alarm JEEP WRANGLER UNLIMITED 2019 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2019, Model line: WRANGLER UNLIMITED, Model: JEEP WRANGLER UNLIMITED 2019Pages: 384, PDF Size: 5.91 MB
Page 15 of 384

UW VOERTUIG LEREN KENNEN
SLEUTELS..................15
Sleutelhouder.................15
CONTACTSCHAKELAAR........17
Keyless Enter-N-Go — Contact.......17
STARTSYSTEEM MET AFSTANDS-
BEDIENING — INDIEN
AANWEZIG.................18
Starten met afstandsbediening.......18
De modus starten met afstandsbediening
activeren....................19
ALARMSYSTEEM — INDIEN AAN-
WEZIG....................19
Alarm inschakelen..............20
Alarm uitschakelen.............20
PORTIEREN................21
Keyless Enter-N-Go — Passive Entry
(Indien aanwezig)...............21
Voorportier verwijderen...........25
Achterdeur verwijderen
(vierdeursmodellen)..............27
STOELEN..................29
Stoelverwarming — indien aanwezig . . .29
Easy Entry-stoel voorpassagier —
tweedeursmodellen..............30
In twee delen (60/40) neerklapbare
achterbank — vierdeursmodellen.....31
Achterbank neer- en omklappen —
tweedeursmodellen..............32
HOOFDSTEUNEN............33
Hoofdsteunen vóór..............34
Hoofdsteunen achterin —
tweedeursmodel................34
Hoofdsteunen achterin —
vierdeursmodellen..............35
STUURWIEL................36
Verstelbare stuurkolom...........36
Stuurverwarming — indien aanwezig . . .37
SPIEGELS..................38
Verwarmde buitenspiegels — indien
aanwezig....................38
BUITENVERLICHTING.........38
Koplampschakelaar..............38Daglichtlampen — indien aanwezig . . .39
Schakelaar dimlicht/grootlicht.......39
Lichtsignaal..................39
Automatisch inschakelende koplampen —
indien aanwezig...............39
Mistlampen vóór en mistachterlichten —
indien aanwezig...............40
Richtingaanwijzers..............40
Lane Change Assist — indien aanwezig. .40
Waarschuwingssignaal verlichting aan . .40
Hoogteverstelling koplampen — Indien
aanwezig....................41
RUITENWISSERS EN -
SPROEIERS.................41
Bediening van de ruitenwissers.......42
KLIMAATREGELING...........43
Overzicht automatische klimaatregeling .43
Functies van de klimaatregeling......49
Automatische temperatuurregeling (ATC) —
Indien aanwezig................49
Aanwijzingen voor de bediening......50
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
13
Page 19 of 384

CONTACTSCHAKELAAR
Keyless Enter-N-Go — Contact
Met deze functie kan de bestuurder de con-
tactschakelaar bedienen door op een toets te
drukken, zolang de sleutelhouder zich in de
passagiersruimte bevindt.
Keyless Push Button Ignition biedt verschil-
lende standen, die worden aangeduid door
een label en door een lampje dat gaat bran-
den wanneer de stand is gekozen. Deze stan-
den zijn OFF, ACC, RUN en START.
OPMERKING:
Wanneer de contactschakelaar na het indruk-
ken van een toets niet reageert, is de batterij
van de sleutelhouder mogelijk bijna leeg of
leeg. Als dit het geval is, kan de contactscha-
kelaar ook op een andere manier worden
bediend. Druk de voorzijde van de sleutel-
houder (zijde tegenover de noodsleutel) te-
gen de toets ENGINE START/STOP om de
contactschakelaar te bedienen.De contactschakelaar in de vorm van een
drukknop kan in de volgende modi worden
gezet:
OFF (UIT)
• De motor wordt uitgeschakeld.
• Sommige elektrische apparaten (bijv. cen-
trale vergrendeling, alarm enz.) zijn
beschikbaar.ACC
• Motor is niet gestart.
• Sommige elektrische apparaten zijn
beschikbaar.
RUN
• Rijpositie.
•
Alle elektrische apparaten zijn beschikbaar.
