air conditioning JEEP GRAND CHEROKEE 2020 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2020Pages: 412, PDF Size: 7.51 MB
Page 11 of 412

Starten met startkabels............. 251
TANKEN IN NOODGEVALLEN.............. 252
OVERVERHITTING VAN DE MOTOR.......... 253
HANDMATIGE PARKEERONTGRENDELING...... 253
EEN VASTZITTENDE AUTO WEER VRIJ KRIJGEN . . . 255
SLEPEN VAN EEN AUTO MET PECH......... 256
Zonder sleutelhouder.............. 257
Uitvoeringen met tweewielaandrijving.... 257
Uitvoeringen met vierwielaandrijving..... 258
Gebruik van sleepogen............. 258
Sleepogen — indien aanwezig........ 260
UITGEBREID ONGELUKKENRESPONSSYSTEEM
(EARS)......................... 261
EVENT DATA RECORDER (EDR)............ 261
SERVICE EN ONDERHOUD
GEPLAND ONDERHOUD................ 262Gepland onderhoud — Niet-SRT....... 262
Gepland onderhoud — SRT.......... 267
Gepland onderhoud — dieselmotor...... 272
MOTORCOMPARTIMENT............... 2773,6-liter motor.................. 277
5.7-liter motor.................. 278
6.2-liter supercharged motor.......... 279
6.4-liter motor.................. 280
3.0-liter dieselmotor............... 281
Oliepeil controleren — benzinemotor..... 282
Oliepeil controleren — 3.0-liter
dieselmotor.................... 282
Vloeistof voor ruitenwisser bijvullen...... 283
Remsysteem................... 284
Automatische versnellingsbak......... 285
Onderhoudsvrije accu.............. 286
DEALERSERVICE.................... 286
Onderhoud van de airconditioning...... 287
Ruitenwisserbladen............... 287
Koelsysteem.................... 292
HET VOERTUIG OMHOOG TE BRENGEN........ 293
BANDEN........................ 293
Banden — Algemene informatie....... 293
Type banden................... 298
Reservewielen — indien aanwezig...... 299
Verzorging van velgen en wieldoppen.... 302
Sneeuwkettingen (tractiehulpmiddelen) —
Niet-SRT...................... 303
Sneeuwkettingen (tractiehulpmiddelen) —
SRT ......................... 303
Aanbevelingen voor het rouleren van
banden....................... 304
HET VOERTUIG STALLEN............... 305
CAROSSERIE...................... 306
Behoud van de carosserie............ 306
INTERIEUR....................... 307Stoelen en bekleding.............. 307
Kunststof- en gelakte onderdelen....... 308
Lederen onderdelen............... 308
Ruitoppervlakken................ 308
TECHNISCHE SPECIFICATIES
IDENTIFICATIEGEGEVENS............... 309Chassisnummer (VIN).............. 309
AANHAALMOMENTEN VOOR VELGEN EN BANDEN . 310Voorgeschreven aanhaalmomenten...... 310
AFMETINGEN...................... 311
WIELEN......................... 312
GEWICHTEN...................... 313
BRANDSTOFVEREISTEN — BENZINEMOTOREN . . . 314
3.6-liter-motor.................. 3145,7-liter motor.................. 314
6.2-liter/6.4-liter motor............. 315
Methanol..................... 315
Ethanol....................... 315
Benzine, nieuwe formule............ 316
Gebruik geen E-85 in uitvoeringen zonder
Flex Fuel...................... 316
Aanpassingen voor CNG en
lagedrukbrandstofsysteem........... 316
Brandstofadditieven............... 316
Brandstoflabel voldoet aan EN16942.... 316
Koolmonoxidewaarschuwingen........ 318
BRANDSTOFVEREISTEN — DIESELMOTOR...... 318Brandstoflabel voldoet aan EN16942.... 319
NIET-SRT-VLOEISTOFINHOUD............. 321
VLOEISTOFINHOUD SRT................ 322
VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN NIET-SRT . . . 323
Motor........................ 323
Chassis....................... 325
VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN — SRT.... 326Motor........................ 326
Chassis....................... 327
BRANDSTOFVERBRUIK EN CO2-EMISSIES...... 328
MOPAR ACCESSOIRES................. 328
Originele accessoires van Mopar........ 328
MULTIMEDIA
CYBERVEILIGHEID................... 330
UCONNECT 4 MET 7-INCH DISPLAY......... 331
Overzicht Uconnect 4.............. 331
Menubalk slepen en neerzetten........ 332
Radio....................... 334
Android Auto — indien aanwezig....... 335
9
Page 57 of 412

Functies van de klimaatregeling
A/C (airconditioning)
Met de knop voor de A/C (airconditioning) kan
de gebruiker het aircosysteem handmatig in-
of uitschakelen. Als het aircosysteem is inge-
schakeld, stroomt via de luchtroosters koele,
droge lucht in het interieur. Druk voor een
lager brandstofverbruik op knop A/C om de
airconditioning uit te schakelen en stel met
de hand de aanjager en luchtverdeling in.
