JEEP WRANGLER UNLIMITED 2020 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: WRANGLER UNLIMITED, Model: JEEP WRANGLER UNLIMITED 2020Pages: 344, PDF Size: 9.41 MB
Page 111 of 344

109
(Vervolgd)
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!
Als u alleen op de airbags vertrouwt, kan
dit bij een aanrijding leiden tot ernstig
letsel. De airbags werken in combinatie
met uw veiligheidsgordel om u op de juiste
wijze te beschermen. Bij sommige aanrij -
dingen worden de airbags niet opgeblazen.
Draag uw veiligheidsgordel altijd, ook als
uw auto is uitgerust met airbags.
Bij een aanrijding bestaat het risico dat
u en uw passagiers aanmerkelijk
ernstiger letsel oplopen wanneer de
veiligheidsgordels niet op de juiste wijze
worden gedragen. U kunt in aanraking
komen met de binnenkant van uw auto of
met andere passagiers of uit de auto
worden geslingerd. Zorg altijd dat u en
uw passagiers in de auto de veiligheids-
gordels op de juiste wijze dragen.
Het is gevaarlijk om tijdens het rijden
personen te vervoeren in de laadruimte.
Bij een ongeval lopen personen in deze
ruimte een groter risico op ernstig of
dodelijk letsel.
Vervoer geen personen in een ruimte van
de auto die niet is voorzien van stoelen
en veiligheidsgordels.
Zorg dat iedereen in uw auto op een stoel
zit en op de juiste wijze de veiligheids-
gordel draagt. Inzittenden, inclusief de
bestuurder, moeten altijd hun veilig-
heidsgordel dragen of er nu een airbag
bij hun zitpositie aanwezig is of niet, om
het risico op ernstig of dodelijk letsel in
geval van een botsing te minimaliseren.
Als u uw veiligheidsgordel niet correct
draagt, kan dit leiden tot veel zwaarder
letsel bij aanrijdingen. U kunt inwendig
letsel oplopen of zelfs onder de veilig-
heidsgordel door glijden. Volg deze
instructies om uw veiligheidsgordel
veilig te dragen en uw passagiers te
beschermen.
Een veiligheidsgordel mag nooit door
twee personen tegelijk worden gebruikt.
De twee personen kunnen dan tijdens
een aanrijding met een klap tegen elkaar
komen en elkaar zo ernstig verwonden.
Gebruik nooit een driepuntsgordel of een
heupgordel voor meer dan één persoon,
ongeacht de lengte van de personen.
WAARSCHUWING! (Vervolgd) WAARSCHUWING!
Een heupgordel die te hoog wordt
gedragen, kan het risico van letsel bij
een aanrijding vergroten. De krachten op
de gordel worden dan niet opgevangen
via de sterke heupbeenderen en het
bekken, maar via de buik. Draag het
heupdeel van de gordel altijd zo laag
mogelijk en zorg dat de gordel strak zit.
Een verdraaide gordel biedt mogelijk
onvoldoende bescherming. Bij een
aanrijding kan de gordel dan zelfs snij -
wonden veroorzaken. Zorg ervoor dat de
veiligheidsgordel plat tegen het lichaam
aan ligt, zonder verdraaiing. Als u een
van de gordels in uw auto niet meer recht
krijgt, ga dan onmiddellijk naar een
erkende dealer om het defect te laten
verhelpen.
Een veiligheidsgordel waarvan de gesp in
de verkeerde sluiting is bevestigd, biedt
onvoldoende bescherming. Het heupge -
deelte valt dan mogelijk te hoog over uw
lichaam, waardoor inwendig letsel kan
worden veroorzaakt. Gesp uw gordel altijd
vast in de gespsluiting direct naast u.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 109
Page 112 of 344

VEILIGHEID
110
(Vervolgd)
Gebruiksinstructies voor driepuntsgordels
1. Stap in de auto en sluit het portier. Gategen de leuning zitten en stel de stoel
in.
2. De gesp van de veiligheidsgordel bevindt zich boven de rugleuning van de voor -
stoel en naast uw arm op de achterbank
(bij voertuigen die zijn uitgerust met een
achterbank). Pak de gordelgesp en trek
de autogordel uit. Schuif de gesp zo ver
als nodig is over de gordelband, zodat de
gordel over uw heupen valt. De gesp van de veiligheidsgordel uittrekken
3. Wanneer de gordel lang genoeg is, plaatst u de gesp in de gespsluiting tot u
een 'klik' hoort.