START
• De motor start.
WAARSCHUWING!
• Verwijder altijd de sleutelhouder uit het
voertuig bij het verlaten van het voertuig
en sluit het voertuig af.
• Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die
niet is afgesloten.
• Het achterlaten van kinderen zonder
toezicht in een auto is om verschillende
redenen gevaarlijk. Kinderen of derden
lopen dan het risico op ernstig of zelfs
dodelijk letsel. Waarschuw kinderen datSTART/STOP-contactschakelaar
17
Page 21 of 384

Aan alle volgende voorwaarden moet worden
voldaan om de motor met de afstandsbedie-
ning te kunnen starten:
• Schakelhendel in de stand PARK
• Portieren gesloten
• Motorkap gesloten
• Achterklep gesloten
• Schakelaar waarschuwingsknipperlichten
uit
• Remschakelaar niet geactiveerd (rempe-
daal niet ingetrapt)
• Accu voldoende geladen
• Systeem niet uitgeschakeld door eerder
starten met de afstandsbediening
• Controlelampje alarmsysteem knippert
• Contactschakelaar in de stand STOP/OFF
• Brandstofniveau voldoet aan de minimale
vereisten
• Alle verwijderbare portieren mogen niet
worden verwijderd
• Storingslampje brandt nietWAARSCHUWING!
• Laat een motor niet in een gesloten
garage of afgesloten ruimte draaien.
Uitlaatgas bevat koolmonoxide (CO),
hetgeen geurloos en kleurloos is. Kool-
monoxide is giftig en kan bij inademing
leiden tot erstig of dodelijk letsel.
• Houd sleutelhouders buiten het bereik
van kinderen. Door met de afstandsbe-
diening de motor te starten of de ra-
men, portiersloten of andere onderde-
len te bedienen kunt u of kunnen
anderen ernstig gewond raken of om
het leven komen.
De modus starten met afstandsbediening
activeren
Druk tweemaal binnen vijf seconden op de
toets Remote Start (starten op afstand) op de
sleutelhouder. De portieren worden vergren-
deld, de richtingaanwijzers knipperen en de
claxon klinkt twee keer. De motor start en het
voertuig blijft 15 minuten in de modus voor
starten met afstandsbediening.OPMERKING:
• Als er sprake is van een storing in de motor
of het brandstofpeil te laag is, slaat de
motor aan en vervolgens binnen 10 secon-
den weer af.
• De parkeerlichten gaan branden en blijven
tijdens de modus starten met afstandsbe-
diening branden.
• Om veiligheidsredenen, kunnen de elek-
trisch bedienbare ramen niet worden be-
diend wanneer de modus starten met af-
standsbediening actief is.
• De motor kan tweemaal achter elkaar met
de sleutelhouder worden gestart (twee cycli
van 15 minuten). Voordat u de startproce-
dure een derde keer kunt herhalen moet het
contact echter eerst in de stand ON/RUN
worden gezet.ALARMSYSTEEM — INDIEN
AANWEZIG
Het beveiligingsalarm bewaakt de portieren
van het voertuig en het contactslot op onge-
oorloofde toegang, respectievelijk ongeoor-
loofd gebruik. Wanneer het alarm is geacti-
19
Page 22 of 384

veerd, zijn de schakelaars in het interieur
voor de portiersloten uitgeschakeld. Het
alarmsysteem geeft zowel hoorbare als zicht-
bare signalen. Als het alarm afgaat, geeft het
alarmsysteem de volgende geluids- en licht-
signalen: de claxon klinkt, de parkeerlichten
en/of richtingaanwijzers knipperen en het
controlelampje van het beveiligingssysteem
in de instrumentengroep knippert.
Alarm inschakelen
Volg deze stappen om het alarmsysteem in te
schakelen:
1. Zorg dat de contactschakelaar in de stand
OFF staat (raadpleeg de paragraaf "De
motor starten" in het hoofdstuk "Starten
en rijden" voor meer informatie hierover).