Zorg ook dat u alleen de stand Instrumenten-
paneel, Ventilatie op twee niveaus of Vloer
kiest.
OPMERKING:
• Als het systeem bij handmatige klimaatre-
geling in de stand Mengen, Vloer of
Ontdooien/ontwasemen staat, kan de A/C
worden uitgeschakeld, maar blijft het airco-
systeem actief om te voorkomen dat de
ruiten beslaan.
• Wanneer zich wasem of condens vormt op
de voorruit of zijramen, kiest u de ontdooi-
stand en verhoogt u indien nodig het aan-
jagertoerental.• Als het lijkt of de airconditioning minder
goed werkt dan verwacht, controleer dan of
de voorzijde van de airco-condensor (vóór in
de radiateur) is verstopt door vuil of insec-
ten. Maak schoon door voorzichtig water te
spuiten vanaf de achterzijde van de radi-
ateur en door de condensor heen.
MAX A/C
Met MAX A/C wordt maximaal gekoeld.
Druk kort op de knop om te schakelen tussen
MAX A/C en de voorgaande instellingen. De
toets gaat branden wanneer MAX A/C is inge-
schakeld.
De gebruiker kan in de modus MAX A/C het
gewenste aanjagertoerental en de gewenste
stand kiezen. Door op andere instellingen te
drukken, schakelt de MAX A/C-werking over
naar de geselecteerde instelling en wordt
MAX A/C verlaten.
Recirculatie
Bij koud weer kunnen de ruiten, bij gebruik
van de recirculatiestand, sneller beslaan. De
recirculatiefunctie is mogelijk niet beschik-
baar (schermtoets grijs weergegeven) bij om-standigheden waarin de voorruit aan de bin-
nenkant kan beslaan.
Automatische temperatuurregeling (ATC)
Automatische werking
1. Druk op de toets AUTO op het front of kies
de schermtoets AUTO in het bedienings-
paneel van de automatische temperatuur-
regeling (ATC).
2. Vervolgens stelt u de gewenste tempera-
tuur in met behulp van de bedienings-
knoppen voor het regelen van de tempe-
ratuur aan de bestuurderszijde en de
passagierszijde. Zodra de gewenste tem-
peratuur wordt weergegeven, zorgt het
systeem dat deze temperatuur wordt be-
reikt en automatisch wordt gehandhaafd.
3. Nadat de gewenste temperatuur is inge-
steld, hoeft u de instellingen niet meer te
wijzigen. U ervaart het meeste gebruiks-
gemak wanneer u het systeem automa-
tisch laat werken.
55
Page 58 of 412

OPMERKING:
• U hoeft de temperatuurinstelling niet te
wijzigen wanneer de auto warm of koud is.
Het systeem past automatisch de tempera-
tuur, de luchtverdeling en het aanjagertoe-
rental aan om zo snel mogelijk de door u
gewenste instelling te bereiken.
• De temperatuur kan worden weergegeven
in Amerikaanse of metrische maateenhe-
den, door de programmeerbare optie US of
Metric (metrisch) te kiezen. Raadpleeg de
paragraaf "Instellingen van Uconnect" in
het hoofdstuk "Multimedia" in uw instruc-
tieboekje voor meer informatie.
Voor optimaal comfort in de stand AUTO blijft
de aanjager tijdens een koude start op een
lage stand draaien totdat de motor is opge-
warmd. Daarna zal de aanjager steeds sneller
gaan draaier en overgaan op het gewenste
toerental voor de automatische modus.
