audio JEEP GRAND CHEROKEE 2016 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2016, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2016Pages: 480, PDF Size: 4.63 MB
Page 49 of 480

Extra knieairbag aan bestuurderszijde
Deze auto is aan de bestuurderszijde voorzien
van een extra knieairbag, die zich in het instru-
mentenpaneel onder de stuurkolom bevindt. De
extra knieairbag aan de bestuurderszijde biedt
extra bescherming bij een frontale botsing in
combinatie met de veiligheidsgordels, gor-
delspanners en de geavanceerde frontairbags.
Kniebescherming
De kniebescherming helpt de knieën van de
bestuurder en de voorpassagier te beschermen
en hen correct te laten zitten bij het eventueel
opblazen van de geavanceerde frontairbags.WAARSCHUWING!
U mag nooit in de kniebeschermingen
boren of snijden of deze op een andere
manier bewerken.
Monteer geen accessoires op de kniebe-
schermingen zoals alarmverlichting,
audio-installaties, 27 MC-apparatuur, enz. Aanvullende zijairbags
Uw auto is uitgerust met twee soorten zijairbags:1.
De aanvullende zijairbags in de stoelen
(SAB’s) bevinden zich aan de buitenzijde van
de voorstoelen. De aanvullende zijairbags in
de stoelen zijn voorzien van een label met de
tekst SRS AIRBAG of AIRBAG dat in de
buitenzijde van de stoelen is gestikt.
De aanvullende zijairbags kunnen helpen om
het risico van letsel aan inzittenden bij bepaalde
zijdelingse botsingen en in sommige gevallen
bij het over de kop slaan te verminderen, in
combinatie met de letselverminderende wer- king van de veiligheidsgordels en de constructie
van de carrosserie.
Als de aanvullende zijairbag wordt geactiveerd,
gaat de naad aan de buitenzijde van de bekle-
ding van de rugleuning open.
De geactiveerde aanvullende zijairbag in de
stoel ontvouwt zich via de stoelnaad in de
ruimte tussen de inzittende en het portier. De
aanvullende zijairbag beweegt zo snel en
krachtig dat deze letsel kan veroorzaken wan-
neer u niet goed in de stoel zit of wanneer zich
voorwerpen bevinden in de ruimte waar de
airbag wordt opgeblazen. Kinderen lopen zelfs
nog een hoger risico van letsel als gevolg van
het opblazen van een airbag.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen aanvullende stoelhoezen en
plaats geen voorwerpen tussen uzelf en de
zijairbags. De werking van de airbags kan zo
verslechteren en/of voorwerpen kunnen met
kracht tegen u aan slaan en zo ernstig letsel
veroorzaken.
Label aanvullende zijairbags in de stoelen
45
Page 149 of 480

WAARSCHUWING!
(Vervolgd)
Het wordt sterk aanbevolen de afneem-
bare trekhaak te verwijderen voordat u
ParkSense® gaat gebruiken, wanneer u
de trekhaak niet nodig heeft. Als u dit niet
doet, kan persoonlijk letsel of schade aan
voertuigen ontstaan doordat de trekhaak-
kogel zich veel dichter bij het obstakel
bevindt dan de achterkant van de auto,
wanneer via de luidspreker een continue
toon klinkt. Afhankelijk van de afmetingen
en vorm van de trekhaak is het ook moge-
lijk dat de sensoren de trekhaak detecte-
ren en abusievelijk aangeven dat er een
obstakel achter de auto aanwezig is.
PARKVIEW®
ACHTERUITRIJCAMERA —
INDIEN AANWEZIGUw auto is mogelijk voorzien van een Park-
View® achteruitrijcamera. Hiermee kunt u het
gebied achter de auto op het scherm zien
wanneer de schakelhendel in de stand RE-
VERSE is gezet. Het beeld wordt weergegeven
op het navigatie-/multimedia-radioscherm sa-
men met de waarschuwing "check entire sur-
roundings" (let op de gehele omgeving) aan de
bovenkant van het scherm. Na vijf seconden
verdwijnt deze waarschuwing. De ParkView®
camera bevindt zich aan de achterzijde van de
auto, boven de kentekenplaat.