2. Sluit de auto op een van de volgende
manieren af:
• Druk op LOCK op de schakelaar voor de
centrale portiervergrendeling in het in-
terieur terwijl het bestuurders- en/of
passagiersportier is geopend.• Druk op de vergrendelknop op de Pas-
sive Entry-portiergreep aan de buiten-
zijde, terwijl een geldige sleutelhouder
zich ook aan de buitenzijde bevindt
(raadpleeg de paragraaf "Keyless
Enter-N-Go — Passive Entry" in het
hoofdstuk "Uw voertuig leren kennen"
voor meer informatie hierover).
• Druk op de vergrendeltoets op de
sleutelhouder.
3. Sluit eventuele geopende portieren.
Alarm uitschakelen
Het alarmsysteem kan op de volgende manie-
ren worden uitgeschakeld:
• Druk op de ontgrendeltoets op de sleutel-
houder.
• Pak de Passive Entry Unlock-portiergreep
vast (indien aanwezig, raadpleeg de para-
graaf "Keyless Enter-N-Go — Passive Entry"
in "Uw voertuig leren kennen" voor meer
informatie hierover).
• Draai de contactschakelaar uit de stand
OFF.OPMERKING:
• Het alarmsysteem kan niet worden in- of
uitgeschakeld met behulp van de slotcilin-
der van het bestuurdersportier.
• Als het alarmsysteem is geactiveerd, kunt u
de portieren niet ontgrendelen met de
schakelaars voor de centrale portierver-
grendeling in het interieur.
Het alarmsysteem is bedoeld om uw voertuig
te beveiligen. Er zijn echter omstandigheden
die een ongewenst alarm kunnen veroorza-
ken. Als een van de eerder beschreven proce-
dures voor het inschakelen van het alarm is
uitgevoerd, zal het alarmsysteem worden in-
geschakeld, ongeacht of u zich in de auto
bevindt. Wanneer u dan in de auto blijft
zitten en vervolgens een portier opent, gaat
het alarm af. Als deze situatie zich voordoet,
schakel dan het alarmsysteem uit.
Wanneer het alarmsysteem is geactiveerd en
de accu wordt losgekoppeld, blijft het alarm-
systeem actief nadat de accu weer is aange-
sloten; de buitenlampen knipperen en de
claxon geeft een geluidssignaal. Als deze
situatie zich voordoet, schakel dan het alarm-
systeem uit.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
20
Page 23 of 384

PORTIEREN
LET OP!
Onachtzame hantering en opslag van de
verwijderbare portierpanelen kan schade
aan de afdichtingen tot gevolg hebben,
waardoor er water in het voertuig kan door-
dringen.
Keyless Enter-N-Go — Passive Entry
(Indien aanwezig)
Met het "Passive Entry"-systeem kunt u por-
tieren en achterklep van het voertuig vergren-
delen en ontgrendelen zonder dat u op de
vergrendel- en ontgrendeltoetsen van de
sleutelhouder hoeft te drukken.
OPMERKING:
• Passive Entry kan geprogrammeerd worden
in de standen ON/OFF (aan/uit). Raadpleeg
de paragraaf "Instellingen van Uconnect" in
het hoofdstuk "Multimedia" in het instruc-
tieboekje voor meer informatie.• De sleutelhouder kan mogelijk niet worden
gevonden door het Passive Entry-systeem
van het voertuig wanneer deze zich naast
een mobiele telefoon, laptop of ander elek-
tronisch apparaat bevindt. Dergelijke appa-
raten kunnen het draadloze signaal van de
sleutelhouder belemmeren, waardoor het
Passive Entry systeem het voertuig niet kan
vergrendelen en ontgrendelen.
• Passive Entry Unlock initieert Illuminated
Approach (dimlicht, kentekenplaatverlich-
ting, positielampen) gedurende de geselec-
teerde tijdsduur van 0, 30 (standaard),
60 of 90 seconden. Passive Entry Unlock
laat ook de richtingaanwijzers twee keer
knipperen.
• Als u handschoenen draagt of als de por-
tiergreep met Passive Entry is natgeregend
of -gesneeuwd, is het mogelijk dat de ver-
grendeling minder gevoelig wordt en daar-
door langzamer reageert.
