isofix Lancia Flavia 2013 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2013, Model line: Flavia, Model: Lancia Flavia 2013Pages: 268, PDF Size: 2.79 MB
Page 30 of 268
BEVEILIGINGSSYSTEMEN
VOOR INZITTENDENEen zeer belangrijke veiligheidsvoor-
ziening in uw auto zijn de beveili-
gingssystemen voor inzittenden:
Driepuntsgordels voor alle zitplaat-sen.
Geavanceerde frontairbags voor de bestuurder en voorpassagier
Extra actieve hoofdsteunen op de voorstoelen (geïntegreerd in de
hoofdsteun)
Aanvullende zijairbags in de stoe- len (SAB)
Krachtabsorberende stuurkolom en stuur.
Kniebescherming/-blokkering voorpassagiers.
De veiligheidsgordels vóór zijn voorzien van gordelspanners, die de
inzittenden betere bescherming
bieden, doordat tijdens aanrijdin-
gen de door inzittenden uitgeoe-
fende krachten gecontroleerd wor-
den opgevangen. De veiligheidsgordels achterin heb-
ben een automatisch blokkerend
oprolmechanisme dat de veilig-
heidsgordel op zijn plaats vergren-
delt. U moet eerst de gordel hele-
maal uittrekken en vervolgens op
de gewenste lengte aanpassen als u
een kinderzitje bevestigt of een
groot voorwerp op een stoel vastzet.
Lees de informatie in dit hoofdstuk
aandachtig door. Hierin wordt uitge-
legd hoe u het beveiligingssysteem
voor inzittenden op de juiste wijze
gebruikt om uw passagiers en uzelf
optimaal te beschermen.
Als u kinderen vervoert die te klein
zijn voor de normale veiligheidsgor-
dels, kunt u de veiligheidsgordels of
de ISOFIX-voorziening ook gebrui-
ken om baby- en kinderzitjes te be-
vestigen. Raadpleeg voor meer infor-
matie de paragraaf "ISOFIX —
Bevestigingssysteem voor kinderzit-
jes". OPMERKING: Het opblaasme-
chanisme van de geavanceerde
frontairbags heeft verschillende
stadia. De airbag kan zo meer of
minder krachtig worden opgebla-
zen, afhankelijk van factoren zo-
als de soort aanrijding en de ernst
ervan.
Hier volgen enkele eenvoudige advie-
zen om het risico op letsel door een
geactiveerde airbag te verminderen:
1.
Kinderen van 12 jaar en jonger
moeten altijd goed vastgegespt op
de achterbank zitten.
WAARSCHUWING!
Kinderen mogen nooit in tegen de
rijrichting geplaatste kinderzitjes
worden vervoerd op de voorstoel
van auto's met een geavanceerde
frontairbag aan passagierszijde. Bij
het opblazen kan de airbag ernstig
of zelfs dodelijk letsel aan kinderen
in die zitpositie toebrengen.
24
Page 50 of 268
Tabel voor het plaatsen van universeel kinderzitje
Gewicht Voorstoel passagiers-
zijde Achterbank buitenzijde
Groep tot 10 kg X U
Groep 0+ tot 13 kg XU
Groep I 9 tot 18 kg XU
Groep II 15 tot 25 kg XU
Groep III 22 tot 36 kg XU
Legenda voor letters in bovenstaande tabel
U = Geschikt voor universele kinderzitjes, goedgekeurd voor het gewicht.
X = Zitpositie niet geschikt voor kinderen in deze gewichtsklasse.
Tabel ISOFIX-posities
Gewicht Maat Bevesti-
ging Voorstoel
passa-
gierszijde Achter-
bank bui- tenzijde Achter-
bank
midden Tweede
zitrij bui- tenzijde Tweede
zitrij
midden Andere
plaatsen
Reiswieg F ISO/L1 X **1UF X X X X G ISO/L2 X **1UF X X X X(1) X X X X X X
0 — tot 10 kg E ISO/R1 X 1UF X X X X (1) XX X X X X
0+ — tot 13 kg E ISO/R1 X 1UF X X X X D ISO/R2 X 1UF X X X XC ISO/R3 X *1UF X X X X (1) X X X X X X
44
Page 51 of 268
Tabel ISOFIX-posities
Gewicht Maat Bevesti-
ging Voorstoel
passa-
gierszijde Achter-
bank bui- tenzijde Achter-
bank
midden Tweede
zitrij bui- tenzijde Tweede
zitrij
midden Andere
plaatsen
I – 9 tot 18 kg D ISO/R2 X 1UF X X X X C ISO/R3 X *1UF X X X XB ISO/F2 X 1UF X X X X
B1 ISO/F2X X 1UF X X X X A ISO/F3 X 1UF X X X X (1) X X X X X X
II – 15 tot 25 kg (1) XX X X X X
III – 22 tot 36 kg (1) XX X X X X
Legenda voor letters in bovenstaande tabel
(1) = Als kinderzitjes geen ISO/XX-identificatie hebben (A t/m G) voor het desbetreffende gewicht, moet de autofabrikant
aangeven welke voertuigspecifieke ISOFIX-kinderzitjes geschikt zijn voor de posities.