Als u uit de stand REVERSE schakelt (met
cameravertraging uitgeschakeld), wordt de ach-
teruitrijcamera uitgeschakeld en wordt opnieuw
het navigatie- of audioscherm weergegeven. Als u uit de stand REVERSE schakelt (met
cameravertraging ingeschakeld), wordt het
beeld naar achteren met dynamische rasterlij-
nen weergegeven gedurende 10 seconden na-
dat uit de stand
"REVERSE"is geschakeld,
tenzij de voorwaartse voertuigsnelheid hoger is
dan 13 km/u (8 mph), wordt de transmissie in de
stand "PARK" geschakeld, of wordt het contact
uitgeschakeld.
OPMERKING:
De ParkView® achteruitrijcamera heeft pro-
grammeerbare functies die kunnen worden
geselecteerd via het Uconnect® systeem.
Raadpleeg Uconnect® instellingen in het
hoofdstuk Het instrumentenpaneel voor
meer informatie hierover.
Wanneer ze zijn ingeschakeld, worden actieve
richtlijnen op het camerabeeld geprojecteerd ter
verduidelijking van de breedte van het voertuig
en de verwachte rijrichting op basis van de
stand van het stuurwiel. De actieve richtlijnen
geven verschillende zones aan waarmee de
afstand tot de achterzijde van het voertuig kan
worden aangegeven, terwijl een onderbroken
centerlijn het midden van het voertuig aangeeft.
145
Page 172 of 480

AdBlue® Waarschuwingsberichten voor storingen — indien
aanwezig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .192
Dieselindicatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .193
AUDIOSYSTEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .194
Uconnect® INSTELLINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .194
Toetsen op het front . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .195
Schermtoetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .195
Door de klant te programmeren functies — Persoonlijke
instellingen Uconnect® 5.0 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .195
Customer Programmable Features (door de klant te programmeren
functies) — Uconnect® 8.4 Settings (instellingen Uconnect® 8.4) . . .205
Uconnect® RADIO — INDIEN AANWEZIG . . . . . . . . . . . . . . . .218
BEDIENING iPod®/USB/MP3 — indien aanwezig . . . . . . . . . . . .218
Uconnect® ENTERTAINMENTSYSTEEM ACHTERIN — INDIEN
AANWEZIG . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .218
Beginnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .218
Dual Video Screen (systeem met twee videoschermen). . . . . . . .220
Blu-ray™ Disc-speler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .220
Games spelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .222
Een dvd/Blu-ray™ disk afspelen via de radio met aanraakscherm . . .222 Belangrijke opmerkingen over het Dual Video Screen-systeem . . .224
Afstandsbediening Blu-ray™ Disc-speler — indien aanwezig . . . .224
Batterijen van de afstandsbediening vervangen . . . . . . . . . . . .225
Gebruik van hoofdtelefoons . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .225
Bedieningselementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .226
Batterijen van de hoofdtelefoon vervangen . . . . . . . . . . . . . . .227
Levenslange standaardgarantie Unwired® stereohoofdtelefoon . .227
168
Page 173 of 480

AUDIOTOETSEN OP HET STUURWIEL — INDIEN AANWEZIG . . .231Bediening van de radio . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .232
Cd-speler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .232
ONDERHOUD CD’S/DVD’S/BLU-RAY DISCS . . . . . . . . . . . .232
WERKING VAN DE RADIO EN MOBIELE TELEFOONS . . . . . .233
KLIMAATREGELING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .233
Algemeen overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .233
Functies van de klimaatregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . .237
Automatische temperatuurregeling (ATC) . . . . . . . . . . . . .238
Aanwijzingen voor bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .239
SNELTIPS VOOR Uconnect® SPRAAKHERKENNING . . . . . . .241
Introductie van Uconnect® . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .241
Aan de slag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .241
Belangrijkste gesproken opdrachten . . . . . . . . . . . . . . . .242
Radio . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .243
Media . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .243
Phone (telefoon) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .244
Klimaatregeling (8.4A/8.4AN) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .245
Navigatie (8.4A/8.4AN) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .245
Aanvullende informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .246
169
Page 182 of 480

BESTUURDERSINFORMATIE-
DISPLAY (DID)Het bestuurdersinformatiedisplay (DID) heeft
een interactief scherm dat zich in de instrumen-
tengroep bevindt.