• Als de auto wordt ontgrendeld met Passive
Entry en er binnen 60 seconden geen por-
tier wordt geopend, worden de portieren
weer vergrendeld en het alarmsysteem, in-
dien aanwezig, ingeschakeld.Ontgrendelen vanaf de bestuurderszijde
Houd een geldige sleutelhouder met Passive
Entry binnen 5 ft (1,5 m) van de handgreep
van het bestuurdersportier en pak deze hand-
greep vast om het bestuurdersportier auto-
matisch te ontgrendelen.
Pak de portiergreep vast om te
ontgrendelen
21
Page 79 of 384

WAARSCHUWING!
aanraking komen met hete motor- of uit-
laatonderdelen en brand veroorzaken.
LET OP!
Als u door blijft rijden terwijl het lampje
voor de versnellingsbaktemperatuur
brandt, kan de versnellingsbak ernstig be-
schadigd of defect raken.
— Waarschuwingslampje van alarm-
systeem — indien aanwezig
Dit lampje knippert snel gedurende circa
15 seconden, wanneer het alarmsysteem
wordt ingeschakeld, en knippert vervolgens
langzaam totdat het alarmsysteem wordt uit-
geschakeld.
Gele waarschuwingslampjes
— Waarschuwingslampje antiblok-
keerremsysteem (ABS)
Dit lampje is een indicator van het ABS-
systeem. Het lampje gaat branden wanneer u
het contact in de stand ON/RUN of ACC/ON/
RUN zet en kan daarna nog vier seconden
blijven branden.
Als het ABS-lampje tijdens het rijden blijft of
gaat branden, wijst dit erop dat het ABS-
gedeelte van het remsysteem niet functio-
neert en dat onderhoud zo snel mogelijk moet
worden uitgevoerd. Het gewone remsysteem
zal echter normaal functioneren ervan uit-
gaande dat het waarschuwingslampje rem-
systeem niet brandt.
Wanneer het ABS-lampje niet gaat branden
als het contact in de stand ON/RUN of ACC/
ON/RUN wordt gezet, moet het remsysteem
worden gecontroleerd door een erkende dea-
ler.
— Waarschuwingslampje ESC actief —
indien aanwezig
Dit lampje geeft aan wanneer het elektro-
nisch stabiliteitsregelsysteem actief is. Het
controlelampje van het elektronisch stabili-
teitsregelsysteem (ESC) in de instrumenten-
groep gaat branden wanneer het contact in de
stand ON/RUN of ACC/ON/RUN wordt gezet
en ESC actief is. Als de motor draait, behoort
dit lampje uit te gaan. Wanneer het controle-
lampje ESC continu blijft branden terwijl de
motor draait, is een storing gedetecteerd in
het ESC-systeem. Als het lampje blijft bran-
den nadat er verschillende keren is gestart en
u meerdere kilometers (mijlen) hebt gereden
met een snelheid hoger dan 48 km/u
(30 mph), dient u zo snel mogelijk contact op
te nemen met een erkende dealer om het
probleem te laten opsporen en verhelpen.
• Het controlelampje "ESC uitgeschakeld" en
het controlelampje "ESC" gaan kort bran-
den wanneer het contact in de stand ON/
RUN of ACC/ON/RUN wordt gezet.
77
Page 130 of 384

Actie Informatie
Druk op de knop
"OK" op het stuurwiel
om "Yes" (ja) te se-
lecterenOPMERKING:
Als u deze stap niet vol-
tooit binnen 1 minuut,
treedt er een time-out
op voor deze optie en
moet de procedure wor-
den herhaald.
Er klinkt een geluids-
signaal waarbij het con-
trolelampje Passagiers-
airbag AAN
gedurende 4 tot 5 se-
conden blijft branden
om te bevestigen dat
de geavanceerde
frontairbag aan pas-
sagierszijde is inge-
schakeld.
Het controlelampje pas-
sagiersairbag AAN
blijft continu bran-
den om de bestuur-
der en de voorpassa-
gier te laten weten
dat de geavanceerde
frontairbag aan pas-
sagierszijde is INGE-
SCHAKELD (ON).
