TPMS JEEP PATRIOT 2019 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2019, Model line: PATRIOT, Model: JEEP PATRIOT 2019Pages: 294, PDF Size: 6.66 MB
Page 133 of 294
Er zijn verschillende manieren om dreigende
oververhitting van de motor te voorkomen.
Wanneer de airco is ingeschakeld, zet u die uit.
Het aircosysteem voert warmte af naar het
koelsysteem en dat gebeurt niet als u de airco
uitzet. U kunt ook de temperatuurregelknop op
de hoogste stand zetten, de vloerventilatieroos-
ters openen en de aanjager op de hoogste
stand zetten. Zo ondersteunt het kachelblok de
werking van de radiator bij de afvoer van
warmte uit het koelsysteem.
18. Indicatielampje kruissnelheidsregeling
- Indien aanwezig
Dit lampje geeft aan dat de snel-
heidsregeling is ingeschakeld
(ON).
19. 4WD-controlelampje
Dit lampje geeft aan dat het voer-
tuig in de functie vierwielaandrij-
ving (4WD) staat afgesteld. Bij
vierwielaandrijving kunnen alle vier
de wielen gelijktijdig koppel ont-
vangen van de motor.20. Schakelstandindicatie
De schakelstand wordt apart weergegeven op
het instrumentenpaneel. De indicatie geeft de
stand van de automatische versnellingsbak
aan.
21. Terugstelknop kilometerteller/ritteller
Door deze knop in te drukken schakelt u heen
en weer tussen weergave van kilometerteller en
een van beide rittellers. Als de rittellermodus is
geactiveerd, wordt Trip A of Trip B weergege-
ven. Houd de knop twee seconden ingedrukt
om de ritteller op nul terug te stellen. De
kilometerteller kan alleen in de ritfunctie wor-
den teruggesteld.
22. Waarschuwingslampje
bandenspanning (indien aanwezig)
Alle banden, ook de reserveband
(indien aanwezig) moeten elke
maand worden gecontroleerd
wanneer ze koud zijn en opge-
pompt tot de bandenspanning die
door de fabrikant wordt aanbevo-
len op de bandenspanningensticker. (Als uw
voertuig banden heeft met een andere maat
dan wordt aangegeven op de bandenspannin-gensticker, moet u de juiste bandenspanning
voor die banden bepalen.)
Als extra veiligheidsvoorziening is uw voertuig
uitgerust met een bandenspanningscontrole-
systeem (TPMS). Er gaat een bandenspan-
ningsverklikker branden wanneer een of meer
banden ruim onvoldoende zijn opgepompt. Als
de verklikker voor een te lage bandenspanning
gaat branden, moet u dus zo snel mogelijk
stoppen en uw banden controleren en deze tot
de juiste bandenspanning oppompen. Als u
met een ruim onvoldoende opgepompte band
rijdt, raakt de band oververhit en kan een
klapband optreden. Een te lage bandenspan-
ning verhoogt ook het brandstofverbruik, ver-
mindert de levensduur van de band en kan het
rij- en remgedrag van de auto nadelig beïnvloe-
den.
Het bandenspanningscontrolesysteem is geen
vervanging voor een juist onderhoud van uw
banden. Het is de verantwoordelijkheid van de
bestuurder om de juiste bandenspanning te
handhaven, zelfs wanneer de bandenspanning
nog niet laag genoeg is om de bandenspan-
ningsverklikker te activeren.
129
Page 134 of 294
Uw voertuig is ook uitgerust met een indicatie-
lampje voor TPMS-storingen dat aangeeft wan-
neer het systeem niet goed werkt. Het indica-
tielampje voor TPMS-storingen werkt in
combinatie met het bandenspanningsverklik-
kerlampje. Als het systeem een storing be-
merkt, knippert het verklikkerlampje ongeveer
één minuut lang en blijft daarna aanhoudend
verlicht. Zolang er sprake van een defect blijft,
vindt deze reeks handelingen plaats telkens als
het voertuig daarna wordt gestart. Als het fout-
meldingslampje verlicht is, is het mogelijk dat
lage bandenspanning niet wordt gedetecteerd
of gemeld. Storingen van het TPMS kunnen
optreden om verschillende redenen, waaron-
der de installatie van vervangende of alterna-
tieve banden of wielen op het voertuig waar-
door de juiste werking van het TPMS wordt
verhinderd. Controleer altijd het verklikker-
lampje voor TPMS-storingen nadat één of
meerdere banden of wielen van het voertuig
zijn vervangen om te verzekeren dat de vervan-
gende of alternatieve banden en wielen de
juiste werking van het TPMS niet verhinderen.LET OP!
Het TPM-systeem is geoptimaliseerd voor de
standaard geleverde banden en wielen.
