JEEP WRANGLER UNLIMITED 2020 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: WRANGLER UNLIMITED, Model: JEEP WRANGLER UNLIMITED 2020Pages: 344, PDF Size: 9.41 MB
Page 81 of 344

79
/ — Controlelampje Inschakelbare
4WD — indien aanwezig
Dit lampje waarschuwt de bestuurder dat het
voertuig in de inschakelbare vierwielaandrij -
vingsmodus staat en de aandrijfassen vóór
en achter mechanisch samen zijn vergren -
deld, waardoor de voor- en achterwielen met
dezelfde snelheid draaien.
— Controlelampje storing actieve
snelheidsbegrenzer — indien aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer er een storing is gedetecteerd in de
actieve snelheidsbegrenzer.
— Controlelampje storing
asvergrendeling (indien aanwezig)
Dit lampje geeft aan wanneer er een storing
in de voor- en/of achterasvergrendeling is
gedetecteerd.
— Controlelampje Forward Collision
Warning uit — indien aanwezig
Dit controlelampje licht op om aan te geven
aan dat Forward Collision Warning uitgescha -
keld is.
— Controlelampje voor- en
achterasvergrendeling (indien aanwezig)
Dit lampje geeft aan wanneer de vooras, de
achteras of beide assen zijn vergrendeld. Het
lampje geeft het vergrendelpictogram op de
voor- en achteras weer om de huidige
vergrendelstatus aan te geven.
/ — Controlelampje Neutral — indien
aanwezig
Dit lampje waarschuwt de bestuurder dat het
voertuig zich in de neutraalstand bevindt.
— Controlelampje achterasvergrendeling
(indien aanwezig)
Dit lampje geeft aan wanneer de achterasver -
grendeling is geactiveerd.
— Controlelampje mistachterlichten —
indien aanwezig
Dit controlelampje gaat branden wanneer de
mistachterlichten zijn ingeschakeld.
— Waarschuwingslampje Onderhoud
adaptieve cruisecontrol — indien aanwezig
Dit lampje gaat branden wanneer de ACC
niet werkt en onderhoud nodig heeft. Raad -pleeg de paragraaf "Adaptieve cruisecontrol
(ACC)" in het hoofdstuk "Starten en rijden"
voor meer informatie.
— Controlelampje stabilisatorstang
(indien aanwezig)
Dit lampje gaat branden wanneer de voorste
stabilisatorstang is uitgeschakeld.
— Lampje Wacht met starten — indien
aanwezig
Dit controlelampje brandt ongeveer twee
seconden als u de contactschakelaar in de
stand RUN zet. Dit kan langer duren bij
koudere bedrijfsomstandigheden. Auto zal
niet starten zolang de indicator wordt weer -
gegeven.
Raadpleeg de paragraaf "De motor starten" in
het hoofdstuk "Starten en rijden" voor meer
informatie hierover.
OPMERKING:
Het controlelampje "Wachten met starten"
brandt mogelijk niet als de temperatuur in
het inlaatspruitstuk hoog genoeg is.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 79
Page 82 of 344

UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
80
— Controlelampje Laag niveau
AdBlue®-additief (UREUM) — indien
aanwezig
Het controlelampje Laag niveau
AdBlue®-additief (UREUM) gaat branden
wanneer het AdBlue®-niveau (UREUM) laag
is.
Vul de AdBlue®-tank (UREUM) zo snel moge -
lijk bij met ten minste 5 liter (1,3 gallon)
AdBlue® (UREUM).
Als het bijvullen is uitgevoerd met een bijna
lege AdBlue® (UREUM)-tank, moet u moge -
lijk twee minuten wachten voordat u de
motor start.
Raadpleeg "Starten en rijden" voor meer
informatie hierover.
Controlelampje water in brandstof —
indien aanwezig
De indicator "Water in brandstof" brandt als
water wordt gedetecteerd in het brandstof -
filter. Als dit lampje blijft branden, mag u de
auto NIET starten voordat u het water uit het
brandstoffilter hebt afgetapt om schade aan
de motor te voorkomen. Raadpleeg tevens
een geautoriseerde dealer.
