airbag Lancia Musa 2009 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2009, Model line: Musa, Model: Lancia Musa 2009Pages: 218, PDF Size: 7 MB
Page 9 of 218

8
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
L0D0374m
1.Luchtroosters aan zijkant - 2.Linker hendel - 3.Dashboardkastje linksboven - 4.Rechter hendel - 5.Luchtroosters
in het midden - 6.Instrumentenpaneel - 7.Dashboardkastje rechtsboven - 8.Opbergvak - 9.Airbag passagierszijde -
10.Bedieningsknoppen verwarming/ventilatie/airconditioning - 11.Drukknoppen - 12.Autoradio (indien aanwezig) -
13.Start-/contactslot - 14.Airbag bestuurderszijde - 15.Cruise-control (indien aanwezig).
DASHBOARD
De aanwezigheid en de opstelling van de bedieningsorganen, de instrumenten en de controle-/waarschuwingslampjes kunnen
per uitvoering verschillen. De middenconsole boven en onder biedt, afhankelijk van de wensen van de cliënt, meerdere
oplossingen: zie volgende afbeeldingen.
fig. 1
Page 35 of 218

34
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Inschakeling/Uitschakeling
van de frontairbag aan
passagierszijde en de zij-airbag
voor de bescherming van
borstkas/bekken (sidebag)
(indien aanwezig) (Airbag pass.)
Met deze functie kan de airbag aan
passagierszijde worden in- en uitge-
schakeld.
Ga als volgt te werk:
❒druk op de knop MODEen druk,
nadat op het display het bericht
(Bag pass Off) (voor uitschakeling)
of het bericht (Bag pass On) (voor
inschakeling) is verschenen door
het indrukken van de knop +of –,
opnieuw op de knop MODE;
❒op het display verschijnt het bericht
om de instelling te bevestigen;
❒selecteer door het indrukken van de
knop +of –(Ja) (voor bevestiging
van de inschakeling/uitschakeling)
of (Nee) (om te annuleren);
❒druk kort op de knop MODE; er
verschijnt een bevestiging van de
gekozen instelling en er wordt te-
ruggekeerd naar het menuscherm
of, wanneer de knop even inge-
drukt wordt gehouden, naar het be-
ginscherm zonder op te slaan.
MODE
MODE
MODE
– +
L0D2169i L0D2170i
L0D2171i L0D2172i
L0D2173i L0D2174iL0D2174i
L0D2175iL0D2176i
– +
– +
– +
Page 96 of 218

95
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
VEILIGHEID
VEILIGHEIDSGORDELS.................................. 96
GORDELSPANNERS......................................... 99
KINDEREN VEILIG VERVOEREN................... 101
MONTAGEVOORBEREIDING VOOR
“ISOFIX”-KINDERZITJE.................................. 105
FRONTAIRBAGS............................................... 108
ZIJ-AIRBAGS
(Sidebags - Headbags)....................................... 110
Page 103 of 218

102
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
De resultaten van onderzoek naar de
optimale bescherming van kleine kin-
deren zijn verwerkt in de Europese
ECE/R44-voorschriften die wettelijk
verplicht zijn. De systemen zijn on-
derverdeeld in vijf groepen:
Groep 0 gewicht tot aan 10 kg
Groep 0+ gewicht tot aan 13 kg
Groep 1 gewicht: 9-18 kg
Groep 2 gewicht: 15-25 kg
Groep 3 gewicht: 22-36 kg
Zoals u ziet is er een gedeeltelijke
overlapping tussen de groepen;
daarom zijn in de handel systemen
verkrijgbaar die geschikt zijn voor
verschillende gewichtsgroepen.
Alle systemen moeten zijn voorzien
van de typegoedkeuring en van een
goed vastgehecht plaatje met het con-
trolemerk, dat absoluut niet mag wor-
den verwijderd.
Kinderen met een lengte van meer
dan 1,50 m worden, met betrekking
tot de veiligheidssystemen, gelijkge-
steld met volwassenen en moeten dan
ook normaal de veiligheidsgordels
omleggen.
In het Lancia Lineaccessori-pro-
gramma zijn kinderzitjes opgenomen
voor elke gewichtsgroep. Deze zijn
speciaal ontworpen en ontwikkeld
voor de Lancia-modellen.
ZEER GEVAARLIJK:
Monteer absoluut geen
kinderzitje achterstevoren op de
passagiersstoel voor als de front-
airbag aan passagierszijde is in-
geschakeld. Als bij een ongeval de
airbag in werking treedt (op-
blaast), kan dit ernstig letsel en
zelfs de dood tot gevolg hebben. Wij
raden u aan kinderen altijd op de
zitplaatsen achter te vervoeren,
omdat die plaatsen bij een ongeval
de meeste bescherming bieden.
Kinderzitjes moeten dus niet op de
zitplaats voor gemonteerd worden
bij auto’s die zijn uitgerust met een
airbag aan passagierszijde. Als de
airbag in werking treedt (op-
blaast), kan dit ernstig letsel en
zelfs de dood tot gevolg hebben, on-
afhankelijk van de zwaarte van het
ongeluk.
ATTENTIE
Indien noodzakelijk kun-
nen kinderen op de passa-
giersstoel voor worden
vervoerd bij auto’s die zijn
uitgerust met een uitscha-
kelbare frontairbag aan
passagierszijde. In dit geval moet
u er absoluut zeker van zijn dat de
airbag is uitgeschakeld door te
controleren of het gele waarschu-
wingslampje op het instrumenten-
paneel brandt (zie “Frontairbag
aan passagierszijde” in de para-
graaf “Frontairbags en zij-air-
bags”). Bovendien moet de stoel zo
ver mogelijk naar achteren zijn ge-
schoven om te voorkomen dat het
kinderzitje eventueel in aanraking
komt met het dashboard.
ATTENTIE
Page 106 of 218