Gesp van de veiligheidsgordel in de gespsluiting steken
Een te losse veiligheidsgordel biedt
onvoldoende bescherming. Tijdens een
noodstop kunt u te ver naar voren
bewegen, waardoor er een grotere kans is
op letsel. Zorg dat de gordel nauw
aansluit.
Het is gevaarlijk een veiligheidsgordel
onder de arm door te dragen. Uw
lichaam kan bij een aanrijding dan hard
in aanraking komen met de binnenzijde
van de auto, waardoor het risico van
hoofd- en nekletsel toeneemt. Als de
gordel onder de arm wordt gedragen, kan
inwendig letsel ontstaan. De ribben zijn
niet zo sterk als de schouderbotten.
Draag de gordel altijd over uw schouder,
zodat de sterkste botten van uw lichaam
de klap opvangen bij een aanrijding.
Een schoudergordel die achter uw rug is
geplaatst, biedt geen enkele bescher -
ming bij een aanrijding. Als u de schou -
dergordel niet draagt, is bij een
aanrijding de kans op hoofdletsel groter.
Het heup- en schoudergedeelte van de
gordel behoren samen te worden
gebruikt.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Een gerafelde of ingescheurde gordel
kan bij een aanrijding doormidden
scheuren, waardoor u niet langer
beschermd bent. Controleer de autogor -
dels regelmatig op scheuren, rafels en
losse delen. Laat beschadigde onder -
delen onmiddellijk vervangen. Demon -
teer of wijzig de veiligheidsgordels niet.
De gordelsystemen moeten na een
aanrijding worden vervangen.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 110
Page 113 of 344

111
4. Plaats de heupgordel zo, dat hij goedaansluit en over uw heupen, onder uw
buik loopt,. Om een losse heupgordel
strak te trekken, moet u het schouderge -
deelte van de gordel aantrekken. Om een
te strakke heupgordel losser te maken,
kantelt u de gesp en trekt u aan de heup -
gordel. Een goed aansluitende gordel
verkleint het risico dat u bij een aanrij -
ding onder de gordel doorglijdt.
Heupgordel aanbrengen
5. Plaats de schoudergordel zo strak moge -
lijk over uw schouder en borst, zodanig
dat deze comfortabel zit en niet op uw
nek rust. Het oprolmechanisme spant de
schoudergordel automatisch aan.
6. Om de gordel los te maken drukt u op de rode knop op de gespsluiting. De gordel wordt dan automatisch opgerold. Indien
nodig schuift u de gesp over de gordel
zodat deze volledig kan worden opgerold.
Verdraaide driepuntsgordel ontwarren
Gebruik de volgende methode om een
verdraaide driepuntsgordel te ontwarren.
1. Breng de gesp zo dicht mogelijk naar het
ankerpunt toe.
2. Pak de gordel vast op ongeveer 15 tot 30 cm (6 tot 12 inch) boven de gesp en draai de
gordel 180 graden om een vouw te maken die
direct boven de gesp begint.
3. Schuif de gesp omhoog over de dubbel -
gevouwen gordel. De dubbelgevouwen
gordel moet aan de bovenzijde van de
gesp door de sleuf gaan.
4. Schuif de gesp verder omhoog tot de dubbelgevouwen gordel vrijkomt en de
veiligheidsgordel niet meer verdraaid is.
Verstelbaar ankerpunt schoudergordel
Bij de bestuurdersstoel en de buitenste voor -
stoel aan passagierszijde kan de bovenkant
van de schoudergordel naar beneden of
boven worden versteld, zodat de veiligheids -
gordel niet langer langs uw hals loopt. Druk of knijp de knop van het ankerpunt in en
schuif het naar boven of beneden in een
stand die voor u het meest geschikt is.
Verstelbaar bovenste ankerpunt
Als u minder lang bent dan gemiddeld, zult
de voorkeur geven aan een lagere positie van
het ankerpunt van de schoudergordel. Als u
langer bent dan gemiddeld, zult u de voor -
keur geven aan een hogere positie van het
ankerpunt van de schoudergordel. Probeer
na het loslaten van de knop de verankering
nog eens op en neer te bewegen, om te
controleren of deze stevig is vergrendeld.
OPMERKING:
Het verstelbare ankerpunt voor de schouder -
gordel is voorzien van een Easy Up-functie.
