Lancia Musa 2005 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2005, Model line: Musa, Model: Lancia Musa 2005Pages: 338, PDF Size: 5.29 MB
Page 251 of 338

250
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
OPPOMPEN VAN DE BAND
Ga als volgt te werk:
❒plaats het te repareren wiel met het ventiel A in de aangegeven
stand; trek vervolgens de handrem aan;
❒draai de vulbuis B op de spuitbus C;
❒draai de ventieldop van de band los en verwijder het interne
onderdeel van het ventiel met behulp van het gereedschap D;
plaats het niet op zand of een vuile ondergrond;
L0D0171m
L0D0172m
L0D0222m
Page 252 of 338

251
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
L0D0174m
L0D0175m
L0D0176m
❒steek de vulbuis E op het ventiel van de band, houd de spuitbus F
met de vulbuis naar beneden gekeerd en druk vervolgens op de
spuitbus zodat de afdichtvloeistof in de band komt;
❒draai het interne onderdeel van het ventiel weer vast met behulp
van het gereedschap G;
❒sluit vervolgens met het hendeltje H de slang van de compressor L
op het ventiel van de band aan;
❒start de motor, sluit de stekker N aan op de aansteker
(of 12V-stekkerdoos) en pomp de band op tot de juiste
bandenspanning is bereikt. Controleer de bandenspanning op de
manometer M. Voor een nauwkeurige aflezing moet de compressor
worden uitgeschakeld;
❒als u er niet in slaagt de voorgeschreven bandenspanning te
bereiken, verplaats dan de auto ongeveer 10 meter naar voren of
naar achteren, zodat de afdichtvloeistof in de band verdeeld
wordt; pomp de band vervolgens weer op;
❒als het na deze laatste handeling nog niet lukt de band op de
voorgeschreven spanning te krijgen, rijd dan niet verder maar
wendt u tot de Lancia-dealer;
Page 253 of 338

252
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
L0D0177m
Als u tijdens het herstellen van de bandenspanning er niet in slaagt de spanning
op ten minste 1,8 bar te brengen, mag niet verder worden gereden: wendt u tot de
Lancia-dealer.ATTENTIE
ATTENTIEPlaats de sticker op een voor de bestuurder goed zichtbare plek om aan te geven
dat de band behandeld is met Fix&Go. Rijd voorzichtig vooral in bochten. Rijd
niet sneller dan 80 km/h. Vermijd accelereren en bruusk remmen.
ATTENTIEAls de bandenspanning tot onder 1,3 bar is gedaald, mag niet verder worden
gereden; wendt u tot de Lancia-dealer. Als de bandenspanning ten minste 1,3 bar
bedraagt, moet de juiste bandenspanning worden hersteld (bij draaiende motor en
aangetrokken handrem). Rijd vervolgens zeer voorzichtig verder.❒als de band op de juiste spanning is gebracht, vertrek dan
onmiddellijk zodat de afdichtvloeistof gelijkmatig in de band
verdeeld wordt: stop na ongeveer 10 minuten, trek de handrem
aan en controleer opnieuw de bandenspanning;
❒rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde Lancia-dealer om de
band te laten controleren en te repareren of om de band te laten
vervangen; u moet dan absoluut aangeven dat de band is
gerepareerd met Fix&Go.
BELANGRIJK Banden die met Fix&Go behandeld zijn, kunnen
slechts tijdelijk worden gebruikt.
Page 254 of 338