105
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
Hieronder zijn de richtlijnen
voor een veilig vervoer van
kinderen aangegeven. U dient
zich hieraan te houden.
❒Plaats het kinderzitje bij voorkeur
op een van de zitplaatsen achter
omdat deze plaatsen bij een onge-
val de meeste bescherming bieden.
❒Als de frontairbag aan passagiers-
zijde (indien aanwezig) buiten
werking wordt gesteld, moet altijd
gecontroleerd worden of het be-
treffende gele lampje “op het in-
strumentenpaneel continu brandt.
❒Houdt u bij de montage van het
kinderzitje strikt aan de instruc-
ties. De fabrikant is verplicht deze
instructies bij te leveren. Bewaar
de instructies samen met het in-
structieboekje in de auto. Monteer
geen gebruikte kinderzitjes waar-
van de gebruiksaanwijzingen ont-
breken.
❒Controleer of de gordels goed zijn
vastgemaakt door aan de gordel-
band te trekken.❒Ieder veiligheidssysteem is bedoeld
voor slechts één kind: vervoer
nooit twee kinderen in één sys-
teem.
❒Controleer altijd of de gordel niet
langs de nek van het kind loopt.
❒Zorg er tijdens de rit voor dat het
kind geen afwijkende houding
aanneemt of de gordels losmaakt.
❒Vervoer kinderen nooit in uw ar-
men, ook geen pasgeboren kinde-
ren. Niemand is sterk genoeg om
ze bij een ongeval vast te houden.
❒Na een ongeval moet het zitje door
een nieuw exemplaar worden ver-
vangen. MONTAGEVOOR-
BEREIDING VOOR
ISOFIX-
KINDERZITJE
De auto is voorbereid op de montage
van “Isofix Universeel”-kinderzitjes;
een nieuw gestandaardiseerd Euro-
pees systeem voor het vervoeren van
kinderen.
Er kan ook een mengvorm worden
gekozen, een traditioneel kinderzitje
en een Isofix-kinderzitje.
In fig. 14is een voorbeeld gegeven
van het kinderzitje.
Het Isofix Universeel-kinderzitje is er
voor de gewichtsgroep: 1.
Voor de andere groepen is er een spe-
cifiek Isofix-kinderzitje dat alleen kan
worden gebruikt als het speciaal voor
deze auto is ontworpen, getest en
goedgekeurd (zie de lijst met auto’s
die bij het kinderzitje geleverd wordt).
Monteer absoluut geen kin-
derzitje op de voorstoel aan
de passagierszijde als deze is uit-
gerust met een airbag, omdat kin-
deren nooit op de voorstoel vervoerd
mogen worden.
ATTENTIE
Page 109 of 218

