stop start JEEP WRANGLER UNLIMITED 2020 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: WRANGLER UNLIMITED, Model: JEEP WRANGLER UNLIMITED 2020Pages: 344, PDF Size: 9.41 MB
Page 129 of 344

127
(Vervolgd)
Uw voertuig is mogelijk ook ontworpen om
een van deze andere of andere functies uit te
voeren naar aanleiding van het uitgebreide
ongelukkenresponssysteem:
De verwarming van het brandstoffilter
uitschakelen, de aanjagermotor van de
klimaatregeling uitschakelen, de circula-
tieklep van de klimaatregeling sluiten
De accuvoeding afsluiten naar de:
Motor
Elektromotor (indien aanwezig)
Elektrische stuurbekrachtiging
Rembekrachtiging
Elektrische parkeerrem
Automatische schakelhendel
Claxon
Ruitenwissers vóór
KoplampsproeierpompOPMERKING:
Vergeet niet om na een ongeval het contact
in de stand STOP (OFF/LOCK) te zetten en
de sleutel uit de contactschakelaar te verwij
-
deren om te voorkomen dat de accu leeg -
loopt. Controleer zorgvuldig de auto op
brandstoflekkage in de motorruimte en op de
grond in de buurt van de motorruimte en de
brandstoftank voordat u het systeem reset en
de motor te star. Als er na een ongeval geen
brandstoflekkage of schade aan de elektri -
sche apparaten van het voertuig (bijv.
koplampen) is, reset u het systeem door de
hierna beschreven procedure te volgen.
Indien u twijfelt, neem dan contact op met
een erkende dealer.
Resetprocedure uitgebreid
ongelukkenresponssysteem
Om de functies van het uitgebreide ongeluk -
kenresponssysteem na een incident te
resetten, moet u de contactschakelaar van
de stand contact START of ON/RUN in de
stand contact OFF zetten. Controleer zorg -
vuldig de auto op brandstoflekkage in de
motorruimte en op de grond in de buurt van
de motorruimte en de brandstoftank voordat
u het systeem reset en de motor te star.
Onderhoud van het airbagsysteem
WAARSCHUWING!
Wijzigingen aan onderdelen van het
airbagsysteem kunnen tot gevolg hebben
dat het systeem bij een aanrijding niet
functioneert. U kunt letsel oplopen
doordat de airbag niet werkt en u niet
beschermt. Breng geen wijzigingen aan
de onderdelen of bedrading aan en plak
nooit badges of stickers op het afdekpa-
neel op het stuur of aan de rechterboven -
zijde van het instrumentenpaneel. Breng
geen wijzigingen aan in de voorbumper
of de carrosseriestructuur en monteer
geen treden of treeplanken.
Het is gevaarlijk zelf onderdelen van het
airbagsysteem te repareren. Waarschuw
iedereen die aan uw auto werkt dat de
auto is uitgerust met een airbagsysteem.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 127
Page 151 of 344

149
(Vervolgd)
DE MOTOR STARTEN
Voordat u het voertuig start, moet u uw stoel
verstellen, de binnen- en buitenspiegels
verstellen en uw autogordel vastmaken.
Normaal starten — benzinemotor
Motor inschakelen met de knop ENGINE START/
STOP
1. De schakelhendel moet in de standPARK (P) of NEUTRAL (N) staan.
2. Houd het rempedaal ingetrapt terwijl u één keer op de knop ENGINE START/
STOP drukt.
3. Het systeem neemt het dan over en probeert de auto te starten. Als de auto
niet start, wordt de startmotor automa -
tisch na 10 seconden uitgeschakeld.
4. Als u de startpogingen wilt onderbreken voordat de motor aanslaat, drukt u
nogmaals op de knop ENGINE START/
STOP. OPMERKING:
Bij normaal starten van een koude of warme
motor hoeft u het gaspedaal niet te
bedienen.
Motor uitschakelen met de knop ENGINE
START/STOP
1. Zet de schakelhendel in de stand PARK
en druk vervolgens kort op de knop
ENGINE START/STOP (motor aan/uit).
2. Het contact keert terug naar de stand OFF.
3. Als de schakelhendel niet in de stand PARK staat (terwijl het voertuig stilstaat)
en één keer op de knop ENGINE START/
STOP wordt gedrukt, selecteert de trans -
missie automatisch de stand PARK en
wordt de motor uitgeschakeld. Het
contact blijft echter in de stand ACC
(NIET de stand OFF). Verlaat een auto
nooit als deze niet in de stand PARK
staat, omdat de auto dan kan wegrollen.
