JEEP PATRIOT 2021 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2021, Model line: PATRIOT, Model: JEEP PATRIOT 2021Pages: 294, PDF Size: 6.66 MB
Page 21 of 294

het alarm is ingesteld, zal het voertuigbeveili-
gingsalarm worden geactiveerd door bewegin-
gen in de auto.
Systeem activeren
1. Verwijder de sleutel uit het contact en ver-
laat de auto.
2. Vergrendel het portier met de elektrische
vergrendelschakelaar of de afstandsbediening
en sluit alle portieren.
3. Het Indicatielampje van het alarmsysteem
op het instrumentenpaneel knippert snel gedu-
rende 16 seconden. Dit geeft aan dat het
alarmsysteem in paraatheid wordt gebracht.
Na 16 seconden treden de sloten in werking en
zal het indicatielampje voor de voertuigbeveili-
ging langzaam blijven knipperen. Dit geeft aan
dat het voertuigbeveiligingsalarm volledig pa-
raat is.
Auto’s die zijn voorzien van een startblokkering
met Sentry Keykunnen met een geldige sleu-
tel veilig worden gestart. Een geldige sleutel is
een sleutel die voor die bepaalde auto is ge-
programmeerd. Een geldige sleutel schakelthet voertuigbeveiligingsalarm uit, een ongel-
dige sleutel laat de motor twee seconden lopen
en dan stoppen.
OPMERKING:
De inbraaksensor (bewegingsdetector) be-
waakt uw auto actief wanneer u het alarm-
systeem activeert. Als u wilt, kunt u de
inbraaksensor afzetten als u het alarmsys-
teem activeert.
Om de inbraaksensor buiten werking te stellen
drukt u driemaal op LOCK (vergrendeling) van
de afstandsbediening tijdens de vooractive-
ringsperiode (lamp knippert snel). De inbraak-
sensor wordt automatisch in werking gesteld
als het alarmsysteem de volgende keer wordt
ingeschakeld.
Het systeem deactiveren
1. Druk op ONTGRENDELEN op de afstands-
bediening.
2. Als de auto wordt gestart met een geldige
Sentry Key, dan wordt het alarmsysteem uit-
geschakeld. Een geldige sleutel is een sleutel
die voor die bepaalde auto is geprogram-
meerd. Een geldige sleutel schakelt het sys-teem uit, een ongeldige sleutel laat de motor
twee seconden draaien en dan stoppen.
OPMERKING:
•Door het loskoppelen van de accu wordt
het alarmsysteem niet uitgeschakeld.
•De grendelsloten worden uitsluitend ont-
grendeld met gebruik van de sleutel in de
slotcilinder van het portier.
•Druk op de ontgrendeltoets van de af-
standsbediening om de portieren te ope-
nen nadat het alarmsysteem is ingesteld
en de sloten zijn geactiveerd. De portier-
vergrendelknop en de portierhandgreep
kunnen tevens worden ontgrendeld door
de contactsleutel in de slotcilinder op het
portier te steken en deze te draaien. Het
alarm gaat echter wel af. Steek in dit geval
de contactsleutel in de contactschakelaar
en draai deze naar de stand ON/RUN of
START.
Als het alarmsysteem is geactiveerd, knippert
het indicatielampje van het alarmsysteem elke
twee seconden twee keer.
17
Page 22 of 294

Handmatige uitschakeling van het
voertuigbeveiligingsalarm
Het alarmsysteem wordt niet geactiveerd als u
de portieren vergrendelt via de handbediende
vergrendelknop.
AFSTANDSBEDIENINGMet dit systeem kunt u de portieren en de
achterklep vergrendelen of ontgrendelen van
een afstand van maximaal 10 m met behulp
van een afstandsbediening. De sleutelhouder
hoeft niet naar het voertuig te wijzen om het
systeem te activeren.OPMERKING:
Er mogen zich geen metalen objecten tus-
sen de afstandsbediening en de auto bevin-
den.
Portieren en achterklep
ontgrendelen
Druk eenmaal kort op de ontgrendeltoets op de
afstandsbediening om het portier aan de be-
stuurderszijde te ontgrendelen of tweemaal
binnen vijf seconden om alle portieren en de
achterklep te ontgrendelen. De richtingaanwij-
zers knipperen om aan te geven dat het ont-
grendelsignaal is ontvangen. De verlichting
van de instapfunctie schakelt ook in.
