display JEEP GRAND CHEROKEE 2018 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2018, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2018Pages: 410, PDF Size: 6.16 MB
Page 15 of 410

INTERIEUR
Interieurvoorzieningen
1 — Portiergreep 5 — Radio 9 — Versnellingshendel 13 — Koplampschakelaar
2 — Ventilatieroosters 6 —Handschoenenkastje/opbergvak 10 — Contactschakelaar 14 — Schakelaar elektrische
raambediening/portiervergrendeling
3 — Schakelflipper 7 — Stoelen 11 — Bedieningselementen van
cruisecontrol
4 — Instrumentengroep 8 — Klimaatregeling 12 — Bedieningselementen display
in instrumentengroep
13
Page 23 of 410

Melding voertuig op contact
Als het bestuurdersportier wordt geopend ter-
wijl het contact in de stand RUN staat (motor
draait niet), klinkt een geluidssignaal om u
eraan te herinneren de contactschakelaar in
de stand OFF te zetten. Naast dit geluidssig-
naal verschijnt op het display van de instru-
mentengroep ook "Ignition Or Accessory On"
(contactschakelaar in de stand ON of ACC).
OPMERKING:
De schakelaars voor elektrische raambedie-
ning en het elektrisch zonnedak (indien aan-
wezig) blijven gedurende maximaal tien mi-
nuten actief nadat de contactschakelaar in
de stand OFF is gezet. Door het openen van
een voorportier wordt deze functie uitgescha-
keld. De tijdsduur van deze functie is
programmeerbaar.
WAARSCHUWING!
• Breng het voertuig altijd volledig tot stil-
stand voordat u het verlaat, zet altijd de
automatische versnellingsbak in de
stand PARK, trek de handrem aan, zet
de motor in de stand OFF, verwijder de
WAARSCHUWING!
sleutelhouder uit het voertuig en sluit uw
voertuig af. Als uw voertuig is uitgerust
met Keyless Enter-N-Go, moet u zich
wanneer u het voertuig verlaat er altijd
van verzekeren dat het contact zonder
sleutel in de stand "OFF" staat, verwijder
de sleutelhouder uit het voertuig en sluit
uw voertuig af.
• Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die
niet is afgesloten.
• Het achterlaten van kinderen zonder
toezicht in een auto is om verschillende
redenen gevaarlijk. Kinderen of derden
lopen dan het risico op ernstig of zelfs
dodelijk letsel. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rempedaal
of de schakelhendel mogen komen.
• Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van het voertuig (of op een voor
kinderen bereikbare plaats) en laat het
contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go niet in de stand ON/RUN
staan. Een kind zou de knoppen van de
elektrische raambediening of andere
WAARSCHUWING!
schakelaars kunnen bedienen of de auto
in beweging kunnen zetten.
• Laat nooit kinderen of dieren achter in
een geparkeerde auto bij warm weer. De
warmte in het interieur kan ernstige ge-
zondheidsproblemen veroorzaken en
zelfs dodelijk zijn.
LET OP!
Een niet-afgesloten voertuig is een uitno-
diging voor dieven. Verwijder altijd de sleu-
telhouder uit het voertuig en vergrendel
alle portieren wanneer u het voertuig zon-
der toezicht achterlaat.
21
Page 33 of 410

