JEEP WRANGLER 2DOORS 2020 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: WRANGLER 2DOORS, Model: JEEP WRANGLER 2DOORS 2020Pages: 344, PDF Size: 9.41 MB
Page 161 of 344

159
4L
Vierwielaandrijving, lage groep — Deze stand
zorgt  voor  vierwielaandrijving  bij  lage  snel-
heid.  De  stand  maximaliseert  het  koppel
naar de voorste aandrijfas, waardoor de voor-
en  achterwielen  worden  gedwongen  om  met
hetzelfde  toerental  te  draaien.  Deze  groep
levert extra tractie en maximale trekkracht en
is  uitsluitend  bestemd  voor  onverharde  of
gladde wegen. Rijd niet sneller dan 40 km/u
(25 mph).
De tussenbak is bedoeld voor het rijden in de
stand  2H  voor  normale weg-  en  snelwegom -
standigheden  zoals  verharde  wegopper -
vlakken.
Wanneer er extra tractie nodig is, kunnen de
tussenbakstanden 4H en 4L worden gebruikt
om de aandrijfassen vóór en achter samen te
vergrendelen en de voor-  en  achterwielen te
dwingen  om  met  dezelfde  snelheid  te
draaien.  De  standen  4H  en  4L  zijn  uitslui -
tend  bedoeld  voor  een  onverhard  of  glad
wegdek  en  zijn  niet  bedoeld  voor  normaal
rijden.  Rijden  in  de  standen  4H  en  4L  op
verharde  wegen  veroorzaakt  overmatige  slij -
tage aan de banden en schade aan de onder -
delen  van  de  aandrijflijn.  Raadpleeg  de
paragraaf  "Schakelprocedures"  in  dit  hoofd -stuk voor  meer informatie over  schakelen in
4H of 4L.
De  instrumentengroep  waarschuwt  de
bestuurder  dat  het  voertuig  in  de  vierwiel
-
aandrijving  staat  en  dat  de  aandrijfassen
vóór  en  achter  samen  zijn  vergrendeld.  Het
lampje  gaat  branden  wanneer  de  tussenbak
in de stand 4H wordt gezet.
Wanneer u bij een bepaalde rijsnelheid in 4L
rijdt,  is  het  motortoerental  circa  driemaal
(viermaal  voor  Rubicon-modellen)  zo  hoog
als  het  motortoerental  in  de  standen  2H  of
4H.  Laat  de  motor  niet  met  te  hoge  toeren -
tallen draaien.
Voor  een  juist  gebruik  van  voertuigen  met
vierwielaandrijving  moeten  alle  banden  van
hetzelfde  type  zijn  en  dezelfde  maat  en
omtrek  hebben.  Het  gebruik  van  verschil -
lende  banden  beïnvloedt  het  schakelgedrag
en kan de tussenbak beschadigen.
Aangezien  vierwielaandrijving  de  tractie
verbetert,  heeft  men  de  neiging  de  veilige
snelheden  voor  bochten en stoppen  te  over -
schrijden. Rij niet harder dan de verkeersom -
standigheden toelaten.Schakelprocedures
Van 2H naar 4H of van 4H naar 2H
Er kan tussen de groepen 2H of 4 H worden
geschakeld  terwijl  het  voertuig  stilstaat  of
rijdt.  De  aanbevolen  snelheid  waarbij  kan
worden  geschakeld  is  tussen  0  en  72 km/u
(45 mph). Wanneer het voertuig rijdt, zal de
tussenbak  sneller  in-  of  uitschakelen  als  u
het  gaspedaal  even  los  laat  na  een  schake -
ling.  Accelereer  niet  tijdens  het  schakelen
van  de  tussenbak.  Houd  een  gelijkmatige
druk aan bij het schakelen van de tussenbak -
hendel.
OPMERKING:
Probeer  niet  te  schakelen  wanneer  alleen
de  voor-  of  de  achterwielen  doorslippen.
De toerentallen  van  de aandrijfassen  vóór
en  achter  moeten  gelijk  zijn  voordat  er
geschakeld  kan  worden.  Schakelen
wanneer alleen de voor- of de achterwielen
doorslippen  kan  beschadiging  van  de
tussenbak tot gevolg hebben.
Vertraagd schakelen uit de vierwielaandrij -
ving  kan  zich  voordoen  als  gevolg  van
ongelijkmatige  bandenslijtage,  lage  of
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 159   
Page 162 of 344

STARTEN EN RIJDEN
160
ongelijke  bandenspanning,  een  te  hoge
belasting van de auto of bij lage tempera-
turen.