Hiermee kan het ankerpunt van de schouder -
gordel in de bovenste stand worden afgesteld
zonder de ontgrendelknop in te drukken of te
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 111
Page 114 of 344

VEILIGHEID
112
knijpen. Om te controleren of het ankerpunt
van de schoudergordel vergrendeld is, trekt u
het ankerpunt omlaag tot het vast klikt.Veiligheidsgordels en zwangerschap
Veiligheidsgordels en zwangere vrouwen
Veiligheidsgordels moeten worden gedragen
door alle inzittenden, ook door zwangere
vrouwen: het dragen van de veiligheidsgordel
vermindert het risico van letsel bij een
ongeval voor moeder en ongeboren kind.
Plaats de heupgordel strak en onder de buik,
over de sterke botten van de heupen. Plaats
de schoudergordel over de borst en uit de
buurt van de nek. Plaats de schoudergordel
nooit achter de rug of onder de arm.
Gordelspanner
Het buitenste veiligheidsgordelsysteem vóór
is uitgerust met gordelspanners die ervoor
zorgen dat bij een aanrijding een loszittende
gordel wordt strak getrokken. Deze apparaten verbeteren de werking van de veiligheidsgor
-
dels door de gordel al in een vroeg stadium
van een aanrijding strak tegen het lichaam
van de inzittende te trekken. Gordelspanners
werken bij alle lichaamsafmetingen, ook bij
gebruik van kinderzitjes.
OPMERKING:
Bij gebruik van een gordelspanner dient de
veiligheidsgordel nog steeds op de juiste
wijze worden omgedaan. De gordel moet
nauw aansluiten en op de juiste wijze worden
gedragen.
De gordelspanners worden geactiveerd door
de controller van het beveiligingssysteem
voor inzittenden. Net als de airbags zijn ook
de gordelspanners slechts geschikt voor
eenmalig gebruik. Een geactiveerde gordel -
spanner of airbag dient onmiddellijk te
worden vervangen.
Spankrachtbegrenzer
Buitenste veiligheidsgordelsysteem vóór is
uitgerust met een spankrachtbegrenzer die
helpt het risico op letsel in geval van een
aanrijding verder te beperken. Het veilig -
heidsgordelsysteem heeft een oprolmecha -
nisme dat de gordelband op een
gecontroleerde manier afwikkelt.
WAARSCHUWING!
Als u uw veiligheidsgordel niet correct
draagt, kan dit leiden tot veel zwaarder
letsel bij aanrijdingen. U kunt inwendig
letsel oplopen of zelfs onder de veilig-
heidsgordel door glijden. Volg deze
instructies om uw veiligheidsgordel
veilig te dragen en uw passagiers te
beschermen.
Plaats de schoudergordel zo strak moge-
lijk over uw schouder en borst, zodanig
dat deze comfortabel zit en niet op uw
nek rust. Het oprolmechanisme spant de
schoudergordel automatisch aan.
Verkeerde afstelling van de veiligheids-
gordel kan de doeltreffendheid van de
veiligheidsgordel bij een botsing vermin -
deren.
Stel de hoogte van de veiligheidsgordels
alleen in wanneer de auto stilstaat.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 112
Page 115 of 344

113
Aanvullend veiligheidssysteem (SRS)
Sommige van de in dit hoofdstuk beschreven
veiligheidsvoorzieningen behoren voor
bepaalde modellen mogelijk tot de stan-
daarduitrusting en zijn optioneel voor andere
modellen. Vraag het bij twijfel aan een
erkende dealer.
Het airbagsysteem moet gereed zijn om u te
beschermen bij een aanrijding. De controller
van het beschermingssysteem voor inzit -
tenden (ORC) controleert de interne circuits
en de bedrading van de elektrische compo -
nenten van het airbagsysteem. Uw voertuig is
mogelijk uitgerust met de volgende compo -
nenten van het airbagsysteem:
Componenten van het airbagsysteem
Controller van het beveiligingssysteem
voor inzittenden
Waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem
Stuurwiel en stuurkolom
Instrumentenpaneel
Kniebescherming
Bestuurders- en passagiersairbags
Gespsluitingschakelaar voor veiligheids-
gordels
Aanvullende zijairbags
Sensoren voor frontale en zijdelingse
botsingen
Gordelspanners
Glijrailpositiesensoren
Waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem
De controller van het beveiligings -
systeem voor inzittenden (ORC)
bewaakt de gereedheid van de elek -
tronische onderdelen van het
airbagsysteem wanneer de contactschake -
laar in de stand START of ON/RUN staat. Als
het contactslot in de stand OFF of ACC staat,
is het airbagsysteem niet ingeschakeld en
zullen de airbags niet worden opgeblazen.