253
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
WIEL VERWISSELEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
Voor het verwisselen van het wiel en voor het juiste
gebruik van de krik en het reservewiel moeten de
onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht worden
genomen.
BELANGRIJK Als de auto is uitgerust met “Fix&Go
(snelle bandenreparatieset)”, zie dan de betreffende
instructies in het vorige hoofdstuk.
ATTENTIEHet bijgeleverde noodreservewiel behoort bij de auto waarbij het geleverd is;
gebruik het reservewiel niet bij andere auto’s en monteer geen reservewielen van
andere auto’s. Het noodreservewiel mag alleen in noodgevallen worden gebruikt.
Het noodreservewiel moet zo kort mogelijk gebruikt worden en er mag niet sneller
dan 80 km/h mee worden gereden. Op het noodreservewiel is een oranje sticker
aangebracht waarop de belangrijkste aanwijzingen en de beperkingen staan
vermeld met betrekking tot het gebruik van het reservewiel. Deze sticker mag
absoluut niet worden verwijderd of afgedekt. Op het noodreservewiel mag nooit
een wieldeksel worden gemonteerd. Op de sticker staan de volgende aanwijzingen
in vier talen vermeld:
ATTENTIE! ALLEEN VOOR TIJDELIJK GEBRUIK! MAX. 80 KM/H!
VERVANG ZO SNEL MOGELIJK DOOR NORMALE BAND. BEDEK DEZE AANWIJZINGEN NIET. BELANGRIJK Als de auto is uitgerust met het
TPMS moeten bij het monteren/demonteren van de
banden en/of velgen speciale voorzorgsmaatregelen
in acht worden genomen. Om te voorkomen dat de
sensoren beschadigen of verkeerd gemonteerd
worden, mogen de banden en/of de velgen
uitsluitend door gespecialiseerd personeel vervangen
worden. Wendt u tot de Lancia-dealer.
BELANGRIJK Als de auto is uitgerust met het
TPMS moet bij het demonteren van een band, ook
het rubber van het ventiel vervangen worden.
Wendt u tot de Lancia-dealer.
Page 255 of 338

254
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ATTENTIEDe krik dient uitsluitend voor het verwisselen van een wiel van de auto waarbij
de krik geleverd is of voor auto’s van hetzelfde model. Gebruik de krik niet voor
het opkrikken van andere auto’s. En beslist nooit voor het uitvoeren van
werkzaamheden onder de auto. Als de krik niet juist geplaatst wordt, kan de
opgekrikte auto van de krik vallen. Op een sticker op de krik is het maximum
hefvermogen aangegeven; de krik mag nooit voor een zwaardere last worden
gebruikt. Het noodreservewiel is niet geschikt voor de montage van
sneeuwkettingen. Als u een lekke voorband (aangedreven wiel) hebt en er moet
met sneeuwkettingen worden gereden, dan moet u een wiel van de achteras
afhalen en daarvoor in de plaats het noodreservewiel monteren. Zo hebt u op de
vooras twee normale wielen waarop uw sneeuwkettingen kunt monteren.
ATTENTIEBij een gemonteerd noodreservewiel veranderen de rij-eigenschappen van de
auto. Vermijd met vol gas optrekken, bruusk remmen en hoge snelheden in de
bochten. Het noodreservewiel heeft een levensduur van ongeveer 3000 km. Na
deze afstand moet de band van het noodreservewiel vervangen worden door een
nieuwe band van hetzelfde type. Monteer nooit een normale band op de velg van
het noodreservewiel. Laat het verwisselde wiel zo snel mogelijk repareren en
monteren. Gebruik nooit twee of meer noodreservewielen. Smeer de schroefdraad
van de wielbouten niet met vet in, voordat u ze monteert: de bouten kunnen
loslopen.
ATTENTIEDoor een verkeerde montage kan het wieldeksel tijdens het rijden loslaten. Maak
het ventiel absoluut niet open. Plaats geen enkel stuk gereedschap tussen velg en
band. Controleer regelmatig de spanning van de banden en van het
noodreservewiel en houdt u daarbij aan de waarden die beschreven staan in het
hoofdstuk “Technische gegevens”.
Page 256 of 338

255
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
Het is nodig te weten dat:
❒de krik niet kan worden gerepareerd: bij een defect de krik door
een krik van hetzelfde type moet worden vervangen;
❒buiten de slinger geen enkel ander gereedschap op de krik
gemonteerd mag worden.
Ga voor het verwisselen van een wiel als volgt te werk:
❒zet de auto stil op een plaats waar het verkeer niet in gevaar wordt
gebracht en in alle veiligheid het wiel kan worden verwisseld. Zet
de auto zo mogelijk op een vlakke en stevige ondergrond;
❒zet de motor uit en trek de handrem aan;
❒schakel de eerste versnelling of de achteruit in;
❒til de bekleding op de vloer van de bagageruimte op;
❒draai de blokkeerschroef A los;
❒neem de gereedschaphouder B uit en zet de houder dicht bij het te
verwisselen wiel;
❒neem het noodreservewiel C uit;
L0D0161m
Page 257 of 338