Remote Key Unlock, Driver Door/All
First Press - Bestuurdersportier/alle
portieren ontgrendelen met eerste
druk op ontgrendeltoets
afstandsbediening
Met deze functie kunt u het systeem naar keuze
programmeren om bij de eerste druk op de
ontgrendeltoets op de afstandsbediening al-
leen het bestuurdersportier of alle portieren te
ontgrendelen. Om de huidige instelling te wij-
zigen gaat u als volgt te werk:•Voor voertuigen met elektronisch voertuigin-
formatiecentrum (EVIC): raadpleegElektro-
nisch voertuiginformatiecentrum (EVIC)/
Persoonlijke instellingen (door de klant te
programmeren functies)inFuncties van het
instrumentenpaneelvoor meer informatie.
•Ga bij voertuigen zonder EVIC als volgt te
werk:
1. Houd de LOCK-toets op een geprogram-
meerde RKE-afstandsbediening langer dan
vier maar korter dan 10 seconden ingedrukt.
Terwijl u de LOCK-toets nog steeds ingedrukt
houdt, drukt u op de UNLOCK-toets.
2. Laat beide toetsen tegelijkertijd los.
3. Test de functie buiten de auto door op de
vergrendel- en ontgrendeltoetsen op de af-
standsbediening te drukken, terwijl het con-
tactslot in de stand LOCK staat en de sleutel is
uitgenomen.
4. Herhaal deze stappen als u de vorige instel-
ling voor deze functie wenst te herstellen.
Afstandsbediening met ingebouwde sleutel
18
Page 23 of 294

OPMERKING:
Als u de vergrendelknop op de sleutelhou-
der indrukt terwijl u in de auto zit, wordt het
voertuigalarm geactiveerd. Als u bij geacti-
veerd alarmsysteem een portier opent, gaat
het alarm af. Druk op de ontgrendelknop om
het alarmsysteem te deactiveren.
Naderingsverlichting — indien
aanwezig.
Bij deze functie schakelen de koplampen ge-
durende 90 seconden in zodra u de portieren
ontgrendelt met de afstandsbediening. De tijd
voor deze functie kan worden geprogram-
meerd op voertuigen met het EVIC. Voor meer
informatie raadpleegt uElektronisch voer-
tuiginformatiecentrum (EVIC)/Persoonlijke In-
stellingen (door de klant te programmeren
functies)inDe functies op uw dashboard.
Portieren en achterklep
vergrendelen
Druk kort op de afstandsbediening op de ver-
grendeltoets (LOCK) om alle portieren en de
achterklep te vergrendelen. De richtingaanwij-
zers knipperen om aan te geven dat het ver-
grendelsignaal is ontvangen.
Flash Lights With Remote Key
Lock/Unlock - Knipperlichten aan bij
vergrendelen/ontgrendelen met
afstandsbediening
Bij deze functie knipperen de richtingaanwij-
zers wanneer u de portieren vergrendelt of
ontgrendelt met de afstandsbediening. Deze
functie kunt u in- of uitschakelen. Om de hui-
dige instelling te wijzigen gaat u als volgt te
werk:
•
Voor meer informatie over voertuigen met elek-
tronisch voertuiginformatiecentrum (EVIC)
raadpleegt uElektronisch voertuiginformatie-
centrum (EVIC)/Persoonlijke Instellingen (door
de klant te programmeren functies)inFunc-
ties van het instrumentenpaneel.
•Ga bij voertuigen zonder EVIC als volgt te
werk:
1. Houd op een geprogrammeerde afstands-
bediening de ontgrendeltoets langer dan vier
seconden maar korter dan 10 seconden inge-
drukt. Terwijl u de UNLOCK-toets nog steeds
ingedrukt houdt, drukt u op de LOCK-toets.
2. Laat beide toetsen tegelijkertijd los.3. Test de functie buiten de auto door op de
vergrendel- en ontgrendeltoetsen op de af-
standsbediening te drukken, terwijl het con-
tactslot in de stand LOCK staat en de sleutel is
uitgenomen.
4. Herhaal deze stappen als u de vorige instel-
ling voor deze functie wenst te herstellen.
