alarm JEEP GRAND CHEROKEE 2020 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2020Pages: 412, PDF Size: 7.51 MB
Page 87 of 412

LET OP!
Als u door blijft rijden terwijl het lampje
voor de versnellingsbaktemperatuur
brandt, kan de versnellingsbak ernstig be-
schadigd of defect raken.
— Waarschuwingslampje van alarm-
systeem — indien aanwezig
Dit lampje knippert snel gedurende circa
15 seconden, wanneer het alarmsysteem
wordt ingeschakeld, en knippert vervolgens
langzaam totdat het alarmsysteem wordt uit-
geschakeld.
Gele waarschuwingslampjes
— Waarschuwingslampje Onderhoud
adaptieve cruisecontrol
Dit lampje gaat branden wanneer de ACC niet
werkt en onderhoud nodig heeft. Raadpleeg
voor meer informatie de paragraaf "Adaptieve
cruise control (ACC)" in het hoofdstuk "Star-
ten en rijden".
— Waarschuwingslampje antiblok-
keerremsysteem (ABS)
Dit waarschuwingslampje is een indicator
van het ABS-systeem. Het lampje gaat bran-
den wanneer u het contact in de stand ON/
RUN of ACC/ON/RUN zet en kan daarna nog
vier seconden blijven branden.
Als het ABS-lampje tijdens het rijden blijft of
gaat branden, wijst dit erop dat het ABS-
gedeelte van het remsysteem niet functio-
neert en dat onderhoud zo snel mogelijk moet
worden uitgevoerd. Het gewone remsysteem
zal echter normaal functioneren ervan uit-
gaande dat het waarschuwingslampje rem-
systeem niet brandt.
Wanneer het ABS-lampje niet gaat branden
als het contact in de stand ON/RUN of ACC/
ON/RUN wordt gezet, moet het remsysteem
worden gecontroleerd door een erkende dea-
ler.
— Waarschuwingslampje ESC uitge-
schakeld — indien aanwezig
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat het
elektronisch stabiliteitsregelsysteem (ESC) is
uitgeschakeld.Telkens wanneer de contactschakelaar in de
stand ON/RUN of ACC/ON/RUN wordt gezet,
wordt het ESC-systeem ingeschakeld, ook
wanneer dit eerder werd uitgeschakeld.
Het controlelampje ESC UIT gaat branden
wanneer de tractiemodus is ingesteld op
Sport, Track of Full OFF in de rijmodi.
— Waarschuwingslampje ESC actief —
indien aanwezig
Dit waarschuwingslampje geeft aan wanneer
het elektronisch stabiliteitsregelsysteem ac-
tief is. Het controlelampje van het elektro-
nisch stabiliteitsregelsysteem (ESC) in de in-
strumentengroep gaat branden wanneer het
contact in de stand ON/RUN of ACC/ON/RUN
wordt gezet en ESC actief is. Als de motor
draait, behoort dit lampje uit te gaan. Wan-
neer het controlelampje ESC continu blijft
branden terwijl de motor draait, is een storing
gedetecteerd in het ESC-systeem. Als het
waarschuwingslampje blijft branden nadat er
verschillende keren is gestart en u meerdere
kilometers (mijlen) hebt gereden met een
snelheid hoger dan 48 km/u (30 mph), dient
85
Page 137 of 412

men en hen correct te laten zitten bij het
eventueel opblazen van de frontairbags.
WAARSCHUWING!
• U mag nooit in de kniebeschermingen
boren of snijden of deze op een andere
manier bewerken.
•
Monteer geen accessoires op de kniebe-
schermingen zoals alarmverlichting, audio-
installaties, 27 MC-apparatuur, enz.
Extra knieairbag aan bestuurderszijde
Deze auto is aan de bestuurderszijde voorzien
van een knieairbag, die zich in het instrumen-
tenpaneel onder de stuurkolom bevindt. De
extra knieairbag aan bestuurderszijde biedt
meer bescherming en werkt bij frontale aan-
rijdingen samen met de veiligheidsgordels,
de gordelspanners en de frontairbags.
Aanvullende zijairbags
Aanvullende zijairbags in de stoelen (SAB's)
(indien aanwezig)
Dit voertuig is mogelijk ook uitgerust met
aanvullende zijairbags in de stoelen (SAB's).