4. Als de schakelhendel in de stand NEUTRAL staat en de rijsnelheid lager is
dan 8 km/h (5 mph), wordt de motoruitgeschakeld als één keer op de knop
ENGINE START/STOP wordt gedrukt.
Het contact blijft in de stand ACC.
WAARSCHUWING!
Verwijder altijd de sleutelhouder bij het
verlaten van het voertuig en sluit het
voertuig af.
Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die
niet is afgesloten.
Het achterlaten van kinderen zonder
toezicht in een auto is om verschillende
redenen gevaarlijk. Kinderen of derden
lopen dan het risico op ernstig of zelfs
dodelijk letsel. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rempedaal
of de schakelhendel mogen komen.
Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van de auto of op een voor
kinderen bereikbare plaats. Een kind zou
de knoppen van de elektrische raambe-
diening of andere schakelaars kunnen
bedienen of de auto in beweging kunnen
zetten.
Laat nooit kinderen of dieren achter in
een geparkeerde auto bij warm weer. De
warmte in het interieur kan ernstige
gezondheidsproblemen veroorzaken en
zelfs dodelijk zijn.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 149
Page 152 of 344

STARTEN EN RIJDEN
150
5. Als de rijsnelheid hoger is dan 8 km/h(5 mph), moet de knop ENGINE START/
STOP twee seconden ingedrukt worden
gehouden (of drie keer achtereen kort
worden ingedrukt) om de motor uit te
schakelen. Het contact blijft in de stand
ACC (NIET de stand OFF) als de motor
wordt uitgeschakeld wanneer de trans -
missie niet in de stand PARK staat.
OPMERKING:
Het systeem wordt automatisch uitgescha -
keld en het contact gaat in de stand OFF na
30 minuten zonder activiteit als het contact
in de stand ACC of RUN (motor draait niet)
is blijven staan en de versnellingsbak in
PARK staat.
Functies van knop ENGINE START/STOP —
rempedaal NIET ingetrapt (in de stand PARK of
NEUTRAL)
De ENGINE START/STOP knop werkt
hetzelfde als een contactslot. Er zijn drie
standen: OFF, ACC en RUN. Om het contact
in een andere stand te zetten zonder het voertuig te starten en om de accessoires te
kunnen gebruiken, volgt u de onderstaande
stappen:
1. U begint met het contact in de stand
OFF.
2. Druk eenmaal op de knop ENGINE START/STOP om het contact in de stand
ACC te zetten (de instrumentengroep
geeft "ACC" weer).
3. Druk nogmaals op de knop ENGINE START/STOP om het contact in de stand
RUN te zetten (de instrumentengroep
geeft "ON/RUN" weer).
4. Druk een derde keer op de knop ENGINE START/STOP om het contact in de stand
OFF te zetten (de instrumentengroep
geeft "OFF" weer).
Automatische handremfunctie
De automatische handremfunctie is een
extra functie voor ondersteuning in het voer -
tuig in PARK mochten de situaties op de
volgende pagina's optreden. Het is een
back-up systeem en is niet de hoofdmethode
waarmee de bestuurder de versnellingsbak in
de stand PARK schakelt. De omstandigheden waaronder de automati
-
sche handremfunctie wordt ingeschakeld
zijn beschreven op de volgende pagina's.
WAARSCHUWING!
Onoplettendheid van de bestuurder kan
ertoe leiden dat het voertuig niet in de
stand PARK wordt gezet. CONTROLEER
ALTIJD VISUEEL of uw voertuig in de
stand PARK staat door te kijken of er een
stabiel brandende (niet-knipperende) "P"
op het display van de instrumentengroep
en op de schakelhendel staat. Als het
"P"-indicatielampje knippert, staat uw
voertuig niet in de stand PARK. Trek als
een extra voorzorgsmaatregel altijd de
handrem aan wanneer u het voertuig
verlaat.
De automatische handremfunctie is een
extra functie. Deze is niet bedoeld om de
noodzaak weg te nemen dat u uw voer -
tuig in de stand PARK moet zetten. Het
is een back-up systeem en is niet de
hoofdmethode waarmee de bestuurder
de versnellingsbak in de stand PARK
schakelt.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 150
Page 164 of 344

STARTEN EN RIJDEN
162
(viermaal voor Rubicon-modellen) zo hoog
als het motortoerental in de standen 2H of
4H. Laat de motor niet met te hoge toeren-
tallen draaien.
