isofix JEEP PATRIOT 2020 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: PATRIOT, Model: JEEP PATRIOT 2020Pages: 294, PDF Size: 6.66 MB
Page 30 of 294

WAARSCHUWING!
•Wanneer u met geopende achterklep rijdt,
kunnen giftige uitlaatgassen in het interieur
gezogen worden. Deze gassen kunnen
schadelijk zijn voor u of uw passagiers.
Houd de achterklep dicht terwijl u rijdt.
•Wanneer u toch met open achterklep moet
rijden, zorg dan dat alle ramen gesloten zijn
en dat de aanjager van de airco op de
hoogste stand staat. Schakel de circulatie-
stand niet in.
In de openstand wordt de achterklep onder-
steund door gasveersteunen. De gasdruk in
deze steunen daalt echter bij koud weer en dan
moet u mogelijk ook zelf iets ondersteunen bij
het openen van de achterklep.
VEILIGHEIDSGORDELSYSTEMENEen zeer belangrijke veiligheidsvoorziening in
uw auto is het beveiligingssysteem voor de
inzittenden:
•Driepuntsveiligheidsgordels voor alle zit-
standen.•Geavanceerde airbags aan de voorkant voor
de bestuurder en passagier
•Extra actieve hoofdsteunen (AHR) op de
bovenkant van de voorstoelen (geïntegreerd
in de hoofdsteun)
•Extra gordijn-zijairbags (SABIC) voor de be-
stuurder en de passagiers die naast een
raam zitten
•Extra zijairbags in de voorstoelen — indien
aanwezig
•Een krachtabsorberende stuurkolom en
stuur.
•Kniebescherming/-blokkering voorpassa-
giers.
•De veiligheidsgordels vóór zijn voorzien van
gordelspanners, die de inzittenden betere
bescherming bieden, doordat tijdens aanrij-
dingen de door inzittenden uitgeoefende
krachten gecontroleerd worden opgevan-
gen.
•Alle veiligheidsgordels (behalve die van de
bestuurder) hebben een automatisch ver-
grendelintrekmechanisme (ALR) dat de vei-ligheidsgordel vergrendelt door de riem he-
lemaal uit te trekken en vervolgens de riem
op de gewenste lengte aan te passen om
een kinderzitje te bevestigen of een groot
voorwerp op de stoel vast te maken — indien
aanwezig.
Als u kinderen vervoert die te klein zijn voor de
normale veiligheidsgordels, kunt u de veilig-
heidsgordels of de ISOFIX-voorziening ook ge-
bruiken om baby- en kinderzitjes te bevestigen.
Raadpleeg voor meer informatie ISOFIX —
Bevestigingssysteem voor kinderzitjes.
OPMERKING:
Het opblaasmechanisme van de geavan-
ceerde airbags voorin wordt in meerdere
stadia geactiveerd. De airbag kan zo meer of
minder krachtig worden opgeblazen, afhan-
kelijk van de soort aanrijding en de ernst
ervan.
Lees de informatie in dit hoofdstuk aandachtig
door. Hier wordt uitgelegd hoe u het beveili-
gingssysteem voor inzittenden op de juiste
wijze gebruikt om uw passagiers en uzelf opti-
maal te beschermen.
26
Page 51 of 294

Voor het uitlezen van de geregistreerde EDR-
gegevens is zowel toegang tot de auto als
speciale apparatuur nodig. Naast de fabrikant
van de auto kunnen ook anderen die over deze
speciale apparatuur beschikken, zoals de po-
litie, de EDR-gegevens lezen indien zij toegang
hebben tot de auto of de EDR.
Veiligheidssystemen voor kinderenElke inzittende van uw auto moet altijd zijn
vastgegespt, ook baby’s en kinderen.
Kinderen van 12 jaar en jonger moeten goed
vastgegespt op de achterbank plaatsnemen
(als dat mogelijk is). Statistieken tonen aan dat
kinderen veiliger zijn wanneer ze op de achter-
ste zitplaatsen zijn vastgegespt (en niet op de
voorstoelen).