De controller van het beveiligingssysteem
voor inzittenden (ORC) beschikt over een
reservevoeding, waardoor de airbags ook
geactiveerd kunnen worden wanneer de accu
leeg is of is losgekoppeld. De controller van het beveiligingssysteem
voor inzittenden schakelt het waarschu
-
wingslampje voor het airbagsysteem aan in
het instrumentenpaneel voor een zelftest
gedurende vier tot acht seconden, wanneer
de contactschakelaar voor het eerst in de
stand ON/RUN wordt gezet. Na de zelftest
gaat het waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem uit. Als de controller van het
beveiligingssysteem voor inzittenden een
storing in het systeem detecteert, gaat het
waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem knipperen of continu
branden. Een enkel geluidssignaal klinkt om
u te waarschuwen wanneer het lampje weer
gaat branden na de eerste keer starten.
De controller van het beveiligingssysteem
voor inzittenden bevat ook diagnosefuncties
die het waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem in het instrumentenpaneel
laten branden wanneer een storing wordt
geconstateerd die het airbagsysteem zou
kunnen beïnvloeden. De diagnose meldt
eveneens de aard van het defect. Omdat het
airbagsysteem zodanig is ontworpen dat het
geen onderhoud vergt, raden wij u aan
onmiddellijk een erkende dealer te raad -
plegen wanneer een van de volgende
problemen zich voordoet.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 113
Page 116 of 344

VEILIGHEID
114
Het waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem gaat niet vier tot acht
seconden branden nadat u de contact-
schakelaar de eerste keer in de stand ON/
RUN hebt gezet.
Het waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem blijft branden na de
periode van vier tot acht seconden.
Het waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem gaat af en toe branden of
blijft branden tijdens het rijden.
OPMERKING:
Als de snelheidsmeter, toerenteller of andere
meters voor motorfuncties niet werken, is het
mogelijk dat ook de controller van het bevei -
ligingssysteem voor inzittenden niet werkt.
In deze toestand zijn de airbags mogelijk niet
gereed om u te beschermen. Laat het
airbagsysteem onmiddellijk controleren door
een erkende dealer.
Redundant airbagwaarschuwingslampje
Als er bij het airbagwaarschuwings -
lampje een storing wordt gedetec -
teerd die van invloed kan zijn op
het aanvullend veiligheidssysteem
(SRS), gaat het redundant airbagwaarschu -
wingslampje op het instrumentenpaneel
branden. Het redundant airbagwaarschu -
wingslampje blijft branden tot de storing is
verholpen. Bovendien klinkt er een geluids -
signaal om u erop te wijzen dat het redun -
dant airbagwaarschuwingslampje brandt en
er een storing is gedetecteerd. Als het redun -
dant airbagwaarschuwingslampje met tussenpozen gaat branden of blijft branden
tijdens het rijden, laat dan onmiddellijk uw
voertuig door een erkende dealer contro
-
leren.
Raadpleeg de paragraaf "Uw instrumenten -
paneel leren kennen" in deze handleiding
voor meer informatie over het redundant
airbagwaarschuwingslampje.
Frontairbags
Dit voertuig heeft frontairbags en driepunts -
gordels voor zowel de bestuurder als de voor -
passagier. De frontairbags vormen een
aanvulling op de veiligheidsgordels. De
bestuurdersfrontairbag bevindt zich in het
midden van het stuurwiel. De passagiersfron -
tairbag bevindt zich in het instrumentenpa -
neel, boven het handschoenenkastje. De
airbagpanelen zijn voorzien van het opschrift
SRS AIRBAG of AIRBAG.
WAARSCHUWING!