Schakelen  kost  meer  moeite  bij  een
hogere snelheid, dit is normaal.
Tijdens  koud  weer  kan  het  schakelen  moei -
zamer  verlopen totdat de  tussenbakvloeistof
is opgewarmd. Dat is normaal.
Van 4H naar 4L of van 4L naar 4H
Tijdens het rollen van de auto tussen de 3 tot
5 km/u  (2  tot  3 mph)  schakelt  u  de  schakel -
hendel in de stand NEUTRAL (N). Tijdens het
uitrollen van het voertuig met 3 en 5 km/u
(2 en 3 mph), zet u de tussenbakhendel stevig
in  de  gewenste  stand.  Pauzeer  niet  met  de
tussenbak  in  de  stand  N  (NEUTRAL).  Nadat
de  schakeling  is  voltooid,  zet  u  de  schakel -
hendel in de stand DRIVE.
OPMERKING:
Het  is  mogelijk  om  naar  en  uit  4L  te  scha -
kelen  als  de  auto  helemaal  stilstaat;  er
kunnen echter problemen ontstaan omdat de
koppelingstanden  dan  mogelijk  niet  goed
zijn  uitgelijnd.  Mogelijk  moet  u  een  aantal
schakelpogingen  doen  om  de  koppe -
lingstanden  uit  te  lijnen  en  de  overschake -
ling te voltooien. De beste methode is tijdens het  rollen  van  de  auto  tussen  de  3  en  de
5 km/u (2 tot 3 mph). Probeer niet  om naar
of  uit  de  groep  4L  te  schakelen  terwijl  het
voertuig sneller rijdt dan 3 tot 5 km/u (2 tot
3 mph).
Tussenbak met vijf standen 
Schakelhendel vierwielaandrijving
De tussenbak heeft vijf standen:
2H (tweewielaandrijving, hoge groep)
4H  AUTO  (vierwielaandrijving,  automati
-
sche hoge groep)
4H PT  (vierwielaandrijving, inschakelbare
hoge groep)
N (neutraalstand)
4L (vierwielaandrijving, lage groep)
Voor  meer  informatie  over  het  gebruik  van
elke  stand  voor  de  tussenbak,  zie  onder -
staande informatie:
2H
Tweewielaandrijving,  hoge  groep  —  Deze
stand  is  bedoeld  voor  normaal  rijden  op  de
openbare  weg,  op  een  droog,  verhard
wegdek.
4H AUTO
Vierwielaandrijving,  automatische  hoge
groep — In deze groep wordt vermogen over -
gedragen  op  de  voorwielen.  De  vierwielaan -
drijving  wordt  automatisch  ingeschakeld
wanneer  het  voertuig  verlies  van  tractie
detecteert.  Extra  tractie  voor  diverse  rijom -
standigheden.
 WAARSCHUWING!
Als niet volledig naar een andere stand van
de  tussenbak  wordt  geschakeld,  kan  de
tussenbak  beschadigd  raken,  neemt  het
motorvermogen af en kunt u de macht over
het  stuur  verliezen.  U  kunt  een  aanrijding
veroorzaken.  Als  de  tussenbak  niet
helemaal  is  aangegrepen,  mag  u  niet  met
de auto rijden.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 160   
Page 163 of 344

161
4H PT
Vierwielaandrijving,  inschakelbare  hoge
groep  —  Deze  groep  maximaliseert  het
koppel  naar  de  voorste  aandrijfas,  waardoor
de voor- en achterwielen worden gedwongen
om met hetzelfde toerental te draaien. Deze
stand zorgt voor extra tractie en is uitsluitend
bestemd voor onverharde of gladde wegen.
N (neutraalstand)
N (neutraalstand) — In deze groep wordt het
contact tussen de aandrijflijn en de aandrijf-
assen voor en achter verbroken. Te gebruiken om de auto op een oplegger te slepen achter
een ander voertuig.
Raadpleeg "Slepen achter een camper" in dit
hoofdstuk voor meer informatie.
4L
Vierwielaandrijving, lage groep — Deze stand
zorgt  voor  vierwielaandrijving  bij  lage  snel
-
heid.  De  stand  maximaliseert  het  koppel
naar de voorste aandrijfas, waardoor de voor-
en  achterwielen  worden  gedwongen  om  met
hetzelfde  toerental  te  draaien.  Deze  groep
levert extra tractie en maximale trekkracht en
is  uitsluitend  bestemd  voor  onverharde  of
gladde wegen. Rijd niet sneller dan 40 km/u
(25 mph).