Groene controlelampjes
— Lampje Adaptieve cruisecontrol (ACC)
ingesteld met geen doel gedetecteerd —
indien aanwezig
Dit lampje gaat branden wanneer de adap -
tieve cruisecontrol is ingesteld zonder dat
een doelvoertuig is gedetecteerd. Raadpleeg
de paragraaf "Adaptieve cruisecontrol (ACC)"
in het hoofdstuk "Starten en rijden" voor
meer informatie.
— Lampje adaptieve cruisecontrol (ACC)
ingesteld met doel — indien aanwezig
Dit wordt weergegeven wanneer de ACC is
ingeschakeld en een doelvoertuig is gedetec -
teerd. Raadpleeg de paragraaf "Adaptieve
cruisecontrol (ACC) — indien aanwezig" in
het hoofdstuk "Starten en rijden" voor meer
informatie.
— Controlelampje 4WD Auto — indien
aanwezig
Dit lampje waarschuwt de bestuurder dat het
voertuig in de modus Auto van de vierwiel -
aandrijving staat. Het systeem levert
vermogen aan alle vier de wielen en schakelt
indien nodig het vermogen tussen de voor-
en achteras. Dit zorgt voor maximale tractie
bij droge en gladde omstandigheden.
— Controlelampje actieve
snelheidsbegrenzer INGESTELD — indien
uitgerust met een premium
instrumentengroep
Dit controlelampje gaat branden wanneer de
actieve snelheidsbegrenzer is ingeschakeld
en is ingesteld op een specifieke snelheid.
LET OP!
De aanwezigheid van water in het
brandstofsysteemcircuit kan leiden tot
ernstige schade aan het inspuitsysteem en
onregelmatige werking van de motor. Als
het controlelampje brandt, neemt u dan zo
snel mogelijk contact op met een erkende
dealer om het systeem te ontluchten. Als
de bovenstaande aanwijzingen direct na
het tanken verschijnen, is waarschijnlijk
water in de tank gegoten: schakel de motor
onmiddellijk uit en neem contact op met
een erkende dealer.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 80
Page 83 of 344

81
— Controlelampje Cruisecontrol SET —
indien uitgerust met een premium
instrumentengroep
Dit controlelampje gaat branden wanneer de
cruisecontrol is ingesteld op de gewenste
snelheid. Raadpleeg de paragraaf "cruis -
econtrol — indien aanwezig" in het hoofd -
stuk "Starten en rijden" voor meer informatie.
— Controlelampje mistlampen vóór —
indien aanwezig
Dit controlelampje gaat branden wanneer de
mistlampen vóór zijn ingeschakeld.
— Controlelampje parkeerlichten/
koplampen Aan
Dit controlelampje brandt wanneer de parkeer -
lichten of koplampen zijn ingeschakeld.
— Controlelampje veiligheidsgordel
vastgezet — indien aanwezig
Dit lampje geeft aan wanneer een veilig -
heidsgordel op de achterbank is vastge -
maakt. Er verschijnt een controlelampje in
de rechterbovenhoek van het display van de
instrumentengroep in overeenstemming met
de specifieke zitplaats wanneer de veilig -
heidsgordel is vastgemaakt. Raadpleeg de paragraaf "Beveiligingssy
-
stemen voor inzittenden" in het hoofdstuk
"Veiligheid" voor meer informatie.
— Controlelampje Stop/start actief —
indien aanwezig
Dit controlelampje gaat branden wanneer de
Stop/Start-functie zich in de modus "Auto -
stop" bevindt.
— Controlelampjes richtingaanwijzers
Wanneer de linker of rechter richtingaan -
wijzer is ingeschakeld, knippert het controle -
lampje van de richtingaanwijzer en de
bijbehorende richtingaanwijzers knipperen.
Richtingaanwijzers kunnen worden geacti -
veerd door de multifunctionele hendel
omlaag (links) of omhoog (rechts) te
bewegen.