Voor een juist gebruik van voertuigen met
vierwielaandrijving moeten alle banden van
hetzelfde type zijn en dezelfde maat en
omtrek hebben. Het gebruik van verschil -
lende banden beïnvloedt het schakelgedrag
en kan de tussenbak beschadigen.
Aangezien vierwielaandrijving de tractie
verbetert, heeft men de neiging de veilige
snelheden voor bochten en stoppen te over -
schrijden. Rij niet harder dan de verkeersom -
standigheden toelaten.
Schakelprocedures
Van 2H naar 4H Auto of van 4H Auto naar 2H
Er kan tussen de groepen 2H of 4H Auto
worden geschakeld terwijl het voertuig stil -
staat of rijdt. De aanbevolen snelheid waarbij
kan worden geschakeld is tussen 0 en
72 km/u (45 mph). Wanneer het voertuig
rijdt, zal de tussenbak sneller in- of uitscha -
kelen als u het gaspedaal even los laat na
een schakeling. Accelereer niet tijdens het
schakelen van de tussenbak. Houd een gelijkmatige druk aan bij het schakelen van
de tussenbakhendel.
2H/4H automatisch naar inschakelbare 4H of
inschakelbare 4H naar 2H/4H automatisch
Er kan tussen de groepen 2H/4H AUTO en
4H PART TIME (inschakelbare 4H) worden
geschakeld terwijl het voertuig stilstaat of
rijdt. De aanbevolen snelheid waarbij kan
worden geschakeld is tussen 0 en 72 km/u
(45 mph). Wanneer het voertuig rijdt, zal de
tussenbak sneller in- of uitschakelen als u
het gaspedaal even los laat na een schake
-
ling. Accelereer niet tijdens het schakelen
van de tussenbak. Houd een gelijkmatige
druk aan bij het schakelen van de tussenbak -
hendel.
OPMERKING:
Probeer niet te schakelen wanneer alleen
de voor- of de achterwielen doorslippen.
De toerentallen van de aandrijfassen vóór
en achter moeten gelijk zijn voordat er
geschakeld kan worden. Schakelen
wanneer alleen de voor- of de achterwielen
doorslippen kan beschadiging van de
tussenbak tot gevolg hebben.
Vertraagd schakelen uit de vierwielaandrij -
ving kan zich voordoen als gevolg van ongelijkmatige bandenslijtage, lage of
ongelijke bandenspanning, een te hoge
belasting van de auto of bij lage tempera-
turen.
Schakelen kost meer moeite bij een
hogere snelheid, dit is normaal.
Tijdens koud weer kan het schakelen moei -
zamer verlopen totdat de tussenbakvloeistof
is opgewarmd. Dat is normaal.
4H Part Time/4H Auto naar 4L of 4L naar 4H Part
Time/4H Auto
Tijdens het rollen van de auto tussen de 3 tot
5 km/u (2 tot 3 mph) schakelt u de schakel -
hendel in de stand NEUTRAL (N). Tijdens het
uitrollen van het voertuig met 3 en 5 km/u
(2 en 3 mph), zet u de tussenbakhendel
stevig in de gewenste stand. Pauzeer niet met
de tussenbak in de stand N (NEUTRAL).
Nadat de schakeling is voltooid, zet u de
schakelhendel in de stand DRIVE.
OPMERKING:
Het is mogelijk om naar en uit 4L te scha -
kelen als de auto helemaal stilstaat; er
kunnen echter problemen ontstaan omdat de
koppelingstanden dan mogelijk niet goed
zijn uitgelijnd. Mogelijk moet u een aantal
schakelpogingen doen om de koppe -
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 162
Page 167 of 344

165
OPMERKING:
Het koppel van de stabilsatorstang kan zijn
vergrendeld vanwege hoogteverschillen in de
linker en rechter ophanging. Deze omstan-
digheid is het gevolg van verschillen in het
rijoppervlak of de belasting van het voertuig.
Om de stabilisatorstang te kunnen loskop -
pelen of weer vast te koppelen moeten de
rechter en linker helft van de stang zijn
uitgelijnd. Voor deze uitlijning kan het nodig
zijn dat het voertuig op een effen grondop -
pervlak wordt gereden of heen en weer wordt
bewogen.