Deze  tussenbak  is  ontworpen  om  te  worden
aangedreven  in  de  stand  2H  (2WD)  of  4H
Auto  (4WD  AUTO)  op  een  normale  weg  of
snelweg  met  een  droog,  hard  wegdek.
Tijdens  het  rijden  in  2H  verbruikt  de  auto
minder brandstof omdat de vooras in 2H niet
is ingeschakeld.
Voor  variabele  rijomstandigheden  kan  4H
AUTO worden gebruikt. In deze modus wordt
de  vooras  ingeschakeld,  maar  wordt  het
vermogen  van  de  auto  op  de  achterwielen
overgebracht.  Vierwielaandrijving  wordt automatisch ingeschakeld wanneer het voer
-
tuig verlies van tractie detecteert. Omdat de
vooras  is  ingeschakeld,  wordt  in  deze  stand
meer  brandstof  verbruikt  dan  in  de
2H-stand.
Wanneer er extra tractie nodig is, kunnen de
tussenbakstanden 4H en 4L worden gebruikt
om de aandrijfassen vóór en achter samen te
vergrendelen en de voor-  en  achterwielen te
dwingen  om  met  dezelfde  snelheid  te
draaien.  De  standen  4H  en  4L  zijn  uitslui -
tend  bedoeld  voor  een  onverhard  of  glad
wegdek  en  zijn  niet  bedoeld  voor  normaal
rijden.  Rijden  in  de  standen  4H  en  4L  op
verharde  wegen  veroorzaakt  overmatige  slij -
tage aan de banden en schade aan de onder -
delen  van  de  aandrijflijn.  Raadpleeg  de
paragraaf  "Schakelprocedures"  in  dit  hoofd -
stuk voor  meer informatie  over  schakelen in
4H of 4L.
De  instrumentengroep  waarschuwt  de
bestuurder  dat  het  voertuig  in  de  vierwiel -
aandrijving  staat  en  dat  de  aandrijfassen
vóór  en  achter  samen  zijn  vergrendeld.  Het
lampje  gaat  branden  wanneer  de  tussenbak
in de stand 4H wordt gezet.
Wanneer u bij een bepaalde rijsnelheid in 4L
rijdt,  is  het  motortoerental  circa  driemaal
 WAARSCHUWING!
Als  u  de  auto  zonder  toezicht  achterlaat
terwijl de tussenbak in de stand NEUTRAL
(N)  staat  en  de  handrem  niet  helemaal  is
aangetrokken,  kunnen  u  of  anderen
(dodelijk)  gewond  raken.  In  de  stand
NEUTRAL (N) van de tussenbak wordt het
contact  met  de  aandrijflijn  van  zowel  de
aandrijfas voor als achter verbroken,  zodat
het  voertuig  kan  rollen,  zelfs  als  de
automatische  versnellingsbak  in  de  stand
PARK  is  gezet.  De  handrem  moet  altijd
aangetrokken zijn als de bestuurder niet in
de auto zit.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 161   
Page 164 of 344

STARTEN EN RIJDEN
162
(viermaal  voor  Rubicon-modellen)  zo  hoog
als  het  motortoerental  in  de  standen  2H  of
4H.  Laat  de  motor  niet  met  te  hoge  toeren-
tallen draaien.
Voor  een  juist  gebruik  van  voertuigen  met
vierwielaandrijving  moeten  alle  banden  van
hetzelfde  type  zijn  en  dezelfde  maat  en
omtrek  hebben.  Het  gebruik  van  verschil -
lende  banden  beïnvloedt  het  schakelgedrag
en kan de tussenbak beschadigen.
Aangezien  vierwielaandrijving  de  tractie
verbetert,  heeft  men  de  neiging  de  veilige
snelheden  voor bochten  en stoppen  te  over -
schrijden. Rij niet harder dan de verkeersom -
standigheden toelaten.
Schakelprocedures
Van 2H naar 4H Auto of van 4H Auto naar 2H
Er  kan  tussen  de  groepen  2H  of  4H  Auto
worden  geschakeld  terwijl  het  voertuig  stil -
staat of rijdt. De aanbevolen snelheid waarbij
kan  worden  geschakeld  is  tussen  0  en
72 km/u  (45 mph).  Wanneer  het  voertuig
rijdt, zal de tussenbak sneller in- of uitscha -
kelen  als  u  het  gaspedaal  even  los  laat  na
een  schakeling.  Accelereer  niet  tijdens  het
schakelen  van  de  tussenbak.  Houd  een gelijkmatige  druk  aan  bij  het  schakelen  van
de tussenbakhendel.
