitschakelen (CANCEL)Het systeem schakelt de ACC uit zonder het
geheugen te wissen als:
•u het rempedaal aantikt.
• u het rempedaal intrapt.
• u op de toets CANCEL drukt.
• het antiblokkeerremsysteem (ABS) wordt ge-
activeerd.
• de antislingerinrichting (TSC) wordt geacti-
veerd.
• de transmissie in de stand Neutral wordt
gezet.
• het elektronisch stabiliteitsprogramma/
tractiecontrolesysteem (ESC/TCS) wordt ge-
activeerd.
OPMERKING:
Als ACC wordt hervat of ingesteld terwijl het
ESC/TCS is uitgeschakeld, zal het ESC au-
tomatisch opnieuw worden ingeschakeld.
Functie uitschakelen (OFF)Het systeem schakelt uit en wist de ingestelde
snelheid uit het geheugen als u:
• kort drukt op de toets “ON/OFF”.
• het contact uitschakelt.
• het ESC uitschakelt.
• de vierwielaandrijving met lage gearing in-
schakelt.
Weer op ingestelde snelheid komenDruk kort op de toets RES +. Neem vervolgens
uw voet van het gaspedaal. Het EVIC-scherm
toont de laatste ingestelde snelheid.
OPMERKING:
U kunt de ACC hervatten vanaf minimaal
32 km/u.
WAARSCHUWING!
U dient de Resume-functie alleen te gebrui-
ken als de verkeers- en wegomstandigheden
dat toestaan. Terugkeren naar een ingestelde
snelheid die te hoog of te laag is voor de
heersende verkeers- of wegomstandigheden
kan tot gevaarlijke situaties leiden doordat de
auto teveel versnelt of afremt. Dit kan leiden
tot een botsing en/of ernstig letsel.
Adaptive Cruise Control Cancelled
(Adaptieve Cruise Control geannuleerd)
132
Page 138 of 378
Uw auto handhaaft dan de ingestelde volgaf-
stand totdat:
•het voorliggende voertuig versnelt tot een
waarde die hoger ligt dan de ingestelde
rijsnelheid.
• het voorliggende voertuig naar een andere
rijstrook gaat of buiten het bereik van de
sensor raakt.
• het voorliggende voertuig vertraagt tot een
snelheid beneden 24 km/u en het systeem
zichzelf uitschakelt.
• u de volgafstand wijzigt.
• het systeem uitschakelt. (zie de informatie
over het activeren van de ACC).
De maximale remvertraging van de ACC is
beperkt, maar indien nodig kunt u altijd zelf
bijremmen.
OPMERKING:
De remlichten gaan aan als het ACC-
systeem de remmen in werking stelt.
Een naderingswaarschuwing attendeert u erop
dat de ACC voorspelt dat de maximale remver-
traging onvoldoende is om de ingestelde af- stand te handhaven. In een dergelijke situatie
verschijnt de waarschuwing
BRAKE knippe-
rend op het EVIC-scherm en klinkt er een
geluidssignaal, terwijl de ACC de maximale
remvertraging uitoefent. U dient dan onmiddel-
lijk de remmen te bedienen om een veilige
afstand tot uw voorligger te handhaven.
Menu van de Adaptieve Cruise
Control (ACC)
Het EVIC-scherm toont de huidige instellingen
van het ACC-systeem. De EVIC-display be-
vindt zich in het bovenste deel van het instru-
mentenpaneel tussen de snelheidsmeter en de toerenteller. De getoonde informatie is afhanke-
lijk van de ACC systeemstatus.
Menu-toets
Druk herhaaldelijk op de toets
MENU (op het stuurwiel), totdat
een van de volgende meldingen
verschijnt op het EVIC-scherm:
Adaptive Cruise Control Off
(Adaptieve Cruise Control uit) Als de ACC is uitgeschakeld, verschijntop het scherm de melding Adaptive
Cruise Control Off”.
Adaptive Cruise Control Ready
(Adaptieve Cruise Control gereed) Als de ACC is ingeschakeld, maar derijsnelheid niet is ingesteld, verschijnt op
het scherm de melding Adaptive Cruise
Control Ready .
ACC SET Bij ingeschakelde ACC verschijnt de in-gestelde rijsnelheid.
Brake Alert (remwaarschuwing)
134
Page 139 of 378
De ingestelde rijsnelheid blijft zichtbaar
op de display in plaats van de kilometer-
stand als u de EVIC-display wijzigt bij
ingeschakelde ACC.