Om terug te keren naar de modus voor rijden op
de weg, moet de schakelaar SWAY BAR (stabi -
lisatorstang) nogmaals worden ingedrukt.
STOP/START-SYSTEEM —
AUTOMATISCHE
TRANSMISSIE (INDIEN
AANWEZIG)
De Stop/Start-functie is ontwikkeld om
brandstof te besparen. Het systeem stopt de
motor automatisch tijdens een stop, wanneer
aan alle voorwaarden is voldaan. Door het
rempedaal los te laten of het gaspedaal in te
trappen, wordt de motor automatisch weer
gestart.
Voertuigen met Engine Stop/Start (ESS) zijn
geüpgraded met een heavy duty-startmotor,
een verbeterde accu en andere motoronder -
delen om de extra motorstarts aan te kunnen.
OPMERKING:
Het wordt aanbevolen het Stop/
Start-systeem uit te schakelen tijdens
terreingebruik.
Secundaire accu
Uw auto is mogelijk uitgerust met een secun -
daire accu die wordt gebruikt om het Stop/
Start-systeem en het elektrische 12 V-systeem
van de auto van stroom te voorzien. De secun -
daire accu bevindt zich achter de wielkuip voor
het voorwiel aan passagierszijde.
Accu-locaties
Automatische modus
De Stop/Start-functie wordt inge
-
schakeld na elke normale motor -
start. Op dat moment activeert het
systeem de modus STOP/START
READY (Stop/Start-systeem gereed) en,
wanneer aan alle overige voorwaarden is
voldaan, activeert het vervolgens de modus
STOP/START AUTOSTOP ACTIVE (Autostop
Stop/Start-systeem actief). WAARSCHUWING!
Als de stabilisator/stabilisatorstang niet naar
de stand voor rijden op de weg terugkeert,
knippert het controlelampje van de
stabilisatorstang in de instrumentengroep en
kan de voertuigstabiliteit afnemen. Probeer
niet sneller dan 29 km/u (18 mph) met de
auto te rijden. Als u met een hogere snelheid
dan 29 km/u (18 mph) rijdt met een
ontkoppelde stabilisatorstang, kan dit ertoe
leiden dat u de macht over het stuur verliest,
met ernstig letsel als gevolg.
1 — Primaire accu
2 — Secundaire accu
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 165
Page 168 of 344

STARTEN EN RIJDEN
166
Om de autostop-modus te activeren, doet u het
volgende:
Het systeem moet in modus STOP/START
READY (Stop/Start-systeem gereed) staan.
De melding STOP/START READY (Stop/
Start-systeem gereed) wordt weergegeven
op het display in de instrumentengroep in
het gedeelte Stop/Start. Raadpleeg de
paragraaf "Instrumentengroep" in het
hoofdstuk "Uw instrumentenpaneel leren
kennen" in het instructieboekje voor meer
informatie.
Het voertuig moet volledig tot stilstand
zijn gebracht.
De schakelhendel moet in een vooruitver-
snelling staan en het rempedaal moet zijn
ingetrapt.
De motor wordt uitgeschakeld, de toeren -
teller gaat naar de nulstand en het controle -
lampje Stop/Start gaat branden om aan te
geven dat autostop is ingeschakeld. De
instellingen van de klant blijven gehand -
haafd wanneer de motor weer wordt gestart.
Raadpleeg de paragraaf "Stop/Start-systeem"
in het hoofdstuk "Starten en rijden" in uw
instructieboekje voor meer informatie.
Mogelijke oorzaken waarom de motor niet
automatisch stopt
Voor het uitschakelen van de motor, contro -
leert het systeem vele veiligheids- en
comfortvoorwaarden om te controleren of
hieraan is voldaan. Op het Stop/Start-scherm
van het display in de instrumentengroep kan
gedetailleerde informatie worden weerge -
geven over de werking van het Stop/
Start-systeem. In de volgende situaties zal
de motor niet stoppen:
De veiligheidsgordel van de bestuurder is
niet vastgemaakt.
Het bestuurdersportier is niet gesloten.
De accutemperatuur is te hoog of te laag.
De accu is bijna leeg.
Het voertuig bevindt zich op een steile
helling.
De interieurverwarming of -koeling is inge-
schakeld en er is geen acceptabele tempe-
ratuur in het interieur bereikt.