1UF = Geschikt voor in de rijrichting geplaatste universele ISOFIX-kinderzitjes die zijn goedgekeurd voor het desbetref-
fende gewicht.
X = ISOFIX-positie niet geschikt voor ISOFIX-kinderzitjes voor dit gewicht en/of van deze maat.
*1UF = Met de stoel midden op de glijrails moet de rugleuning zo worden afgesteld dat deze niet in aanraking komt met het
kinderzitje.
**1UF = De F & G reiswieg kan alleen worden geplaatst als het cabrioletdak is geopend.
45
Page 52 of 268
Baby- en kinderzitjes
Veiligheidsdeskundigen raden aan
kinderen tot twee jaar, of totdat ze de
lengte- of gewichtslimiet van het kin-
derzitje hebben bereikt, tegen de rij-
richting in te vervoeren in de auto. Er
kunnen twee soorten kinderzitjes te-
gen de rijrichting in worden geplaatst:
babyzitjes en aanpasbare kinderzit-
jes.
Het babyzitje mag u uitsluitend tegen
de rijrichting in de auto plaatsen. Dit
wordt aanbevolen voor kinderen
vanaf hun geboorte totdat ze de
lengte- of gewichtslimiet van het ba-
byzitje hebben bereikt. Aanpasbare
kinderzitjes kunnen ofwel tegen de
rijrichting in of in de rijrichting wor-
den gebruikt in de auto. Aanpasbare
kinderzitjes hebben meestal een ho-
gere gewichtslimiet tegen de rijrich-
ting in dan babyzitjes en kunnen
daarom tegen de rijrichting in worden
gebruikt voor kinderen die hun baby-
zitje zijn ontgroeid maar nog geen
twee jaar zijn. Kinderen moeten tegen
de rijrichting in worden vervoerd in
de auto, totdat ze het toegestane
maximale gewicht of lengte voor hetaanpasbare kinderzitje bereikt heb-
ben. Beide typen kinderzitjes worden
in de auto bevestigd met een drie-
puntsgordel of het ISOFIX-
bevestigingssysteem voor kinderzit-
jes. Raadpleeg voor meer informatie
de paragraaf "ISOFIX — Bevesti-
gingssysteem voor kinderzitjes".
WAARSCHUWING!
Tegen de rijrichting in geplaatste
kinderzitjes mogen nooit op de
voorstoel van een auto met passa-
giersairbag worden geplaatst. Bij
het opblazen kan de airbag anders
ernstig of zelfs dodelijk letsel aan
kinderen in die zitpositie toebren-
gen.
Oudere kinderen en kinderzitjes
Kinderen die twee jaar zijn of het te-
gen de rijrichting in geplaatste aan-
pasbare kinderzitje zijn ontgroeid,
kunnen in de rijrichting in de auto
rijden. In de rijrichting geplaatste
kinderzitjes en aanpasbare kinderzit-
jes die in de rijrichting zijn geplaatst,
zijn bedoeld voor kinderen die ouder zijn dan twee jaar of zwaarder of lan-
ger zijn dan de gewichts- of lengteli-
miet van het tegen de rijrichting in
geplaatste aanpasbare kinderzitje.
Kinderen moeten zo lang mogelijk in
een in de rijrichting geplaatst kinder-
zitje met gordel worden vervoerd tot-
dat ze het toegestane maximale ge-
wicht of lengte voor het kinderzitje
hebben bereikt. Deze typen kinderzit-
jes worden tevens in de auto bevestigd
met een driepuntsgordel of het
ISOFIX-bevestigingssysteem voor
kinderzitjes. Raadpleeg voor meer in-
formatie de paragraaf "ISOFIX —
Bevestigingssysteem voor kinderzit-
jes".
Kinderen die zwaarder of langer zijn
dan de limiet voor het in de rijrichting
geplaatste kinderzitje, moeten een zit-
verhoger gebruiken totdat de veilig-
heidsgordels goed passen. Als het
kind met de rug tegen de rugleuning
op de zitting zit en de knieën niet kan
buigen om de benen te laten afhan-
gen, moet het kind een zitverhoger
gebruiken. Het kind en de zitverhoger
worden bevestigd met behulp van de
driepuntsgordel.
