4WD JEEP WRANGLER UNLIMITED 2020 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: JEEP, Model Year: 2020, Model line: WRANGLER UNLIMITED, Model: JEEP WRANGLER UNLIMITED 2020Pages: 344, PDF Size: 9.41 MB
Page 80 of 344

UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
78
storingslampje  brandt,  is  het  mogelijk  dat
lage  bandenspanning  niet  wordt  gedetec-
teerd  of  gemeld. Storingen  van  het  banden -
spanningscontrolesysteem  kunnen  optreden
om  verschillende  redenen,  waaronder  de
installatie  van  vervangende  of  alternatieve
banden  of  wielen.  Controleer  altijd  het
controlelampje  voor  storingen  van  het
bandenspanningcontrolesysteem  nadat  een
of  meer  banden  of  wielen  van  het  voertuig
zijn vervangen om er zeker van te zijn dat de
vervangende  of  alternatieve  banden  en
wielen  de  juiste  werking  van  het  banden -
spanningcontrolesysteem niet verhinderen.Gele controlelampjes
/   — Controlelampje 4WD — indien 
aanwezig
Dit lampje waarschuwt de bestuurder dat het
voertuig  in  de  vierwielaandrijvingsmodus
staat  en  de  aandrijfassen  vóór  en  achter
mechanisch  samen  zijn  vergrendeld  waar -
door  de  voor-  en  achterwielen  met  dezelfde
snelheid draaien.
/   — Controlelampje 4WD Low — indien 
aanwezig
Dit lampje waarschuwt de bestuurder dat het
voertuig in de modus LOW staat van de vier -
wielaandrijving.  De  aandrijfassen  vóór  en
achter  zijn  samen  mechanisch  vergrendeld
waardoor  de  voor-  en  achterwielen  worden
gedwongen  om  bij  dezelfde  snelheid  te
draaien.  De  modus  Low  zorgt  voor  een
grotere overbrengingsverhouding zodat meer
koppel aan de wielen wordt geleverd.
 LET OP!
Het  bandenspanningscontrolesysteem  is
geoptimaliseerd  voor  de  originele  banden
en  wielen.  De  bandenspanning  en
waarschuwing  van  het
bandenspanningscontrolesysteem  zijn
ingesteld  voor  de  bandenmaat  van  uw
auto.  Het  gebruik  van  vervangende
onderdelen met een andere maat, type en/
of  stijl  kan  leiden  tot  een  ongewenste
werking van het systeem of schade aan de
sensoren.  Door  het  gebruik  van
niet-originele  wielen  kunnen  de  sensoren
beschadigd  raken.  Gebruik  van
niet-originele  bandenafdichtingsmiddelen
kan  ertoe  leiden  dat  de  sensor  van  het
bandenspanningscontrolesysteem  (TPMS)
niet  meer  werkt.  Na  gebruik  van  een
niet-origineel  bandenafdichtingsmiddel
wordt  geadviseerd  dat  u  uw  voertuig  naar
een  erkende  dealer  brengt  om  de  werking
van de sensor te laten controleren.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 78   
Page 81 of 344

79
/   — Controlelampje Inschakelbare 
4WD — indien aanwezig
Dit lampje waarschuwt de bestuurder dat het
voertuig in de inschakelbare vierwielaandrij -
vingsmodus  staat  en  de  aandrijfassen  vóór
en  achter  mechanisch  samen  zijn  vergren -
deld, waardoor de voor- en achterwielen met
dezelfde snelheid draaien.
 — Controlelampje storing actieve 
snelheidsbegrenzer — indien aanwezig
Dit  waarschuwingslampje  gaat  branden
wanneer er een storing is gedetecteerd in de
actieve snelheidsbegrenzer.
 — Controlelampje storing 
asvergrendeling (indien aanwezig)
Dit lampje geeft aan wanneer er een  storing
in  de  voor-  en/of  achterasvergrendeling  is
gedetecteerd.