gewenste radiovoorkeurzenders. U kunt uw
sleutelhouder met afstandsbediening ook
programmeren om terug te gaan naar de op-
geslagen geheugenposities wanneer de ont-
grendelknop wordt ingedrukt.
OPMERKING:
Uw auto is uitgerust met twee sleutelhou-
ders, één sleutelhouder kan worden gekop-
peld aan de geheugenpositie 1 en de andere
sleutelhouder kan worden gekoppeld aan ge-
heugenpositie 2.De geheugenstoelschakelaar bevindt zich op
het bekledingspaneel van het bestuur-
dersportier. De schakelaar bestaat uit drie
knoppen:
• De instelknop (S), waarmee de stand in het
geheugen wordt opgeslagen.
• De knoppen (1) en (2) waarmee een van de
twee geprogrammeerde geheugenprofielen
wordt opgevraagd.
Geheugenfunctie programmeren
OPMERKING:
Een nieuw geheugenprofiel maken:
1. Zet het contact van het voertuig in de
stand ON/RUN (start de motor niet).
2. Pas alle profielinstellingen aan uw voor-
keuren aan (bijv. stoel, buitenspiegel,
elektrisch verstelbare stuurkolom [indien
aanwezig] en geprogrammeerde
radiozenders).
3. Druk kort op de instelknop (S) op de
geheugenschakelaar.4. Druk binnen vijf seconden kort op de
geheugenknop (1) of (2). Het display in de
instrumentengroep geeft aan welke ge-
heugenpositie wordt ingesteld.
OPMERKING:
• De auto hoeft niet in de stand PARK te
staan voor het instellen van geheugenposi-
ties, maar dit is wel vereist als u een geheu-
genpositie wilt oproepen.
• Raadpleeg voor het instellen van een ge-
heugenprofiel op uw sleutelhouder de para-
graaf "Sleutelhouder met afstandsbedie-
ning aan geheugen koppelen en
ontkoppelen" in uw instructieboekje voor
meer informatie.
Verwarmde/geventileerde stoelen
Stoelverwarming voor
De regeltoetsen voor de stoelverwarming vóór
bevinden zich in het scherm klimaatregeling
of bedieningselementen van het aanraak-
scherm.
U kunt kiezen uit de verwarmingsstanden HI
(hoog), LO (laag) en OFF (uit). De indicator-
pijlen in de schermtoetsen geven de gekozenKnoppen voor stoelgeheugen
31
Page 34 of 410

verwarmingsstand weer. Er gaan twee indica-
torpijlen branden voor de stand HI (hoog),
één voor LO (laag) en geen voor OFF (uit).
• Druk de stoelverwarmingstoets
een
keer in om de stand HI (hoge stand) in te
schakelen.
• Druk de stoelverwarmingstoets
een
tweede keer in om de stand LO (lage stand)
in te schakelen.
• Druk de stoelverwarmingstoets
een
derde keer in om de verwarmingselementen
uit te schakelen.
Als de hoge stand (HI) is geselecteerd, scha-
kelt het systeem na ongeveer 60 minuten
continue werking automatisch naar de lage
stand (LO). Op dat moment verandert het
display van HI (hoge stand) in LO (lage
stand). De lage stand (LO) wordt na ongeveer
45 minuten automatisch uitgeschakeld
(OFF).
OPMERKING:
• Zodra u een stand hebt geselecteerd, voelt
u na twee tot vijf minuten dat de stoel warm
wordt.• De stoelverwarming werkt uitsluitend wan-
neer de motor draait.
Uitvoeringen met op afstand bediend startsys-
teem
Bij uitvoeringen met een op afstand bediend
startsysteem kunt u programmeren dat de
stoelventilatie wordt ingeschakeld tijdens het
starten op afstand.
Deze functie kan worden geprogrammeerd
via het Uconnect systeem. Raadpleeg het
instructieboekje voor meer informatie.
WAARSCHUWING!
• Personen die geen pijn op de huid kun-
nen voelen als gevolg van ouderdom,
chronische ziekte, diabetes, rugletsel,
medicatie, alcoholgebruik, uitputting of
een andere lichamelijke conditie, moe-
ten voorzichtig zijn bij het gebruik van
de stoelverwarming. Deze kan zelfs bij
lage temperaturen brandwonden veroor-
zaken, met name als de verwarming
langdurig wordt gebruikt.
WAARSCHUWING!
• Plaats geen voorwerpen op de zitting of
de rugleuning die warmte-isolerend wer-
ken, zoals een deken of kussen. Hier-
door kan de stoelverwarming oververhit
raken. Een oververhitte stoel kan leiden
tot ernstige brandwonden als gevolg van
de verhoogde oppervlaktetemperatuur
van de zitting.
Stoelverwarming achterin
Bij sommige modellen zijn de twee buitenste
zitplaatsen uitgerust met verwarmde zittin-
gen. De stoelverwarmingsschakelaars van
deze stoelen bevinden zich aan de achter-
zijde van de middenconsole. Met de twee
schakelaars voor de stoelverwarming
kunnen de achterpassagiers de stoelen af-
zonderlijk bedienen.
U kunt kiezen uit de verwarmingsstanden HI
(hoog), LO (laag) en OFF (uit). De controle-
lampjes in beide schakelaars geven de geko-
zen verwarmingsstand weer. Er gaan twee
indicatielampjes branden voor de stand HI
(hoog), één voor LO (laag) en geen voor OFF
(uit).
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
32
Page 47 of 410