108
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
FRONTAIRBAGS
De auto is uitgerust met frontairbags
aan bestuurders- en aan passagiers-
zijde, met headbags (voor bescher-
ming van het hoofd) en als optional
met zij-airbags voor (sidebags);
De frontairbags (bestuurder en pas-
sagier) beschermen de inzittenden
voor bij middelzware en zware fron-
tale botsingen, door het opblazen van
een luchtkussen tussen de inzittende
en het stuurwiel of het dashboard.
Als de airbags niet worden geactiveerd
bij andere soorten botsingen (zijde-
lings, van achter, over de kop slaan
enz), betekent dit niet dat het systeem
niet goed functioneert.
Bij een frontale botsing zorgt een re-
geleenheid ervoor, indien nodig, dat
het kussen wordt opgeblazen.
Het kussen blaast onmiddellijk op,
waardoor het lichaam van de inzit-
tenden voor wordt opgevangen en de
kans op letsel beperkt wordt. Direct
daarna loopt het kussen weer leeg.
De frontairbags (bestuurder en pas-
sagier) zijn geen vervanging voor de
veiligheidsgordels, maar een aanvul-
ling. Draag dus altijd veiligheidsgor-
dels. Bovendien is het dragen van vei-
ligheidsgordels wettelijk verplicht in
Europa (en in de meeste landen daar-
buiten).Bij een ongeval kan een inzittende die
geen veiligheidsgordel heeft omgelegd,
in contact komen met een airbag die
nog niet volledig opgeblazen is. Hier-
door wordt de inzittende minder door
de airbag beschermd.
De frontairbags kunnen in de vol-
gende gevallen niet worden geacti-
veerd:
❒bij frontale botsingen, met een an-
der deel van de auto dan het front,
tegen makkelijk vervormbare ob-
jecten (bijv. als het voorspatbord
tegen de vangrail komt of tegen
grindhopen);
❒als de auto onder andere auto’s of
veiligheidsvoorzieningen schuift
(bijvoorbeeld onder vrachtwagens
of de vangrail); omdat geen enkele
aanvullende bescherming wordt
geboden op de veiligheidsgordels.
Als de airbags in deze gevallen niet
geactiveerd worden, betekent dit
niet dat het systeem niet goed
functioneert.
De frontairbags aan bestuurders- en
passagierszijde zijn ontworpen voor
een optimale bescherming van de in-
zittenden voor met omgelegde veilig-
heidsgordels. Als de airbags volledig
opgeblazen zijn, vullen zij het groot-
ste deel van de ruimte tussen het
stuurwiel en de bestuurder en het
dashboard en de voorpassagier.FRONTAIRBAG AAN
BESTUURDERSZIJDE fig. 17
Deze bestaat uit een opblaasbaar kus-
sen dat in een daarvoor bestemde
ruimte in het midden van het stuur-
wiel is geplaatst.
fig. 17L0D0416m
Page 110 of 218

109
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
fig. 18L0D0145m
FRONTAIRBAG AAN
PASSAGIERSZIJDE fig. 18
Deze bestaat uit een opblaasbaar kus-
sen met een groter volume dan dat
aan bestuurderszijde. Het kussen is in
een daarvoor bestemde ruimte Ain
het dashboard geplaatst. Bij lichte
frontale aanrijdingen (waarbij de wer-
king van de veiligheidsgordel vol-
doende is) worden de airbags niet ge-
activeerd. Daarom is het gebruik van
de veiligheidsgordels absoluut nood-
zakelijk, want de gordel houdt de in-
zittende bij een zijdelingse botsing in
de juiste positie en voorkomt dat de
inzittende uit de auto wordt geslin-
gerd bij zware botsingen.
Plaats geen stickers of an-
dere objecten op het stuur-
wiel, op het gedeelte A-fig. 18 van
de airbag aan passagierszijde of de
zijkant van de hemelbekleding.
Plaats geen voorwerpen op het
dashboard aan de passagierszijde
(bijv. een mobiele telefoon), omdat
deze het correct openen van de air-
bag aan passagierszijde kunnen
hinderen en de inzittenden ernstig
kunnen verwonden.
ATTENTIE
ZEER GEVAARLIJK:
Monteer absoluut geen
kinderzitje achterstevoren op de
passagiersstoel voor als de front-
airbag aan passagierszijde is in-
geschakeld. Als bij een ongeval de
airbag in werking treedt (op-
blaast), kan dit ernstig letsel en
zelfs de dood tot gevolg hebben.
ATTENTIE
Als de frontairbag aan
passagierszijde kan wor-
den uitgeschakeld, moet
deze worden uitgeschakeld
als er een kinderzitje op
de voorstoel wordt ge-
plaatst. Bovendien moet de stoel zo
ver mogelijk naar achteren zijn ge-
schoven om te voorkomen dat het
kinderzitje eventueel in aanraking
komt met het dashboard. Ook als
het niet wettelijk verplicht is, ra-
den wij u aan, voor een optimale
bescherming van de volwassenen,
de airbag onmiddellijk weer in te
schakelen zodra er geen kinderen
meer vervoerd worden.
ATTENTIE
Page 111 of 218

