JEEP WRANGLER UNLIMITED 2019 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2019, Model line: WRANGLER UNLIMITED, Model: JEEP WRANGLER UNLIMITED 2019Pages: 384, PDF Size: 5.91 MB
Page 31 of 384

OPMERKING:
Het bovenste scharnier heeft een langere
pen, die kan worden gebruikt als hulpmiddel
om het portier op zijn plaats te geleiden bij
het terugzetten.
STOELEN
De stoelen vormen een belangrijk onderdeel
van het beveiligingssysteem voor inzittenden
van de auto.
WAARSCHUWING!
• Het is gevaarlijk om tijdens het rijden
personen te vervoeren in de laadruimte.
Bij een ongeval lopen personen in deze
ruimte een groter risico op ernstig of
dodelijk letsel.
• Vervoer geen personen in een ruimte van
de auto die niet is voorzien van stoelen
en veiligheidsgordels. Bij een ongeval
lopen personen in deze ruimte een groter
risico op ernstig of dodelijk letsel.
• Zorg dat iedereen in uw auto op een stoel
zit en op de juiste wijze de veiligheids-
gordel draagt.
Stoelverwarming — indien aanwezig
De bedieningstoetsen van de stoelverwar-
ming bevinden zich op het middelste instru-
mentenpaneel onder het aanraakscherm. Er
zijn ook schermtoetsen in het scherm voor de
klimaatregeling en bediening van het aan-
raakscherm.
• Druk eenmaal op de stoelverwarmingstoets
om de HI-instelling in te schakelen.
• Druk nogmaals op de
stoelverwarmingstoets
om de MED-
instelling in te schakelen.• Druk nogmaals op de
stoelverwarmingstoets
om de LO-
instelling in te schakelen.
• Druk nogmaals op de
stoelverwarmingstoets
om de verwar-
mingselementen uit te schakelen.
OPMERKING:
• De stoelverwarming werkt uitsluitend wan-
neer de motor draait.
• Het geselecteerde warmteniveau blijft ge-
selecteerd tot het wordt gewijzigd.
Uitvoeringen met op afstand bediend startsys-
teem
Bij uitvoeringen met een op afstand bediend
startsysteem kunt u programmeren dat de
verwarming van de bestuurdersstoel wordt
ingeschakeld tijdens het starten op afstand.
Deze functie kan worden geprogrammeerd
via het Uconnect systeem. Raadpleeg de pa-
ragraaf "Instellingen van Uconnect" in het
hoofdstuk "Multimedia" in uw instructie-
boekje voor meer informatie.
Stoelverwarmingstoetsen
29
Page 32 of 384

WAARSCHUWING!
• Personen die geen pijn op de huid kun-
nen voelen als gevolg van ouderdom,
chronische ziekte, diabetes, rugletsel,
medicatie, alcoholgebruik, uitputting of
een andere lichamelijke conditie, moe-
ten voorzichtig zijn bij het gebruik van
de stoelverwarming. Deze kan zelfs bij
lage temperaturen brandwonden veroor-
zaken, met name als de verwarming
langdurig wordt gebruikt.
• Plaats geen voorwerpen op de zitting of
de rugleuning die warmte-isolerend wer-
ken, zoals een deken of kussen. Hier-
door kan de stoelverwarming oververhit
raken. Een oververhitte stoel kan leiden
tot ernstige brandwonden als gevolg van
de verhoogde oppervlaktetemperatuur
van de zitting.
Easy Entry-stoel voorpassagier —
tweedeursmodellen
Trek de hendel voor gemakkelijk in- en uit-
stappen aan de buitenzijde van de rugleuning
omhoog en schuif de volledige stoel naar
voren.Om de stoel weer terug in een zitstand te
zetten, klapt u de rugleuning rechtop totdat
deze wordt vergrendeld en duwt u de stoel
naar achteren totdat deze wordt vergrendeld
in de rail.
OPMERKING:
• De stoel heeft een geheugen dat de stoel
terugzet in de oorspronkelijke stand.
• De verstelriem voor de rugleuning en het
systeem voor gemakkelijk in- en uitstappen
mogen niet worden gebruikt tijdens het
automatisch terugzetten van de stoel in de
zitpositie.
Hendel voor gemakkelijk in- en
uitstappen
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
30
Page 33 of 384