2H/4H automatisch naar inschakelbare 4H of 
inschakelbare 4H naar 2H/4H automatisch
Er  kan  tussen  de  groepen  2H/4H  AUTO  en
4H  PART  TIME  (inschakelbare  4H)  worden
geschakeld  terwijl  het  voertuig  stilstaat  of
rijdt.  De  aanbevolen  snelheid  waarbij  kan
worden  geschakeld  is  tussen  0  en  72 km/u
(45 mph). Wanneer het voertuig rijdt, zal de
tussenbak  sneller  in-  of  uitschakelen  als  u
het  gaspedaal  even  los  laat  na  een  schake
-
ling.  Accelereer  niet  tijdens  het  schakelen
van  de  tussenbak.  Houd  een  gelijkmatige
druk aan bij het schakelen van de tussenbak -
hendel.
OPMERKING:
Probeer  niet  te  schakelen  wanneer  alleen
de  voor-  of  de  achterwielen  doorslippen.
De toerentallen  van  de aandrijfassen  vóór
en  achter  moeten  gelijk  zijn  voordat  er
geschakeld  kan  worden.  Schakelen
wanneer alleen de voor- of de achterwielen
doorslippen  kan  beschadiging  van  de
tussenbak tot gevolg hebben.
Vertraagd schakelen uit de vierwielaandrij -
ving  kan  zich  voordoen  als  gevolg  van ongelijkmatige  bandenslijtage,  lage  of
ongelijke  bandenspanning,  een  te  hoge
belasting van de auto of bij lage tempera-
turen.
Schakelen  kost  meer  moeite  bij  een
hogere snelheid, dit is normaal.
Tijdens  koud  weer  kan  het  schakelen  moei -
zamer  verlopen totdat  de  tussenbakvloeistof
is opgewarmd. Dat is normaal.
4H Part Time/4H Auto naar 4L of 4L naar 4H Part 
Time/4H Auto
Tijdens het rollen van de auto tussen de 3 tot
5 km/u (2 tot 3 mph) schakelt  u  de  schakel -
hendel in de stand NEUTRAL (N). Tijdens het
uitrollen van het voertuig met 3 en 5 km/u
(2  en  3 mph),  zet  u  de  tussenbakhendel
stevig in de gewenste stand. Pauzeer niet met
de  tussenbak  in  de  stand  N  (NEUTRAL).
Nadat  de  schakeling  is  voltooid,  zet  u  de
schakelhendel in de stand DRIVE.
OPMERKING:
Het  is  mogelijk  om  naar  en  uit  4L  te  scha -
kelen  als  de  auto  helemaal  stilstaat;  er
kunnen echter problemen ontstaan omdat de
koppelingstanden  dan  mogelijk  niet  goed
zijn  uitgelijnd.  Mogelijk  moet  u  een  aantal
schakelpogingen  doen  om  de  koppe -
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 162   
Page 165 of 344

163
lingstanden  uit  te  lijnen  en  de  overschake-
ling te voltooien. De beste methode is tijdens
het  rollen  van  de  auto  tussen  de  3  en  de
5 km/u (2 tot 3 mph). Probeer niet  om naar
of  uit  de  groep  4L  te  schakelen  terwijl  het
voertuig sneller rijdt dan 3 tot 5 km/u (2 tot
3 mph).
Trac-Lok achteras — indien aanwezig 
De  Trac-Lok  achteras  levert  een  constant
aandrijfvermogen naar beide achterwielen en
vermindert  wielspin  door  verlies  van  tractie
bij één aandrijfwiel. Als de tractie tussen de
twee  achterwielen  verschilt,  verdeelt  het
differentieel  automatisch  het  bruikbare
koppel  door  meer  koppel  te  leveren  aan  het
wiel dat tractie heeft. Trac-Lok is met name nuttig bij gladde rijom
-
standigheden.  Wanneer  beide  achterwielen
op  een  gladde  ondergrond  rijden,  kan  licht
indrukken  van  het  gaspedaal  maximale
tractie leveren.
Asvergrendeling (Tru–Lok) — 
Rubicon-modellen  
De schakelaar AXLE LOCK (asvergrendeling)
bevindt  zich  op  het  instrumentenpaneel
(rechts van de stuurkolom). Schakelpaneel Axle Lock (asvergrendeling)
Deze  functie  wordt  alleen  ingeschakeld  als
aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Contact  in  de  RUN-stand,  auto  in  groep
4L.