Met de handelingen in de bovenstaande tabel
wordt de geavanceerde frontairbag aan pas-
sagierszijde ingeschakeld (ON). Het contro-
lelampje Passagiersairbag INGESCHAKELD
(ON)
op de Sport Bar gaat branden om
aan te geven dat de geavanceerde frontairbag
aan passagierszijde wordt geactiveerd bij een
aanrijding waarbij de airbags moeten worden
geactiveerd.
WAARSCHUWING!
• Plaats nooit een naar achter gericht kin-
derzitje voor een airbag. Als de frontair-
bag aan de passagierszijde wordt opge-
blazen, kan een kind van 12 of jonger,
maar ook een kind in een kinderzitje
tegen de rijrichting in, ernstig of zelfs
dodelijk letsel oplopen.
• Gebruik alleen een tegen de rijrichting
in geplaatst kinderzitje op de achter-
bank van een auto met achterbank.
• Kinderen van 12 jaar of jonger moeten
altijd goed vastgegespt op de achter-
bank van een auto met een achterbank
worden vervoerd.
Kniebescherming
De kniebescherming helpt de knieën van de
bestuurder en de voorpassagier te bescher-
men en hen correct te laten zitten bij het
eventueel opblazen van de frontairbags.
WAARSCHUWING!
• U mag nooit in de kniebeschermingen
boren of snijden of deze op een andere
manier bewerken.
• Monteer geen accessoires op de kniebe-
schermingen zoals alarmverlichting,
audio-installaties, 27 MC-apparatuur,
enz.
Aanvullende zijairbags
Aanvullende zijairbags in de stoelen (SAB's)
(indien aanwezig)
Dit voertuig is mogelijk ook uitgerust met
aanvullende zijairbags in de stoelen (SAB's).
Raadpleeg de onderstaande informatie wan-
neer uw voertuig is uitgerust met aanvullende
zijairbags in de stoelen (SAB's).
VEILIGHEID
128
Page 208 of 384

WAARSCHUWINGSKNIP-
PERLICHTEN
De schakelaar van de waarschuwingsknipper-
lichten bevindt zich onder de klimaatregeling
op het instrumentenpaneel.
Druk op de schakelaar om de
alarmknipperlichten in te schake-
len. Zodra u de schakelaar in-drukt, gaan alle richtingaanwijzers knipperen
om het verkeer achter u te waarschuwen voor
een noodsituatie. Druk nogmaals op de scha-
kelaar om de waarschuwingsknipperlichten
uit te zetten.
Dit is een waarschuwingssysteem voor nood-
situaties. Gebruik het systeem niet tijdens
het rijden. Gebruik het alleen bij autopech en
wanneer uw auto een gevaar vormt voor an-
dere weggebruikers.Als u de auto moet verlaten om hulp op te
roepen, blijven de waarschuwingsknipper-
lichten ook werken wanneer de contactscha-
kelaar in de stand OFF is gezet.
OPMERKING:
Bij langdurig gebruik van de waarschuwings-
knipperlichten kan uw accu leeg raken.
