alarm Lancia Phedra 2002 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2002, Model line: Phedra, Model: Lancia Phedra 2002Pages: 246, PDF Size: 4.26 MB
Page 155 of 246

151
– Breng de bandenspanning 0,5
bar boven de normaal voorgeschre-
ven spanning en controleer deze
regelmatig.
– Schakel het diefstalalarm niet in.
– Maak de minkabel (–) los van de
accu en controleer de acculading.
Gedurende het stallen moet deze
controle iedere vier weken worden
herhaald. Laad de accu op als de
spanning lager is dan 12,5V.
– Tap het koelsysteem van de
motor niet af.
– Dek de auto af met een stoffen of
een ademende kunststof hoes.
Gebruik geen dichte plastic hoes,
omdat het in en op de auto aanwezi-
ge vocht dan niet kan verdampen.WEER IN GEBRUIK NEMEN
Als de auto langdurig niet gebruikt
is en u wilt de auto weer in gebruik
nemen, voer dan de volgende hande-
lingen uit:
– Neem de buitenzijde van de auto
(carrosserie) niet droog af.
– Controleer visueel op lekkage van
vloeistoffen (olie, rem- en koppe-
lingsvloeistof, koelvloeistof, enz.).
– Laat de motorolie en het oliefilter
vervangen.
– Controleer het niveau van: rem-
/koppelingsvloeistof, koelvloeistof.
– Controleer het luchtfilter en ver-
vang het zonodig.
– Controleer de bandenspanning en
controleer de banden op beschadi-
gingen, inkepingen of scheuren.
Laat de banden zonodig vervangen.
– Controleer de conditie van de rie-
men in de motor.
– Controleer de acculading en sluit
de minkabel (–) aan.NUTTIGE ACCES-
SOIRES
(fig. 1)
Ook als het wettelijk niet verplicht
is, raden wij u aan het volgende aan
boord te hebben :
– verbandtrommel met niet alcoho-
lische, desinfecterende deppers, ste-
riele gaaskompressen, verbandgaas,
pleisters enz.;
– een zaklamp;
– een schaar met afgeronde punten;
– werkhandschoenen;
– een brandblusser.
De afgebeelde en beschreven voor-
werpen zijn opgenomen in het
Lancia Lineaccessori-program-
ma.
fig. 1
L0B0202b
Page 178 of 246

174
Zekeringenkast in het dashboardkastje (fig. 36)
1
2
4
5
7
9
10
11
12
14
15
16
17
18
19
20
22
23
24
2610A
15A
15A
10A
20A
30A
20A
15A
10A
30A
30A
5A
15A
10A
40A
10A
10A
15A
15A
40AMistachterlichten
Achterruitwisser
Voeding functies van belangrijke elektronische regeleenheid
Remlicht links
Spotje, aansteker, verlichting dashboardkastje
passagierszijde, automatische achteruitkijkspiegel
Opendak voor, ruitenwissers voor
Diagnosestekker, aansluiting voor trekhaak
Diefstalalarm, Connect Nav+ telematica-infosysteem,
bedieningsknoppen op stuurwiel, roetfilter (JTD-uitvoeringen);
Parkeerlicht rechts, kentekenplaatverlichting, verlichting bedieningsknoppen
airconditioning, plafondverlichting (eerste, tweede en derde rij)
Centrale portiervergrendeling, extra vergrendeling
Achterruitsproeier
Voeding airbag-systeem, voeding body computer
Remlicht rechts, derde remlicht, remlicht eventuele aanhanger
Voeding diagnosestekker, schakelaar rempedaal en koppeling.
Shunt
Voeding autoradio via body computer
Parkeerlicht links; achterlicht eventuele aanhanger
Sirene diefstalalarm
Voeding parkeersensoren via body computer
Achterruitverwarming
Page 182 of 246