Het DID heeft de volgende menu-items:
Digitale snelheidsmeter
Voertuiginformatie
Terrein — indien aanwezig
SRT-prestaties — indien aanwezig
Bestuurderhulp
Brandstofverbruik
Dagteller
Stop/Start — indien aanwezig
Audio
Opgeslagen meldingen
Instellen scherm
Snelheidswaarschuwing — indien aanwezig
Met dit systeem kan de bestuurder informatie
selecteren door op de volgende knoppen op het
stuur te drukken:
Knop pijl omhoog
Druk kort op de knop pijl OMHOOG
omomhoog
te bladeren door het
hoofdmenu en de submenu’s.
Knop pijl omlaag
Druk kort op de knop pijl OMLAAG
om omlaag te bladeren door het
hoofdmenu en de submenu’s.
Knop pijl naar rechts
Druk kort op de knop pijl naar
RECHTS voor toegang tot de infor-
matieschermen of submenuscher-
men van een hoofdmenu.
Knop terug/pijl naar links
Druk kort op de knop pijl naar
LINKSvoor
toegang tot de infor-
matieschermen of submenuscher-
men van een hoofdmenu.
Plaats van het bestuurdersInformatiedisplay (DID)
Knoppen van het DID
178
Page 183 of 480

Knop OK
De knop OK kan worden gebruikt voor het
volgende:
Selectie
Reset (ingedrukt
houden)
Wissen (ingedrukt houden)DID-schermenDe DID-schermen bevinden zich in het midden-
deel van de instrumentengroep en bestaan uit
meerdere delen:
1. Hoofdscherm — De binnenring van het scherm licht grijs op onder normale omstan-
digheden, geel voor niet-kritieke waarschu-
wingen, rood voor kritieke waarschuwingen,
en wit voor on-demand informatie.
2. Audio-informatie en submenu-informatie — Wanneer er submenu’s beschikbaar zijn,
wordt het deel met de submenu’s hier weer-
gegeven.
3. Instelbare indicatoren/informatie
4. Indicatoren/richtingaanwijzers 5. Status van schakelhendel (PRNDL)
6. Selecteerbare informatie (kompas, tempera-
tuur, bereik tot lege tank, dagteler A, dagtel-
ler B, gemiddeld brandstofverbruik, huidig
brandstofverbruik)
7. De luchtveringstatus — indien aanwezig
8. 4WD-status — status
9. Selecteerbare Meter 1
In het hoofdscherm worden normaal gesproken
het hoofdmenu of de schermen van een geko-
zen functie uit het hoofdmenu weergegeven.
Op het hoofdscherm worden ook ongeveer 60
mogelijke waarschuwings- of informatieberich-
ten weergegeven. Deze berichten zijn onder-
verdeeld in verschillende categorieën:
Opgeslagen berichten met vijf-
seconden-weergave
Zodra ze van toepassing zijn, worden deze
berichten gedurende
vijf seconden in het hoofd-
scherm weergegeven, waarna opnieuw het vo-
rige scherm wordt getoond. De meeste berich-
ten van dit type worden vervolgens opgeslagen (zolang de oorzaak waardoor ze zijn geacti-
veerd blijft bestaan) en kunnen opnieuw worden
bekeken via de optie
"Messages"(berichten) in
het hoofdmenu. Voorbeelden van dit type be-
richt zijn "Right Front Turn Signal Lamp Out"
(rechter richtingaanwijzer vóór defect) en "Low
Tire Pressure" (bandenspanning laag).