GLOEILAMPEN VERVANGEN
Vervangingslampen
Gloeilampen van de binnenverlichting
Gloeilampnummer
Controlelampje automatische versnellingsbak 658
Lampjes verwarmingsregeling (2)194
Controlelampje tuimelschakelaar (achterruitverwarming en wisser/
sproeier achterruit)**
Plafondlamp audiopaneel912
** Gloeilampen uitsluitend verkrijgbaar via een erkende dealer.IN GEVAL VAN NOOD/PECH
206
Page 373 of 384

aanbrengen................58, 60
Aanhangergewicht..............199
Aanhangwagen trekken...........199
Aansluiting voor randapparatuur......64
ABS, waarschuwingslampje.........77
Accessoires..................290
Mopar...................290
Accu...................74, 254
Accu,
laadsysteemlampje............74
Achterklep...................63
Achterklep, zwenkbaar............63
Achterligger.................102
Achterruitwisser/-sproeier..........43
Additieven, brandstof............280
Afstand-bediend sleutelloos
toegangssysteem,
het alarm inschakelen..........20
het alarm uitschakelen.........20
Afstandsbediening,
startsysteem................18
Afstellen, koplampen.............41
Airbag
Airbagwaarschuwingslampje.....120Airbag,
als een airbag wordt opgeblazen . . .131
Event Data Recoder (EDR)......237
frontairbags...............121
kniebescherming............128
onderhoud................133
onderhoud van uw airbagsysteem . .133
redundant
airbagwaarschuwingslampje......121
uitgebreide
ongelukkenrespons........132, 237
uitschakelen, passagiersairbag. . . .123
Airbag
Vervoer van huisdieren.........150
Werking airbag..............123
Airbag Lampje..........73, 120, 152
Airco, filter...................51
Aircosysteem..................49
Airco, tips voor gebruik...........50
Alarm,
beveiligingsalarm..........19, 77
het systeem inschakelen........20
het systeem uitschakelen........20
Alarmsysteem...............19, 77Alarmsysteem,
het systeem inschakelen
........20
het systeem uitschakelen........20
Algemene informatie............298
Android Auto..........308, 315, 350
Android Auto,
Apps....................319
Communication.............318
Maps...................317
Music...................318
Antiblokkeersysteem (ABS).........90
Antivries (motorkoelvloeistof).......285
Apple CarPlay.........310, 319, 351
Apple CarPlay,
Apps....................321
Maps...................321
Messages.................320
Music...................320
Phone...................320
Asolie.....................289
Audiosystemen (radio)...........302
Automatische koplampen..........39
Automatische temperatuurregeling (ATC) .49
Automatische versnellingsbak.......168
INDEX
371
Page 378 of 384

Schema, onderhoud............240
Schoudergordels...............113
Sentry Key, vervangen............16
Servicehulp..................354
Siri.......................349
Sleepogen..................236
Slepen.................199, 234
Slepen,
trekgewicht................199
voertuig met pech............234
vouwwagen of caravan.........200
Slepen achter een camper.........200
Slepen achter een camper,
tussenbak naar neutraalstand (N)
schakelen.................201
tussenbak uit neutraalstand (N)
schakelen.................202
Slepen van een voertuig met pech. . . .234
Sleutelhouder,
het alarm inschakelen..........20
het alarm uitschakelen.........20
Sleutels.....................15
Sleutels,
vervangen.................16
sluiten.....................54
Sneeuwkettingen..............269Snelheidsregeling,
Accel/Decel...............187
annuleren.................188
voortzetten................187
Snelheidsregeling (cruisecontrol).....185
Soft Top..................54, 60
Soft Top sluiten................54
Specificaties,
brandstof (benzine)...........286
olie.....................286
Sperinrichting................177
Spiegels....................38
Spiegels,
verwarmd..................38
Spraakbedieningsopdracht. .338, 339, 342
Spraakherkenningssysteem
(VR)..............338, 339, 342
Stabilisatie-inrichting aanhanger (TSC) . .97
Stabilisatieregeling, aanhanger (TSC) . . .97
Stallen van het voertuig........50, 270
Starten
....................157
Starten,
knop.....................17
met afstandsbediening..........18
Starten en rijden..............157
Starten met startkabels..........228
Startprocedures...............157Startsysteem met afstandsbediening . . .18
Steun, hoofdsteun..............33
Stoelen.....................29
Stoelen,
kantelen..................29
neerklapbare achterbank........29
opvouwbare, neerklapbare achterbank .32
verstellen..................29
Stoelen met geheugenfunctie en
autoradio..................29
Stoel met geheugenfunctie.........29
Stoffen dak..................272
Stof, onderhoud...............272
Stopcontact voor randapparatuur.....64
Stop/Start-systeem..........179, 182
Storen.................339, 350
Storingslampje (motorcontrole).......78
Sturen......................36
Sturen,
stuurkolom verstellen..........36
stuur verstellen..............36
verwarmd stuur..............37
Stuurbediening audiosysteem.......298
Stuurbekrachtigingsvloeistof.......289
Tanken....................192
Telefoon (Uconnect)............331
INDEX
376