Handmatige bediening opheffen
Het systeem is uitgerust met een hele reeks
functies die handmatig instellen mogelijk
maken. Het symbool AUTO op het ATC-scherm voorin gaat uit als u het systeem
handmatig bedient.
Aanwijzingen voor de bediening
Rijden in de zomer
Het motorkoelsysteem moet worden be-
schermd met een koelvloeistof met antivries
van uitstekende kwaliteit om een goede be-
scherming te bieden tegen roestvorming en
oververhitting van de motor. OAT-koelvloei-
stof (conform MS.90032) wordt aanbevolen.
Rijden in de winter
Voor de best mogelijke verwarming en ontwa-
seming moet u zorgen dat het koelsysteem
van de motor naar behoren werkt en de juiste
hoeveelheid, soort en concentratie koelvloei-
stof wordt gebruikt. Het gebruik van de
recirculatiestand in de wintermaanden wordt
afgeraden, omdat daardoor de ruiten kunnen
beslaan.
Stalling
Voordat u de auto stalt, of minstens twee
weken lang niet gebruikt (bijv. bij vakantie),
laat u het aircosysteem bij stationair toeren-tal ca. vijf minuten lang draaien in de buiten-
lucht bij een hoge aanjagersnelheid. Zo wordt
het systeem voldoende gesmeerd en wordt de
kans op schade aan de aircocompressor tot
een minimum beperkt wanneer u het systeem
weer start.
Ontwasemen
Bij zacht maar regenachtig of vochtig weer
kunnen de autoruiten aan de binnenzijde
gemakkelijk beslaan. Om de autoruiten
schoon te maken, kiest u de stand Ontwase-
ming of Gemengd en verhoogt de snelheid
van de aanjager voorin. Gebruik de
recirculatiestand niet langdurig zonder inge-
schakelde airconditioning, omdat dan de rui-
ten kunnen beslaan.
LET OP!
Het negeren van de volgende waarschu-
wingen kan leiden tot schade aan de ver-
warmingselementen:
• Wees voorzichtig bij het wassen van de
binnenkant van de achterruit. Gebruik
geen schurende schoonmaakmiddelen
om de binnenzijde van de ruit te reini-
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
56
Page 239 of 412

Locatie Patroonzekering Microzekering Omschrijving
F59 – 10 A rood Ontluchtingspomp (alleen dieselmotor)
(*)
F60 – 15 A blauw Transmissieregelmodule
(*)
F61 – 10 A rood Transmissieregelmodule / PM-sensor (alleen dieselmotor)
(*)
F62 – 10 A rood Koppeling airconditioning
F63 – 20 A geel Bobines / bobine condensatoren / Loopklep actuator - indien
aanwezig (benzine) ureumverwarming (diesel)
(*)
F64 – 25 A transparant Brandstofverstuivers/aandrijflijn
(*)
F66 – 10 A rood Zonwering/regensensor/achteruitkijkspiegel / USB-poort / DSCR
/ DTV - indien aanwezig
F67 – 15 A blauw CD/DVD/UCI-poort/USB-poort
F68 – 20 A geel Motor achterruitwisser
F69 – 15 A blauw Voeding bermlicht — indien aanwezig
F70 – 20 A geel Brandstofpomp van de motor
(*)
F71 – 30 A groen Versterker/ANCM - indien aanwezig
F72 – 10 A rood ECM
(*)
F73 – 15 A blauw HID-koplampen rechts — indien aanwezig
(*)
F75 – 10 A rood Dubbele accuregeling — indien aanwezig
237
Page 277 of 412

Afstand of verstreken tijd (wat het eerst komt):12.500
25.000
37.500
50.000
62.500
75.000
87.500
100.000
112.500
125.000
137.500
150.000
Of maanden: 12 24 36 48 60 72 84 96 108 120 132 144
Kilometers
20.000
40.000
60.000
80.000
100.000
120.000
140.000
160.000
180.000
200.000
220.000
240.000
Homokinetische koppelingen controleren X X X X X X