In twee delen (60/40) neerklapbare
achterbank — vierdeursmodellen
Om extra opbergruimte te bieden, kan elk
gedeelte van de achterbank plat neergeklapt
worden zodat er extra bagageruimte word
gecreëerd.
OPMERKING:
• Voordat u de achterbank neerklapt, moet u
wellicht de voorstoel in de stand halver-
wege de glijrails zetten.
• Verzeker u ervan dat de rugleuning van de
voorstoelen helemaal rechtop is gezet en
dat de stoelen naar voren zijn geplaatst. Zo
kan de achterbank probleemloos worden
neergeklapt.
• De middelste hoofdsteunen moeten in de
laagste stand staan om te voorkomen dat
deze contact maken met de middenconsole
als de bank wordt neergeklapt.
WAARSCHUWING!
• Het is zeer gevaarlijk om tijdens het
rijden personen te vervoeren in de laad-
ruimte. Bij een ongeval lopen personen
WAARSCHUWING!
in deze ruimte een groter risico op ern-
stig of dodelijk letsel.
• Vervoer geen personen in een ruimte van
de auto die niet is voorzien van stoelen
en veiligheidsgordels.
• Zorg dat iedereen in uw auto op een stoel
zit en op de juiste wijze de veiligheids-
gordel draagt.
Achterbank neerklappen
Er bevinden zich twee ontgrendelhendels bo-
ven aan de rugleuningen van de achterbank.
Met de grootste van de twee ontgrendelhen-
dels klapt u de stoel en de hoofdsteun tege-
lijkertijd omlaag. Met de kleinere hendel
klapt u de hoofdsteun onafhankelijk omlaag
voor beter zicht.
Als u de stoel wilt neerklappen, trekt u de
grote ontgrendelhendel omhoog en klapt u de
rugleuning langzaam omlaag. De hoofdsteun
wordt automatisch ingeklapt met de stoel
wanneer aan deze hendel wordt getrokken.OPMERKING:
Als de achterbank langdurig opgeklapt blijft,
kan dit leiden tot vervorming van het zitkus-
sen door de gespen van de veiligheidsgordels.
Dat is normaal. Wanneer de achterbank weer
recht is gezet, neemt het zitkussen in de loop
van de tijd weer de normale vorm aan.
Rugleuninghendel
1 — Ontgrendelhendel rugleuning
2 — Ontgrendelhendel hoofdsteun
31
Page 34 of 384

Achterbank recht klappen
Klap de rugleuning van de achterbank recht
en zet hem vast. Breng vervolgens de hoofd-
steun omhoog totdat deze op zijn plaats
wordt vergrendeld. Wanneer inferentie van de
laadruimte ervoor zorgt dat de rugleuning
niet volledig kan vergrendelen, zult u proble-
men ondervinden om de stoel weer terug te
zetten in zijn normale stand.
WAARSCHUWING!
Controleer of de rugleuning stevig is ver-
grendeld. Als de rugleuning niet goed is
vergrendeld, biedt de zitting onvoldoende
stabiliteit voor kinderzitjes en/of passa-
giers. Een instabiele zitting kan leiden tot
ernstig letsel.
Achterbank neer- en omklappen —
tweedeursmodellen
OPMERKING:
• Voordat u de achterbank neerklapt, moet u
wellicht de voorstoelen terugplaatsen.
• Verzeker u ervan dat de rugleuning van de
voorstoelen helemaal rechtop is gezet en
dat de stoelen naar voren zijn geplaatst. Zo
kan de achterbank probleemloos worden
neergeklapt.
De achterbank neerklappen
1. Til de ontgrendelhendel van de achter-
bank op en klap de achterbank naar voren.
2. Klap langzaam de volledige achterbank
naar voren.
Hendel voor ontgrendelen rugleuning
achterbank
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
32
Page 35 of 384