Raadpleeg de onderstaande informatie wan-neer uw voertuig is uitgerust met aanvullende
zijairbags in de stoelen (SAB's).
Aanvullende zijairbags in de stoelen (SAB's)
bevinden zich aan de buitenzijde van de
voorstoelen. De zijairbags in de stoelen zijn
gemarkeerd met het opschrift "SRS AIRBAG"
of "AIRBAG", op een label of op de bekleding
aan de buitenzijde van de stoelen.
De zijairbags (indien aanwezig) kunnen hel-
pen om het risico van letsel van inzittenden tebeperken tijdens bepaalde zijdelingse botsin-
gen, als aanvulling op de potentiële letselre-
ductie door de veiligheidsgordels en de con-
structie van de carrosserie.
Als een zijairbag wordt geactiveerd, gaat de
naad aan de buitenkant van de stoelbekle-
ding open. De geactiveerde aanvullende zij-
airbag in de stoel komt via de stoelnaad naar
buiten in de ruimte tussen de inzittende en
het portier. De zijairbag beweegt zo snel en
krachtig dat deze letsel kan veroorzaken wan-
neer de inzittenden niet goed in de stoel
zitten, of wanneer zich voorwerpen bevinden
in de ruimte waar de zijairbag wordt opgebla-
zen. Kinderen lopen een nog hoger risico van
letsel door een geactiveerde airbag.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen aanvullende stoelhoezen en
plaats geen voorwerpen tussen uzelf en de
zijairbags. De werking van de airbags kan
zo verslechteren en/of voorwerpen kunnen
met kracht tegen u aan slaan en zo ernstig
letsel veroorzaken.
Opschrift aanvullende zijairbags in de
stoelen vóór
135
Page 183 of 412

•Aero-modus (verlaagt het voertuig ongeveer
15 mm (0,6 inch))– Deze stand verbetert de
aerodynamica door het voertuig te verlagen.
De stand Aero wordt automatisch ingescha-
keld wanneer de auto langer dan 20 secon-
den tussen de 83 km/u en 90 km/u
(52 mph en 56 mph) rijdt of als de auto
sneller dan 90 km/u (56 mph) gaat rijden.
Het voertuig keert terug vanuit de stand
Aero naar de stand NRH wanneer de voer-
tuigsnelheid gedurende langer dan 20 se-
conden tussen 32 km/u (20 mph) en
40 km/u (25 mph) blijft, of de voertuigsnel-
heid lager wordt dan 32 km/u (20 mph).
Het voertuig wordt ongeacht de voertuig-
snelheid in de stand Aero gezet, wanneer
het voertuig zich in de "SPORT" bevindt.
•Instappen/uitstappen (Entry/Exit) (verlaagt
het voertuig ongeveer 40 mm (1,6 inch))–
Deze stand verlaagt het voertuig zodat pas-
sagiers gemakkelijker kunnen in- en uit-
stappen en verlaagt de achterkant van het
voertuig voor gemakkelijker in- en uitladen.
Om de stand Instappen/uitstappen in te
stellen, drukt u eenmaal op de toets
"DOWN" (omlaag) terwijl de voertuigsnel-
heid lager is dan 40 km/u (25 mph). Zodrade voertuigsnelheid lager is dan 24 km/u
(15 mph), begint de voertuighoogte af te
nemen. Als de voertuigsnelheid gedurende
langer dan 60 seconden tussen 24 km/u
(15 mph) en 40 km/u (25 mph) blijft, of als
de voertuigsnelheid hoger wordt dan
40 km/u (25 mph), wordt het instellen van
de stand Instappen/uitstappen geannu-
leerd. Om de stand Instappen/uitstappen te
verlaten, drukt u vanuit de stand Instappen/
uitstappen eenmaal op de knop "Omhoog"
of rijdt u met het voertuig sneller dan
24 km/u (15 mph).
OPMERKING:
Automatisch verlagen van het voertuig in de
stand Instappen/uitstappen kan worden inge-
schakeld via de Uconnect Radio met aan-
raakscherm. Als deze stand is ingeschakeld,
wordt het voertuig alleen verlaagd als de
schakelhendel in de stand "PARK" staat, het
terrein-schakelaar in de stand "AUTO" staat,
de tussenbak in de stand "AUTO" staat, en de
niveauregeling van het voertuig in de stand
Normaal of Aero staat. Het voertuig zal niet
automatisch worden verlaagd als de luchtve-
ring in de stand Terreinrijden 2 of Terreinrij-den 1 staat. Als het voertuig is uitgerust met
een inbraakdiefstalmodule (ITM), wordt het
verlagen onderdrukt wanneer het contact uit-
geschakeld is en het portier open is om te
voorkomen dat het alarm afgaat.