— Controlelampje Forward Collision 
Warning uit — indien aanwezig
Dit controlelampje licht op om aan te geven
aan dat Forward Collision Warning uitgescha -
keld is.
 — Controlelampje voor- en 
achterasvergrendeling (indien aanwezig)
Dit  lampje  geeft  aan  wanneer  de  vooras,  de
achteras of beide assen zijn vergrendeld. Het
lampje  geeft  het  vergrendelpictogram  op  de
voor-  en  achteras  weer  om  de  huidige
vergrendelstatus aan te geven.
/   — Controlelampje Neutral — indien 
aanwezig
Dit lampje waarschuwt de bestuurder dat het
voertuig zich in de neutraalstand bevindt.
 — Controlelampje achterasvergrendeling 
(indien aanwezig)
Dit lampje geeft aan wanneer de achterasver -
grendeling is geactiveerd.
— Controlelampje mistachterlichten — 
indien aanwezig  
Dit controlelampje gaat branden wanneer de
mistachterlichten zijn ingeschakeld.
— Waarschuwingslampje Onderhoud 
adaptieve cruisecontrol — indien aanwezig
Dit  lampje  gaat  branden  wanneer  de  ACC
niet  werkt  en  onderhoud  nodig  heeft.  Raad -pleeg  de  paragraaf  "Adaptieve  cruisecontrol
(ACC)"  in  het  hoofdstuk  "Starten  en  rijden"
voor meer informatie.
 — Controlelampje stabilisatorstang 
(indien aanwezig)
Dit lampje gaat branden wanneer de voorste
stabilisatorstang is uitgeschakeld.
 — Lampje Wacht met starten — indien 
aanwezig
Dit  controlelampje  brandt  ongeveer  twee
seconden  als  u  de  contactschakelaar  in  de
stand  RUN  zet.  Dit  kan  langer  duren  bij
koudere  bedrijfsomstandigheden.  Auto  zal
niet  starten  zolang  de  indicator  wordt  weer -
gegeven.
Raadpleeg de paragraaf "De motor starten" in
het  hoofdstuk  "Starten  en  rijden"  voor  meer
informatie hierover.
OPMERKING:
Het  controlelampje  "Wachten  met  starten"
brandt  mogelijk  niet  als  de  temperatuur  in
het inlaatspruitstuk hoog genoeg is.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 79   
Page 82 of 344

UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
80
 — Controlelampje Laag niveau 
AdBlue®-additief (UREUM) — indien 
aanwezig
Het  controlelampje  Laag  niveau
AdBlue®-additief  (UREUM)  gaat  branden
wanneer het AdBlue®-niveau (UREUM) laag
is.
Vul de AdBlue®-tank (UREUM) zo snel moge -
lijk  bij  met  ten  minste  5  liter  (1,3  gallon)
AdBlue® (UREUM).
Als het bijvullen is uitgevoerd met een bijna
lege AdBlue® (UREUM)-tank, moet u moge -
lijk  twee  minuten  wachten  voordat  u  de
motor start.
Raadpleeg  "Starten  en  rijden"  voor  meer
informatie hierover.
 Controlelampje water in brandstof — 
indien aanwezig
De  indicator "Water in brandstof" brandt  als
water  wordt  gedetecteerd  in  het  brandstof -
filter. Als dit lampje blijft branden, mag u de
auto NIET starten voordat u het water uit het
brandstoffilter hebt afgetapt om schade aan
de  motor  te  voorkomen.  Raadpleeg  tevens
een geautoriseerde dealer.
Groene controlelampjes
— Lampje Adaptieve cruisecontrol (ACC) 
ingesteld met geen doel gedetecteerd — 
indien aanwezig
Dit  lampje  gaat  branden  wanneer  de  adap -
tieve  cruisecontrol  is  ingesteld  zonder  dat
een doelvoertuig is gedetecteerd. Raadpleeg
de paragraaf "Adaptieve cruisecontrol (ACC)"
in  het  hoofdstuk  "Starten  en  rijden"  voor
meer informatie.