Richtingaanwijzers
Beweeg de multifunctionele hendel op of
neer om te controleren of de pijlen aan beide
zijden op het display in de instrumenten-
groep gaan knipperen, wat betekent dat de
richtingaanwijzers voor en achter naar beho-
ren werken.
OPMERKING:
Als een van de lampjes blijft branden en niet
knippert, of als een van de lampjes zeer snel
knippert, controleer dan aan de buitenzijde
van de auto of een lamp defect is. Wanneer
een van de richtingaanwijzers niet gaat bran-
den wanneer u de hendel beweegt, is waar-
schijnlijk de desbetreffende lamp defect.
Lane Change Assist
Tik de hendel eenmaal omhoog of omlaag
zonder hem in de klikstand te duwen; de
richtingaanwijzer (rechts of links) knippert
dan driemaal en gaat vervolgens automatisch
uit.
Automatische hoogteverstelling
koplampen — alleen voor
hogedrukontladingslampen (HID)
Deze functie zorgt ervoor dat het grootlicht
tegenliggers niet verblindt. Door de automa-
tische hoogteverstelling van de koplampen
wordt de hoogte van het grootlicht aangepast
aan de hellingshoek van de auto.
Accuspaarfunctie
Om de levensduur van de accu van uw auto te
verlengen, wordt zowel voor de binnen- als de
buitenverlichting belastingreductie geboden.
Als de contactschakelaar in de stand OFF
(UIT) staat en een portier open blijft staan
gedurende 10 minuten of de dimschakelaar
in de stand ON (AAN) staat voor de plafond-
verlichting, wordt de binnenverlichting auto-
matisch uitgeschakeld.
OPMERKING:
De accuspaarmodus wordt geannuleerd als
de contactschakelaar in de stand ON (AAN)
staat.Als de koplampen ingeschakeld blijven ter-
wijl de contactschakelaar in de stand OFF
(UIT) is gezet, wordt de buitenverlichting
automatisch na acht minuten uitgeschakeld.
Als de koplampen worden ingeschakeld en
ingeschakeld worden geladen gedurende
acht minuten terwijl de contactschakelaar in
de stand OFF (UIT) staat, gaat de buitenver-
lichting automatisch uit.
OPMERKING:
De accuspaarmodus wordt uitgeschakeld als
de contactschakelaar in de stand OFF (uit)
staat en de koplampschakelaar in de stand
voor de parkeerlichten staat. De parkeerlich-
ten blijven branden en stroom van de accu
verbruiken.
RUITENWISSERS EN
-SPROEIERS
De bedieningselementen voor de
ruitenwisser/-sproeier bevinden zich op de
multifunctionele hendel aan de linkerzijde
van de stuurkolom. De voorruitenwissers wor-
den bediend door een schakelaar te bedienen
op het uiteinde van de hendel. Raadpleeg
45
Page 51 of 410

Bedieningselementen automatische klimaatregeling Uconnect 4 met 7-inch display
49
Page 52 of 410

Bedieningselementen automatische klimaatregeling Uconnect 4C/4C NAV met 8,4-inch display
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
50
Page 66 of 410