Niet-opgeslagen berichten
Deze berichten worden weergegeven totdat de
oorzaak waardoor het bericht is geactiveerd is
verholpen. Voorbeelden van dit type bericht zijn
"Turn Signal On" (richtingaanwijzer aan, als een
richtingaanwijzer niet is uitgeschakeld) en "Lights
On" (lampen aan, als de bestuurder uitstapt).Niet-opgeslagen berichten tot RUN
Deze berichten gaan hoofdzakelijk over de op
afstand bediende startfunctie. Deze berichten
worden weergegeven totdat de contactschake-
laar in de stand RUN wordt gezet. Voorbeelden
van dit type berichten zijn: "Remote Start Abor-
ted - Door Ajar" (Starten op afstand afgebroken
- Portier open) en "Press Brake Pedal and Push
Button to Start" (Trap rempedaal in en druk op
knop om te starten).
179
Page 192 of 480

Terrein — indien aanwezigDruk kort op de knop pijl
OMHOOG of OMLAAG
totdat het pictogram/titel
voor het Terreinscherm
is gemarkeerd in het
DID. Druk kort op de
knop pijl naar RECHTS
om Selec-Terrain (ter-
reinselectie), Air Sus-
pension (luchtvering),
Drivetrain (aandrijflijn) en Wheel Articulation
(articulatie van de wielen) weer te geven.
Bestuurderhulp — indien aanwezig
Druk kort op de knop pijl OMHOOG
of OMLAAG totdat het pictogram
voor het bestuurderhulpscherm is
gemarkeerd in het DID. Raadpleeg
voor meer informatie de paragraaf
"Adaptieve cruisecontrol (ACC) —
indien aanwezig" in het hoofdstuk"De functies
van uw auto". Brandstofverbruik
Druk kort op de knop pijl OMHOOG
of OMLAAG totdat het pictogram/
titel van het menu Brandstofver-
bruik is gemarkeerd. Houd de knop
met de pijl naar RECHTSingedrukt
om de functie terug te stellen.
Range (bereik)
Current MPG or L/100 km (huidige MPG of
l/100 km)
Current MPG or L/100 km (gemiddelde MPG
of l/100 km)
Dagteller
Druk kort op de knop pijl OMHOOG
of OMLAAG totdat het pictogram/
titel van de dagteller is gemarkeerd
in het DID, schakel vervolgens
naar links of rechts om rit A of rit B
te kiezen.
De informatie van Trip A (rit A) en Trip B (rit B) is
de volgende:
Distance mi (afstand in mijl)
Average Fuel Economy (gemiddeld
brandstofverbruik)
Elapsed Time (verstreken tijd)
Houd de knop OKingedrukt om alle informatie
te resetten.
Audio
Druk kort op de knop pijl OMHOOG
of OMLAAG totdat het pictogram/
titel voor het menu Audio is gemar-
keerd in het DID.
Opgeslagen meldingen Druk kort op de knop pijl OM-
HOOG of OMLAAG totdat het
pictogram/titel voor het menu Be-
richten is gemarkeerd in het DID.
Deze functie toont het aantal opge-
slagen waarschuwingsmeldingen. Door op de
knop pijl naar rechts te drukken, kunt u de
opgeslagen meldingen zien.188
Page 198 of 480

ten voordat u het water uit de brandstoffilters
hebt afgetapt om schade aan de motor te
voorkomen. Raadpleeg de paragraaf
"Onderhoudsprocedures/brandstoffilter/filter
waterafscheider aftappen"in het hoofdstuk"On-
derhoud van uw auto" voor meer informatie.