256
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
L0D0163m
L0D0162m
❒verwijder bij auto’s die zijn uitgerust met lichtmetalen velgen het
wieldeksel met behulp van de bijgeleverde schroevendraaier.
Plaats de schroevendraaier in de daarvoor bestemde inkeping E,
zoals in de figuur is aangegeven;
❒draai met de bijgeleverde sleutel E de wielbouten ongeveer een
slag los; schud bij uitvoeringen met lichtmetalen velgen enige
malen aan de bovenkant van de carrosserie, waardoor de velg los
van de wielnaaf kan komen;
❒draai de krik F omhoog, zodat de inkeping G aan de bovenzijde
van de krik juist om het profiel H onder de carrosserie valt bij
punt I (op ongeveer 60 cm vanaf het midden van het voorwiel of
op 80 cm vanaf het midden van het achterwiel);
Page 258 of 338

257
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
❒waarschuw eventuele omstanders dat de auto wordt opgekrikt;
zorg ervoor dat ze zich niet in de nabijheid van de auto bevinden
en de auto vooral niet aanraken totdat deze weer geheel op de
grond staat;
❒plaats de slinger L in de krik en krik de auto omhoog, totdat het
wiel enige centimeters los van de grond is;
❒bij uitvoeringen met een wieldeksel moet het wieldeksel worden
verwijderd na het losdraaien van de 3 wielbouten. Draai
vervolgens de vierde wielbout los en trek het wiel los;
❒bij uitvoeringen met een geklemd wieldeksel moet het wieldeksel
voorzichtig worden verwijderd om beschadiging te voorkomen;
❒zorg ervoor dat de boutgaten en alle contactvlakken van het
reservewiel schoon zijn en geen onzuiverheden bevatten, omdat
hierdoor na verloop van tijd de wielbouten kunnen loslopen;
L0D0164m
Page 259 of 338

258
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
L0D0165m
L0D0166m
❒monteer het reservewiel, waarbij de gaten M over de
centreerpennen N moeten vallen;
❒draai met de bijgeleverde sleutel de vier wielbouten handvast aan;
❒draai de slinger L van krik zodat de auto zakt, en verwijder de
krik;
❒draai met de bijgeleverde sleutel de wielbouten kruiselings vast, in de
volgorde die is aangegeven.
NORMALE WIEL MONTEREN
Volg de hiervoor beschreven procedure, krik de auto op en demonteer
het reservewiel.
Uitvoeringen met stalen velgen
Ga als volgt te werk:
❒zorg ervoor dat de boutgaten en alle contactvlakken van het
reservewiel schoon zijn en geen onzuiverheden bevatten, omdat
hierdoor na verloop van tijd de wielbouten kunnen loslopen;
❒monteer het normale wiel en draai de eerste wielbout twee slagen
in het gat dat zich het dichtst bij het ventiel bevindt;
❒monteer het wieldeksel, waarbij de inkeping (op het wieldeksel)
moet samenvallen met het ventiel en plaats vervolgens de andere
drie wielbouten;
❒druk bij uitvoeringen met geklemd wieldeksel, met de hand op de
rand van het deksel (niet slaan) tegen het wiel;
❒draai met de bijgeleverde sleutel de wielbouten stevig vast;
❒laat de auto zakken en verwijder de krik;
❒draai met de bijgeleverde sleutel de wielbouten kruiselings vast, in
de volgorde die eerder is afgebeeld.
BELANGRIJK Door een verkeerde montage kan het wieldeksel tijdens
het rijden loslaten.
Page 260 of 338

259
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
L0D0161m
Uitvoeringen met lichtmetalen velgen
❒zorg ervoor dat de boutgaten en alle contactvlakken schoon zijn;
❒monteer het normale wiel door het op de centreerpennen te
plaatsen, monteer de wielbouten en draai ze vast met de
bijgeleverde sleutel;
❒laat de auto zakken en verwijder de krik;
❒draai met de bijgeleverde sleutel de wielbouten definitief vast in de
volgorde die hiervoor is aangegeven voor het noodreservewiel (zie
afbeelding);
❒monteer het geklemde wieldeksel.
Ter afsluiting
❒plaats het verwisselde wiel C op de daarvoor bestemde plek in de
bagageruimte;
❒druk de half geopende krik stevig in de houder B om rammelen
tijdens het rijden te voorkomen;
❒berg het gebruikte gereedschap op in de gereedschaphouder;
❒plaats de gereedschaphouder op het reservewiel en draai de
blokkeerschroef A vast;
❒plaats de bekleding op de juiste wijze op de vloer van de
bagageruimte.