Achterklep ontgrendelen/openen
De achterklep kan op verschillende manieren
worden ontgrendeld:
• Sleutelhouder
• Handgreep aan de buitenkant
• Knop op dakconsole
De ontgrendelfunctie voor de achterklep van
Passive Entry is ingebouwd in de elektroni-
sche ontgrendeling van de achterklep. Met
een geldige sleutelhouder met Passive Entry
binnen 1,5 m (5 ft) van de achterklep drukt u
op de elektronische ontgrendeling van de
achterklep om deze in één vloeiende bewe-
ging te openen. Druk tweemaal binnen vijf
seconden op de achterkleptoets op de sleu-
telhouder om de achterklep te ontgrendelen.OPMERKING:
Als "Unlock All Doors On 1st Press" (alle
portieren ontgrendelen met één druk op de
ontgrendeltoets) is geprogrammeerd op het
display in de instrumentengroep, worden alle
portieren ontgrendeld wanneer u op de elek-
tronische ontgrendeling op de achterklep
drukt. Als "Unlock Driver Door 1st press"
(bestuurdersportier ontgrendelen met één
druk op de ontgrendelknop) is geprogram-
meerd in Uconnect, wordt alleen de achter-
klep ontgrendeld wanneer u op de elektroni-
sche ontgrendeling van de achterklep drukt.
Raadpleeg de paragraaf "Instellingen van
Uconnect" in het hoofdstuk "Multimedia"
voor meer informatie.
Locatie van de Passive Entry/
vergrendelknop
1 - Elektronische
ontgrendeling van
de achterklep2 - Locatie van de
vergrendelknopUW VOERTUIG LEREN KENNEN
64
Page 73 of 410

UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
DISPLAY IN DE INSTRUMENTEN-
GROEP....................72
Locatie en bedieningselementen display in
de instrumentengroep............72
BOORDCOMPUTER...........77WAARSCHUWINGSLAMPJES EN
MELDINGEN................77
Rode waarschuwingslampjes........77
Gele waarschuwingslampjes.........81
Gele controlelampjes.............85
Groene controlelampjes...........85Witte controlelampjes............87
Blauwe controlelampjes...........88BOORDDIAGNOSESYSTEEM — OBD
II ........................89
Boorddiagnosesysteem (OBD II) en
cyberveiligheid.................89
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
71
Page 74 of 410

DISPLAY IN DE
INSTRUMENTENGROEP
Uw voertuig is mogelijk uitgerust met een
display in de instrumentengroep, dat de be-
stuurder nuttige informatie biedt. Met het
contact in de stand STOP/OFF, zorgt het
openen/sluiten van een portier ervoor dat het
display wordt geactiveerd en het totaal aantal
kilometers of mijlen weergeeft op de kilome-
terteller. Het display in de instrumenten-
groep is ontworpen om belangrijke informatie
over de systemen en functies van uw voertuig
weer te geven. Via een interactief display voor
de bestuurder in het instrumentenpaneel
wordt op het display in de instrumentengroep
weergegeven hoe systemen werken en krijgt u
waarschuwingen wanneer deze niet werken.
Met de bedieningselementen op het stuur-
wiel kunt u door de hoofd- en submenu's
bladeren. U hebt toegang tot de door u ge-
wenste, specifieke informatie en u kunt se-
lecties maken en aanpassingen doen.
Uw voertuig is uitgerust met een display in de
instrumentengroep, dat de bestuurder nut-
tige informatie biedt. Met het contact in de
stand STOP/OFF, zorgt het openen/sluitenvan een portier ervoor dat het display wordt
geactiveerd en het totaal aantal kilometers of
mijlen weergeeft op de kilometerteller. Het
display in de instrumentengroep is ontwor-
pen om belangrijke informatie over de syste-
men en functies van uw voertuig weer te
geven. Via een interactief display voor de
bestuurder in het instrumentenpaneel wordt
op het display in de instrumentengroep weer-
gegeven hoe systemen werken en krijgt u
waarschuwingen wanneer deze niet werken.
Met de bedieningselementen op het stuur-
wiel kunt u door de hoofd- en submenu's
bladeren. U hebt toegang tot de door u ge-
wenste, specifieke informatie en u kunt se-
lecties maken en aanpassingen doen.
Locatie en bedieningselementen display in
de instrumentengroep
Het display in de instrumentengroep bevindt
zich in het midden van de instrumenten-
groep.1. De bovenste regel, waarin instelbare ver-
klikkerlampjes, de kompasrichting, de
buitentemperatuur, de tijd, het bereik
MPG of rit worden weergegeven. Deze
geeft ook de snelheidsmeter weer wan-
neer andere menupagina's worden
weergegeven.
Display in de instrumentengroep
1 — Display snelheidsmeter
2 — Hoofddisplay
3 — Menunaam en Menupagina
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
72