De klimaatregeling is ingesteld op volledig
ontwasemen bij een hoge aanjagersnel -
heid.
De klimaatregeling is ingesteld op MAX A/C.
De motor heeft de normale bedrijfstempe-
ratuur nog niet bereikt.
Motortemperatuur te hoog.
De transmissie staat niet in een vooruitver -
snelling.
De motorkap is geopend.
De tussenbak staat in 4L of Neutral.
Het rempedaal is niet ingedrukt met
voldoende druk.
Andere factoren die het gebruik van Autostop
verhinderen:
Bediening van het gaspedaal.
Drempelwaarde rijsnelheid niet bereikt bij
vorige Autostop.
Stuurhoek boven drempelwaarde. (Alleen
ESS-modellen)
ACC is ingeschakeld en snelheid is inge-
steld.
De auto bevindt zich op grote hoogte.
Systeemfout aanwezig.
Het is mogelijk dat meerdere malen met het
voertuig wordt gereden, zonder dat het Stop/
Start-systeem de status STOP/START
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 166
Page 169 of 344

167
READY (Stop/Start gereed) aanneemt,
wanneer de omstandigheden extremer zijn
dan hierboven genoemd.
De motor starten in de stand autostop
In de vooruitversnelling start de motor
wanneer het rempedaal niet is ingetrapt of
het gaspedaal wordt ingetrapt. De trans-
missie wordt automatisch opnieuw ingescha -
keld als de motor opnieuw wordt gestart.
Omstandigheden waarin de motor automatisch
opnieuw start in de stand autostop:
De schakelhendel wordt uit DRIVE gezet.
De comfortstand van de temperatuur in
het interieur wordt gehandhaafd.
De werkelijke cabinetemperatuur bedui -
dend afwijkt van de temperatuur die is
ingesteld in het klimaatsysteem.
Het klimaatsysteem in volle ontwase-
mingsmodus is.
De temperatuur van het klimaatsysteem of
de aanjagersnelheid wordt handmatig
versteld.
De accuspanning daalt naar een te lage
waarde.
Lage vacuümwaarde van remsysteem
(bijv. na meerdere keren na elkaar
remmen).
De schakelaar Stop/Start OFF is ingedrukt.
Er doet zich een storing voor in het Stop/
Start-systeem.
De duur van modus STOP/START AUTO
STOP ACTIVE (autostop stop/startsysteem
actief) langer is dan vijf minuten.
De vierwielaandrijving is in de stand 4L of
NEUTRAL gezet.
Het stuur is voorbij de drempelwaarde
gedraaid. (Alleen ESS-modellen)
Het Stop/Start-systeem handmatig
uitschakelen
1. Druk op de schakelaar Stop/Start OFF (in de rij schakelaars). Het lampje in de
schakelaar dooft. Schakelaar Stop/Start OFF
2. De melding STOP/START OFF (Stop/ Start-systeem uit) wordt weergegeven in
het gedeelte Stop/Start van het display in
de instrumentengroep. Raadpleeg de
paragraaf "Instrumentengroep" in het
hoofdstuk "Uw instrumentenpaneel leren
kennen" in het instructieboekje voor
meer informatie.
3. Bij de volgende stop van het voertuig (nadat het Stop/Start-systeem is uitge -
schakeld) zal de motor niet worden uitge -
schakeld.
4. Het Stop/Start-systeem schakelt elke keer zelfstandig weer in wanneer het
contact uit- en weer ingeschakeld wordt.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 167
Page 170 of 344

STARTEN EN RIJDEN
168
Het Stop/Start-systeem handmatig
inschakelen
Druk op de schakelaar Stop/Start OFF (in de
rij schakelaars). Het lampje in de schakelaar
dooft.
Raadpleeg voor uitgebreide informatie over
het Stop/Start-systeem de paragraaf "Stop/
Start-systeem" in het hoofdstuk "Starten en
rijden" van uw instructieboekje.
Systeemstoring
Wanneer zich in het Stop/Start-systeem een
storing voordoet, zal het systeem de motor
niet uitschakelen. In het display in de instru-
mentengroep wordt de melding "SERVICE
STOP/START SYSTEM” (onderhoud Stop/
Start-systeem) weergegeven. Raadpleeg de
paragraaf "Display in de instrumentengroep"
in het hoofdstuk "Uw Instrumentenpaneel
leren kennen" voor meer informatie.