110
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
FRONTAIRBAG EN ZIJ-AIRBAG
(sidebag) (indien aanwezig)
AAN PASSAGIERSZIJDE
HANDMATIG UITSCHAKELEN
Als het absoluut noodzakelijk is een
kind op de passagiersstoel voor te ver-
voeren, moeten de frontairbag en de
sidebag (indien aanwezig) aan passa-
gierszijde worden uitgeschakeld.
Het waarschuwingslampje “op het
dashboard blijft continu branden tot-
dat de frontairbag en de zij-airbag
(sidebag) (indien aanwezig) aan pas-
sagierszijde opnieuw worden inge-
schakeld.ZIJ-AIRBAGS
(Sidebags -
Headbags)
(indien aanwezig)
SIDEBAGS
(indien aanwezig) fig. 19
Deze sidebags zijn kussens die zich
snel opblazen en bevinden zich in de
rugleuning van de voorstoelen. Ze
hebben tot doel de borstkast van de
inzittenden te beschermen bij mid-
delzware en zware zijdelingse aanrij-
dingen.
Raadpleeg voor het hand-
matig uitschakelen van de
frontairbag en zij-airbag (sidebag)
(indien aanwezig) aan passagiers-
zijde, de paragraaf “Instelbaar
multifunctioneel display” in het
hoofdstuk “Dashboard en bedie-
ning”.
ATTENTIEBedek de rugleuning van
de voorstoelen niet met
hoezen of kleden die niet zijn voor-
bereid op het gebruik met sidebags.
ATTENTIE
fig. 19L0D0147m
fig. 20L0D0148m
HEADBAGS
(indien aanwezig) fig. 20
De headbag is een “gordijn”-systeem,
dat zich aan de zijkant in de hemel-
bekleding bevindt en dat is afgedekt
met een afwerklijst. De headbags bie-
den bescherming aan het hoofd van
de inzittenden voor en achter tijdens
een zijdelingse botsing, dankzij het
grote effectieve oppervlak van de kus-
sens. In het Lancia Lineaccessori-pro-
gramma zijn stoelhoezen opgenomen
voor stoelen die zijn uitgerust met
sidebags.
Page 112 of 218

111
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
De zij-airbags zijn geen vervanging
voor de veiligheidsgordels, maar een
aanvulling. Draag dus altijd veilig-
heidsgordels. Bovendien is het dragen
van veiligheidsgordels wettelijk ver-
plicht in Europa (en in de meeste lan-
den daarbuiten).
BELANGRIJK De inzittende wordt bij
een zijdelingse botsing optimaal door
het systeem beschermd als hij/zij in
de juiste positie in de stoel zit. Hier-
door kan de headbag op de juiste
wijze worden opgeblazen.
BELANGRIJK De frontairbags en/of
zij-airbags kunnen worden geacti-
veerd bij krachtige stoten aan de on-
derzijde van de carrosserie, bijvoor-
beeld bij zware botsingen tegen drem-
pels of stoepranden of obstakels op
het wegdek, of als de auto terecht
komt in grote gaten of verzakkingen
in het wegdek.
BELANGRIJK Als de airbags in wer-
king treden, ontsnapt een beetje rook.
Deze rook is niet schadelijk en duidt
niet op brand; bovendien kan het op-
pervlak van het opgeblazen kussen en
het interieur van de auto bedekt zijn
met een laagje poeder: dit poeder kan
de huid en de ogen irriteren. Als u
hiermee in aanraking bent gekomen,
moet u zich met neutrale zeep en wa-
ter wassen.Het airbagsysteem heeft een geldig-
heid van 14 jaar voor wat betreft de
pyrotechnische lading en van 10 jaar
voor wat betreft het spiraalmecha-
nisme. Laat voor het verstrijken van
deze termijn het systeem door de Lan-
cia-dealer vervangen.
BELANGRIJK Na een ongeval waar-
bij een of meerdere airbags zijn geac-
tiveerd, dient u contact op te nemen
met de Lancia-dealer om de geacti-
veerde airbags te laten vervangen en
de werking van het systeem te laten
controleren.
Alle controlewerkzaamheden, repara-
ties en de vervanging van de airbag
moeten door de Lancia-dealer worden
uitgevoerd.
Aan het einde van de lange levens-
duur van uw auto, moet u contact op-
nemen met de Lancia-dealer om het
systeem buiten werking te laten stel-
len. Bovendien moet bij verkoop van
de auto de nieuwe eigenaar op de
hoogte gesteld worden van het ge-
bruik en de instructies, en moet hij
het instructieboekje ontvangen.
BELANGRIJK Het in werking treden
van de gordelspanners, de frontair-
bags en de zij-airbags voor wordt door
de elektronische regeleenheid bepaald,
afhankelijk van het type ongeval. Als
een van deze onderdelen niet in wer-
king treedt, dan duidt dat niet op een
storing in het systeem.
Steun niet met het hoofd, de
armen of de ellebogen tegen
het portier, de ruiten of in het gebied
van de headbag om verwondingen
tijdens het opblazen te voorkomen.
Steek nooit het hoofd, de armen of
de ellebogen uit het raam.
ATTENTIE
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait en het
lampje
¬gaat niet branden of
blijft branden tijdens het rijden,
dan is er mogelijk een storing in de
veiligheidssystemen; in dat geval
kunnen de airbags of gordelspan-
ners niet geactiveerd worden bij
een ongeval of, in een zeer beperkt
aantal gevallen, niet op de juiste
wijze geactiveerd worden. Voordat
u verder rijdt, dient u contact op te
nemen met de Lancia-dealer om
het systeem direct te laten contro-
leren.
Bedek de rugleuning van de voor-
stoelen niet met hoezen of kleden
die niet zijn voorbereid op het ge-
bruik met sidebags.
ATTENTIE
ALGEMENE OPMERKINGEN
Page 113 of 218