Wachten met starten
Het controlelampje "Wachten met star-
ten" gaat gedurende ongeveer twee
seconden branden als de contactscha-
kelaar in de stand RUN wordt gezet. Het kan
langer blijven branden zijn bij koudere bedrijfs-
omstandigheden. De auto zal niet starten totdat
het lampje uit gaat. Raadpleeg de paragraaf
"Startprocedures" in het hoofdstuk"Starten en
rijden" voor meer informatie hierover.
OPMERKING:
Het controlelampje Wachten met starten
brandt mogelijk niet als de temperatuur in
het inlaatspruitstuk hoog genoeg is. AdBlue®-lampje
Dit lampje gaat branden om aan te
geven dat het peil van de AdBlue®
laag is.
AUDIOSYSTEMENRaadpleeg de handleiding van uw audiosys-
teem.Uconnect® INSTELLINGENHet Uconnect® systeem maakt gebruik van een
combinatie van schermtoetsen en toetsen in het
midden van het instrumentenpaneel waarmee u
door de klant te programmeren functies kunt
wijzigen.
Uconnect® 5.0 schermtoetsen en toetsen op het front1 - Uconnect® schermtoetsen
2 - Uconnect® toetsen op het front
194
Page 199 of 480

Toetsen op het frontDe toetsen op het front bevinden zich in het
midden van instrumentenpaneel onder het
Uconnect® systeem. Bovendien bevindt zich in
het midden van het instrumentenpaneel, rechts
van de toetsen van de klimaatregeling, een
Scroll/Enter-draaiknop. Draai aan de knop om
door de menu’s te bladeren of instellingen te
selecteren (bijv. 30, 60, 90). Druk een of meer-dere keren op het midden van de draaiknop om
een instelling te wijzigen (bijv. ON/OFF (aan/
uit)).
Uw Uconnect® systeem is mogelijk ook uitge-
rust met de toetsen Screen Off en Back op het
front onder het systeem.
Druk op de toets Screen Off op het front om het
Uconnect® scherm uit te schakelen. Druk nog-
maals op de toets Screen Off op het front om
het scherm in te schakelen.
Druk op de toets Back op het front om een
menu of een bepaalde optie op het Uconnect®
systeem te sluiten.
SchermtoetsenSchermtoetsen kunnen in het scherm van
Uconnect® worden bediend.Door de klant te programmeren
functies — Persoonlijke instellingen
Uconnect® 5.0Druk op de knop SETTINGS op het front om het
scherm menu-instelling weer te geven. In deze
modus geeft het Uconnect® systeem u toegang
tot programmeerbare functies waarmee de autokan zijn uitgerust, zoals Display (Scherm), Units
(Eenheden), Voice (Spraak), Clock (Klok),
Safety/Assistance (Veiligheid/hulp), Lights (Ver-
lichting), Doors & Locks (Portieren en sloten),
Auto-On Comfort (Comfort automatisch aan),
Engine Off Operation (Stroom bij uitgescha-
kelde motor), Compass Settings (Kompasin-
stellingen), Audio and Phone/Bluetooth®
(Audio- en telefoon/Bluetooth®).
OPMERKING:
Er kan telkens slechts één onderdeel van
het aanraakscherm tegelijk worden weerge-
geven.
Kies de schermtoets om de gewenste modus te
activeren . Zodra de gewenste modus actief is,
druk kort op de gewenste instelling om uw
keuze te maken. Nadat de instelling is voltooid,
kiest u de schermtoets met de pijl naar links of
de toets BACK (terug) om naar het vorige menu
terug te keren, of de schermtoets X om het
instellingenscherm te sluiten. Met behulp van
de schermtoetsen met de pijl Omhoog of Om-
laag aan de rechterkant van het scherm kunt u
omhoog en omlaag schakelen door de beschik-
bare instellingen.