TPMS-druk en -waarschuwing zijn ingesteld
op de bandenmaat waarmee uw auto is uitge-
rust. Het gebruik van vervangingsonderdelen
van een afwijkend formaat of type kan leiden
tot een onjuiste systeemwerking of sensor-
schade. Wielen van andere makelij kunnen
schade aan de sensors veroorzaken. Gebruik
geen bandenafdichtingsmiddelen of balans-
gewichtjes die u later koopt als het voertuig is
uitgerust met een TPMS omdat dit schade
aan de sensors kan veroorzaken.
23. Display kilometerteller/dagteller
Dit scherm geeft de totale afstand aan die het
voertuig heeft gereden.
Berichten kilometerteller
Bij de juiste omstandigheden verschijnen de
volgende berichten op de kilometerteller:deur................Portier open
Achterklep..........Achterklep open
gASCAP (benzinedop)....Fuel Cap Fault
(fout benzinedop)
CHAngE OIL
(olie verversen)....Olieverversing vereist
OPMERKING:
Als de auto is voorzien van het optionele
voertuiginformatiecentrum (EVIC) in het in-
strumentenpaneel, worden alle waarschu-
wingen zoalsDOOR AJAR(portier open)
enGATE AJAR(achterklep open) alleen
weergegeven op het EVIC-display. Zie voor
meer informatieElektronisch voertuiginfor-
matiecentrum — Indien aanwezig.
gASCAP (benzinedop)
Als het diagnosesysteem van het voertuig con-
stateert dat de brandstofvuldop los zit, niet
goed is vastgedraaid of beschadigd is, ver-
schijnt het bericht “gASCAP” (benzinedop) op
het weergavescherm kilometerteller. Draai de
brandstofvuldop stevig vast en druk op de
terugstelknop TRIP ODOMETER (rittellerknop)
om het bericht uit te schakelen. Als het pro-
130
Page 143 of 294
Average Fuel Economy (Gemiddeld
brandstofverbruik)
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik weer
sinds de laatste reset. Wanneer het brandstof-
verbruik opnieuw wordt ingesteld, worden op
het scherm gedurende twee seconden RESET
of streepjes weergegeven. De historische ge-
gevens worden dan gewist en het nieuwe ge-
middelde wordt berekend op basis van het
laatste gemiddelde brandstofverbruik van voor
de reset.
Distance To Empty (Afstand tot lege
tank) (DTE)
Toont de geschatte afstand die nog kan worden
afgelegd met de brandstof die in de tank
aanwezig is. Deze geschatte afstand wordt
bepaald door een gewogen gemiddelde van
het onmiddellijke en gemiddelde brandstofge-
bruik volgens het huidige tankpeil. Deze af-
stand kan niet opnieuw worden ingesteld.
OPMERKING:
Aanmerkelijke veranderingen in de rijstijl of
de belading van de auto zullen een groot
effect hebben op de afstand die de auto kan
rijden, ongeacht de getoonde DTE-waarde.Als de DTE waarde minder dan 48 km ge-
schatte rij-afstand is, verandert het DTE
scherm naar de tekstLOW FUEL. Dit wordt
continu getoond totdat de auto geen benzine
meer heeft. Als u een belangrijke hoeveelheid
brandstof tankt, verdwijnt deLOW FUELtekst
en een nieuwe DTE-waarde wordt getoond,
gebaseerd op de huidige waarden in de DTE-
berekening en het huidige niveau in de brand-
stoftank.
Bandenspanningsmeter (TPM)ZieStarten en rijden,Bandenspanningscon-
trolesysteem(TPMS) voor de werking van het
systeem.
Elapsed Time (Verstreken tijd)Toont de totale reistijd die is verstreken sinds
de laatste reset, wanneer het contactslot in de
stand ACC staat. De verstreken tijd wordt aan-
gepast wanneer het contactslot in de stand ON
of START staat.
Persoonlijke instellingen (door de
klant te programmeren functies)
Deze functies bieden de bestuurder de moge-
lijkheid om functies in te stellen en op te roepen
als de transmissie in PARK (automatische ver-snellingsbak) staat of de auto stilstaat (hand-
geschakelde versnellingsbak).
Druk kort op de OMHOOG of OMLAAG toets
tot “Personal Settings” (persoonlijke instellin-
gen) wordt weergegeven in de EVIC en druk op
de SELECT toets.
Gebruik de SELECT toets om een van de
volgende opties weer te geven:
Taal
In dit display kunt u verschillende talen selec-
teren voor alle displayfuncties, inclusief de rit-
tellerfuncties. Door in dit display op de EVIC-
knop te drukken kunt u kiezen uit Engels,
Spaans, Duits, Italiaans, Frans of Nederlands,
afhankelijk van de beschikbaarheid. Als u
verdergaat, wordt de displayinformatie ge-
toond in de gekozen taal.
Auto Lock Doors at 15 mph (24 km/h)
(Portieren automatisch vergrendelen bij
24 km/u).
Als ON is geselecteerd, worden automatisch
alle portieren vergrendeld zodra de rijsnelheid
ongeveer 24 km/u bedraagt. Houd de toets
SELECT ingedrukt in dit display totdat “ON” of
“OFF” verschijnt om uw keuze te maken.
139