Gebruik van de banden
1. Er bevinden zich twee banden aan de
achterkant van de achterbank en twee
bijbehorende draadlussen aan de achter-
kant van elke B-stijl. Open de klittenband-
sluiting op de band en leid de band door
de draadlus. Vouw het klittenband om
zodat de stoel in de ingeklapte stand
wordt gehouden. Dit doet u aan beide
zijden.
2. Om de stoel terug te zetten in de normale
rechte stand, voert u deze stappen in de
omgekeerde volgorde uit.Achterbank verwijderen
1. Druk de ontgrendelstang aan elke kant
omlaag en trek de achterbank uit en weg
van de onderste houder.
2. Verwijder de achterbank uit het voertuig.
3. Als u de achterbank weer terug wilt zet-
ten, voert u deze stappen eenvoudigweg in
de omgekeerde volgorde uit.
OPMERKING:
Maak de achterbankvergrendelingen altijd
weer vast alvorens met het voertuig te gaan
rijden.
WAARSCHUWING!
• Het is zeer gevaarlijk om tijdens het
rijden personen te vervoeren in de laad-
ruimte. Bij een ongeval lopen personen
in deze ruimte een groter risico op ern-
stig of dodelijk letsel.
• Vervoer geen personen in een ruimte van
de auto die niet is voorzien van stoelen
en veiligheidsgordels.
WAARSCHUWING!
• Zorg dat iedereen in uw auto op een stoel
zit en op de juiste wijze de veiligheids-
gordel draagt.
• Uzelf of anderen in uw auto kunnen bij
een ongeluk gewond raken als de stoelen
niet op de juiste wijze aan de vloerankers
zijn vastgemaakt. Controleer altijd of de
stoelen volledig vergrendeld zijn.
HOOFDSTEUNEN
Hoofdsteunen zijn ontworpen om het risico
van letsel te verlagen door de bewegingsvrij-
heid van het hoofd te beperken tijdens aan-
rijdingen van achteren. De hoofdsteunen
moeten zodanig worden afgesteld, dat de
bovenkant van uw oor zich onder de boven-
kant van de hoofdsteun bevindt.
WAARSCHUWING!
• Alle inzittenden, inclusief de bestuur-
der, mogen de auto niet besturen en niet
in de auto zitten totdat de hoofdsteunen
in de juiste stand staan om het risico op
Band voor neergeklapte stand achterbank
33
Page 36 of 384

WAARSCHUWING!
nekletsel bij een botsing te minimalise-
ren.
• De hoofdsteunen mogen nooit worden
afgesteld tijdens het rijden. Rijden in
een auto zonder hoofdsteunen of met
onjuist afgestelde hoofdsteunen kan lei-
den tot ernstig of zelfs dodelijk letsel in
het geval van een aanrijding.
Hoofdsteunen vóór
Trek aan de hoofdsteunen om ze te verhogen.
Als u de hoofdsteun wilt verlagen, drukt u op
de verstelknop onder aan de hoofdsteun en
drukt u de hoofdsteun naar beneden. De
ontgrendelknop hoeft niet te worden inge-
drukt om de hoofdsteun te verstellen.
Om de hoofdsteun te verwijderen, zet u deze
zo ver mogelijk omhoog en drukt u vervolgens
op de verstelknop en de ontgrendelingsknop
aan de onderkant van elke stang terwijl u de
hoofdsteun omhoogtrekt. Om de hoofdsteun
weer aan te brengen, plaatst u de stangen van
de hoofdsteun in de gaten en drukt u de
steun omlaag. Stel hem vervolgens af op de
juiste hoogte.
WAARSCHUWING!
• Een losse hoofdsteun kan bij een nood-
stop of aanrijding naar voren schieten en
zo de inzittenden ernstig of zelfs dode-
lijk letsel toebrengen. Berg verwijderde
WAARSCHUWING!
hoofdsteunen altijd veilig op op een
plaats buiten de cabine.
• ALLE hoofdsteunen MOETEN weer in
het voertuig worden aangebracht om de
inzittenden afdoende te beschermen.
Volg de bovenstaande instructies voor
het opnieuw aanbrengen voordat u het
voertuig gebruikt of plaatsneemt op een
stoel.
OPMERKING:
Draai de hoofdsteunen niet 180 graden (an-
dersom) in een poging om extra ruimte te
scheppen tussen de steun en de achterkant
van uw hoofd.
Hoofdsteunen achterin — tweedeursmodel
De achterbank is uitgerust met niet-
verstelbare, maar wel neerklapbare hoofd-
steunen.
Om de buitenste hoofdsteun uit te klappen,
trekt u aan de ontgrendelingsband aan de
bovenzijde van elk gedeelte van de achter-
bank.
Hoofdsteun vóór
1 — Verstelknop
2 — OntgrendelknopUW VOERTUIG LEREN KENNEN
34
Page 37 of 384