WAARSCHUWING!
Bij een aanrijding kan een niet-vastgegespt
kind of zelfs een baby als een projectiel naar
voren worden geslingerd. Bij een aanrijding
kan zoveel kracht nodig zijn om een baby op
uw schoot te houden dat u het kind onmogelijk
kunt vasthouden, hoe sterk u ook bent. De
baby en andere inzittenden kunnen zo ernstig
gewond raken. Voor elk kind in uw auto moet
u het bijbehorende kinderzitje gebruiken,
overeenkomend met de grootte van het kind.
Baby- en kinderzitjes
Er zijn verschillende typen kinderzitjes in ver-
schillende maten verkrijgbaar, van zitjes voor
pasgeboren baby’s tot oudere kinderen die al
bijna groot genoeg zijn om een autogordel voor
volwassenen te dragen. Lees altijd de handlei-
ding van het kinderzitje om te controleren of dit
voor uw kind geschikt is. Gebruik het juiste
veiligheidssysteem voor uw kind.•Veiligheidsdeskundigen adviseren om kin-
deren achterstevoren mee te laten rijden tot
ze minstens één jaar oud zijn en bovendien
minstens 9 kg wegen. Twee soorten kinder-
zitjes kunt u achterstevoren gebruiken: kin-
derzitjes en ’aanpasbare’ kinderzitjes.
•Het babydraagzitje mag u uitsluitend achter-
stevoren in de auto plaatsen. Een dergelijk
zitje is aan te bevelen voor kinderen die
maximaal ca. 9 kg wegen. ’Aanpasbare’
kinderzitjes gebruikt u in de auto ofwel ach-
terstevoren of voorwaarts gericht. Aanpas-
bare kinderzitjes hebben voor achterstevo-
ren gebruik vaak een hoger
gewichtsmaximum dan babydraagzitjes,
dus kunt u deze achterstevoren plaatsen
voor kinderen die zwaarder zijn dan 9 kg,
maar nog geen één jaar oud zijn.
Beide typen kinderzitjes zet u in de auto vast
met een driepuntsgordel of het ISOFIX-
bevestigingssysteem van het kinderzitje.
Raadpleeg “ISOFIX — Bevestigingssysteem
voor kinderzitjes”.
47
Page 52 of 294

•Kinderen die zwaarder zijn dan 9 kg en
ouder zijn dan één jaar kunnen in de auto
voorwaarts gericht meerijden. In de voor-
waarts gericht geplaatste kinderzitjes en in
die positie geplaatste veelzijdig bruikbare
kinderzitjes zijn bedoeld voor kinderen die
tussen 9 tot 18 kg wegen en die ouder zijn
dan één jaar. Deze typen kinderzitjes zet u
tevens in de auto vast met een driepuntsgor-
del of het ISOFIX-bevestigingssysteem van
het kinderzitje. Raadpleeg “ISOFIX — Be-
vestigingssysteem voor kinderzitjes”.
•Het verhogingszitje met gordelbevestiging is
bedoeld voor kinderen met een gewicht van
meer dan 18 kg en die nog te klein zijn om
goed in het autogordelsysteem te passen.
Als het kind terwijl het met de rug tegen de
rugleuning zit niet de knieën om het kussen
kan buigen om de benen te laten afhangen,
moet een verhogingszitje worden gebruikt.
Het kinder- en het verhogingszitje worden
bevestigd met behulp van de driepuntsgor-
del.WAARSCHUWING!
•Een achterstevoren te bevestigen kinder-
zitje mag u NOOIT op de voorstoel gebrui-
ken als uw auto is uitgerust met een voor-
airbag aan passagierszijde. Bij opblazen
kan de airbag dan ernstig en zelfs dodelijk
letsel toebrengen aan de baby.