Voertuigsnelheid moet 16 km/u (10 mph)
of lager zijn.
Het rechter- en linkerwiel op de as hebben
dezelfde snelheid.
Om  het  systeem  te  activeren,  drukt  u  de
schakelaar AXLE LOCK omlaag om alleen de
achteras te vergrendelen (het lampje  "REAR
ONLY"  (alleen  achter)  gaat  branden).  Druk
de  schakelaar  omhoog  om  de  vooras  en
achteras  te  vergrendelen  (het  lampje
"FRONT  +  REAR"  (voor  en  achter)  gaat
 WAARSCHUWING!
Als niet volledig naar een andere stand van
de  tussenbak  wordt  geschakeld,  kan  de
tussenbak  beschadigd  raken,  neemt  het
motorvermogen af en kunt u de macht over
het  stuur  verliezen.  U  kunt  een  aanrijding
veroorzaken.  Als  de  tussenbak  niet
helemaal  is  aangegrepen,  mag  u  niet  met
de auto rijden.
 WAARSCHUWING!
Bij  auto's  die  zijn  uitgerust  met  een
beperkt  slipdifferentieel  mag  u  de  motor
nooit  laten  draaien  als  een  van  de
achterwielen  de  grond  niet  raakt.  De  auto
kan  door  blijven  rijden  via  het  achterwiel
dat  de grond nog wel  raakt, waardoor u de
macht over het stuur verliest.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 163   
Page 166 of 344

STARTEN EN RIJDEN
164
branden).  Wanneer  de  achteras  is  vergren-
deld,  kunt  u  de  vooras  vergrendelen  of
ontgrendelen door nogmaals op de onderkant
van de schakelaar te drukken.
OPMERKING:
De controlelampjes gaan knipperen totdat de
assen  volledig  vergrendeld  of  ontgrendeld
zijn.
Om de assen te ontgrendelen, drukt u op de
knop AXLE LOCK OFF (asvergrendeling uit).
De  asvergrendeling  wordt  uitgeschakeld  als
het voertuig uit de groep 4L wordt gehaald of
wanneer  de  contactschakelaar  in  de  stand
OFF wordt gezet.
De  asvergrendeling  wordt  uitgeschakeld  bij
snelheden  hoger  dan  48 km/u  (30 mph)  en wordt automatisch weer ingeschakeld als de
rijsnelheid lager is dan 16 km/u (10 mph).
Elektronisch loskoppelbare 
stabilisatorstang — indien aanwezig 
Uw voertuig kan zijn uitgerust met een elek -
tronisch loskoppelbare stabilisatorstang. Met
dit  systeem  heeft  de  wielophanging  vóór
meer speling bij terreinrijden. Het  systeem  wordt  bediend  met  de  schake
-
laar  SWAY  BAR  (stabilisatorstang)  op  het
instrumentenpaneel  (rechts  van  de  stuur -
kolom).
Schakelaar SWAY BAR (stabilisatorstang)
Druk op de schakelaar SWAY BAR (stabilisa -
torstang)  om  het  systeem  in  te  schakelen.
Druk  nogmaals  op  de  schakelaar  om  het
systeem uit te schakelen. Het controlelampje
voor  de  stabilisatorstang  (in  de  instrumen -
tengroep)  gaat branden wanneer  de stang is
losgekoppeld.  Het  controlelampje  voor  de
stabilisatorstang knippert tijdens het inscha -
kelen,  of  wanneer  er  niet  is  voldaan  aan  de
inschakelomstandigheden.  De  stabilisator -
stang  moet  tijdens  normale  rijomstandig -
heden  in  de  stand  voor  rijden  op  de  weg
staan. Om  de  stabilisatorstang  los  te  koppelen,
schakelt u naar de groep 4H  of  4L en drukt
u op de schakelaar SWAY BAR om de stand
voor terreinrijden in te schakelen. Raadpleeg
de paragraaf "Werking van de vierwielaandrij
-
ving"  in  dit  hoofdstuk  voor  meer  informatie.
Het controlelampje voor  de stabilisatorstang
knippert  totdat  de  stabilisatorstang  volledig
is losgekoppeld.
 WAARSCHUWING!