Visuele controle uitvoeren van: carrosserie, bodemplaatbescher-
ming, pijpen en leidingen (uitlaat - brandstof - remmen), rubber-
delen (hoezen, bussen, manchetten enz.)XXX X X X
Wielophanging vóór, spoorstangeinden en stofhoezen inspecteren
en indien nodig vervangen.XXX X X X
Remvloeistof om de 24 maanden verversen bij gebruik van DOT
4-remvloeistof. (**)XXX X X X
Vloeistof in de voor- en achteras controleren; verversen wanneer
de auto wordt gebruikt als politiewagen, taxi, bedrijfswagen, voor
terreinrijden of het veelvuldig trekken van aanhangers.XXX X X X
Brandstoffilter vervangen.Het interval voor het vervangen van het brandstoffilter: dit moet bij elke tweede olieverversing gebeu-
ren
Handrem afstellen op voertuigen met schijfremmen op alle vier
de wielen.XXX X X X
Luchtfilter van motor vervangen. X X X X X X
Airconditioning-/interieurluchtfilter vervangen. X X X X X X XXXXXX
Hulpaandrijfriem(en) vervangen.X
Koelsysteem doorspoelen en koelvloeistof verversen na 10 jaar of
240.000 km (150.000 mijl), afhankelijk van wat eerst komt.XX
275
Page 289 of 412

OPMERKING:
Bij opzettelijk manipuleren van het emissie-
regelsysteem kan de garantie vervallen en
bent u strafbaar.
WAARSCHUWING!
U kunt ernstig letsel oplopen tijdens het
werken aan of bij een motorvoertuig. Voer
alleen de service uit waarvan u de kennis
en waarvoor u de juiste apparatuur heeft.
Als u twijfelt over uw kunde om een be-
paalde werkzaamheid uit te voeren, breng
dan uw auto naar een vakkundige monteur.
Onderhoud van de airconditioning
Voor optimale prestaties kunt u het aircosys-
teem het best laten controleren door een
erkende dealer aan het begin van het zomer-
seizoen. Bij deze onderhoudsbeurt moeten
ook de condensorribben worden gereinigd en
moet een werkingstest worden uitgevoerd.
Laat ook de spanning van de aandrijfriem
controleren.
WAARSCHUWING!
• Gebruik voor uw airco uitsluitend door
de fabrikant goedgekeurde compressor-
smeermiddelen en koudemiddelen.
Sommige niet-goedgekeurde koudemid-
delen zijn brandbaar en explosief en
kunnen daardoor ernstig letsel veroorza-
ken. Andere niet-goedgekeurde koude-
middelen of smeermiddelen kunnen het
systeem beschadigen, wat hoge repara-
tiekosten met zich meebrengt. Raad-
pleeg de service- en garantiehandleiding
voor meer informatie.
• Het aircosysteem bevat een koudemid-
del onder hoge druk. Om persoonlijk
letsel of schade aan het systeem te voor-
komen mag het bijvullen van koudemid-
del, of andere reparaties waarbij leidin-
gen moeten worden losgekoppeld,
alleen worden uitgevoerd door een vak-
bekwame monteur.
LET OP!
Spoel het systeem van de airconditioning
niet met chemicaliën, omdat daardoor de
onderdelen van de airconditioning bescha-
digd kunnen raken. Dergelijke schade wordt
niet gedekt door de standaardgarantie.
Vervanging van het aircofilter (luchtfilter
aircosysteem)
Raadpleeg "Gepland onderhoud" in dit hoofd-
stuk voor de juiste onderhoudsintervallen.
Bezoek uw erkende dealer voor onderhoud.
Ruitenwisserbladen
Reinig de rubberdelen van de wisserbladen
en de voorruit regelmatig met een spons of
zachte doek en een mild niet-schurend reini-
gingsmiddel. U verwijdert zo de resten van
strooizout of olie.