OPMERKING:
Als u de vergrendelknop op de sleutelhou-
der indrukt terwijl u in de auto zit, wordt het
alarmsysteem geactiveerd. Als u bij geacti-
veerd alarmsysteem een portier opent, gaat
het alarm af. Druk op de ontgrendelknop om
het alarmsysteem te deactiveren.
Extra afstandsbedieningen
programmeren
Zie Sentry Key,Programmeren van sleutel
klant.
Als u geen geprogrammeerde afstandsbedie-
ning heeft, moet u contact opnemen met uw
erkend dealer voor nadere bijzonderheden.
Batterij vervangenDe aanbevolen vervangingsbatterij is CR2032.
19
Page 24 of 294

OPMERKING:
Materiaal uit perchloraat — kan speciale
behandeling vereisen.
1. Als de afstandsbediening is voorzien van
een schroef, verwijder dan de schroef. Gebruik
een dun voorwerp om de twee helften van de
afstandsbediening voorzichtig van elkaar te
wrikken. Houd hierbij de zijde met de toetsen
naar beneden gericht. Let erop dat u de kunst-
stof afdichting tijdens het openen niet bescha-
digt.
2. Vervang de batterijen. Raak de nieuwe bat-
terij niet met uw vingers aan. Door vettigheid opde huid kan de werking verslechteren. Wan-
neer u een batterijcontact heeft aangeraakt,
kunt u dit schoonmaken met wat reinigingsal-
cohol.
3. Druk om de sleutelhouder weer te sluiten de
twee helften op elkaar.
OPMERKING:
Als de afstandsbediening is voorzien van
een schroef, zet deze dan weer vast.
Algemene informatieDe afstandsbediening en signaalontvangers
werken op een draaggolffrequentie van
433,92 MHz, zoals is voorgeschreven in de EU.
Deze apparatuur moet zijn gecertificeerd con-
form de specifieke regelgeving in elk land. Er
gelden twee normen: ETS (European Telecom-
munication Standard) 300–220, van toepassing
in de meeste landen, en de Duitse richtlijn BZT
225Z125, die steunt op de norm ETC 300–220,
maar daarnaast nog enkele specifieke bepalin-
gen heeft. De overige bepalingen worden ver-
meld in de Europese Richtlijn 95/56/EC, Bijlage
VI. De apparatuur moet voldoen aan de vol-
gende twee voorwaarden:•De apparatuur mag geen hinderlijke storin-
gen veroorzaken.
•De apparatuur moet eventuele ontvangen
storingen kunnen verwerken, inclusief storin-
gen die kunnen leiden tot een foutieve wer-
king.
Als uw afstandsbediening niet goed werkt
vanaf een normale afstand, controleer dan het
volgende.
1. De batterij in de afstandsbediening is leeg.
De verwachte levensduur van de batterij be-
draagt minimaal drie jaar.
2. De nabijheid tot radiozendapparatuur als
een zendmast, een luchthavenzender en som-
mige mobiele radio’s of 27 MC zendappara-
tuur.
PORTIERVERGRENDELING
Handmatige portiervergrendeling
Vergrendel de portieren aan de binnenzijde
handmatig met de portiervergrendelknop. Als
de vergrendelknop omlaag staat terwijl u het
portier sluit, zal het portier worden vergrendeld.
De helften van de afstandsbediening scheiden
20
Page 25 of 294

Pas daarom op dat u de sleutels niet in de auto
laat als u de portieren sluit.
WAARSCHUWING!
•Voor de veiligheid van uzelf en bij een
ongeval, behoren de autoportieren te zijn
vergrendeld tijdens het rijden en wanneer u
na het parkeren de auto verlaat.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
•Verwijder altijd de sleutel uit het contactslot
en vergrendel de autoportieren wanneer u
de auto verlaat. Laat kinderen niet zonder
toezicht achter in de auto en zorg ervoor
dat de kinderen geen toegang hebben tot
de auto als deze niet is vergrendeld. Ge-
bruik zonder toezicht van de aanwezige
uitrusting in de auto kan ernstig letsel of de
dood tot gevolg hebben.
LET OP!
Een niet-vergrendelde auto is een prima uit-
nodiging voor dieven. Verwijder altijd de sleu-
tel uit het contactslot en vergrendel alle por-
tieren als u de auto onbeheerd achterlaat.