 — Lampje adaptieve cruisecontrol (ACC) 
ingesteld met doel — indien aanwezig
Dit  wordt  weergegeven  wanneer  de  ACC  is
ingeschakeld en een doelvoertuig is gedetec -
teerd.  Raadpleeg  de  paragraaf  "Adaptieve
cruisecontrol  (ACC)  —  indien  aanwezig"  in
het  hoofdstuk  "Starten  en  rijden"  voor  meer
informatie.
— Controlelampje 4WD Auto — indien 
aanwezig
Dit lampje waarschuwt de bestuurder dat het
voertuig  in  de  modus  Auto  van  de  vierwiel -
aandrijving  staat.  Het  systeem  levert
vermogen aan alle vier de wielen en schakelt
indien  nodig  het  vermogen  tussen  de  voor-
en  achteras.  Dit  zorgt  voor  maximale tractie
bij droge en gladde omstandigheden.
— Controlelampje actieve 
snelheidsbegrenzer INGESTELD — indien 
uitgerust met een premium 
instrumentengroep
Dit controlelampje gaat branden wanneer de
actieve  snelheidsbegrenzer  is  ingeschakeld
en is ingesteld op een specifieke snelheid.
 LET OP!
De  aanwezigheid  van  water  in  het
brandstofsysteemcircuit  kan  leiden  tot
ernstige schade aan het inspuitsysteem en
onregelmatige  werking  van  de  motor.  Als
het controlelampje brandt, neemt u dan zo
snel  mogelijk  contact  op  met  een  erkende
dealer  om  het  systeem  te  ontluchten.  Als
de  bovenstaande  aanwijzingen  direct  na
het  tanken  verschijnen,  is  waarschijnlijk
water in de tank gegoten: schakel de motor
onmiddellijk  uit  en  neem  contact  op  met
een erkende dealer.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 80   
Page 84 of 344

UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
82
— Controlelampje actieve 
snelheidsbegrenzer INGESTELD — indien 
uitgerust met een basisinstrumentengroep
Dit lampje gaat branden wanneer de actieve
snelheidsbegrenzer  is  ingeschakeld  en  is
ingesteld op een specifieke snelheid.
— Controlelampje Hill Descent Control 
(HDC) — indien aanwezig
Dit lampje geeft aan wanneer de afdalingsre -
geling  (Hill  Descent  Control;  HDC)  is  inge -
schakeld. Het lampje blijft branden als HDC
is  ingeschakeld.  HDC  kan  alleen  worden
ingeschakeld  wanneer  de  tussenbak  in  de
stand  “4WD  Low”  staat  en  de  voertuigsnel -
heid  lager  dan  48 km/u  (30 mph)  is.
Wanneer  niet  aan  deze  voorwaarden  is
voldaan,  zal  het  HDC-controlelampje  gaan
knipperen,  wanneer  u  probeert  de
HDC-functie in te schakelen.
— Controlelampje veiligheidsgordel 
vastgezet — indien aanwezig 
Dit  lampje  geeft  aan  wanneer  een  veilig -
heidsgordel  op  de  achterbank  is  vastge -
maakt.  Er  verschijnt  een  controlelampje  in
de rechterbovenhoek van  het display van de
instrumentengroep in overeenstemming met de  specifieke  zitplaats  wanneer  de  veilig
-
heidsgordel is vastgemaakt.
Raadpleeg  de  paragraaf  "Beveiligingssy -
stemen  voor  inzittenden"  in  het  hoofdstuk
"Veiligheid" voor meer informatie.