Verzeker  u  ervan  dat  de  stabilisatorstang  weer
is aangekoppeld voordat u op een hard wegdek
of  met  snelheden  boven  29 km/u  (18 mph)
gaat  rijden;  een  ontkoppelde  stabilisatorstang
kan ertoe leiden dat u de macht over het stuur
verliest,  met  ernstig  letsel  als  gevolg.  Onder
bepaalde omstandigheden verbetert de voorste
stabilisatorstang de stabiliteit en helpt deze bij
de  besturing  van  de  auto.  Het  systeem
bewaakt  de  rijsnelheid  en  probeert  de
stabilisatorstang bij snelheden boven 29 km/u
(18 mph)  weer  aan  te  koppelen.  Dit  wordt
aangegeven  door  een  knipperend  of  continu
brandend  "Controlelampje  stabilisatorstang".
Als  de  rijsnelheid  onder  22 km/u  (14 mph)
komt, probeert het systeem terug te keren naar
de stand voor terreinrijden.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 164   
Page 167 of 344

165
OPMERKING:
Het  koppel  van  de  stabilsatorstang  kan  zijn
vergrendeld vanwege hoogteverschillen in de
linker  en  rechter  ophanging.  Deze  omstan-
digheid  is  het  gevolg  van  verschillen  in  het
rijoppervlak of de belasting van het voertuig.
Om  de  stabilisatorstang  te  kunnen  loskop -
pelen  of  weer  vast  te  koppelen  moeten  de
rechter  en  linker  helft  van  de  stang  zijn
uitgelijnd. Voor deze uitlijning kan het nodig
zijn  dat  het  voertuig  op  een  effen  grondop -
pervlak wordt gereden of heen en weer wordt
bewogen.
Om terug te keren naar de modus voor rijden op
de weg, moet de schakelaar SWAY BAR (stabi -
lisatorstang) nogmaals worden ingedrukt.
STOP/START-SYSTEEM — 
AUTOMATISCHE 
TRANSMISSIE (INDIEN 
AANWEZIG)
De  Stop/Start-functie  is  ontwikkeld  om
brandstof te besparen. Het systeem stopt de
motor automatisch tijdens een stop, wanneer
aan  alle  voorwaarden  is  voldaan.  Door  het
rempedaal los te laten of het gaspedaal in te
trappen,  wordt  de  motor  automatisch  weer
gestart.
Voertuigen met Engine Stop/Start (ESS) zijn
geüpgraded  met  een  heavy  duty-startmotor,
een  verbeterde  accu  en  andere  motoronder -
delen om de extra motorstarts aan te kunnen.
OPMERKING:
Het  wordt  aanbevolen  het  Stop/
Start-systeem  uit  te  schakelen  tijdens
terreingebruik.
Secundaire accu
Uw  auto  is  mogelijk  uitgerust  met  een  secun -
daire  accu  die  wordt  gebruikt  om  het  Stop/
Start-systeem en het elektrische 12 V-systeem
van  de auto van stroom te voorzien. De  secun -
daire accu bevindt zich achter de wielkuip voor
het voorwiel aan passagierszijde.
 Accu-locaties
Automatische modus
De  Stop/Start-functie  wordt  inge
-
schakeld  na  elke  normale  motor -
start. Op dat  moment activeert  het
systeem  de  modus  STOP/START
READY  (Stop/Start-systeem  gereed)  en,
wanneer  aan  alle  overige  voorwaarden  is
voldaan,  activeert  het  vervolgens  de  modus
STOP/START  AUTOSTOP  ACTIVE  (Autostop
Stop/Start-systeem actief). WAARSCHUWING!
Als  de  stabilisator/stabilisatorstang  niet  naar
de  stand  voor  rijden  op  de  weg  terugkeert,
knippert  het  controlelampje  van  de
stabilisatorstang  in de  instrumentengroep  en
kan  de  voertuigstabiliteit  afnemen.  Probeer
niet  sneller  dan  29 km/u  (18 mph)  met  de
auto te rijden. Als u met een hogere snelheid
dan  29 km/u  (18 mph)  rijdt  met  een
ontkoppelde  stabilisatorstang,  kan  dit  ertoe
leiden dat u de macht over het stuur verliest,
met ernstig letsel als gevolg.
1 — Primaire accu
2 — Secundaire accu
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 165   
Page 168 of 344

STARTEN EN RIJDEN
166
Om de autostop-modus te activeren, doet u het
volgende:
Het systeem moet in modus STOP/START
READY (Stop/Start-systeem gereed) staan.