Als in het display in de instrumentengroep
de melding "SERVICE STOP/START
SYSTEM" wordt weergegeven, moet u het
systeem laten controleren door een erkende
dealer.
ACTIEVE
SNELHEIDSBEGRENZER -
INDIEN AANWEZIG
Knop actieve snelheidsbegrenzer
De knop voor de actieve snelheidsbegrenzer
bevindt zich aan de rechterzijde van het
stuur.
Met deze functie kunt u de maximale rijsnel -
heid van uw auto programmeren.
OPMERKING:
De actieve snelheidsbegrenzer kan worden
ingesteld terwijl het voertuig stilstaat of rijdt.
Activering
Druk op de toets voor de actieve snelheidsbe -
grenzer om de functie te activeren. Er verschijnt dan een mededeling samen met
een controlelampje op het display van de
instrumentengroep om aan te geven dat
actieve snelheidsbegrenzer geactiveerd is.
Druk op de knoppen SET (+) en SET (-) aan
de rechterkant van het stuur om de actieve
snelheidsbegrenzer te verhogen en te
verlagen tot de gewenste waarde. Door de
SET (+) of SET (-) toetsen ingedrukt te
houden, neemt de snelheid toe/af met
stappen van 5 mph (5 km/u).
Elke keer dat actieve snelheidsbegrenzer
wordt geactiveerd, wordt die ingesteld op de
laatst geprogrammeerde waarde van de
vorige activering.
OPMERKING:
De cruisecontrol (indien aanwezig) en de
adaptieve cruisecontrol (indien aanwezig)
functies zijn niet beschikbaar terwijl de
actieve snelheidsbegrenzer in gebruik is.
De ingestelde snelheid overschrijden
Door het gaspedaal volledig in te drukken,
kan de geprogrammeerde maximale snelheid
worden overschreden terwijl het apparaat
actief is.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 168
Page 178 of 344

STARTEN EN RIJDEN
176
PARKSENSE
PARKEERSENSOREN VOOR
EN ACHTER — INDIEN
AANWEZIG
Het ParkSense parkeerhulpsysteem vóór en
achter geeft tijdens het achter- of vooruit
rijden, bijvoorbeeld bij het inparkeren, met
visuele en geluidssignalen de afstand tussen
de achter- en/of voorkant van de auto en een
gedetecteerd obstakel aan. Zie de "Voor-zorgsmaatregelen bij gebruik van ParkSense"
in dit hoofdstuk voor de beperkingen van dit
systeem en aanbevelingen.
Wanneer u de contactschakelaar in de stand
ON/RUN zet, wordt door ParkSense automa
-
tisch de systeemstatus (ingeschakeld of
uitgeschakeld) hersteld die actief was
voordat het contact werd uitgeschakeld.
ParkSense kan uitsluitend worden geacti -
veerd wanneer de schakelhendel in de stand
REVERSE of DRIVE staat. Wanneer Park -
Sense bij een van deze standen van de scha -
kelhendel wordt ingeschakeld, blijft het
systeem actief totdat de rijsnelheid is toege -
nomen tot ongeveer 11 km/u (7 mph) of
hoger. Als de schakelhendel in REVERSE is
gezet, verschijnt een waarschuwing op het
display in de instrumentengroep die aangeeft
dat de rijsnelheid van het voertuig te hoog is
voor gebruik van ParkSense. Het systeem
wordt weer actief als de rijsnelheid is
gedaald tot minder dan ongeveer 9 km/u
(6 mph).
ParkSense sensoren
De vier ParkSense sensoren die zich in de
achterkant/achterbumper bevinden,
bewaken het gebied achter de auto dat
binnen het zichtveld van de sensoren valt. De sensoren kunnen in horizontale richting
obstakels op een afstand van ongeveer 30 tot
200 cm (12 tot 79 inch) van het achterpa
-
neel/de achterbumper detecteren, afhanke -
lijk van de plaats, het type en de richting van
het obstakel.
De zes ParkSense sensoren die zich in de
voorkant/voorbumper bevinden, bewaken het
gebied vóór de auto dat binnen het zichtveld
van de sensoren valt. De sensoren kunnen in
horizontale richting obstakels op een afstand
van ongeveer 30 tot 120 cm (12 tot 47 inch)
van het voorpaneel/de voorbumper detec -
teren, afhankelijk van de plaats, het type en
de richting van het obstakel.