De Selec-Terrain-schakelaar stelt het voertuig
automatisch in op de juiste rijhoogte aan de
hand van de stand van de Selec-Terrain-
schakelaar. De hoogte kan worden veranderd
vanuit de Selec-Terrain-standaardinstelling
door normaal gebruik van de knoppen van het
luchtveringssysteem. Raadpleeg de para-
graaf "Selec-Terrain" in het hoofdstuk "Star-
ten en rijden" voor meer informatie hierover.
Voor alle veranderingen aan het systeem
moet de motor draaien. Voor het verlagen van
het voertuig moeten alle portieren, inclusief
de achterklep, gesloten zijn. Als een portier
wordt geopend op enig moment terwijl het
voertuig wordt verlaagd, wordt het verlagen
pas voltooid nadat het/de geopende portie-
r(en) weer gesloten is/zijn.
Het Quadra-Lift-luchtveringssysteem maakt
gebruik van een verhogings-/verlagingspa-
troon dat voorkomt dat de koplampen tegen-
liggers verblindt. Bij het verhogen van het
181
Page 229 of 412

WAARSCHUWINGSKNIP-
PERLICHTEN
De schakelaar voor de waarschuwingsknip-
perlichten bevindt zich in het schakelaarpa-
neel direct boven de klimaatregelknoppen.
Druk op de schakelaar om de
alarmknipperlichten in te schake-
len. Zodra u de schakelaar in-drukt, gaan alle richtingaanwijzers knipperen
om het verkeer achter u te waarschuwen voor
een noodsituatie. Druk nogmaals op de scha-
kelaar om de waarschuwingsknipperlichten
uit te zetten.
Dit is een waarschuwingssysteem voor nood-
situaties. Gebruik het systeem niet tijdens
het rijden. Gebruik het alleen bij autopech en
wanneer uw auto een gevaar vormt voor an-
dere weggebruikers.Als u de auto moet verlaten om hulp op te
roepen, blijven de waarschuwingsknipper-
lichten ook werken wanneer de contactscha-
kelaar in de stand OFF is gezet.
OPMERKING:
Bij langdurig gebruik van de waarschuwings-
knipperlichten kan de accu leegraken.
GLOEILAMPEN VERVANGEN
Vervangingslampen
Gloeilampen van de binnenverlichting
Gloeilampnummer
Verlichting handschoenenkastje194
HandgreepverlichtingL002825W5W
Leeslampen in dakconsoleVT4976
Verlichting laadruimte achter214–2
Verlichting make-up spiegelV26377
Interieurverlichting benedenpaneel 906
Instrumentenpaneel (algemene verlichting) 103
Alarmlicht74
227
Page 401 of 412

Sleephaken.................260
Aanhangergewicht..........215, 217
Aanhangwagen trekken...........215
ABS, waarschuwingslampje.........85
Accessoires..................328
Accessoires,
Mopar...................328
Accu...................82, 286
Accu,
laadsysteemlampje............82
Accuspaarfunctie...............44
Achterklep...................65
Achterklep,
elektrisch bediend............67
openen...................65
sluiten...................66
Achterligger.................111
Achterruitwisser/-sproeier..........47
Adaptieve cruisecontrol (ACC)
(cruisecontrol)..............195
Additieven, brandstof............316
Afstand-bediend sleutelloos
toegangssysteem,
het alarm inschakelen..........19het alarm uitschakelen.........20
Afstandsbediening,
startsysteem................17
Airbag
Airbagwaarschuwingslampje.....131
Airbag,
als een airbag wordt opgeblazen . . .139
Event Data Recoder (EDR)......261
frontairbags...............132
Airbag
Knie-airbag aan de
bestuurderszijde.............135
Airbag,
kniebescherming............134
onderhoud................140
onderhoud van uw airbagsysteem . .140
redundant
airbagwaarschuwingslampje......132
uitgebreide
ongelukkenrespons........139, 261
Airbag
Vervoer van huisdieren.........156
Werking airbag..............134
Zijairbags.................135
Airbag Lampje..........81, 131, 157Airco, filter...............57, 287
Airco, koelmiddel..............287
Airconditioning................