OPMERKING:
Er klinkt een continu geluidssignaal als de
auto verder dan 1 mijl (1,6 km) rijdt met
een ingeschakelde richtingaanwijzer.
Als één van de richtingaanwijzers sneller
knippert dan normaal, moet u controleren
of er een gloeilampje aan de buitenkant
defect is.
Witte controlelampjes
— Lampje adaptieve cruisecontrol (ACC)
gereed — indien aanwezig
Dit lampje gaat branden wanneer het voer -
tuig is uitgerust met adaptieve cruisecontrol
(ACC) en deze is ingeschakeld, maar niet
ingesteld. Raadpleeg de paragraaf "Adap -
tieve cruisecontrol (ACC) — indien aanwezig"
in het hoofdstuk "Starten en rijden" voor
meer informatie.
— Indicatielampje tweewielaandrijving
hoog — indien uitgerust met een premium
instrumentenpaneel
Dit lampje waarschuwt de bestuurder dat het
voertuig zich in de hoge groep van de twee -
wielaandrijving bevindt.
— Controlelampje actieve
snelheidsbegrenzer gereed — indien
uitgerust met een premium
instrumentengroep
Dit lampje gaat branden wanneer de actieve
snelheidsbegrenzer ingeschakeld, maar niet
ingesteld is.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 81
Page 84 of 344

UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
82
— Controlelampje actieve
snelheidsbegrenzer INGESTELD — indien
uitgerust met een basisinstrumentengroep
Dit lampje gaat branden wanneer de actieve
snelheidsbegrenzer is ingeschakeld en is
ingesteld op een specifieke snelheid.
— Controlelampje Hill Descent Control
(HDC) — indien aanwezig
Dit lampje geeft aan wanneer de afdalingsre -
geling (Hill Descent Control; HDC) is inge -
schakeld. Het lampje blijft branden als HDC
is ingeschakeld. HDC kan alleen worden
ingeschakeld wanneer de tussenbak in de
stand “4WD Low” staat en de voertuigsnel -
heid lager dan 48 km/u (30 mph) is.
Wanneer niet aan deze voorwaarden is
voldaan, zal het HDC-controlelampje gaan
knipperen, wanneer u probeert de
HDC-functie in te schakelen.
— Controlelampje veiligheidsgordel
vastgezet — indien aanwezig
Dit lampje geeft aan wanneer een veilig -
heidsgordel op de achterbank is vastge -
maakt. Er verschijnt een controlelampje in
de rechterbovenhoek van het display van de
instrumentengroep in overeenstemming met de specifieke zitplaats wanneer de veilig
-
heidsgordel is vastgemaakt.
Raadpleeg de paragraaf "Beveiligingssy -
stemen voor inzittenden" in het hoofdstuk
"Veiligheid" voor meer informatie.
— Controlelampje veiligheidsgordels
achterin — indien aanwezig
Dit lampje geeft aan dat een veiligheids -
gordel achterin op de tweede zitrij niet is
vastgegespt. Als de contactschakelaar voor
het eerst in de stand ON/RUN of ACC/ON/
RUN wordt gezet, en een veiligheidsgordel
op de tweede zitrij losgegespt is, gaat in het
gebied rechtsboven in het display van de
instrumentengroep een lampje branden voor
de betreffende zitplaats. Dit vervangt tijde -
lijk de configureerbare hoekinformatie. Als
een veiligheidsgordel op de tweede zitrij die
aan het begin van de rit vastgegespt was,
wordt losgegespt, verandert het controle -
lampje veiligheidsgordels achterin van het
gegespte naar het losgegespte symbool en
klinkt een geluidssignaal.
Raadpleeg de paragraaf "Beveiligingssy -
stemen voor inzittenden" in het hoofdstuk
"Veiligheid" voor meer informatie.
— Controlelampje achterbank niet bezet
— indien aanwezig
Dit lampje geeft aan wanneer de zitplaatsen
op de achterbank niet bezet zijn en gaat
branden in het rechterbovengedeelte van het
display van de instrumentengroep. Het
vervangt tijdelijk de informatie over de confi -
gureerbare hoek.