— Controlelampje veiligheidsgordels 
achterin — indien aanwezig 
Dit  lampje  geeft  aan  dat  een  veiligheids -
gordel  achterin  op  de  tweede  zitrij  niet  is
vastgegespt.  Als  de  contactschakelaar  voor
het  eerst  in  de  stand  ON/RUN  of  ACC/ON/
RUN  wordt  gezet,  en  een  veiligheidsgordel
op de tweede zitrij losgegespt is, gaat in het
gebied  rechtsboven  in  het  display  van  de
instrumentengroep een lampje branden voor
de  betreffende  zitplaats.  Dit  vervangt  tijde -
lijk  de  configureerbare  hoekinformatie.  Als
een veiligheidsgordel op de tweede zitrij die
aan  het  begin  van  de  rit  vastgegespt  was,
wordt  losgegespt,  verandert  het  controle -
lampje  veiligheidsgordels  achterin  van  het
gegespte  naar  het  losgegespte  symbool  en
klinkt een geluidssignaal.
Raadpleeg  de  paragraaf  "Beveiligingssy -
stemen  voor  inzittenden"  in  het  hoofdstuk
"Veiligheid" voor meer informatie.
— Controlelampje achterbank niet bezet 
— indien aanwezig 
Dit lampje geeft aan wanneer de zitplaatsen
op  de  achterbank  niet  bezet  zijn  en  gaat
branden in het rechterbovengedeelte van het
display  van  de  instrumentengroep.  Het
vervangt tijdelijk de informatie over de confi -
gureerbare hoek.
Raadpleeg  de  paragraaf  "Beveiligingssy -
stemen  voor  inzittenden"  in  het  hoofdstuk
"Veiligheid" voor meer informatie.
— Waarschuwingscontrolelampje 
snelheid — indien aanwezig
Als  de  waarschuwing  ingestelde  snelheid
verschijnt,  gaat  het  verklikkerlampje  waar -
schuwing  ingestelde  snelheid  in  de  instru -
mentengroep  branden.  Als  de  ingestelde
snelheid  wordt  overschreden,  gaat  een  geel
waarschuwingslampje knipperen en klinkt er
een  aanhoudend  geluidssignaal  (maximaal
tien  seconden  of  totdat  de  snelheid  niet
meer  wordt  overschreden).  De  snelheids -
waarschuwing  kan  op  het  display  van  de
instrumentengroep worden in- en uitgescha -
keld.  Raadpleeg  voor  meer  informatie  de
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 82   
Page 154 of 344

STARTEN EN RIJDEN
152
4WD LOW
De  automatische  handremfunctie  wordt  uitge-
schakeld  wanneer  het  voertuig  in  4WD  LOW
staat.
Het  bericht  " AutoPark  Disabled "  (Automati-
sche  handremfunctie  uitgeschakeld)  wordt
weergegeven in de instrumentengroep.
Extra  waarschuwingen  voor  de  klant  worden
gegeven  wanneer  aan  beide  van  de  volgende
voorwaarden wordt voldaan:
Het voertuig staat niet in de stand PARK
Het bestuurdersportier is open
Het bericht " AutoPark Not Engaged " (Automa-
tische  handremfunctie  niet  ingeschakeld)
wordt weergegeven in de instrumentengroep.
Er  blijft  een  geluidssignaal  klinken  totdat  u het  voertuig  in  de  stand  PARK  zet  of  totdat
het bestuurdersportier wordt gesloten.
CONTROLEER ALTIJD VISUEEL
 of uw voertuig in
de stand PARK staat door te kijken of "P" op
het display van de instrumentengroep en op
de  schakelhendel  staat.  Trek  als  een  extra
voorzorgsmaatregel  altijd  de  handrem  aan
wanneer u het voertuig verlaat.
Normaal starten — dieselmotor
1. De  schakelhendel  moet  in  de  stand NEUTRAL  of  PARK  staan  voordat  u  de
motor kunt starten.
2. Zet het contact in de stand ON.
3. Kijk  naar  het  controlelampje  "Wachten met  starten"  in  de  instrumentengroep.
Raadpleeg  de  paragraaf  "Instrumenten -
groep"  in  het  hoofdstuk  "Uw  instrumen -
tenpaneel  leren  kennen"  voor  meer
informatie. Dit brandt 2 tot 10 seconden
of  langer,  afhankelijk  van  de  motortem -
peratuur.  Wanneer  het  controlelampje
"Wachten  met  starten"  uitgaat,  is  de
motor gereed om te worden gestart.