Wanneer u het waarschuwingslampje voor
het airbagsysteem op het
instrumentenpaneel negeert, kan dat
betekenen dat het airbagsysteem u bij een
aanrijding niet beschermt. Als het lampje
niet gaat branden tijdens de
gloeilampcontrole wanneer u de
contactsleutel omdraait, blijft branden
nadat u de auto hebt gestart of gaat
branden tijdens het rijden, dient u het
defect onmiddellijk door uw erkende
dealer te laten repareren.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 114
Page 117 of 344

115
(Vervolgd)
Locaties van de frontairbags/kniebescherming
Kenmerken frontairbag bestuurders- en
passagierszijde
Het frontairbagsysteem is zodanig ontworpen
dat het wordt opgeblazen overeenkomstig de
kracht en de aard van de botsing die worden
vastgesteld door de controller van het bevei-
ligingssysteem voor inzittenden (ORC). Deze
controller ontvangt informatie van de
sensoren voor frontale botsingen (indien
aanwezig) of van andere systeemcompo -
nenten. Het frontairbagsysteem aan bestuur -
derszijde heeft een eentraps airbag. Het
frontairbagsysteem aan passagierszijde heeft
een meertraps frontairbag. Het eerste
opblaasmechanisme wordt onmiddellijk
geactiveerd bij een botsing waarbij gebruik
van de airbags noodzakelijk is. Bij minder
zware botsingen wordt voor de meertraps
airbag een geringe opblazing toegepast. Bij
zwaardere botsingen wordt een krachtiger
opblazing toegepast.
Deze auto is mogelijk uitgerust met een
gespsluitingsschakelaar voor de veiligheids -
gordel voor de bestuurders- en/of de voorpas -
sagiersstoel die registreert of de gordel is
vastgegespt. Met deze gespsluitingschake -
laar kan het niveau worden aangepast
waarmee de meertraps frontairbag aan
passagierszijde wordt opgeblazen.
1 — Frontairbags voor bestuurder en passa
-
gier
2 — Kniebescherming voor bestuurder en
passagier
WAARSCHUWING!
Als u tijdens het activeren van de fron -
tairbag te dicht op het stuur of bij het
instrumentenpaneel zit, kunt u ernstig of
zelfs dodelijk letsel oplopen. Airbags
hebben ruimte nodig om te worden opge-
blazen. Ga achterover zitten en strek uw
armen zodanig dat u comfortabel het
stuur en het instrumentenpaneel kunt
bedienen.
Plaats nooit een kinderzitje tegen de
rijrichting in op een stoel die is beveiligd
door een actieve frontairbag! Dit kan
leiden tot ernstig letsel of de dood van
het kind.
Wij raden u aan kinderen altijd in een
kinderzitje op de achterbank te voeren,
de best beschermde positie in het geval
van een aanrijding.
Mocht het nodig zijn om een kind op de
passagiersstoel te vervoeren in een naar
achteren gericht kinderzitje, dan moet
de front-airbag aan de passagierszijde
worden uitgeschakeld. Zorg er altijd voor
dat het controlelampje van de uitschake-
ling van de airbag brandt bij gebruik van
een kinderzitje. De passagiersstoel moet
ook zo ver mogelijk naar achteren worden
geplaatst om te voorkomen dat het
kinderzitje in aanraking komt met het
dashboard.
Als de frontairbag aan de passagierszijde
wordt opgeblazen, kan een kind van 12
of jonger, maar ook een kind in een
kinderzitje tegen de rijrichting in, ernstig
of zelfs dodelijk letsel oplopen.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 115
Page 118 of 344

VEILIGHEID
116
Deze auto kan zijn uitgerust met glijrailpositie-
sensoren voor de bestuurders- en/of de voorpas-
sagiersstoel waarmee de mate van opblazen
van de geavanceerde voorairbags op basis van
de stoelpositie kan worden aangepast.
Werking frontairbags
De frontairbags zijn ontworpen om extra
bescherming te bieden als aanvulling op de
veiligheidsgordels. Frontairbags zijn niet
bedoeld voor het verminderen van het risico
op letsel bij botsingen van achteren,
botsingen van opzij of over de kop slaan. De
frontairbags worden niet bij alle frontale
botsingen geactiveerd. Dit geldt ook voor
sommige frontale botsingen die ernstige
schade aan het voertuig tot gevolg hebben,
zoals bepaalde aanrijdingen tegen palen,
aanrijdingen waarbij de auto onder een
vrachtwagen terechtkomt en aanrijdingen
onder een hoek.
Daarentegen kunnen frontairbags, afhanke -
lijk van de aard van de botsing en de plaats
waar het voertuig wordt geraakt, opgeblazen
worden bij aanrijdingen die geringe schade
aan de voorkant van het voertuig tot gevolg
hebben, maar die aanvankelijk een grote
afname van de snelheid veroorzaken.