Raadpleeg de paragraaf "Beveiligingssy -
stemen voor inzittenden" in het hoofdstuk
"Veiligheid" voor meer informatie.
— Waarschuwingscontrolelampje
snelheid — indien aanwezig
Als de waarschuwing ingestelde snelheid
verschijnt, gaat het verklikkerlampje waar -
schuwing ingestelde snelheid in de instru -
mentengroep branden. Als de ingestelde
snelheid wordt overschreden, gaat een geel
waarschuwingslampje knipperen en klinkt er
een aanhoudend geluidssignaal (maximaal
tien seconden of totdat de snelheid niet
meer wordt overschreden). De snelheids -
waarschuwing kan op het display van de
instrumentengroep worden in- en uitgescha -
keld. Raadpleeg voor meer informatie de
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 82
Page 85 of 344

83
paragraaf "Menu-items display in de instru-
mentengroep" in het hoofdstuk "Uw instru -
mentenpaneel leren kennen".
De waarde 55 is slechts een voorbeeld van
een snelheid die kan worden ingesteld.
— Controlelampje Cruisecontrol gereed
— indien uitgerust met een premium
instrumentengroep
Dit lampje gaat branden wanneer de cruis -
econtrol is ingeschakeld, maar niet is inge -
steld. Raadpleeg de paragraaf "cruisecontrol
— indien aanwezig" in het hoofdstuk
"Starten en rijden" voor meer informatie.
— Controlelampje Cruisecontrol SET —
indien uitgerust met basisversie
instrumentengroep
Dit controlelampje gaat branden als de cruis -
econtrol is ingesteld.
Raadpleeg de paragraaf "cruisecontrol —
indien aanwezig" in het hoofdstuk "Starten
en rijden" voor meer informatie.
Blauwe controlelampjes
— Controlelampje grootlicht
Dit controlelampje gaat branden om aan te
geven dat het grootlicht is ingeschakeld. Als
het dimlicht is ingeschakeld, duwt u de
multifunctionele hendel naar voren (naar de
voorkant van het voertuig) om het grootlicht
in te schakelen. Trek de multifunctionele
hendel naar achteren (naar de achterkant
van het voertuig) om het grootlicht uit te
schakelen. Wanneer het grootlicht is uitge -
schakeld, trekt u de hendel naar u toe om het
grootlicht tijdelijk in te schakelen, of te
"knipperen".
Grijze controlelampjes
— Controlelampje Cruisecontrol gereed
— indien uitgerust met basisversie
instrumentengroep
Dit lampje gaat branden wanneer de cruis -
econtrol is ingeschakeld, maar niet is inge -
steld. Raadpleeg de paragraaf "cruisecontrol
— indien aanwezig" in het hoofdstuk
"Starten en rijden" voor meer informatie.
— Controlelampje actieve
snelheidsbegrenzer gereed — indien
uitgerust met een basis instrumentengroep
Dit lampje gaat branden wanneer de actieve
snelheidsbegrenzer is ingeschakeld, maar
niet is ingesteld.
BOORDDIAGNOSESYSTEE
M — OBD II
Uw auto is uitgerust met een geavanceerd
diagnosesysteem genaamd OBD II (On-Board
Diagnostic II). Dit systeem bewaakt de pres -
taties van de regelsystemen voor uitlaatgase -
missie, de motor en de versnellingsbak. Als
deze systemen correct werken, zal uw auto
uitstekende prestaties leveren, brandstof
besparen en lage emissiewaarden hebben
die aan de strengste eisen voldoen.
Wanneer een bepaald systeem onderhoud of
reparatie nodig heeft, schakelt het OBD II
systeem het storingslampje in. Bovendien zal
het diagnosecodes en andere hulpinformatie
voor de monteur opslaan in een geheugen.