4. Tipstartfunctie:
Druk  niet op het gaspedaal. Zet het con -
tactslot in de stand START en laat het  los. De startmotor blijft draaien en slaat 
automatisch af als de motor begint te 
draaien. Als de motor niet aanslaat, slaat 
de startmotor automatisch binnen 25 se
-
conden af. Als dit gebeurt, zet u het con -
tactslot in de stand LOCK, wacht u 25 tot 
30 seconden en herhaalt u de procedure 
voor normaal starten.
OPMERKING:
In zeer koude omstandigheden kan de start -
motor  maximaal  30  seconden  blijven  lopen
voordat de motor aanslaat. De startmotor kan
worden uitgeschakeld door het contactslot in
de stand OFF te zetten, indien gewenst.
5. Laat  de  motor  na  het  starten  nog  ca. 30  seconden  stationair  draaien
voordat  u  gaat  rijden.  Dit  zorgt  ervoor
dat  de  olie  circuleert  en de  turbocom -
pressor wordt gesmeerd.
Warmdraaien van dieselmotor
Geef  nooit  volgas  als  de  motor  koud  is.  Bij
het starten van een koude motor brengt u de
motor  langzaam  op  het  bedrijfstoerental,
zodat  de  oliedruk wordt  gestabiliseerd  naar -
mate de motor warmdraait.
 WAARSCHUWING!
Als  de  rijsnelheid  hoger  is  dan  1,2 mph
(1,9 km/u),  schakelt  de  transmissie
automatisch  naar  NEUTRAL  totdat  de
rijsnelheid  daalt  tot  onder  de  1,2 mph
(1,9 km/u).  Een  voertuig  dat  in  de  stand
NEUTRAL wordt gelaten, kan wegrollen. Trek
als  een  extra  voorzorgsmaatregel  altijd  de
handrem aan wanneer u het voertuig verlaat.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 152   
Page 163 of 344

161
4H PT
Vierwielaandrijving,  inschakelbare  hoge
groep  —  Deze  groep  maximaliseert  het
koppel  naar  de  voorste  aandrijfas,  waardoor
de voor- en achterwielen worden gedwongen
om met hetzelfde toerental te draaien. Deze
stand zorgt voor extra tractie en is uitsluitend
bestemd voor onverharde of gladde wegen.
N (neutraalstand)
N (neutraalstand) — In deze groep wordt het
contact tussen de aandrijflijn en de aandrijf-
assen voor en achter verbroken. Te gebruiken om de auto op een oplegger te slepen achter
een ander voertuig.
Raadpleeg "Slepen achter een camper" in dit
hoofdstuk voor meer informatie.
4L
Vierwielaandrijving, lage groep — Deze stand
zorgt  voor  vierwielaandrijving  bij  lage  snel
-
heid.  De  stand  maximaliseert  het  koppel
naar de voorste aandrijfas, waardoor de voor-
en  achterwielen  worden  gedwongen  om  met
hetzelfde  toerental  te  draaien.  Deze  groep
levert extra tractie en maximale trekkracht en
is  uitsluitend  bestemd  voor  onverharde  of
gladde wegen. Rijd niet sneller dan 40 km/u
(25 mph).
Deze  tussenbak  is  ontworpen  om  te  worden
aangedreven  in  de  stand  2H  (2WD)  of  4H
Auto  (4WD  AUTO)  op  een  normale  weg  of
snelweg  met  een  droog,  hard  wegdek.
Tijdens  het  rijden  in  2H  verbruikt  de  auto
minder brandstof omdat de vooras in 2H niet
is ingeschakeld.