Omdat airbagsensoren de vertraging van het
voertuig in de loop van de tijd meten, zijn de
snelheid van het voertuig en de schade op
zichzelf geen goede indicatoren voor de
noodzaak van het wel of niet opblazen van
een airbag. Veiligheidsgordels zijn bij alle ongevallen
noodzakelijk voor uw bescherming en om uw
lichaam in de juiste positie te houden, uit de
buurt van een airbag die wordt opgeblazen.
De controller van het beveiligingssysteem
voor inzittenden (OCR) zendt een signaal
naar de opblaasmodules wanneer een
botsing wordt gedetecteerd waarbij de fron
-
tairbags moeten worden geactiveerd. Een
grote hoeveelheid niet-giftig gas wordt gege -
nereerd om de frontairbags op te blazen.
Het afdekpaneel op de stuurwielnaaf en op
de rechterbovenzijde van het instrumenten -
paneel komen los en worden verwijderd
terwijl de airbags volledig worden opge -
blazen. De frontairbags worden binnen een
oogwenk volledig opgeblazen. De frontair -
bags lopen vervolgens snel leeg terwijl ze de
bestuurder en de voorpassagier bescherming
bieden.
Passagiersairbag uitschakelen — indien
aanwezig
Met dit systeem kan de bestuurder de
geavanceerde frontairbag aan passagiers -
zijde uitschakelen (UIT) als een kinderzitje
op de voorstoel moet worden geplaatst.
Schakel de geavanceerde frontairbag aan
passagierszijde alleen uit (UIT) als het abso -
WAARSCHUWING!
Er mogen geen voorwerpen op of nabij het
airbagpaneel op het instrumentenpaneel of
het stuur worden geplaatst, omdat deze
letsel kunnen veroorzaken bij botsingen
waarbij de airbag wordt opgeblazen.
Plaats niets op of rond de airbagpanelen en
probeer deze nooit handmatig te openen.
Anders is het mogelijk dat u de airbags
beschadigt. Bovendien kunt u letsel
oplopen doordat de airbags mogelijk niet
meer functioneren. De beschermpanelen
van de airbagkussens gaan alleen open als
de airbags worden opgeblazen.
Als u alleen op de airbags vertrouwt, kan
dit bij een aanrijding leiden tot ernstig
letsel. De airbags werken in combinatie
met uw veiligheidsgordel om u op de
juiste wijze te beschermen. Bij sommige
aanrijdingen worden de airbags niet
opgeblazen. Draag uw veiligheidsgordels
altijd, ook als uw auto is uitgerust met
airbags.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 116
Page 119 of 344

117
(Vervolgd)
luut noodzakelijk is voor het plaatsen van
een kinderzitje op de voorstoel. Kinderen van
12 jaar en jonger moeten altijd goed vastge-
gespt op de achterbank zitten. Statistieken
tonen aan dat kinderen beter beschermd zijn
wanneer ze op de achterbank zijn vastge -
gespt en niet op de voorstoelen. (Raadpleeg
de paragraaf "Kinderzitjes" in dit hoofdstuk
voor meer informatie.)
De geavanceerde frontairbag aan passagiers-
zijde kan worden ingeschakeld (AAN) of
uitgeschakeld (UIT) door de gewenste instel -
ling te selecteren in het menu van het
display in de instrumentengroep. Voor meer
informatie over het openen van het display in
de instrumentengroep raadpleegt u de para -
graaf "Display in de instrumentengroep" in
het hoofdstuk "Uw instrumentenpaneel leren
kennen". De functie passagiersairbag uitschakelen
bestaat uit de volgende onderdelen:
Controller van het beveiligingssysteem
voor inzittenden
Controlelampje passagiersairbag
UITGESCHAKELD (OFF) — een oranje
lampje op de Sport Bar
Controlelampje passagiersairbag INGE -
SCHAKELD (ON) — een oranje lampje op
de Sport Bar
Waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem — een oranje lampje in het
display in de instrumentengroep
Controlelampje passagiersairbag
WAARSCHUWING!
Een UITGESCHAKELDE (OFF) geavan -
ceerde frontairbag aan passagierszijde is
gedeactiveerd en wordt niet opgeblazen
bij een botsing.