Centrale portiervergrendelingEen schakelaar voor centrale portiervergrende-
ling bevindt zich op het paneel in het portier
aan de bestuurderszijde en de passagiers-
zijde. Met deze schakelaar kunt u de portieren
en de achterklep vergrendelen en ontgrende-
len.OPMERKING:
Om te voorkomen dat de sleutel per ongeluk
wordt achtergelaten in de auto, werkt de
centrale portiervergrendeling niet als de
sleutel zich in het contact bevindt en één
van de voorportieren open staat. Er klinkt
een geluidssignaal om u eraan te herinneren
de sleutel te verwijderen.
Handmatige portiervergrendelknop
Centrale portiervergrendeling bestuurder
1 - Ontgrendelen 2 - Vergrendelen
21
Page 26 of 294

Automatische portiervergrendeling —
indien aanwezig
Bij auto’s met elektrische portiervergrendeling wor-
den de portieren automatisch vergrendeld, wan-
neer aan de volgende voorwaarden is voldaan:
1. de automatische portiervergrendeling is ge-
activeerd,
2. een versnelling is ingeschakeld,
3. alle portieren zijn gesloten,
4. het gaspedaal is ingetrapt,
5. de voertuigsnelheid hoger is dan 24 km/h,
6. de portieren werden niet al eerder vergren-
deld via de schakelaar voor elektrische portier-
vergrendeling of via de afstandsbediening.
Programmeren van automatische
portiervergrendeling
U kunt de automatische portiervergrendeling
als volgt in- of uitschakelen:
•
Voor voertuigen met elektronisch voertuiginfor-
matiecentrum (EVIC): zie voor meer informatie
Elektronisch voertuiginformatiecentrum (EVIC)
— Indien aanwezig/Persoonlijke Instellingen
(door de klant te programmeren functies)in
Functies van het instrumentenpaneel.
•Ga bij voertuigen zonder EVIC als volgt te
werk:
1. Sluit alle portieren en steek de sleutel in het
contactslot.
2. Schakel het contactslot binnen 15 seconden
vier maal heen en weer tussen LOCK en ON/
RUN en laat de sleutel ten slotte in LOCK staan
(start de motor niet).
3. Druk binnen 30 seconden op de schakelaar
voor centrale portiervergrendeling om de por-
tieren te vergrendelen.
4. Een geluidssignaal geeft aan dat de pro-
grammering voltooid is.
5. Herhaal deze stappen als u de vorige instel-
ling voor deze functie wenst te herstellen.
OPMERKING:
•Als u het geluidssignaal niet hoort, bete-
kent dit dat het systeem zich niet in de
programmeermodus bevindt en moet u de
procedure herhalen.
•Gebruik de automatische portiervergren-
deling in overeenstemming met de plaat-
selijke geldende wettelijke voorschriften.Automatisch portieren ontgrendelen bij
uitstappen
De portieren worden automatisch ontgrendeld
als:
1.de functie voor het automatische ontgrendelen
van de portieren bij uitstappen is ingeschakeld.
2. de transmissie is ingeschakeld en de voer-
tuigsnelheid is teruggebracht tot 0 km/h,
3. de versnellingsbak in NEUTRAL of PARK
staat,
4. het bestuurdersportier is geopend.
5.
de portieren niet al eerder werden ontgrendeld,
Programmeren van de functie automatisch
portieren ontgrendelen bij uitstappen
U kunt de functie voor het automatisch ontgren-
delen van de portieren bij uitstappen als volgt
in- of uitschakelen:
•
Voor meer informatie over voertuigen met elek-
tronisch voertuiginformatiecentrum (EVIC)
raadpleegt uElektronisch voertuiginformatie-
centrum (EVIC)/Persoonlijke Instellingen (door
de klant te programmeren functies)inFunc-
ties van het instrumentenpaneel.
22
Page 27 of 294

•Ga bij voertuigen zonder EVIC als volgt te
werk:
1. Sluit alle portieren en steek de sleutel in het
contactslot.
2. Schakel het contactslot binnen 15 seconden
vier maal heen en weer tussen LOCK en ON/
RUN en laat de sleutel ten slotte in LOCK staan
(start de motor niet).
3. Druk binnen 30 seconden op de schakelaar
voor centrale portiervergrendeling om de por-
tieren te ontgrendelen.
4. Een geluidssignaal geeft aan dat de pro-
grammering voltooid is.
5. Herhaal deze stappen als u de vorige instel-
ling voor deze functie wenst te herstellen.