ParkSense waarschuwingsscherm
Het ParkSense waarschuwingsscherm
bevindt zich op het display in de instrumen -
tengroep. Het geeft visuele waarschuwingen
om de afstand tussen de achterkant/achter -
bumper en/of de voorkant/voorbumper en het
gedetecteerde obstakel aan te geven. Raad -
pleeg de paragraaf "Display in de instrumen -
tengroep" in het hoofdstuk "Uw
Instrumentenpaneel leren kennen" voor meer
informatie hierover.
LET OP!
ParkSense is uitsluitend bedoeld als
hulpmiddel tijdens het parkeren en is
niet in staat ieder voorwerp, inclusief
kleine obstakels, waar te nemen. Stoe-
pranden worden mogelijk tijdelijk of
helemaal niet gedetecteerd. Op kleine
afstanden worden obstakels boven of
onder de sensoren niet gedetecteerd.
Bij gebruik van ParkSense moet u lang-
zaam rijden, zodat u tijdig kunt stoppen
wanneer een obstakel wordt gedetec-
teerd. Het is raadzaam om over uw
schouder te kijken, ook wanneer u
gebruik maakt van ParkSense.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 176
Page 184 of 344

STARTEN EN RIJDEN
182
(Vervolgd)
Camera" (achteruitrijcamera) in het menu
"Controls” (bedieningselementen) en de
snelheid van het voertuig hoger is dan of
gelijk is aan 13 km/h (8 mph), dan wordt een
displaytimer voor het beeld gestart. Het
beeld blijft weergegeven totdat de display-
timer hoger wordt dan 10 seconden.
OPMERKING:
Als de rijsnelheid lager blijft dan 13 km/u
(8 mph), wordt het beeld van de achteruit -
rijcamera continu weergegeven totdat het
wordt uitgeschakeld via de schermtoets
"X", de transmissie in de stand PARK
wordt geschakeld of het contact wordt
uitgeschakeld.
ALLEEN als niet in de stand REVERSE is
geschakeld, is een schermtoets "X"
beschikbaar waarmee de weergave van het
camerabeeld kan worden uitgeschakeld.
Wanneer ze zijn ingeschakeld, worden
actieve richtlijnen op het camerabeeld
geprojecteerd ter verduidelijking van de
breedte van het voertuig en de verwachte
rijrichting op basis van de stand van het
stuurwiel. Een stippellijn in het midden geeft
het midden van het voertuig aan als hulp -
middel bij parkeren of het uitlijnen van het
voertuig voor een aanhanger. Wanneer ze zijn ingeschakeld, worden vaste
richtlijnen op het camerabeeld geprojecteerd
ter verduidelijking van de breedte van het
voertuig.
Zones met verschillende kleuren geven de
afstand tot de achterzijde van het voertuig
aan.
OPMERKING:
Wanneer de cameralens bedekt is met
sneeuw, ijs, modder of ander vuil, moet de
lens worden gereinigd, met water worden
gespoeld en met een zachte doek worden
gedroogd. U mag de lens niet afdekken.BRANDSTOF TANKEN
Brandstofvuldop
De brandstofvuldop bevindt zich aan de
bestuurderszijde van het voertuig. Als de
brandstofvuldop zoekgeraakt of beschadigd
is, moet de vervangende dop geschikt zijn
voor dit voertuig.
WAARSCHUWING!
Bestuurders moeten altijd voorzichtig
achteruit rijden, ook wanneer gebruik
wordt gemaakt van de ParkView
achteruitrijcamera. Controleer het gebied
achter de auto altijd zorgvuldig, kijk naar
achteren en wees bedacht op voetgangers,
dieren, andere voertuigen, obstakels en
dode hoeken, voordat u achteruitrijdt. U
bent verantwoordelijk voor de veiligheid
van uw omgeving en moet blijven opletten
als u achteruitrijdt. Anders bestaat er een
risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel.
LET OP!
Om voertuigschade te voorkomen mag
ParkView alleen worden gebruikt als
parkeerhulp. De ParkView camera kan
niet elk obstakel of voorwerp zien.
Om voertuigschade te voorkomen moet u
langzaam rijden bij gebruik van Park-
View, zodat u tijdig kunt stoppen als een
obstakel wordt waargenomen. Het is
raadzaam om tijdens het achteruitrijden
over uw schouder te kijken, ook wanneer
u gebruik maakt van ParkView.
LET OP! (Vervolgd)
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 182