STARTEN MET EEN HULPACCU
Zie “Starten met een hulpaccu” in
dit hoofdstuk.
178
Een lege accu
Wij raden u aan in het hoofdstuk
“Onderhoud van de auto” de voor-
zorgsmaatregelen door te lezen om
een lege accu te voorkomen en om
een lange levensduur van de accu te
garanderen.
BELANGRIJKDe beschrijving
van de procedure voor het opladen
van de accu dient slechts ter infor-
matie. Wendt u tot een Lancia-
dealerom deze werkzaamheden uit
te laten voeren.
ACCU OPLADEN
We raden u aan de accu langzaam
en met een lage stroomsterkte
(ampère) gedurende ca. 24 uur op te
laden. Als u de accu langer oplaadt,
kan de accu worden beschadigd.
Ga als volgt te werk:
1)Maak de minklem los van de
accu.
BELANGRIJKAls de auto is uitge-
rust met het elektronisch diefstala-
larm, schakel dan het alarm uit met
de afstandsbediening.2)Sluit de kabels van het laadap-
paraat aan op de accupolen. Let
hierbij op de polariteit.
3)Schakel de acculader in.
4)Aan het einde van het opladen:
schakel eerst de acculader uit en
koppel dan de accu los.
5) Sluit de minklem weer aan op de
accu.
De vloeistof in de accu is
giftig en corrosief.
Voorkom contact met de
huid en de ogen. Het opladen van
de accu moet worden uitgevoerd
in een goed geventileerde ruimte,
ver verwijderd van open vuur en
vonkvormende apparaten:
brand- en ontploffingsgevaar.Probeer een bevroren
accu niet op te laden:
eerst moet de accu ont-
dooid worden, anders loopt u het
risico dat de accu ontploft. Als de
accu bevroren is geweest, moet
worden gecontroleerd of de cel-
len niet beschadigd zijn (risico op
kortsluiting) en of de bak geen
scheuren vertoont, waardoor de
giftige en corrosieve vloeistof kan
weglekken.
Page 236 of 246

232
-openen/sluiten achterklep
van buitenaf ..........................109
-scheidingsnet .........................112
Bagageruimteverlichting
-gloeilamp vervangen .............170
Banden
-bandenspanning .....................222
-belangrijke aanwijzingen .......204
-onderhoud .............................203
-sneeuwkettingen .....................150
-verklaring van
bandencodering ................... 220
-wiel verwisselen .....................153
-winterbanden ...................... 149
Bandenspanning .......................222
Benzinedamp-opvangsysteem .......4
Bewaking van kinderen ...............36
Bij een ongeval .........................182
-als er gewonden zijn ..............182
-verbandtrommel ....................182
Boordcomputer (trip) ..................85
Bougies
-onderhoud .............................217
Bovenste dashboardkastje ..........96
Brandstof noodschakelaar ..........86
Brandstof
-brandstof- noodschakelaar ......86-brandstofmeter ..................55-56
-dop van de brandstoftank ...1 .33
-verbruik ................................229
Brandstofmeter .........................55-
56
Brandstofverbruik ....................229
Brillenhouder ..............................97
Buitenverlichting
-bediening ................................79
-gloeilamp voor vervangen .....163
Carrosserie
-carrosserie-uitvoeringen ........216
-onderhoud .............................208
Carrosserie-uitvoeringen
(codes) ..................................216
Centrale portiervergrendeling ......24
Chassisnummer ....................... 214
CO2 -emissie ............................230
CODE card (Lancia CODE) .......15
CONNECT Nav+
telematica-infosysteem ............60
Controle-/waarschuwings-
lampjes ...................................60
Cruise Control (elektronische
snelheidsregelaar) ...................88
Diefstalalarm ...........................17
-extra afstandsbedieningen
bestellen ...................................19
-systeem programmeren ............19
-uitschakeling diefstalalarm.......18
-uitschakeling volumetrische
beveiliging ...............................18
-uitschakeling zonder gebruik
van de afstandsbediening ........19
-wanneer gaat het alarm af........18
Dieselfilter
(condens aftappen) ........189-199
Dimlicht
-bediening ................................97
-halogeenlamp vervangen .......163
-xenonlamp vervangen ...........164
Display CONNECT Nav+ ...........55
Display elektronisch geregelde
autom. versnellingsbak ............91
Display kilometerteller ................54
-dagstand ..................................57
-olieniveaumeter .......................57
-onderhoudsmeter ....................57
Documentenvak ..........................98
Dop van de brandstoftank ........133
Dorpelverlichting ......................103