Hoewel u dan meestal nog met het voertuig
kunt rijden en niet gesleept hoeft te worden,
dient u toch zo spoedig mogelijk een erkende
dealer te bezoeken voor service.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 83
Page 86 of 344

UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
84
(Vervolgd)
Boorddiagnosesysteem (OBD II) en
cyberveiligheid
Uw voertuig moet zijn uitgerust met een
boorddiagnosesysteem (OBD II) en een
aansluiting voor toegang tot informatie met
betrekking tot de prestaties van de emissie-
regeling. Erkende servicemonteurs hebben
toegang tot deze informatie nodig voor de
diagnose en het onderhoud van uw voertuig
en emissiesystemen.
Raadpleeg de paragraaf "Cyberveiligheid" in
het hoofdstuk "Multimedia" in het instructie-
boekje voor meer informatie.
LET OP!
Als u lange tijd blijft rijden met een
brandend storingslampje, kan het emis-
sieregelsysteem verder beschadigd
raken. Het kan ook van invloed zijn op
het brandstofverbruik en het rijgedrag.
De auto vereist onderhoud om emissie-
tests te kunnen uitvoeren.
Als het lampje knippert wanneer de
motor draait, zal de katalysator vrij snel
ernstig defect raken en zal het motorver -
mogen afnemen. Raadpleeg dan onmid -
dellijk uw dealer.
WAARSCHUWING!
UITSLUITEND een erkende servicemon -
teur mag apparatuur aansluiten op de
OBD II aansluiting voor uitlezen van het
VIN, diagnose of onderhoud van uw auto.
Als niet-goedgekeurde apparatuur wordt
aangesloten op de OBD II aansluiting,
zoals een tracker voor bestuurdersge-
drag, kan:
Het mogelijk zijn dat voertuigsy-
stemen, waaronder ook veiligheids-
gerelateerde systemen, worden
aangetast. Ook kan het voertuig
onbestuurbaar worden wat kan
leiden tot ernstige of zelfs dodelijke
ongevallen.
Informatie die is opgeslagen in de
systemen van uw voertuig, waaronder ook persoonlijke gegevens, toeganke-
lijk worden voor anderen.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 84
Page 87 of 344

85
(Vervolgd)
VEILIGHEIDSVOORZIENIN
GEN
Antiblokkeersysteem (ABS)
Het ABS-systeem zorgt voor extra voertuig-
stabiliteit en meer remwerking onder de
meeste remomstandigheden. Het systeem
voorkomt automatisch het blokkeren van de
wielen en verbetert de beheersbaarheid van
het voertuig tijdens remmen.
Het ABS-systeem voert een zelftest uit om te
controleren of het ABS naar behoren functi -
oneert telkens wanneer de auto wordt gestart
en wordt gereden. Tijdens de zelftest hoort u
mogelijk ook een zacht klikkend geluid en
enkele hieraan gerelateerde motorgeluiden.
ABS wordt geactiveerd wanneer het systeem
detecteert dat één of meer wielen beginnen
te blokkeren tijdens het remmen. Als de auto
over ijs, sneeuw, grint, kuilen, spoorrails of
voorwerpen rijdt of wanneer u een noodstop
maakt neemt de kans dat ABS ingrijpt toe. Wanneer het ABS-systeem actief is, kunt u
dit als volgt merken:
Geluid van de ABS-pompmotor (deze kan
nog korte tijd blijven draaien nadat de
auto al tot stilstand is gekomen)
de magneetkleppen maken klikgeluiden,
u voelt pulsaties in het rempedaal,
Het rempedaal daalt iets bij de eindaan
-
slag
OPMERKING:
Dit zijn normale kenmerken van het
ABS-systeem.
ABS is ontworpen voor gebruik met originele
banden (OEM). Wijziging kan leiden tot
verminderde prestaties van het ABS.
WAARSCHUWING!
Het ABS-systeem bevat geavanceerde
elektronica die mogelijk gevoelig is voor
storingen van onjuist geïnstalleerde of
krachtige zendapparatuur. Dergelijke
storingen kunnen ertoe leiden dat de
werking van het ABS-systeem volledig
uitvalt. Dergelijke apparatuur mag
uitsluitend door bevoegde vakmensen
worden geïnstalleerd.