55
Aircosysteem.................287
Airco, tips voor gebruik...........56
Alarm,
alarmsysteem.............19, 85
het systeem inschakelen........19
het systeem uitschakelen........20
Alarmknipperlichten............227
Alarmsysteem............19, 21, 85
Alarmsysteem,
beveiligingsalarm.............21
het systeem inschakelen........19
het systeem uitschakelen........20
Algemene informatie............353
Android Auto..........335, 342, 381
Android Auto,
Apps....................345
Communication.............345
Maps...................344
Music...................345
Antiblokkeersysteem (ABS).........96
Anti-ongevalsysteem FCW (Forward
Collision Warning)............112
INDEX
399
Page 405 of 412

Motorkapontgrendeling............64
Motorkapsteun.................64
Motorolie,
aanbevelingen..........321, 322
controleren................282
peilstok..................282
viscositeit.............321, 322
vulhoeveelheid..........321, 322
waarschuwingslampje oliedruk.....84
Multifunctionele bedieningshendel....41
Navigatie...................360
Neerklapbare stoelen.............27
Noodgevallen,
opkrikken.............240, 293
sleepogen.................260
starten met startkabels.........250
vastgelopen voertuig vrijmaken. . . .255
waarschuwingsknipperlichten.....227
Octaangetal, benzine (brandstof).....314
onderhoud.................61, 64
Onderhoudsschema......262, 267, 272
Onderhoudsvrije accu............286
Onderhoud van de airconditioning. . . .287
Onderhoud van de velgen en banden . .302
Ondersteunende rijsystemen.......109Ontgrendeling, motorkap..........64
Ontwarringsprocedure,
veiligheidsgordel.............125
Ontwasemen..................56
Openen van de motorkap..........64
Opslag van het voertuig...........56
Oververhitting van de motor........253
ParkSense, parkeersensoren........202
ParkSense-systeem achter.........198
ParkSense-systeem, achter.....198, 200
ParkSense-systeem achter.........200
Passive Entry..................23
Peilstokken,
(motor)olie................282
Persoonlijk hoofdmenu.......332, 340
Phonebook (telefoonboek).........371
Portierontgrendeling met
afstandsbediening.............
15
Portierontgrendeling met
afstandsbediening,
extra sleutelhouders programmeren . .19
Portier open................82, 84
Premium alarmsysteem...........21
Quadra-Lift..................180Quadra-Trac.................175
Radiaalbanden................295
Radio,
voorkeurzenders.........334, 341
Radioschermen............331, 338
Ramen,
elektrisch bediend............57
Regeling afdaling..............105
Reinigen van glasoppervlakken......308
Reiniging,
wielen...................302
Rembekrachtiging...............98
Remregelsysteem, elektronisch.......97
Remsysteem.................284
Remsysteem,
handrem.................168
hoofdremcilinder............284
remvloeistofpeil controleren......284
waarschuwingslampje..........81
Remvloeistof.............284, 327
Reservebanden.....241, 299, 300, 301
Richtingaanwijzers.....44, 92, 159, 230
Rotatie, banden...............304
Rugleuning bestuurdersstoel
kantelen...................27
Ruitensproeiers.............45, 283
403
Page 406 of 412

Ruitensproeiers,
vloeistof..................283
Ruitensproeiers voorruit........45, 283
Ruitenwisserbladen.............287
Ruitenwissers, intervalschakeling.....45
Ruitenwisser/sproeier achterruit......47
Ruitenwissers, regensensor.........46
Ruitenwissers vóór..............45
Ruitenwissers, wisbladen vervangen . . .287
Ruitenwissersysteem met regensensor . .46
Ruitontdooier................158
Schakelen..................170
Schakelen,
automatische
versnellingsbak..........170, 172
Schakelflippers...............173
Schema, onderhoud......262, 267, 272
Schone benzine...............316
Schone brandstof..............316
Schoudergordels...............123
Selec-Terrain.................184
Sentry Key,
sleutel programmeren..........19
Sentry Key, vervangen..........15, 19
Servicehulp..................384
Siri.......................380Sleepogen..................258
Slepen.................215, 256
Slepen,
handleiding............215, 217
trekgewicht............215, 217
voertuig met pech............256
vouwwagen of caravan.........221
Slepen, achter een camper........221
Slepen achter een camper.........221
Slepen van een voertuig met pech. . . .256
Sleutelhouder,
extra sleutelhouders programmeren . .19
het alarm inschakelen..........19
het alarm uitschakelen.........20
Sleutels.....................14
Sleutels,
vervangen...............15, 19
Sloten,
kindersloten................26
Sneeuwkettingen.............