112
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
Rijd altijd met beide han-
den op de stuurwielrand,
zodat bij het in werking treden van
de airbag, het systeem niet wordt
gehinderd door obstakels. Rijd niet
met voorover gebogen lichaam,
maar ga goed rechtop zitten en
steun tegen de rugleuning. Laat bij
diefstal of een poging tot diefstal,
bij beschadiging of als de auto bij
een overstroming onder water is
geweest, het airbagsysteem door
een Lancia-dealer controleren.
ATTENTIE
Reis niet met voorwerpen
op schoot of voor de borst
en houd vooral geen pijp, potlood
enz. in de mond. Bij een ongeval
waarbij de airbag in werking
treedt, kan dit ernstig letsel ver-
oorzaken.
ATTENTIE
De airbag voor treedt in
werking als de botsing
zwaarder is dan een botsing waar-
bij alleen de gordelspanners wor-
den geactiveerd. Bij aanrijdingen
die tussen die twee drempelwaar-
den in liggen, treden alleen de gor-
delspanners in werking.
ATTENTIE
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait, gaat
het lampje “(met ingeschakelde
frontairbag aan passagierszijde)
enige seconden branden en vervol-
gens enige seconden knipperen, om
aan te geven dat de airbag aan
passagierszijde bij een ongeval
wordt geactiveerd. Hierna moet het
lampje doven.
ATTENTIE
De stoelen mogen niet met
water worden afgenomen
of met stoom worden gereinigd
(met de hand of in een automatisch
wasapparaat).
ATTENTIE
De airbag is geen vervan-
ging voor de veiligheids-
gordels, maar een aanvulling. Om-
dat de frontairbags niet worden
geactiveerd bij frontale botsingen
bij lage snelheid, bij zijdelingse
aanrijdingen en als de auto van
achter wordt aangereden of over de
kop slaat, worden in deze gevallen
de inzittenden uitsluitend door de
veiligheidsgordels beschermd. De
gordels moeten dus altijd gedragen
worden.
ATTENTIE
Haak geen harde voorwer-
pen aan de kledinghaakjes
en aan de steunhandgrepen.
ATTENTIE
Bedenk dat als de contact-
sleutel in stand MAR
staat, ook bij uitgezette motor de
airbags geactiveerd kunnen wor-
den als de auto wordt aangereden
door een andere auto. Daarom mo-
gen, ook als de auto stilstaat, ab-
soluut geen kinderen op de passa-
giersstoel voor worden geplaatst.
Als de contactsleutel echter in
stand STOP staat, wordt bij een
ongeval geen enkel beveiligings-
systeem (airbag of gordelspanners)
geactiveerd; als een systeem niet in
werking treedt, betekent dit niet
dat het systeem niet goed werkt.
ATTENTIE