46
Page 54 of 268
Gesp het kind in het zitje vast vol-gens de aanwijzingen van de fabri-
kant van het zitje.WAARSCHUWING!
Wanneer u het baby- of kinderzitje
niet gebruikt, zet dit dan vast met
de veiligheidsgordel of verwijder
het uit de auto. Laat het zitje nooit
los in de auto liggen. Bij een nood-
stop of aanrijding kan het zitje de
inzittenden of de rugleuningen van
de stoelen raken en ernstig letsel
veroorzaken.
ISOFIX — Bevestigingssysteem
voor kinderzitjes
Uw auto is uitgerust met het zogehe-
ten ISOFIX-bevestigingssysteem voor
kinderzitjes. Met het ISOFIX systeem
kunnen kinderzitjes worden bevestigd
zonder gebruik te maken van de vei-
ligheidsgordels. Beide zitplaatsen op
de achterbank hebben lage veranke-
ringspunten die geschikt zijn voor
ISOFIX-compatibele kinderzitjes met
flexibele bevestigingsriemen aan de onderzijde of vaste lage bevestigings-
punten. Ongeacht het type lage beves-
tiging dient u ISOFIX-compatibele
kinderzitjes nooit zodanig te plaatsen
dat twee kinderzitjes samen een laag
ankerpunt delen. Als u ISOFIX-
compatibele kinderzitjes naast elkaar
op de achterbank plaatst, kunt u de
ISOFIX-ankerpunten of de veilig-
heidsgordels van de auto gebruiken.
Als uw kinderzitjes niet ISOFIX-
compatibel zijn, dam kunt u de kin-
derzitjes alleen met de veiligheidsgor-
dels van de auto bevestigen.
Raadpleeg voor specifieke bevesti-
gingsinstructies "Het ISOFIX-
compatibele kinderzitje installeren".
ISOFIX-ankerpunten op de
achterbank
Tegenwoordig zijn kinderzitjes lever-
baar die geschikt zijn voor bevestiging
aan de lage verankeringspunten. Kin-
derzitjes voorzien van bevestigings-
banden en haken voor bevestiging
aan de bovenste bevestigingsbanden
zijn al langere tijd leverbaar. Een
groot aantal fabrikanten van kinder-
zitjes levert inmiddels voor sommigeoudere typen kinderzitjes een
uitbreidings- of aanpassingsset met
bevestigingsbanden.
Aangezien de introductie van de lage
ankerpunten voor personenauto's en-
kele jaren zal vergen, zullen kinderzit-
jes met bevestigingen voor dergelijke
verankeringspunten voorlopig ook
voorzieningen hebben voor bevesti-
ging met behulp van de heup- of drie-
puntsgordels. Ze zijn tevens voorzien
van bevestigingsbanden. Maak ge-
bruik van alle beschikbare bevesti-
gingsmiddelen om het kinderzitje ste-
vig in de auto te bevestigen.
ISOFIX-ankerpunten op de
achterbank
48
Page 55 of 268
OPMERKING: Wanneer u het
ISOFIX-bevestigingssysteem ge-
bruikt om een kinderzitje te in-
stalleren, moet u ervoor zorgen dat
alle veiligheidsgordels die op dat
moment niet worden gebruikt,
buiten het bereik van kinderen
worden gehouden. Het is raad-
zaam voordat het kinderzitje
wordt aangebracht de veiligheids-
gordel achter het zitje om vast te
gespen, buiten bereik van het
kind. Als de vastgegespte veilig-
heidsgordel in de weg zit bij de
installatie van het kinderzitje,
leidt u de veiligheidsgordel door
de gordelopening van het kinder-
zitje en gespt u deze vervolgens
vast, in plaats van de veiligheids-
gordel achter het zitje te leiden.
Hierdoor blijft de veiligheidsgor-
del buiten bereik van een nieuws-
gierig kind. Wijs alle kinderen in
de auto erop dat een veiligheids-
gordel geen speelgoed is, en dat ze
er niet mee mogen spelen. Laat
kinderen nooit zonder begeleiding
achter in de auto.Het ISOFIX-compatibele
kinderzitje installeren
Wij raden u aan de aanwijzingen van
de fabrikant zorgvuldig op te volgen
bij het installeren van het kinderzitje.
Niet alle kinderzitjes worden geïnstal
leerd volgens de beschrijving in deze
handleiding. Nogmaals: volg nauwge-
zet de aanwijzingen van de fabrikant
op wanneer u een kinderzitje instal-
leert.
De lage verankeringspun-
ten zijn ronde stangen aan
de achterzijde van de zit-
ting, in de hoek die wordt
gevormd door zitting en rugleuning.
