run flat JEEP GRAND CHEROKEE 2014 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2014, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2014Pages: 420, PDF Size: 2.68 MB
Page 194 of 420

Meldingen op het elektronisch
voertuiginformatiecentrum (EVIC)
•Front Seatbelts Unbuckled (voorste veilig-
heidsgordels niet vastgegespt)
• Driver Seatbelt Unbuckled (Bestuurdersgor-
del niet vastgegespt)
• Passenger Seatbelt Unbuckled (passagiers-
gordel niet vastgegespt)
• Service Airbag System (airbagsysteem ver-
eist onderhoud)
• Traction Control Off (traction control uit)
• Washer Fluid Low (ruitensproeiervloeistof
bijna op)
• Oil Pressure Low (oliedruk laag)
• Olieverversing vereist
• Fuel Low (brandstof laag)
• Service Antilock Brake System (antiblokkeer-
systeem vereist onderhoud)
• Service Electronic Throttle Control (elektroni-
sche gasklepregeling vereist onderhoud) •
Service Power Steering (stuurbekrachtiging
vereist onderhoud)
• Cruise Off (cruisecontrol uitgeschakeld)
• Cruise Ready (cruisecontrol gereed)
• Cruise Set To XXX MPH (cruisecontrol inge-
steld op XXX mph)
• Tire Pressure Screen With Low Tire(s) “In-
flate Tire to XX” (bandenspanning-scherm
met te lage bandenspanning(en) "band op-
pompen tot XX")
• Service Tire Pressure System (bandenspan-
ningscontrolesysteem vereist onderhoud)
•
Parking Brake Engaged (handrem inge-
schakeld)
• Brake Fluid Low (remvloeistofpeil laag)
• Service Electronic Braking System (elektro-
nisch remsysteem vereist onderhoud)
• Engine Temperature Hot (motortemperatuur
hoog)
• Battery Voltage Low (accuspanning laag)
• Service Electronic Throttle Control (elektroni-
sche gasklepregeling vereist onderhoud) •
Lights On (verlichting aan)
• Right Turn Signal Light Out (richtingaanwij-
zer rechts uit)
• Left Turn Signal Light Out (richtingaanwijzer
links uit)
• Turn Signal On (richtingaanwijzer aan)
• Vehicle Not in Park (auto niet in
parkeerstand)
• Key in ignition (sleutel in contactslot)
• Key In Ignition Lights On (sleutel in contact,
lampen aan)
• Remote Start Active Key to Run (starten op
afstand actief Sleutel voor starten)
• Remote Start Active Push Start Button (star-
ten op afstand actief Druk op startknop)
• Remote Start Aborted Fuel Low (starten op
afstand afgebroken Brandstof laag)
• Remote Start Aborted Too Cold (starten op
afstand afgebroken Te koud)
• Remote Start Aborted Door Open (starten op
afstand afgebroken Portier open)
190
Page 225 of 420

•HANDREM .................................253
• ELEKTRONISCHE REMREGELING ..................254
•ABS-systeem ............................. .255
• Tractieregelsysteem (ASR) ..................... .255
• Remassistent (BAS) ......................... .255
• Electronic Roll Mitigation (ERM) ...................256
• Elektronisch stabiliteitsregelsysteem (ESP) ............256
• Antislingerregeling (ASR) ...................... .258
• Hill Start Assist (HSA) ........................ .258
• Ready Alert Braking - Indien aanwezig ...............260
• Rain Brake Support - Indien aanwezig ................260
• Hill Descent Control (HDC) — Alleen modellen met
vierwielaandrijving met MP3023 tussenbak met twee
versnellingen ............................. .260
• Select Speed Control (SSC) — Alleen modellen met
vierwielaandrijving met MP3023 tussenbak met twee
versnellingen ............................. .262
• Controle-/storingslampje ESP en indicatielampje ESP UIT . . .263
•BANDEN — ALGEMENE INFORMATIE ................263•Bandenspanning ........................... .263
• Bandenspanning ........................... .264
• Bandenspanning bij hoge snelheden ................265
• Radiaalbanden ............................. .265
• Type banden .............................. .266
• Run-flat-banden ............................ .266
• Reservebanden ............................ .267
• Doorslippen van de wielen ..................... .268
221
Page 270 of 420

Raadpleeg een erkende bandenleverancier voor
bandenreparaties en aanvullende informatie.
Beschadigde run-flat banden of run-flat banden
die zijn blootgesteld aan drukverlies, moeten
onmiddellijk worden vervangen door een an-
dere run-flat band van dezelfde maat en ser-
viceomschrijving (belastingsindex en snelheids-
code).
Type banden
Allseasonbanden – indien aanwezig
Allseasonbanden bieden grip in alle seizoenen
(lente, zomer, herfst en winter). De hoeveelheid
grip kan tussen verschillende allseasonbanden
variëren. Allseasonbanden zijn te herkennen
aan de aanduiding M+S, M&S, M/S of MS op de
wang van de band. Gebruik allseasonbanden
altijd in sets van vier, omdat anders de veilig-
heid en de bestuurbaarheid van de auto in het
gedrang kunnen komen.
Zomer- of drieseizoenenbanden – indien
aanwezig
Zomerbanden bieden grip onder zowel natte als
droge omstandigheden en zijn niet bedoeld om
in sneeuw of op ijs te gebruiken. Zomerbandenzijn niet voorzien van de all season-aanduiding
of het berg/sneeuwvloksymbool op de wang
van de band. Gebruik zomerbanden altijd in
sets van vier omdat anders de veiligheid en de
bestuurbaarheid van de auto in het gedrang
kunnen komen.
Winterbanden
In sommige landen is het gebruik van winter-
banden in de winter verplicht. Winterbanden
zijn te herkennen aan het symbool van een
berg/sneeuwvlok op de wang van de band.
Wanneer u winterbanden wilt gebruiken, moe-
ten deze van dezelfde maat en hetzelfde type
zijn als de originele banden. Gebruik winterban-
den altijd in sets van 4 omdat anders de veilig-
heid en de bestuurbaarheid van de auto in het
gedrang kunnen komen.
Winterbanden zijn doorgaans niet geschikt voor
de hoge snelheden die voor de standaard ge-
monteerde banden gelden. Rijd daarom niet
sneller dan 120 km/u (75 mph). Raadpleeg voor
snelheden hoger dan 120 km/u (75 mph) uw
erkende dealer of een bandenspecialist voor
informatie over veilige rijsnelheden, belasting
en koude bandenspanning.Hoewel banden met spikes betere prestaties
leveren op ijs en een glad wegdek, kan de
tractie op natte of droge oppervlakken slechter
zijn dan die van banden zonder spikes. In
sommige landen is het gebruik van banden met
spikes verboden. Raadpleeg de lokale wetge-
ving voordat u dit type banden gebruikt.
Run-flat-bandenRun-flat-banden maken het mogelijk om 50 mijl
(80 km) te rijden met 50 mph (80 km/u) na een
snel verlies van bandenspanning. Dit snelle ver-
lies van spanning wordt de run-flat-modus ge-
noemd. Een run-flat-modus treedt op bij een
bandenspanning van 14 psi (96 kPa) of lager.
Zodra een run-flat-band de run-flat-modus be-
reikt, heeft deze slechts beperkte rij-
eigenschappen en moet onmiddellijk worden ver-
vangen. Een run-flat-band is niet te repareren.
Het wordt niet aanbevolen een voertuig te rijden
met vol laadvermogen of een aanhanger/
caravan te trekken terwijl een band in de run-
flat-modus loopt.
Raadpleeg het hoofdstuk Bandenspannings-
controle voor meer informatie.
266