•Een foutief aangebracht kinder- of baby-
zitje kan op het kritieke ogenblik dienst
weigeren. Het kan losschieten bij een aan-
rijding. Het kind kan zo ernstig of zelfs
dodelijk letsel oplopen. Volg daarom bij de
bevestiging van een kinderzitje de aanwij-
zingen van de fabrikant nauwgezet op.
•Een achterstevoren te bevestigen kinder-
zitje mag u alleen gebruiken op de achter-
bank. In een achterstevoren te bevestigen
kinderzitje kan de baby ernstig of zelfs
dodelijk gewond raken wanneer u het zitje
op de voorstoel heeft gezet en de passa-
giersairbag wordt opgeblazen.Oudere kinderen en kinderzitjes
Kinderen die zwaarder zijn dan 9 kg en ouder
zijn dan één jaar kunnen in de auto voorwaarts
gericht meerijden. In de voorwaarts gericht
geplaatste kinderzitjes en in die positie ge-
plaatste veelzijdig bruikbare kinderzitjes zijn
bedoeld voor kinderen die tussen 9 tot 18 kg
wegen en die ouder zijn dan één jaar. Deze
typen kinderzitjes zet u tevens in de auto vast
met een driepuntsgordel of het ISOFIX-
bevestigingssysteem van het kinderzitje. Raad-
pleeg “ISOFIX — Bevestigingssysteem voor
kinderzitjes”.
Het verhogingszitje met gordelbevestiging is
bedoeld voor kinderen met een gewicht van
meer dan 18 kg en die nog te klein zijn om
goed in het autogordelsysteem te passen. Als
het kind met de rug tegen de rugleuning op de
zitting zit en de knieën niet kan buigen om de
benen te laten afhangen, moet het kind een
verhogingszitje met gordelbevestiging gebrui-
ken. Het kind en het verhogingszitje met gor-
delbevestiging worden bevestigd met behulp
van de driepuntsgordel.
48
Page 55 of 294

Universeel plaatsingsschema voor kinderzitjes
LeeftijdZitpositie
Voorstoel passagierszijde Achterbank Achter midden
Tot 10 kg (0 tot 9 maanden)XUU
Tot 13 kg (0 tot 24 maanden)XUU
Tussen 9 en 18 kg (9 tot 48
maanden)XUU
Tussen 15 en 36 kg (4 tot 12 jaar)XUU
Legende voor letters in het schema hierboven:
U = Geschikt voor universele kinderzitjes, goedgekeurd voor deze gewichtsklasse.
X = Zitpositie niet geschikt voor kinderen in deze gewichtsklasse.
Tabel ISOFIX-posities voor het voertuig
GewichtsklasseGrootte-
klasseBevestigingVoorstoel pas-
sagierszijdeAchter buiten-
zijdeAchter middenTweede zitrij
buitenzijdeTweede zitrij
middenAndere plaat-
sen
Draagbare wiegF ISO/L1 XXXXXX
G ISO/L2 XXXXXX
(1)XXXXXX
0 — tot 10 kgE ISO/R1 X 1UFXXXX
(1)XXXXXX
0+ — tot 13 kgE ISO/R1 X 1UFXXXX
D ISO/R2 X 1UFXXXX
C ISO/R3 X *1UFXXXX
(1)XXXXXX
51
Page 56 of 294

Tabel ISOFIX-posities voor het voertuig
GewichtsklasseGrootte-
klasseBevestigingVoorstoel pas-
sagierszijdeAchter buiten-
zijdeAchter middenTweede zitrij
buitenzijdeTweede zitrij
middenAndere plaat-
sen
I – 9 tot 18 kgD ISO/R2 X 1UFXXXX
C ISO/R3 X *1UFXXXX
B ISO/F2 X 1UFXXXX
B1 ISO/F2X X 1UFXXXX
A ISO/F3 X 1UFXXXX
(1)XXXXXX
II–15tot25kg (1)XXXXXX
III–22tot36kg (1)XXXXXX
Legenda voor letters in het schema hierboven:
(1) Voor de CRS die geen ISO/XX -identificatie
hebben (A tot G) voor de geldende gewichts-
klasse moet de autofabrikant het bescher-
mingssysteem voor kinderen van ISOFIX dat
specifiek voor dat voertuig is bedoeld aanbe-
velen voor elke positie.