Om de hoofdsteun weer omhoog te zetten,
trekt u de hoofdsteun omhoog totdat deze op
zijn plaats vastklikt.
Raadpleeg de paragraaf "Beveiligingssyste-
men voor inzittenden" in het hoofdstuk "Vei-
ligheid" voor informatie over de geleiding van
de bevestigingsband van kinderzitjes.
WAARSCHUWING!
• Rijd niet met het voertuig wanneer de
hoofdsteunen van de achterbank ontbre-
ken en personen op de achterbank zit-
ten. Bij een ongeval lopen personen op
de achterbank zonder hoofdsteunen
meer risico op ernstig of zelfs dodelijk
letsel.
• Een losse hoofdsteun kan bij een nood-
stop of aanrijding naar voren schieten en
zo de inzittenden ernstig of zelfs dode-
lijk letsel toebrengen. Berg verwijderde
hoofdsteunen altijd veilig op op een
plaats buiten de cabine.
WAARSCHUWING!
• ALLE hoofdsteunen MOETEN weer in
het voertuig worden aangebracht om de
inzittenden afdoende te beschermen.
Volg de bovenstaande instructies voor
het opnieuw aanbrengen voordat u het
voertuig gebruikt of plaatsneemt op een
stoel.
Hoofdsteunen achterin —
vierdeursmodellen
De achterbank is uitgerust met niet-
verstelbare (maar inklapbare) buitenste
hoofdsteunen en een verstelbare, verwijder-
bare middelste hoofdsteun.
Trek de binnenste ontgrendelhendel in het
bovendeel van de achterbank omhoog om de
buitenste hoofdsteun in te klappen.
Om de hoofdsteun weer omhoog te zetten,
trekt u de hoofdsteun omhoog totdat deze op
zijn plaats vastklikt.
Locatie van hendel van hoofdsteun
achterin
1 — Ontgrendelhendel rugleuning
2 — Ontgrendelhendel hoofdsteun
35
Page 38 of 384

Om de middelste hoofdsteun te verhogen,
trekt u aan de middelste hoofdsteun. Om de
middelste hoofdsteun te verlagen, drukt u op
de verstelknop onder aan de hoofdsteun en
drukt u de hoofdsteun naar beneden.
Om de middelste hoofdsteun te verwijderen,
drukt u op de ontgrendelknop onder aan de
hoofdsteun en trekt u de hoofdsteun omhoog.
Om de hoofdsteun aan te brengen, houdt u
de ontgrendelknop ingedrukt terwijl u de
hoofdsteun omlaag duwt. Raadpleeg de pa-
ragraaf "Beveiligingssystemen voor inzitten-
den" in het hoofdstuk "Veiligheid" voor infor-
matie over de geleiding van de
bevestigingsband van kinderzitjes.
OPMERKING:
Verlaag de middelste hoofdsteun wanneer u
de zitting inklapt om contact met de midden-
console te voorkomen.WAARSCHUWING!
• Rijd niet met het voertuig wanneer de
hoofdsteunen van de achterbank ontbre-
ken en personen op de achterbank zit-
ten. Bij een ongeval lopen personen op
de achterbank zonder hoofdsteunen
meer risico op ernstig of zelfs dodelijk
letsel.
• Een losse hoofdsteun kan bij een nood-
stop of aanrijding naar voren schieten en
zo de inzittenden ernstig of zelfs dode-
lijk letsel toebrengen. Berg verwijderde
hoofdsteunen altijd veilig op op een
plaats buiten de cabine.
• ALLE hoofdsteunen MOETEN weer in
het voertuig worden aangebracht om de
inzittenden afdoende te beschermen.
Volg de bovenstaande instructies voor
het opnieuw aanbrengen voordat u het
voertuig gebruikt of plaatsneemt op een
stoel.
STUURWIEL
Verstelbare stuurkolom
Met deze functie kunt u de stuurkolom in de
hoogte verstellen. U kunt de stuurkolom ook
in de lengte verstellen. De hendel voor het
elektrisch verstellen van de stuurkolom be-
vindt zich aan de stuurkolom, onder de rich-
tingaanwijzerhendel.
Hendel verstelbare telescopische
stuurkolom
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
36
Page 39 of 384