Uconnect® 8.4 schermtoetsen en toetsen op
het front1 - Uconnect® schermtoetsen
2 - Uconnect® toetsen op het front
195
Page 202 of 480

play (beeld en geluid). Kies vervolgens de
schermtoets met de pijl naar links. Raadpleeg
de paragraaf"ParkSense®" in het hoofdstuk
"De functies van uw auto" voor meer informatie
hierover.
Spiegels kantelen bij achteruitrijden
Wanneer deze functie is geselecteerd, kantelen
de buitenspiegels
omlaag wanneer de contact-
schakelaar in de stand RUN staat en de scha-
kelhendel in de stand REVERSE. De spiegels
keren terug naar hun oorspronkelijke stand
zodra u uit de achteruitversnelling schakelt.
Kies de schermtoets "Tilt Mirrors In Reverse"
(kantelen van de spiegels bij achteruitrijden) en
maak uw keuze. Om terug te keren naar het
vorige menu, kiest u de schermtoets met de pijl
naar links.
ParkView® Backup Camera Active Gui-
delines (actieve
rasterlijnen ParkView®
achteruitrijcamera)Uw auto is mogelijk voorzien van actieve rasterlij-
nen voor de ParkView® achteruitrijcamera waar-
mee u actieve rasterlijnen over het beeld van de
ParkView achteruitrijcamera kunt laten weergeven wanneer de schakelhendel in de stand REVERSE
is gezet. Het beeld wordt op het aanraakscherm
van de radio weergegeven, samen met een waar-
schuwing dat u op de hele omgeving moet blijven
letten. Na vijf seconden verdwijnt deze opmerking.
Kies de schermtoets
"ParkView® Backup Camera
Active Guidelines" (actieve rasterlijnen ParkView®
achteruitrijcamera) en maak uw keuze. Om terug te
keren naar het vorige menu, kiest u de schermtoets
met de pijl.
ParkView® Achteruitrijcameravertraging
Als u uit de stand REVERSE schakelt (met
cameravertraging uitgeschakeld), wordt de ach-
teruitrijcamera uitgeschakeld en wordt opnieuw
het navigatie- of audioscherm weergegeven.
Als u uit de stand REVERSE schakelt (met
cameravertraging ingeschakeld), wordt het
beeld naar achteren met dynamische rasterlij-
nen weergegeven gedurende 10 seconden na-
dat uit de stand "REVERSE"is geschakeld,
tenzij de voorwaartse voertuigsnelheid hoger is
dan 12 km/u (8 mph), wordt de transmissie in de
stand "PARK" geschakeld, of wordt het contact
uitgeschakeld. Om de ParkView® achteruitrij-
cameravertraging in te stellen, drukt u op knop "MORE"
op het front, kiest u de schermtoets
"Controls" (bedieningselementen) en vervol-
gens de schermtoets "Safety & Driving Assis-
tance" (veiligheid en rijhulp). Kies de scherm-
toets "Parkview Backup Camera Delay
(achteruitrijcameravertraging) om de Park-
View® vertraging in of uit te schakelen.
Regensensor
Wanneer deze functie is geselecteerd, schakelt
het systeem
automatisch de ruitenwissers in
wanneer de sensor vocht op de ruit detecteert.
Kies de schermtoets "Rain Sensing"(regensen-
sor) en maak uw keuze. Om terug te keren naar
het vorige menu, kiest u de schermtoets met de
pijl naar links.
Hill Start Assist — indien aanwezig
Wanneer deze functie is geselecteerd, is het Hill
Start Assist
(HSA) systeem actief. Raadpleeg
de paragraaf "Elektronische remregeling" in het
hoofdstuk "Starten en rijden" voor informatie
over de werking en bediening van het systeem.
Kies de schermtoets "Hill Start Assist”"(wegrij-
hulp op hellingen) en maak uw keuze. Om terug
te keren naar het vorige menu, kiest u de
schermtoets met de pijl naar links.
198