OPMERKING:
•Als u het geluidssignaal niet hoort, bete-
kent dit dat het systeem zich niet in de
programmeermodus bevindt en moet u de
procedure herhalen.
•Gebruik de functie voor het automatisch
ontgrendelen van portieren in overeen-
stemming met de plaatselijke geldende
wettelijke voorschriften.Kindersloten — achterportierenVoor de veiligheid van kleine kinderen die mee-
rijden op de achterste zitplaatsen, zijn de ach-
terportieren uitgerust met een kinderslot.
Activeren en deactiveren van het
kinderslot
1. Open het achterportier.
2. Steek de punt van de contactsleutel in het
slot en draai deze naar de LOCK (vergrendel-)
of UNLOCK (ontgrendel-) positie.
3. Herhaal stap 1 en 2 voor het andere achter-
portier.
WAARSCHUWING!
Zorg dat bij een aanrijding niemand in de auto
wordt opgesloten. Vergeet niet dat u de ach-
terportieren uitsluitend van buitenaf kunt ope-
nen als het kinderslot ingeschakeld is.
OPMERKING:
Als u in een noodgeval de auto wilt verlaten
terwijl het kinderslot is ingeschakeld, moet
u de vergrendelknop omhoog trekken (ont-
grendelde stand), het raam omlaag zetten en
het portier met de buitenhandgreep openen.
Plaats van het kinderbeveiligde portierslot
Functie kinderslot
23
Page 28 of 294

ELEKTRISCHE RAAMBEDIENING —
INDIEN AANWEZIG
Schakelaars voor elektrische
raambediening
Met de raambediening aan het bestuurderspor-
tier kunt u alle ramen bedienen. Aan de binnen-
kant van elk van de portieren bevindt zich een
bedieningspaneel voor het openen en sluiten
van het overeenkomstige portierraam. De ruit-
bediening werkt alleen als het contactslot in de
stand ON/RUN of ACC staat.
OPMERKING:
•Voor voertuigen die niet zijn voorzien van
het elektronische voertuiginformatiecen-
trum (EVIC), blijven de elektrische raam-
schakelaars 45 seconden lang actief na-
dat het contactsleuteltje in de
VERGRENDELstand is gezet. Door het
openen van een voorportier wordt deze
functie uitgeschakeld.•Voor voertuigen die zijn voorzien van het
elektronische voertuiginformatiecentrum
(EVIC), blijven de elektrische raamscha-
kelaars 10 minuten lang actief nadat het
contactsleuteltje in de VERGRENDEL-
stand is gezet. Door het openen van een
voorportier wordt deze functie uitgescha-
keld. De tijdsduur van deze functie is
programmeerbaar. Voor meer informatie
raadpleegt uElektronisch voertuiginfor-
matiecentrum (EVIC)/Persoonlijke Instel-
lingen (door de klant te programmeren
functies)inDe functies op uw dash-
board.
WAARSCHUWING!
Laat kinderen nooit in een auto achter terwijl
de sleutel in het contactslot zit. Inzittenden, en
vooral kinderen zonder begeleider, kunnen
klem komen te zitten in de raamopeningen
door de ruitschakelaars te bedienen. Bij een
dergelijke beknelling kan ernstig of dodelijk
letsel ontstaan.
Automatisch openenHet raam in het bestuurdersportier heeft een
automatische openingsfunctie. Druk de scha-
kelaar voorbij het eerste drukpunt en laat deze
los. Het raam gaat automatisch helemaal om-
laag. Druk om de omlaaggaande beweging te
annuleren de schakelaar in de richting voor
omhoog of omlaag en laat deze los.
Plaats voor de schakelaar voor elektrische
raambediening.
24
Page 29 of 294

RaamblokkeerschakelaarMet de raamblokkeerschakelaar op het be-
stuurdersportier kunt u de raamschakelaars
voor de overige portieren blokkeren. Druk op
de raamblokkeerschakelaar om de raamscha-
kelaars voor de overige portieren te blokkeren.
Om de raamschakelaars te deblokkeren drukt
u nogmaals op de raamblokkeerschakelaar.ACHTERKLEP
OPMERKING:
De sleutel die u gebruikt om de motor te
starten wordt ook gebruikt voor het vergren-
delen en ontgrendelen van de portieren en
de achterklep.