Duw de hendel omlaag (in de richting van de
vloer) om de stuurkolom te ontgrendelen. Om
de stuurkolom in de hoogte te verstellen be-
weegt u het stuur omhoog of omlaag naar de
gewenste positie. Om de stuurkolom in de
lengte te verstellen trekt u het stuur naar
buiten of duwt u het naar binnen naar de
gewenste positie. Om de stand van de stuur-
kolom te vergrendelen, drukt u de bedie-
ningshendel omhoog totdat deze volledig is
vergrendeld.
WAARSCHUWING!
Verstel het stuur niet tijdens het rijden.
Verstellen van de stuurkolom tijdens het
rijden of rijden als de stuurkolom niet is
vergrendeld, kan ertoe leiden dat de be-
stuurder de macht over het stuur verliest.
Als u deze waarschuwing niet opvolgt, kan
dit ernstig en zelfs dodelijk letsel tot ge-
volg hebben.
Stuurverwarming — indien aanwezig
Het stuurwiel is voorzien van een verwar-
mingselement dat bij koud weer uw handen
verwarmt. De stuurverwarming kent slechts
één temperatuurinstelling. Nadat de stuur-
verwarming is ingeschakeld, blijft deze aan
totdat de bestuurder deze uitschakelt. De
stuurverwarming wordt mogelijk niet inge-
schakeld als het stuur al warm is.
De bedieningstoets voor de stuurverwarming
bevindt zich in het midden van het instru-
mentenpaneel, onder het aanraakscherm en
binnen de toetsen van de klimaatregeling of
bediening van het aanraakscherm.• Druk één keer op de stuurverwarmingstoetsom het verwarmingselement in te scha-
kelen.
• Druk nogmaals op de stuurverwarmings-
toets
om het verwarmingselement uit te
schakelen.
OPMERKING:
De stuurverwarming werkt alleen als de motor
draait.
Uitvoeringen met op afstand bediend startsys-
teem
Bij uitvoeringen met een op afstand bediend
startsysteem kunt u programmeren dat de
stuurverwarming wordt ingeschakeld tijdens
het starten op afstand.
Deze functie kan worden geprogrammeerd
via het Uconnect systeem. Raadpleeg de pa-
ragraaf "Instellingen van Uconnect" in het
hoofdstuk "Multimedia" in uw instructie-
boekje voor meer informatie.
Knop voor verwarmd stuurwiel
37
Page 40 of 384

WAARSCHUWING!
• Personen die geen pijn op de huid kun-
nen voelen als gevolg van ouderdom,
chronische ziekte, diabetes, rugletsel,
medicatie, alcoholgebruik, uitputting of
een andere lichamelijke conditie, moe-
ten voorzichtig zijn bij het gebruik van
de stuurverwarming. Deze kan zelfs bij
lage temperaturen brandwonden veroor-
zaken, met name als de verwarming
langdurig wordt gebruikt.
• Plaats geen voorwerpen op het stuur die
warmte-isolerend werken, zoals een de-
ken of stuurhoes. Hierdoor kan de stuur-
verwarming oververhit raken.
SPIEGELS
Verwarmde buitenspiegels — indien
aanwezig
Deze buitenspiegels worden verwarmd om ijs
te ontdooien. Deze functie wordt geactiveerd
wanneer u de achterruitverwarming inscha-
kelt (indien aanwezig). Raadpleeg de para-
graaf "Klimaatregeling" in het hoofdstuk "Uw
voertuig leren kennen" voor meer informatie.
BUITENVERLICHTING
Koplampschakelaar
De koplampschakelaar bevindt zich links van
het instrumentenpaneel. Met deze schake-
laar bedient u de koplampen, de parkeerlich-
ten, de automatische koplampen (indien
aanwezig), de instrumentenverlichting, het
dimmen van de instrumentenverlichting, de
interieurverlichting, de mistlampen (indien
aanwezig) en de koplamphoogte (indien aan-
wezig).Draai de koplampschakelaar rechtsom naar
de eerste klikstand om de parkeerlichten en
de instrumentenverlichting te bedienen.
Draai de koplampschakelaar naar de tweede
klikstand om de koplampen, de parkeerlich-
ten en de instrumentenverlichting te bedie-
nen.
Koplampschakelaar
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
38