Pompend remmen heeft op het
ABS-systeem een averechtse uitwerking.
De effectieve remkracht wordt hierdoor
verminderd en het risico van een ongeval
neemt toe. Pompend remmen verlengt
de remweg. Wanneer u moet afremmen
of stoppen, trap dan alleen stevig het
rempedaal in.
Met het ABS-systeem wordt niet voor-
komen dat de auto onderworpen blijft
aan de wetten van de natuur. De effecti -
viteit van de remmen wordt door ABS
niet verder verhoogd dan de remmen,
banden en grip van de auto toelaten.
Het ABS voorkomt geen ongelukken ten
gevolge van bijvoorbeeld te hoge snel -
heden in bochten, te weinig afstand
houden of aquaplaning.
Gebruik de mogelijkheden van een auto
met ABS nooit op een roekeloze of risico-
volle wijze die de veiligheid van de
bestuurder of anderen in gevaar brengt.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 85
Page 88 of 344

VEILIGHEID
86
ABS-waarschuwingslampje
Het gele ABS-waarschuwingslampje gaat
branden wanneer het contact in de stand
ON/RUN staat en kan daarna nog vier
seconden blijven branden.
Als het ABS-waarschuwingslampje tijdens
het rijden blijft of gaat branden, wijst dit
erop dat het ABS-gedeelte van het remsy-
steem niet functioneert en dat onderhoud
nodig is. Het gewone remsysteem zal echter
normaal functioneren wanneer het
ABS-waarschuwingslampje brandt.
Wanneer het ABS-waarschuwingslampje
brandt, moet u het remsysteem zo spoedig
mogelijk laten controleren om weer van de
voordelen van ABS te kunnen profiteren. Als
het ABS-waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer het contact in de stand
ON/RUN is gezet, moet u het lampje zo snel
mogelijk laten repareren.
Elektronisch remregelsysteem (EBC)
Uw auto is uitgerust met een geavanceerde
elektronische remkrachtregeling (EBC). Dit
systeem bestaat uit een elektronische
remkrachtverdeling (EB), antiblokkeersys -
teem (ABS), een remassistent (Brake Assist
System (BAS)), Hill Start Assist (HSA), een tranctieregelsysteem (Traction Control
System (TCS)), elektronische stabiliteitsre
-
geling (ESC), elektronische kantelbeveiliging
(Electronic Roll Mitigation (ERM)). Deze
systemen werken samen zodat de auto
stabiel en bestuurbaar is bij verschillende
rijomstandigheden.
Uw auto is mogelijk ook uitgerust met antis -
lingerregeling (TSC), Ready Alert Braking
(RAB), Rain Brake Support (RBS), en Hill
Descent Control (HDC).
Remassistent (BAS)
De remassistent (BAS) is ontworpen om de
remwerking van de auto te optimaliseren
tijdens noodremsituaties. Het systeem
herkent een noodremsituatie aan de hand
van de snelheid en kracht waarmee het
rempedaal wordt ingetrapt en optimaliseert
de remdruk dienovereenkomstig. Dit draagt
bij aan een verkorting van de remweg. Het
BAS-systeem vult het ABS-systeem aan.
Wanneer u het rempedaal zeer snel intrapt,
is de assistentie van het BAS-systeem opti -
maal. Om van het systeem te profiteren moet
u aanhoudend remdruk uitoefenen tijdens
het stoppen (niet "pompend" remmen).
Verminder de druk op het rempedaal niet,
tenzij u niet langer hoeft te remmen. Zodra u het rempedaal loslaat, wordt het
BAS-systeem uitgeschakeld.
Waarschuwingslampje remsysteem
Het rode waarschuwingslampje van het
remsysteem gaat branden wanneer u het
contact in de stand ON/RUN zet en kan
daarna nog vier seconden blijven branden.