Een UITGESCHAKELDE (OFF) geavan -
ceerde frontairbag aan passagierszijde
biedt geen extra bescherming voor de
voorpassagier als aanvulling op de veilig-
heidsgordels.
Plaats nooit een kinderzitje op de voor -
stoel, tenzij het controlelampje Passa-
giersairbag UITGESCHAKELD (OFF)
in het midden van het instrumentenpa-
neel brandt om aan te geven dat de
geavanceerde frontairbag aan passa-
gierszijde is UITGESCHAKELD (OFF).
Bij een aanrijding bestaat het risico dat
u en uw passagiers aanmerkelijk
ernstiger letsel oplopen wanneer de
veiligheidsgordels niet op de juiste wijze
worden gedragen. U kunt in aanraking
komen met de binnenkant van uw auto of
met andere passagiers of uit de auto
worden geslingerd. Zorg altijd dat u en
uw passagiers in de auto de veiligheids-
gordels op de juiste wijze dragen.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 117
Page 120 of 344

VEILIGHEID
118
De controller van het beveiligingssysteem
voor inzittenden (ORC) bewaakt de gereed-
heid van de elektronische onderdelen van
het airbagsysteem wanneer de contactscha -
kelaar in de stand START of ON/RUN staat.
De ORC laat het indicatielampje voor het
UITSCHAKELEN van de passagiersairbag
(OFF) en het indicatielampje voor het
INSCHAKELEN van de passagiersairbag
(ON) op de Sport Bar ongeveer vijf tot acht
seconden branden voor een zelftest wanneer
het contact op de stand START of ON/RUN
wordt gezet. Na de zelftest kunnen de
bestuurder en de passagier aan het bran -
dende indicatielampje zien wat de status is
van de geavanceerde frontairbag aan passa -
gierszijde. Laat het systeem echter onmid -
dellijk controleren door een erkende dealer
als zich het volgende voordoet:
Geen van beide indicatielampjes gaat
branden bij wijze van zelftest wanneer het
contact eerst op een START of op ON/RUN
wordt gezet.
Beide indicatielampjes blijven branden
nadat u het voertuig hebt gestart.
Beide indicatielampjes blijven uit nadat u
het voertuig hebt gestart.
Beide indicatielampjes gaan branden
terwijl u rijdt.
Beide indicatielampjes gaan uit terwijl u
rijdt.
Nadat de zelftest is voltooid, dient er slechts
één indicatielampje voor de passagiersairbag
tegelijk te branden.
Controlelampje passagiersairbag UITGE -
SCHAKELD (OFF) — op de Sport Bar aan de
bovenkant
Het controlelampje passagiersairbag UITGE -
SCHAKELD (OFF) waarschuwt de bestuurder
en passagier voorin als de geavanceerde
frontairbag aan passagierszijde is gedeacti -
veerd. Het controlelampje passagiersairbag
UITGESCHAKELD (OFF) gaat branden
om aan te geven dat de geavanceerde fron -tairbag aan passagierszijde niet wordt geac
-
tiveerd tijdens een aanrijding. Ga er NOOIT
vanuit dat de geavanceerde frontairbag aan
de passagierszijde is uitgeschakeld, tenzij
het indicatielampje voor het UITSCHA -
KELEN van de passagiersairbag (OFF)
brandt.
Controlelampje passagiersairbag INGE -
SCHAKELD (ON) — op de Sport Bar aan de
bovenkant
Het controlelampje passagiersairbag INGE -
SCHAKELD (ON) waarschuwt de bestuurder
en passagier voorin als de geavanceerde
frontairbag aan passagierszijde is geacti -
veerd. Het controlelampje passagiersairbag
INGESCHAKELD (ON) gaat branden om
aan te geven dat de geavanceerde fron -
tairbag aan passagierszijde wordt geacti -
veerd tijdens een aanrijding waarbij de
airbags moeten worden geactiveerd. Ga er
NOOIT vanuit dat de geavanceerde fron -
tairbag aan de passagierszijde is ingescha -
keld, tenzij het controlelampje
passagiersairbag ingeschakeld (ON)
brandt.
WAARSCHUWING!
Als een van de bovenstaande
omstandigheden zich voordoet, en er wordt
aangegeven dat er een probleem is met het
controlelampje van de passagiersairbag,
dan blijft de geavanceerde frontairbag aan
passagierszijde in de laatst geselecteerde
status (INGESCHAKELD of
UITGESCHAKELD).
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 118