Om de achterklep te ontgrendelen moet u de
sleutel in het slot steken en naar rechts draaien
(alleen modellen met handmatige vergrende-
ling). U kunt de achterklep ook openen met de
afstandsbediening of via de schakelaars voor
elektrische portiervergrendeling op beide voor-
portieren. De centrale portiervergrendeling ac-
tiveert u ook (indien aanwezig) via de slotcilin-
der in de achterklep.
In ontgrendelde toestand kan de achterklep
ook zonder sleutel geopend en gesloten wor-
den. Om de achterklep te openen moet u de
greep van de achterklep inknijpen en de klep
met één vloeiende beweging opentrekken.OPMERKING:
•In geval van een stroomstoring of wan-
neer de afstandsbediening niet werkt,
steekt u de sleutel in het slot van de
achterklep en draait u deze naar rechts
(alleen op versies met handmatige slui-
ting). Trek de achterklep aan de greep in
één vloeiende beweging open.
•De achterklep heeft geen ontgrendelings-
mechanisme aan de binnenkant, maar er
is een opening in het paneel van de ach-
terklep met een beschermkapje dat de
mogelijkheid biedt om de vergrendeling
te openen als het elektrische systeem niet
werkt.
Raamblokkeerschakelaar
Openen van de achterklep
25
Page 30 of 294

WAARSCHUWING!
•Wanneer u met geopende achterklep rijdt,
kunnen giftige uitlaatgassen in het interieur
gezogen worden. Deze gassen kunnen
schadelijk zijn voor u of uw passagiers.
Houd de achterklep dicht terwijl u rijdt.
•Wanneer u toch met open achterklep moet
rijden, zorg dan dat alle ramen gesloten zijn
en dat de aanjager van de airco op de
hoogste stand staat. Schakel de circulatie-
stand niet in.
In de openstand wordt de achterklep onder-
steund door gasveersteunen. De gasdruk in
deze steunen daalt echter bij koud weer en dan
moet u mogelijk ook zelf iets ondersteunen bij
het openen van de achterklep.
VEILIGHEIDSGORDELSYSTEMENEen zeer belangrijke veiligheidsvoorziening in
uw auto is het beveiligingssysteem voor de
inzittenden:
•Driepuntsveiligheidsgordels voor alle zit-
standen.•Geavanceerde airbags aan de voorkant voor
de bestuurder en passagier
•Extra actieve hoofdsteunen (AHR) op de
bovenkant van de voorstoelen (geïntegreerd
in de hoofdsteun)
•Extra gordijn-zijairbags (SABIC) voor de be-
stuurder en de passagiers die naast een
raam zitten
•Extra zijairbags in de voorstoelen — indien
aanwezig
•Een krachtabsorberende stuurkolom en
stuur.
•Kniebescherming/-blokkering voorpassa-
giers.
•De veiligheidsgordels vóór zijn voorzien van
gordelspanners, die de inzittenden betere
bescherming bieden, doordat tijdens aanrij-
dingen de door inzittenden uitgeoefende
krachten gecontroleerd worden opgevan-
gen.
•Alle veiligheidsgordels (behalve die van de
bestuurder) hebben een automatisch ver-
grendelintrekmechanisme (ALR) dat de vei-ligheidsgordel vergrendelt door de riem he-
lemaal uit te trekken en vervolgens de riem
op de gewenste lengte aan te passen om
een kinderzitje te bevestigen of een groot
voorwerp op de stoel vast te maken — indien
aanwezig.
Als u kinderen vervoert die te klein zijn voor de
normale veiligheidsgordels, kunt u de veilig-
heidsgordels of de ISOFIX-voorziening ook ge-
bruiken om baby- en kinderzitjes te bevestigen.
Raadpleeg voor meer informatie ISOFIX —
Bevestigingssysteem voor kinderzitjes.
OPMERKING:
Het opblaasmechanisme van de geavan-
ceerde airbags voorin wordt in meerdere
stadia geactiveerd. De airbag kan zo meer of
minder krachtig worden opgeblazen, afhan-
kelijk van de soort aanrijding en de ernst
ervan.
Lees de informatie in dit hoofdstuk aandachtig
door. Hier wordt uitgelegd hoe u het beveili-
gingssysteem voor inzittenden op de juiste
wijze gebruikt om uw passagiers en uzelf opti-
maal te beschermen.
26