287
Page 401 of 412

Sleephaken.................260
Aanhangergewicht..........215, 217
Aanhangwagen trekken...........215
ABS, waarschuwingslampje.........85
Accessoires..................328
Accessoires,
Mopar...................328
Accu...................82, 286
Accu,
laadsysteemlampje............82
Accuspaarfunctie...............44
Achterklep...................65
Achterklep,
elektrisch bediend............67
openen...................65
sluiten...................66
Achterligger.................111
Achterruitwisser/-sproeier..........47
Adaptieve cruisecontrol (ACC)
(cruisecontrol)..............195
Additieven, brandstof............316
Afstand-bediend sleutelloos
toegangssysteem,
het alarm inschakelen..........19het alarm uitschakelen.........20
Afstandsbediening,
startsysteem................17
Airbag
Airbagwaarschuwingslampje.....131
Airbag,
als een airbag wordt opgeblazen . . .139
Event Data Recoder (EDR)......261
frontairbags...............132
Airbag
Knie-airbag aan de
bestuurderszijde.............135
Airbag,
kniebescherming............134
onderhoud................140
onderhoud van uw airbagsysteem . .140
redundant
airbagwaarschuwingslampje......132
uitgebreide
ongelukkenrespons........139, 261
Airbag
Vervoer van huisdieren.........156
Werking airbag..............134
Zijairbags.................135
Airbag Lampje..........81, 131, 157Airco, filter...............57, 287
Airco, koelmiddel..............287
Airconditioning................
55
Aircosysteem.................287
Airco, tips voor gebruik...........56
Alarm,
alarmsysteem.............19, 85
het systeem inschakelen........19
het systeem uitschakelen........20
Alarmknipperlichten............227
Alarmsysteem............19, 21, 85
Alarmsysteem,
beveiligingsalarm.............21
het systeem inschakelen........19
het systeem uitschakelen........20
Algemene informatie............353
Android Auto..........335, 342, 381
Android Auto,
Apps....................345
Communication.............345
Maps...................344
Music...................345
Antiblokkeersysteem (ABS).........96
Anti-ongevalsysteem FCW (Forward
Collision Warning)............112
INDEX
399
Page 405 of 412

Motorkapontgrendeling............64
Motorkapsteun.................64
Motorolie,
aanbevelingen..........321, 322
controleren................282
peilstok..................282
viscositeit.............321, 322
vulhoeveelheid..........321, 322
waarschuwingslampje oliedruk.....84
Multifunctionele bedieningshendel....41
Navigatie...................360
Neerklapbare stoelen.............27
Noodgevallen,
opkrikken.............240, 293
sleepogen.................260
starten met startkabels.........250
vastgelopen voertuig vrijmaken. . . .255
waarschuwingsknipperlichten.....227
Octaangetal, benzine (brandstof).....314
onderhoud.................61, 64
Onderhoudsschema......262, 267, 272
Onderhoudsvrije accu............286
Onderhoud van de airconditioning. . . .287
Onderhoud van de velgen en banden . .302
Ondersteunende rijsystemen.......109Ontgrendeling, motorkap..........64
Ontwarringsprocedure,
veiligheidsgordel.............125
Ontwasemen..................56
Openen van de motorkap..........64
Opslag van het voertuig...........56
Oververhitting van de motor........253
ParkSense, parkeersensoren........202
ParkSense-systeem achter.........198
ParkSense-systeem, achter.....198, 200
ParkSense-systeem achter.........200
Passive Entry..................23
Peilstokken,
(motor)olie................282
Persoonlijk hoofdmenu.......332, 340
Phonebook (telefoonboek).........371
Portierontgrendeling met
afstandsbediening.............
15
Portierontgrendeling met
afstandsbediening,
extra sleutelhouders programmeren . .19
Portier open................82, 84
Premium alarmsysteem...........21
Quadra-Lift..................180Quadra-Trac.................175
Radiaalbanden................295
Radio,
voorkeurzenders.........334, 341
Radioschermen............331, 338
Ramen,
elektrisch bediend............57
Regeling afdaling..............105
Reinigen van glasoppervlakken......308
Reiniging,
wielen...................302
Rembekrachtiging...............98
Remregelsysteem, elektronisch.......97
Remsysteem.................284
Remsysteem,
handrem.................168
hoofdremcilinder............284
remvloeistofpeil controleren......284
waarschuwingslampje..........81
Remvloeistof.............284, 327
Reservebanden.....241, 299, 300, 301
Richtingaanwijzers.....44, 92, 159, 230
Rotatie, banden...............304
Rugleuning bestuurdersstoel
kantelen...................27
Ruitensproeiers.............45, 283
403