Als het waarschuwingslampje van het remsy
-
steem tijdens het rijden aan blijft of gaat
branden, wijst dit erop dat het remsysteem
niet functioneert en dat onmiddellijk onder -
houd nodig is. Als het waarschuwingslampje
WAARSCHUWING!
Met het BAS-systeem wordt niet
voorkomen dat de auto onderworpen blijft
aan de wetten van de natuur en het
systeem zorgt evenmin voor meer grip op
het wegdek. BAS kan geen ongevallen
voorkomen, zeker geen ongevallen die
worden veroorzaakt door te hoge snelheden
in bochten, het rijden op zeer glad
wegdek, of aquaplaning. Gebruik de
mogelijkheden van een auto met BAS
nooit op een roekeloze of risicovolle wijze
die de veiligheid van uzelf of anderen in
gevaar brengt.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 86
Page 89 of 344

87
van het remsysteem niet gaat branden
wanneer u het contact in de stand ON/RUN
zet, moet u het lampje zo snel mogelijk laten
repareren.
Elektronische remkrachtverdeling (EBD)
Deze functie regelt de verdeling van het
remkoppel over de voor- en achteras door de
remdruk op de achteras te begrenzen. Dit
wordt gedaan om overmatige wielslip van de
achterwielen en instabiliteit van het voertuig
te voorkomen, en om te voorkomen dat ABS
eerder ingrijpt op de achteras dan op de
vooras.
Electronic Roll Mitigation (ERM)
Door bewaking van de stuurbewegingen en
de snelheid van de auto anticipeert Elec-
tronic Roll Mitigation (ERM) op de mogelijk -
heid dat een wiel loskomt van het wegdek.
Wanneer het ERM-systeem vaststelt dat de
mate waarin de hoek van het stuur verandert,
en de snelheid van het voertuig voldoende
zijn om het wiel op te tillen, wordt er bijge -
remd en kan het motorvermogen worden
verminderd. Zo wordt de kans kleiner dat het
wiel wordt opgetild. ERM kan de kans op het
optillen van een wiel alleen verminderen
tijdens zeer ernstige of ontwijkende rijma -noeuvres. Het systeem kan niet voorkomen
dat het wiel wordt opgetild als gevolg van
andere factoren, zoals de staat van de weg,
het verlaten van de rijbaan of het raken van
objecten of andere voertuigen.
OPMERKING:
Het ERM-systeem is uitgeschakeld wanneer
ESC in de stand "Full Off" (volledig uitge
-
schakeld) staat (indien aanwezig). Raad -
pleeg het hoofdstuk "Elektronisch
stabiliteitsregelsysteem (ESC) voor een
uitgebreide uitleg over de beschikbare
ESC-modi.
Elektronisch stabiliteitsregelsysteem (ESC)
Het elektronisch stabiliteitssysteem (ESC)
zorgt onder diverse rijomstandigheden voor
een betere controle over de rijrichting en
meer stabiliteit van het voertuig. ESC corri -
geert over- en ondersturen van het voertuig
door het/de juiste wiel(en) af te remmen. Zo
wordt tegengestuurd bij onder- of oversturen.
Ook kan het motorvermogen worden vermin -
derd om het voertuig te helpen bij het hand -
haven van de juiste rijrichting.
ESC bepaalt met behulp van sensors in het
voertuig de door de bestuurder gewenste
rijrichting. Het systeem vergelijkt deze baan
dan met de werkelijke rijrichting van het
voertuig. Wanneer de werkelijke baan niet
overeenkomt met de gewenste baan, remt
ESC het juiste wiel af om over- of onderstuur
tegen te gaan.
Overstuur — het voertuig draait meer dan
correct is voor de stand van het stuur.
Onderstuur — het voertuig draait minder
dan correct is voor de stand van het stuur.
Het controle-/storingslampje ESC (in de
instrumentengroep) begint te knipperen
zodra het ESC-systeem wordt geactiveerd.
Het controle-/storingslampje ESC knippert
ook wanneer het ASR-systeem actief is. Als
WAARSCHUWING!