Het ACC-scherm verschijnt opnieuw wanneer
een ACC-handeling plaatsvindt, zoals: •wijzigen van de ingestelde snelheid
• wijzigen van de ingestelde volgafstand
• annuleren van een instelling
• vinden/kwijtraken van de ingestelde
waarde
• ingreep door de bestuurder •
uitschakelen van het systeem
• naderingswaarschuwing door ACC
• Waarschuwing ACC niet beschikbaar
Als het ACC-scherm langer dan 5 secon-
den niet actief is, toont het EVIC het laatst
gekozen scherm.
Weergegeven waarschuwingen en
onderhoud
Waarschuwing “Clean Radar Sensor In
Front Of Vehicle” (Reinig de radarsensor
aan voorzijde voertuig).
De ACC-waarschuwing “Clean Radar Sensor
In Front Of Vehicle” wordt getoond wanneer de
systeemprestaties tijdelijk worden beperkt door
de omstandigheden. Dit komt vooral voor bij
slecht zicht, zoals tijden sneeuwval of zware
regenbuien. Het ACC-systeem kan ook tijdelijk
onbeschikbaar zijn doordat de sensor is be-
dekt met modder, vuil of ijs. In dergelijke geval-
len zal de waarschuwing “Clean Radar Sensor
In Front Of Vehicle” (Reinig de radarsensor aan
voorzijde voertuig) op het EVIC verschijnen en
het systeem zal uitschakelen. OPMERKING:
Als de ACC-waarschuwing “Clean Radar
Sensor In Front Of Vehicle” actief is, is de
modus Normale (vaste snelheid) Cruise
Control nog steeds beschikbaar. Raadpleeg
het gedeelte “De modus Normale (vaste
snelheid) Cruise Control” in dit hoofdstuk
voor nadere informatie.
Als de weersomstandigheden geen factor kun-
nen zijn, dient u de sensor te controleren. Het
kan nodig zijn een obstakel van de sensor te
Ter illustratie
Waarschuwing Clear Radar Sensor
(reinig radarsensor)
135
Page 140 of 378
verwijderen of deze te reinigen. De sensor
bevindt zich in het midden van de auto, achter
de onderste grille.
Voor een juiste werking van het ACC-systeem
dient u de volgende onderhoudsonderwerpen
in acht te nemen:
•houd de sensor altijd schoon. veeg de lens
voorzichtig schoon met een zachte doek.
voorkom beschadiging van de sensorlens.
• verwijder geen schroeven van de sensor.
Het verwijderen van schroeven kan een sto-
ring in het ACC-systeem tot gevolg hebben
of het opnieuw uitlijnen van de sensor nood-
zakelijk maken.
• Laat de auto nakijken door een erkende
dealer als de sensor is beschadigd door een
aanrijding.
• Monteer geen accessoires in de nabijheid
van de sensor, ook geen transparant mate-
riaal of een andere grille. Dat kan een storing
of defect in het ACC-systeem veroorzaken.
Als de omstandigheid waardoor het systeem
werd uitgeschakeld niet langer aanwezig is, keert het systeem terug naar de status
Adap-
tive Cruise Control Off . U kunt het systeem nu
opnieuw activeren.
OPMERKING:
Wij adviseren u geen bescherming of een
andere grille te monteren of de grille te
wijzigen. Dat kan de sensor blokkeren en de
werking van het ACC-systeem nadelig beïn-
vloeden.
ACC-sensor verwijderen bij off-road
gebruik
OPMERKING:
Voordat u in het terrein gaat rijden, kan het
raadzaam zijn de sensor te verwijderen. De
sensor bevindt zich in het midden aan de
voorzijde, achter de onderste grille. Nadat u
het onderste paneel hebt verwijderd, kan de
onderste steun met de sensor worden ver-
wijderd.
Ga als volgt te werk om de sensor te verwijde-
ren:
1. Koppel de connector los door de twee lipjes
in te drukken en de connector naar buiten te trekken. Trek niet aan de bedrading en gebruik
geen gereedschap om de connector te verwij-
deren.
2. Verwijder de boomvormige bevestiging voor
de bedrading aan de achterzijde van de steun.
3. Verwijder de twee M6-bouten waarmee de
steun aan de bumper is bevestigd.
OPMERKING:
Zorg dat u de stand van de stelbouten niet
wijzigt en trek de sensor niet van de steun.
Als u dit wel doet, kan de uitlijning van de
sensor verloren gaan.
Berg de beugel met de sensor op een veilig
plaats op. Na het verwijderen van de steun met
sensor moeten de bedrading en de connector
correct worden vastgezet.
Aan de bovenzijde van de bumper bevindt zich
een stekker voor de connector. Steek de be-
dradingsconnector in de connectorstekker.
OPMERKING:
Als de sensor is verwijderd, zijn de Adap-
tieve Cruise Control, Normale Cruise Con-
trol en Waarschuwing Aanrijding Voorzijde
136