Voor  variabele  rijomstandigheden  kan  4H
AUTO worden gebruikt. In deze modus wordt
de  vooras  ingeschakeld,  maar  wordt  het
vermogen  van  de  auto  op  de  achterwielen
overgebracht.  Vierwielaandrijving  wordt automatisch ingeschakeld wanneer het voer
-
tuig verlies van tractie detecteert. Omdat de
vooras  is  ingeschakeld,  wordt  in  deze  stand
meer  brandstof  verbruikt  dan  in  de
2H-stand.
Wanneer er extra tractie nodig is, kunnen de
tussenbakstanden 4H en 4L worden gebruikt
om de aandrijfassen vóór en achter samen te
vergrendelen en de voor-  en  achterwielen te
dwingen  om  met  dezelfde  snelheid  te
draaien.  De  standen  4H  en  4L  zijn  uitslui -
tend  bedoeld  voor  een  onverhard  of  glad
wegdek  en  zijn  niet  bedoeld  voor  normaal
rijden.  Rijden  in  de  standen  4H  en  4L  op
verharde  wegen  veroorzaakt  overmatige  slij -
tage aan de banden en schade aan de onder -
delen  van  de  aandrijflijn.  Raadpleeg  de
paragraaf  "Schakelprocedures"  in  dit  hoofd -
stuk voor  meer informatie  over  schakelen in
4H of 4L.
De  instrumentengroep  waarschuwt  de
bestuurder  dat  het  voertuig  in  de  vierwiel -
aandrijving  staat  en  dat  de  aandrijfassen
vóór  en  achter  samen  zijn  vergrendeld.  Het
lampje  gaat  branden  wanneer  de  tussenbak
in de stand 4H wordt gezet.
Wanneer u bij een bepaalde rijsnelheid in 4L
rijdt,  is  het  motortoerental  circa  driemaal
 WAARSCHUWING!
Als  u  de  auto  zonder  toezicht  achterlaat
terwijl de tussenbak in de stand NEUTRAL
(N)  staat  en  de  handrem  niet  helemaal  is
aangetrokken,  kunnen  u  of  anderen
(dodelijk)  gewond  raken.  In  de  stand
NEUTRAL (N) van de tussenbak wordt het
contact  met  de  aandrijflijn  van  zowel  de
aandrijfas voor als achter verbroken,  zodat
het  voertuig  kan  rollen,  zelfs  als  de
automatische  versnellingsbak  in  de  stand
PARK  is  gezet.  De  handrem  moet  altijd
aangetrokken zijn als de bestuurder niet in
de auto zit.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 161   
Page 295 of 344

293
pagina-opties.  Deze  geeft  continu  bijge-
werkte informatie over de volgende zaken:
Huidige status van de tussenbak
Huidige breedtegraad/lengtegraad
Huidige hoogte van het voertuig
Status  van  Hill  Descent  Control/
Selec-Speed  Control  en  de  geselecteerde
snelheid in km/u (mph)
Statusbalk 2WD/4WD
Versnellingsbak 
Op  de  pagina  Aandrijflijn  wordt  informatie
weergegeven  over  de  aandrijflijn  van  het
voertuig.
De volgende informatie wordt weergegeven:
Stuurhoek in graden
Status van de tussenbak
Status van de achteras — indien aanwezigAandrijflijnmenu 2WD/4WD
Hellingshoek en rol 
Op de pagina hellingshoek en rol worden de
huidige  hellingshoek  (hoek  omhoog  en
omlaag) en de rol (zijwaartse hoek) in graden
weergegeven.  De  meters  voor  de  hellings -
hoek en rol visualiseren de huidige hoek van
het voertuig.
Menu Hellingshoek en rol 2WD/4WD
1 — Status van de tussenbak
2 — Huidige breedtegraad/lengtegraad
3 — Huidige hoogte
4 — Hill Descent Control
1 — Stuurhoek
2 — Stabilisatorstang
3 — Status van de voorasvergrendeling
4 — Status van de achterasvergrendeling
1 — Huidige hellingshoek
2 — Huidige rol
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book  Page 293