Er zijn veel factoren, zoals de belading van
het voertuig en de weg- en
rijomstandigheden, die ervoor kunnen
zorgen dat een wiel wordt opgetild of het
voertuig kantelt. Het ERM-systeem kan
niet in alle gevallen voorkomen dat een
wiel wordt opgetild of de auto kantelt, met
name niet wanneer de rijbaan wordt
verlaten of wanneer er objecten of andere
voertuigen worden geraakt. Gebruik de
mogelijkheden van een auto met ERM
nooit op een roekeloze of gevaarlijke wijze
die de veiligheid van de bestuurder of
anderen in gevaar brengt.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 87
Page 90 of 344

VEILIGHEID
88
(Vervolgd)
het controle-/storingslampje ESC gaat knip-
peren tijdens het optrekken, neem dan gas
terug en rijd verder terwijl u zo min mogelijk
gas geeft. Pas uw snelheid en rijstijl altijd
aan de toestand van het wegdek aan.
Bedrijfsmodi van ESC
OPMERKING:
Afhankelijk van het model en de bedrijfs -
modus, heeft het ESC-systeem meerdere
standen. ESC ingeschakeld
Dit is de normale bedrijfsmodus voor het
ESC-systeem. Als de auto wordt gestart,
bevindt het ESC-systeem zich in deze
modus. Deze modus moet worden gebruikt
voor het merendeel van de rijomstandig
-
heden. Alternatieve ESC-modi mogen alleen
om specifieke redenen worden gebruikt,
zoals wordt beschreven in de volgende para -
grafen.
Gedeeltelijk uitgeschakeld
De modus "Gedeeltelijk uit" is bedoeld voor
situaties waarin een meer dynamische rijer -
varing gewenst is. Deze modus wijzigt moge -
lijk de drempelwaarden voor activering van
ASR en ESC, waardoor meer wielspin wordt
toegestaan dan normaal. Deze modus kan
nuttig zijn wanneer u met de auto vast komt
te zitten.
Als u de modus "Gedeeltelijk uit" wilt acti -
veren, drukt u kort op de toets "ESC OFF",
waarna het controlelampje "ESC OFF" gaat
branden. Als u ESC opnieuw wilt inscha -
kelen, drukt u nogmaals kort op de toets
"ESC OFF". Het controlelampje "ESC OFF"
gaat uit.
WAARSCHUWING!
De elektronische stabiliteitsregeling
(ESC) kan niet voorkomen dat de auto
onderhevig is aan de natuurkundige
wetten en kan evenmin zorgen voor meer
grip op het wegdek. ESC kan geen onge-
lukken voorkomen, zeker geen onge-
lukken die worden veroorzaakt door te
hoge snelheden in bochten, het rijden op
zeer glad wegdek, of aquaplaning. ESC
kan evenmin ongelukken voorkomen die
het gevolg zijn van het verlies van de
controle over het voertuig doordat het
rijgedrag niet is aangepast aan de
omstandigheden. Alleen een oplettende
en bekwame bestuurder met een veilige
rijstijl kan ongelukken voorkomen.
Gebruik de mogelijkheden van een auto
met ESC nooit op een roekeloze of risico-
volle wijze die de veiligheid van de
bestuurder of anderen in gevaar brengt.
Wijzigingen van uw voertuig of slecht
onderhoud van uw voertuig kunnen
leiden tot verandering van de rijeigen -
schappen van het voertuig en kunnen
een negatief effect hebben op de
werking van het ESC-systeem. Wijzi -
gingen van de stuurinrichting, ophan -
ging, het remsysteem, bandentype en
banden- of wielmaat kunnen een nade-
lige invloed hebben op de werking van
ESC. Een onjuiste bandenspanning of
ongelijkmatige bandenslijtage kan
leiden tot een verslechterde werking van
ESC. Elk wijziging van het voertuig of
onvoldoende onderhoud van het voertuig
die leidt tot een afname van de effectivi -
teit van het ESC-systeem kan het risico
van verlies van de macht over het stuur,
het over de kop slaan en (dodelijk) letsel
vergroten.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 88