1UF = Geschikt voor voorwaarts gerichte
ISOFIX-beschermingssystemen voor kinderen
uit deuniverseleklasse die is goedgekeurd
voor gebruik bij deze gewichtsklasse.IL = geschikt voor bepaalde ISOFIX-
beschermingssystemen voor kinderen (CRS),
zoals vermeld in de bijgevoegde lijst. Deze
ISOFIX-kinderzitjes vallen onder de catego-
rieën vanbepaald voertuig,beperktof
semi-universeel.
X = ISOFIX-positie niet geschikt voor ISOFIX
-kinderbeveiligingssystemen in deze gewichts-
klasse en/of voor deze grootte.
* De voorstoel moet midden op de glijrails
staan afgesteld of voor deze positie met de
rugleuning verticaal.ISOFIX — Bevestigingssysteem voor
kinderzitjes
Uw voertuig is uitgerust met het bevestigings-
systeem voor kinderzitjes ISOFIX genaamd. Bij
het ISOFIX-systeem installeert u het kinderzitje
zonder gebruik van de autogordel in de auto.
Alle drie zitplaatsen achterin hebben lage an-
kerpunten die geschikt zijn voor ISOFIX-
compatibele kinderzitjes met flexibele, op de
gordel aangebrachte lage bevestigingen. Kin-
derzitjes met vaste, lage bevestigingen moeten
alleen op de buitenste zitplaatsen worden geïn-
stalleerd. Ongeacht het specifieke type lage
bevestiging mag u ISOFIX-compatibele kinder-
52
Page 57 of 294

zitjes nooit zodanig installeren dat twee zitjes
een gemeenschappelijk laag ankerpunt delen.
Als u ISOFIX-compatibele kinderzitjes naast
elkaar op de achterbank installeert, kunt u voor
de buitenste zitplaats de ISOFIX-ankerpunten
of de autogordel gebruiken, maar moet u voor
de middelste zitplaats de autogordel gebrui-
ken. Als de kinderzitjes niet ISOFIX-compatibel
zijn, kunt u deze uitsluitend bevestigen met de
autogordels. RaadpleegHet kinderzitje instal-
lerenvoor specifieke aanwijzingen voor de
installatie.
Kinderzitjes voorzien van hulpstukken voor
aansluiting op de onderste ankerpunten zijn nuleverbaar. Kinderzitjes voorzien van ankerban-
den en haken voor bevestiging aan de boven-
ste ankerlus zijn al langere tijd leverbaar. Veel
fabrikanten van kinderzitjes leveren inmiddels
een uitbreidingsset met ankerbanden voor
sommige van hun oudere producten. Sets met
ankerbanden zijn ook leverbaar voor de
meeste oudere auto’s.
Omdat onderste ankerpunten op personenau-
to’s worden geïntroduceerd in de loop van een
paar jaar, blijven kinderzitjes met hulpstukken
voor deze ankerpunten voorlopig ook nog ge-
schikt voor bevestiging met een heup- of drie-
puntsgordel. Ze hebben dan ook ankerbanden
en we raden sterk aan om in elke auto zoveel
mogelijk de van toepassing zijnde hulpstukken
te gebruiken die bij het kinderzitje geleverd
zijn.
