wheel alignment JEEP GRAND CHEROKEE 2020 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2020Pages: 412, PDF Size: 7.51 MB
Page 185 of 412

Suspension Display Messages Mode (scherm-
berichten voor modus van luchtvering)
Met de modus "Suspension Display Messa-
ges" (schermberichten voor luchtvering) kunt
u alleen luchtveringswaarschuwingen weer-
geven. Raadpleeg de paragraaf "Instellingen
van Uconnect" in het hoofdstuk "Multimedia"
voor meer informatie.
OPMERKING:
Deze stand is bedoeld om te worden inge-
schakeld met draaiende motor.
Stand Wheel Alignment (wieluitlijning)
Alvorens de wielen uit te lijnen, moet deze
stand worden ingeschakeld. Raadpleeg de pa-
ragraaf "Instellingen van Uconnect" in het
hoofdstuk "Multimedia" voor meer informatie.
OPMERKING:
Deze stand is bedoeld om te worden inge-
schakeld met draaiende motor.
Indien uitgerust met een radio met aanraak-
scherm, moeten het inschakelen/uitschake-
len van alle standen van de luchtvering wor-den gedaan via de radio. Raadpleeg de para-
graaf "Instellingen van Uconnect" in het
hoofdstuk "Multimedia" voor meer informatie.
Berichten Display in instrumentengroep
Onder de juiste omstandigheden verschijnt
een bericht in de instrumentengroep. Raad-
pleeg de paragraaf "Display in de instrumen-
tengroep" in het hoofdstuk "Uw Instrumen-
tenpaneel leren kennen" voor meer
informatie hierover.
Bediening
De indicatielampjes 3 tot en met 6 gaan
branden om de huidige positie van het voer-
tuig aan te geven. Knipperende indicatie-
lampjes geven de positie aan die door het
systeem bereikt wil worden. Als tijdens het
verhogen meerdere indicatielampjes op de
knop "Omhoog" knipperen, geeft het hoogste
knipperende indicatielampje de beoogde po-
sitie van het systeem aan. Als tijdens het
verlagen meerdere indicatielampjes op de
knop "Omlaag" knipperen, geeft het laagste
brandende indicatielampje de beoogde posi-
tie van het systeem aan.Door eenmaal op de knop "Omhoog" te druk-
ken wordt de vering vanuit de huidige hoogte
één stand hoger ingesteld, er vanuit gaande
dat aan alle voorwaarden wordt voldaan
(d.w.z. de motor draait, de snelheid ligt onder
de drempelwaarde, enz.). Er kan meerdere
keren op de knop “Omhoog” worden gedrukt,
waarna na iedere druk op de knop de ge-
vraagde hoogte met één stand toeneemt tot
de maximumstand OR2, of de hoogst toege-
stane stand onder de huidige omstandighe-
den (d.w.z. de voertuigsnelheid, enz.).
Door eenmaal op de knop "Omlaag" te druk-
ken wordt de vering vanuit de huidige hoogte
één stand lager ingesteld, er vanuit gaande
dat aan alle voorwaarden wordt voldaan
(d.w.z. de motor draait, de portieren zijn
gesloten, de snelheid ligt onder de drempel-
waarde, enz.). Er kan meerdere keren op de
knop “Omlaag” worden gedrukt. Na iedere
druk op de knop neemt de gevraagde hoogte
met één stand af tot de minimumstand Par-
keren, of de laagst toegestane stand onder de
huidige omstandigheden (d.w.z. de voertuig-
snelheid, enz.).
183
Page 186 of 412

Automatisch uitgevoerde veranderingen in de
hoogte vinden plaats aan de hand van de
voertuigsnelheid en de huidige hoogte. De
indicatielampjes en berichten op het display
in de instrumentengroep werken hetzelfde bij
automatisch uitgevoerde veranderingen als
bij handmatig door de gebruiker gevraagde
veranderingen.
• Terreinrijden 2 (OR2) – Indicatielampjes 4,
5 en 6 branden wanneer het voertuig in de
stand OR2 staat.
• Terreinrijden 1 (OR1) – Indicatielampjes
4 en 5 branden wanneer het voertuig in de
stand OR1 staat.
• Normale rijhoogte (NRH) – Indicatielampje
4 brandt wanneer het voertuig in deze
stand staat.
• Instappen/uitstappen - Controlelampje
3 brandt wanneer het voertuig in de stand
Instappen/uitstappen staat. Als de stand
Instappen/uitstappen gevraagd is terwijl de
voertuigsnelheid tussen 24 km/u (15 mph)
en 40 km/u (25 mph) ligt, blijft controle-
lampje 4 branden en gaat controlelampje
3 knipperen terwijl het systeem wacht tot
het voertuig snelheid verloren heeft. Nadatde voertuigsnelheid is verlaagd en onder
24 km/u (15 mph) blijft, gaat controle-
lampje 4 uit en gaat controlelampje 3 knip-
peren totdat de stand Instappen/uitstappen
is bereikt, waarna controlelampje 3 zal
gaan branden. Als tijdens het veranderen
van de rijhoogte naar de stand Instappen/
uitstappen de voertuigsnelheid hoger wordt
dan 24 km/u (15 mph), wordt de verande-
ring in hoogte gepauzeerd tot de voertuig-
snelheid lager wordt dan 24 km/u
(15 mph), waarna de verandering in hoogte
wordt hervat tot de stand Instappen/
uitstappen, of hoger wordt dan 40 km/u
(25 mph), waarna de hoogte van het voer-
tuig terugkeert naar de stand NRH. De
stand Instappen/uitstappen kan worden ge-
kozen wanneer het voertuig stilstaat onder
voorwaarde dat de motor nog draait en alle
portieren gesloten zijn.
• Transport - Geen controlelampjes branden.
De Transportstand wordt uitgeschakeld
wanneer de klant met het voertuig rijdt.
• Stand Tire/Jack (band/krik) - controlelamp-
jes 3 en 6 branden. De stand band/krik
wordt uitgeschakeld wanneer de klant met
het voertuig rijdt.• Stand Wheel Alignment (wieluitlijning) -
controlelampjes 3 en 4 branden. De stand
Wieluitlijning wordt uitgeschakeld wanneer
de klant met het voertuig rijdt.
SELEC-TERRAIN — INDIEN
AANWEZIG
Selec-Terrain-modus selecteren
Selec-Terrain combineert de mogelijkheden
van de voertuigregelsystemen met de be-
stuurdersinvoer om onder alle terreinomstan-
digheden de beste prestaties te verkrijgen.
Selec-Terrain schakelaar
STARTEN EN RIJDEN
184