.303
Snelheidsregeling,
Accel/Decel
(alleen ACC).......196
annuleren.................194
instellen.................194
voortzetten................194
Snelheidsregeling
(cruisecontrol).......193, 194, 195Spiegels....................38
Spraakbediening,
opdrachten................370
Spraakbedieningsopdracht........371
Spraakherkenningssysteem
(VR)..............370, 371, 374
Stabilisatie-inrichting aanhanger
(TSC)....................104
Stabilisatieregeling, aanhanger (TSC) . .104
Stallen van het voertuig...........56
Starten.................161, 165
Starten,
automatische versnellingsbak.....166
knop.....................16
met afstandsbediening..........17
Starten en rijden..............161
Starten met startkabels..........250
Startprocedures............161, 165
Startprocedures (dieselmotoren).....165
Startsysteem met afstandsbediening . . .17
Steunen, hoofdsteun.............33
Stoelen..................27, 31
Stoelen,
gekoeld...................32
hoofdsteunen...............33
instaphulp.................30
kantelen..................27
INDEX
404
Page 408 of 412

Vergrendelingen,
motorkap..................64
Vergrendeling rem/versnellingsbak. . . .172
Verlichting,
airbag.............81, 131, 157
alarmsysteem...............85
automatische koplampen........42
contourverlichting............230
controlelampje afdalingsregeling . . .105
cruisecontrol.............91, 94
dagrijverlichting..............41
exterieur...............40, 159
grootlicht/dimlicht kiezen........41
indicatielampje Elektronisch
Stabiliteitsprogramma (ESP)......83
indicatielampje tractiecontrole. . . .102
koplampen aan met ruitenwisser....42
lampen vervangen............227
lichtsignaal................42
lichtverklikker...............43
mistlampen..............44, 90
onderhoud................227
parkeerlichten............42, 91
richtingaanwijzers . . .44, 92, 159, 230
storingslampje motorcontrole......86
waarschuwingsknipperlichten.....227waarschuwingslampje laag
brandstofniveau..............86
waarschuwingslampje
rembekrachtiging............102
waarschuwingslampje remmen.....81
waarschuwingslampjes.......83, 92
waarschuwingslampje
veiligheidsgordels.............84
Versnelde ongevalreactie......139, 261
Versnellingsbak...............172
Versnellingsbak,
automatisch............172, 285
onderhoud................285
schakelen.................170
vloeistof..................327
Vervangende banden............297
Vervangende sleutels..........15, 19
Vervangingslampen.............227
Vervoer van huisdieren...........156
Verwarmde stoelen..............30
Verwarmd stuurwiel..........
.36, 37
V
ierwielaandrijving..........175, 184
Vierwielaandrijving,
systeem..................175
werking..................175
Vierwielaandrijving, werking........175
Vloeistoffen en smeermiddelen . .323, 326Vloeistoffen, vulhoeveelheden . . .321, 322
Vloeistoflekkage...............159
Vloeistofpeil controleren,
remmen..................284
Vloeistof, rem................327
Voorbereidingen voor opkrikken......241
Voorruitontdooier..............158
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik....94
Vuldoppen,
brandstof.................252
motorolie.................277
Waarschuwingen en aandachtspunten . . .4
Waarschuwingen, over de kop slaan.....2
Waarschuwingen uitlaatgassen. . .156, 318
Waarschuwing over de kop slaan.......2
Waarschuwingsknipperlicht........227
Waarschuwingsknipperlichten.......227
Waarschuwingslampje elektronische
snelheidsregeling.............83
Waarschuwingslampje oliedruk.......84
Waarschuwingslampjes (beschrijvingen
instrumentengroep)............85
Waarschuwingslampje,
veiligheidsgordel.............122
Waarschuwing veiligheidsgordel......84
Wassen van de auto.............306
INDEX
406