De  melding  STOP/START  READY  (Stop/
Start-systeem  gereed)  wordt  weergegeven
op het display in de instrumentengroep in
het  gedeelte  Stop/Start.  Raadpleeg  de
paragraaf  "Instrumentengroep"  in  het
hoofdstuk  "Uw  instrumentenpaneel  leren
kennen" in het instructieboekje voor meer
informatie.
Het  voertuig  moet  volledig  tot  stilstand
zijn gebracht.
De schakelhendel  moet in een  vooruitver-
snelling staan en het rempedaal moet zijn
ingetrapt.
De  motor  wordt  uitgeschakeld,  de  toeren -
teller gaat naar de nulstand en het controle -
lampje  Stop/Start  gaat  branden  om  aan  te
geven  dat  autostop  is  ingeschakeld.  De
instellingen  van  de  klant  blijven  gehand -
haafd wanneer de motor weer wordt gestart.
Raadpleeg de paragraaf "Stop/Start-systeem"
in  het  hoofdstuk  "Starten  en  rijden"  in  uw
instructieboekje voor meer informatie.
Mogelijke oorzaken waarom de motor niet 
automatisch stopt
Voor het  uitschakelen van  de  motor,  contro -
leert  het  systeem  vele  veiligheids-  en
comfortvoorwaarden  om  te  controleren  of
hieraan is voldaan. Op het Stop/Start-scherm
van het display in de instrumentengroep kan
gedetailleerde  informatie  worden  weerge -
geven  over  de  werking  van  het  Stop/
Start-systeem.  In  de  volgende  situaties  zal
de motor niet stoppen:
De  veiligheidsgordel  van  de  bestuurder  is
niet vastgemaakt.
Het bestuurdersportier is niet gesloten.
De accutemperatuur is te hoog of te laag.
De accu is bijna leeg.
Het  voertuig  bevindt  zich  op  een  steile
helling.
De interieurverwarming of -koeling is inge-
schakeld en er is geen acceptabele tempe-
ratuur in het interieur bereikt.
De klimaatregeling is ingesteld op volledig
ontwasemen  bij  een  hoge  aanjagersnel -
heid.
De klimaatregeling is ingesteld op MAX A/C.
De motor heeft de normale bedrijfstempe-
ratuur nog niet bereikt.
Motortemperatuur te hoog.
De transmissie staat niet in een vooruitver -
snelling.
De motorkap is geopend.
De tussenbak staat in 4L of Neutral.
Het  rempedaal  is  niet  ingedrukt  met
voldoende druk.
Andere  factoren  die  het  gebruik  van  Autostop
verhinderen:  
Bediening van het gaspedaal.
Drempelwaarde rijsnelheid niet bereikt bij
vorige Autostop.
Stuurhoek  boven  drempelwaarde.  (Alleen
ESS-modellen)
ACC  is  ingeschakeld  en  snelheid  is  inge-
steld.
De auto bevindt zich op grote hoogte.
Systeemfout aanwezig.
Het is mogelijk dat meerdere malen met het
voertuig wordt gereden, zonder dat het Stop/
Start-systeem  de  status  STOP/START
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 166   
Page 169 of 344

167
READY  (Stop/Start  gereed)  aanneemt,
wanneer  de  omstandigheden  extremer  zijn
dan hierboven genoemd.
De motor starten in de stand autostop
In  de  vooruitversnelling  start  de  motor
wanneer  het  rempedaal  niet  is  ingetrapt  of
het  gaspedaal  wordt  ingetrapt.  De  trans-
missie wordt automatisch opnieuw ingescha -
keld als de motor opnieuw wordt gestart.
Omstandigheden  waarin  de  motor  automatisch
opnieuw start in de stand autostop:  
De schakelhendel wordt uit DRIVE gezet.
De  comfortstand  van  de  temperatuur  in
het interieur wordt gehandhaafd.
De  werkelijke  cabinetemperatuur  bedui -
dend  afwijkt  van  de  temperatuur  die  is
ingesteld in het klimaatsysteem.
Het  klimaatsysteem  in  volle  ontwase-
mingsmodus is.
De temperatuur van het klimaatsysteem of
de  aanjagersnelheid  wordt  handmatig
versteld.
De  accuspanning  daalt  naar  een  te  lage
waarde.
Lage  vacuümwaarde  van  remsysteem
(bijv.  na  meerdere  keren  na  elkaar
remmen).
De schakelaar Stop/Start OFF is ingedrukt.
Er doet  zich  een storing voor  in het  Stop/
Start-systeem.