Deze stangen zijn nog net zichtbaar
wanneer u tegen de zitting steunt om
het kinderzitje te installeren. U voelt
deze stangen wanneer u met de vinger
langs de rand gaat waar rugleuning en
zitting samenkomen.
Bovendien bevinden zich
achter elke zitplaats op de
achterbank ankerpunten
voor bevestigingsbanden.
De toegangsopeningen naar de anker-
punten bevinden zich in het paneel tussen de achterbank en de achter-
ruit. De ankerpunten bevinden zich
onder een afdekking in het tapijt op
de achterkant van de stoel waarop u
dit symbool ziet.
De meeste, maar niet alle, kinderzitjes
zijn aan beide zijden voorzien van
aparte banden. Deze banden zijn
voorzien van een haak of een koppel-
stuk voor bevestiging aan het lage an-
kerpunt en van een systeem voor het
verstellen van de band. In de rijrich-
ting geplaatste kinderzitjes en som-
mige tegen de rijrichting in geplaatste
babyzitjes zijn ook voorzien van een
bevestigingsband, een haak voor be-
vestiging aan de ankerpunten voor
bevestigingsbanden en een verstelme-
chanisme voor de band.
U maakt eerst het verstelmechanisme
aan de onderste banden en aan de
bevestigingsband los, zodat u de ha-
ken of koppelstukken gemakkelijker
aan de verankeringspunten in de auto
kunt vastmaken. Bevestig vervolgens
de onderste haken of koppelstukken
via de bovenkant van het bekledings-
materiaal van de zitplaats. Draai dan
49
Page 56 of 268
de afdekking van het ankerpunt voor
de bevestigingsband recht achter de
zitplaats waarop u het kinderzitje
plaatst en duw het ankerpunt en de
haak via de toegangsopening de baga-
geruimte in. Open de afdekking op
het tapijt op de achterkant van de
stoel en bevestig de haak van de be-
vestigingsband aan het ankerpunt.
Let erop dat u de bevestigingsband
volgens de kortste weg van het anker-
punt naar het kinderzitje bevestigt.
Trek tot slot alle drie de banden aan
terwijl u het kinderzitje naar achteren
en omlaag tegen de bank drukt, en
trek de banden strak overeenkomstig
de aanwijzingen van de fabrikant van
het kinderzitje.
OPMERKING: Wanneer u het
ISOFIX-bevestigingssysteem ge-
bruikt om een kinderzitje te in-
stalleren, moet u ervoor zorgen dat
alle veiligheidsgordels die op dat
moment niet worden gebruikt,
buiten het bereik van kinderen
worden gehouden. Het is raad-
zaam voordat het kinderzitje
wordt aangebracht de veiligheids-
gordel achter het zitje om vast tegespen, buiten bereik van het
kind. Als de vastgegespte veilig-
heidsgordel in de weg zit bij de
installatie van het kinderzitje,
leidt u de veiligheidsgordel door
de gordelopening van het kinder-
zitje en gespt u deze vervolgens
vast, in plaats van de veiligheids-
gordel achter het zitje te leiden.
Hierdoor blijft de veiligheidsgor-
del buiten bereik van een nieuws-
gierig kind. Wijs alle kinderen in
de auto erop dat een veiligheids-
gordel geen speelgoed is, en dat ze
er niet mee mogen spelen. Laat
kinderen nooit zonder begeleiding
achter in de auto.
WAARSCHUWING!
Onjuiste bevestiging aan de
ISOFIX-ankerpunten kan ertoe lei-
den dat het kinderzitje niet goed
functioneert. Het kind kan daar-
door ernstig of zelfs dodelijk letsel
oplopen. Volg daarom bij de beves-
tiging van een kinderzitje nauw-
keurig de aanwijzingen van de fa-
brikant.
Kinderzitjes installeren met de
veiligheidsgordels
De veiligheidsgordels op de passa-
gierszitplaatsen achterin zijn voorzien
van een automatisch blokkerend op-
rolmechanisme, dat wordt gebruikt
voor het bevestigen van een kinder-
zitje. Bij deze gordeltypen kan het
heupgedeelte van de gordel stevig
rond het kinderzitje worden getrok-
ken, zodat geen borgklem gebruikt
hoeft te worden. Het automatisch
blokkerend oprolmechanisme produ-
ceert een ratelend geluid als u de gor-
del helemaal uit het oprolmechanisme
trekt en vervolgens de gordel laat te-
rugrollen. Raadpleeg de paragraaf
"Automatische blokkeerfunctie" voor
meer informatie over het automatisch
blokkerend oprolmechanisme. In on-
derstaande tabel worden de zitplaat-
sen vermeld met een automatisch
blokkerend oprolmechanisme (ALR)
of een geschakelde gordelspanner.
50