OPMERKING:
Wanneer u het ISOFIX-bevestigingssysteem
gebruikt om een kinderzitje te installeren,
moet u ervoor zorgen dat alle veiligheids-
gordels die op dat moment niet worden
gebruikt, buiten het bereik van kinderen
worden gehouden. Het wordt aanbevolenom de veiligheidsgordel vast te gespen
voordat u het kinderzitje installeert. Hier-
door bevindt de gordel zich achter het kin-
derzitje en buiten bereik van het kind. Als de
vastgegespte veiligheidsgordel in de weg zit
bij de installatie van het kinderzitje, leidt u
de veiligheidsgordel door de gordelopening
van het kinderzitje en gespt u deze vervol-
gens vast, in plaats van de veilgiheidsgordel
achter het zitje te plaatsen. Hierdoor wordt
de veiligheidsgordel uit het bereik van een
nieuwsgierig kind gehouden. Vertel alle kin-
deren in het voertuig dat een veiligheidsgor-
del geen speelgoed is, en dat ze er niet mee
mogen spelen. Laat kinderen nooit zonder
begeleiding achter in het voertuig.
Het kinderzitje installeren
Wij verzoeken u dringend om bij het installeren
van het kinderzitje zorgvuldig de aanwijzingen
van de fabrikant op te volgen. Veel, maar niet
alle, kinderzitjes zijn aan beide zijden voorzien
van aparte banden, die alle een haak of een
koppelstuk hebben met een systeem voor het
strak stellen van de band. In de rijrichting te
plaatsen kinderzitjes en sommige achterstevo-
ren te plaatsen babyzitjes hebben vaak ook
ISOFIX achterbank
53
Page 58 of 294

een ankerband, een haak en een versteller
voor het afstellen van de strakheid in de band.
In het algemeen maakt u eerst de versteller aan
de onderste banden en de ankerbanden los,
zodat u gemakkelijker de haak of het koppel-
stuk aan de onderste ankerpunten en bandan-
kers kunt vastmaken. Haal de ankerband mid-
dendoor via de hoofdsteun en bevestig deze
aan het ankerpunt aan de achterkant van de
rugleuning. Maak vervolgens alle drie de ban-
den vast terwijl u het kinderzitje naar achteren
duwt en omlaag drukt in de zitting.Niet alle kinderzitjes worden geïnstalleerd vol-
gens deze beschrijving. Nogmaals: volg nauw-
gezet de aanwijzingen van de fabrikant op
wanneer u een kinderzitje installeert.
OPMERKING:
Als het kinderzitje niet compatibel is met het
ISOFIX-bevestigingssysteem, bevestigt u
het zitje met behulp van de autogordels.
WAARSCHUWING!
Door een verkeerd vastgemaakte ankerband
zal het kind het hoofd misschien te veel
kunnen bewegen en kan het kind letsel oplo-
pen. Gebruik alleen het ankerpunt pal achter
het kinderzitje om de ankerband voor het
kinderzitje vast te maken.
Vervoer van huisdieren
Een huisdier kan letsel oplopen als een voor-
airbag wordt opgeblazen. Een niet-aangelijnd
huisdier kan bij een noodstop of botsing als
projectiel door de auto worden geslingerd en
letsel oplopen of een passagier verwonden.Huisdieren moeten aangelijnd meerijden op de
achterbank of in een speciale reismand die is
bevestigd met de autogordels.
AANBEVELINGEN BIJ INRIJDEN
VAN DE MOTOR
De motor en aandrijflijn (versnellingsbak en as) van
uw auto hebben geen lange inrijperiode nodig.
Rij gedurende de eerste 500 km niet te snel. Na
de eerste 100 km kunt u snelheden tot 80 of
90 km/h aanhouden.
Terwijl u met constante snelheid rijdt, vormt nu
en dan kort accelereren met plankgas, binnen
de grenzen van de geldende verkeersregels,
een goede bijdrage tot het inrijden. Accelere-
ren met plankgas in een lage versnelling kan
slecht zijn en moet worden vermeden.
De transmissieolie die de fabriek in de motor
heeft aangebracht, is een energiebesparend
smeermiddel van een hoge kwaliteit. Houd bij
het olie verversen rekening met de te verwach-
ten klimaatomstandigheden. RaadpleegOn-
derhoudsproceduresinOnderhoud van uw
autovoor de aanbevolen viscositeit en kwali-
Ankers voor de gordels op de achterbank
54