De  duur  van  modus  STOP/START  AUTO
STOP ACTIVE (autostop stop/startsysteem
actief) langer is dan vijf minuten.
De vierwielaandrijving is in de stand 4L of
NEUTRAL gezet.
Het  stuur  is  voorbij  de  drempelwaarde
gedraaid. (Alleen ESS-modellen)
Het Stop/Start-systeem handmatig 
uitschakelen
1. Druk op de schakelaar Stop/Start OFF (in de  rij  schakelaars).  Het  lampje  in  de
schakelaar dooft. Schakelaar Stop/Start OFF
2. De  melding  STOP/START  OFF  (Stop/ Start-systeem  uit)  wordt  weergegeven  in
het gedeelte Stop/Start van het display in
de  instrumentengroep.  Raadpleeg  de
paragraaf  "Instrumentengroep"  in  het
hoofdstuk "Uw instrumentenpaneel leren
kennen"  in  het  instructieboekje  voor
meer informatie.
3. Bij  de  volgende  stop  van  het  voertuig (nadat  het  Stop/Start-systeem  is  uitge -
schakeld) zal de motor niet worden uitge -
schakeld.
4. Het  Stop/Start-systeem  schakelt  elke keer  zelfstandig  weer  in  wanneer  het
contact uit- en weer ingeschakeld wordt.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 167   
Page 170 of 344

STARTEN EN RIJDEN
168
Het Stop/Start-systeem handmatig 
inschakelen
Druk op de schakelaar Stop/Start OFF (in de
rij schakelaars). Het lampje in de schakelaar
dooft.
Raadpleeg  voor  uitgebreide  informatie  over
het  Stop/Start-systeem  de  paragraaf  "Stop/
Start-systeem"  in  het  hoofdstuk  "Starten  en
rijden" van uw instructieboekje.
Systeemstoring
Wanneer zich in het Stop/Start-systeem  een
storing  voordoet,  zal  het  systeem  de  motor
niet uitschakelen. In het display in de instru-
mentengroep  wordt  de  melding  "SERVICE
STOP/START  SYSTEM”  (onderhoud  Stop/
Start-systeem)  weergegeven.  Raadpleeg  de
paragraaf "Display  in de instrumentengroep"
in  het  hoofdstuk  "Uw  Instrumentenpaneel
leren kennen" voor meer informatie.
Als  in  het  display  in  de  instrumentengroep
de  melding  "SERVICE  STOP/START
SYSTEM"  wordt  weergegeven,  moet  u  het
systeem  laten  controleren  door  een  erkende
dealer.
ACTIEVE 
SNELHEIDSBEGRENZER - 
INDIEN AANWEZIG 
Knop actieve snelheidsbegrenzer
De  knop  voor de  actieve  snelheidsbegrenzer
bevindt  zich  aan  de  rechterzijde  van  het
stuur.
Met deze functie kunt u de maximale rijsnel -
heid van uw auto programmeren.
OPMERKING:
De  actieve  snelheidsbegrenzer  kan  worden
ingesteld terwijl het voertuig stilstaat of rijdt.
Activering
Druk op de toets voor de actieve snelheidsbe -
grenzer  om  de  functie  te  activeren.  Er verschijnt  dan  een  mededeling  samen  met
een  controlelampje  op  het  display  van  de
instrumentengroep  om  aan  te  geven  dat
actieve snelheidsbegrenzer geactiveerd is.
Druk op de knoppen SET (+) en SET (-) aan
de  rechterkant  van  het  stuur  om  de  actieve
snelheidsbegrenzer  te  verhogen  en  te
verlagen  tot  de  gewenste  waarde.  Door  de
SET  (+)  of  SET  (-)  toetsen  ingedrukt  te
houden,  neemt  de  snelheid  toe/af  met
stappen van 5 mph (5 km/u).
Elke  keer  dat  actieve  snelheidsbegrenzer
wordt geactiveerd, wordt die ingesteld op de
laatst  geprogrammeerde  waarde  van  de
vorige activering.
OPMERKING:
De  cruisecontrol  (indien  aanwezig)  en  de
adaptieve  cruisecontrol  (indien  aanwezig)
functies  zijn  niet  beschikbaar  terwijl  de
actieve snelheidsbegrenzer in gebruik is.
De ingestelde snelheid overschrijden
Door  het  gaspedaal  volledig  in  te  drukken,
kan de geprogrammeerde maximale snelheid
worden  overschreden  terwijl  het  apparaat
actief is.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 168