display Lancia Phedra 2002 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2002, Model line: Phedra, Model: Lancia Phedra 2002Pages: 246, PDF Size: 4.26 MB
Page 80 of 246

76
Bij automatische werking wordt de
compressor door het systeem in-/uit-
geschakeld, afhankelijk van de bui-
tentemperatuur.
Als u de compressor uitschakelt
(betreffende lampje gedoofd), blijft
de status van de recirculatie (dicht
of open) zoals voor het uitzetten van
de motor en kan de open recirculatie
worden ingeschakeld. Ook bij geslo-
ten recirculatie is er altijd een kleine
hoeveelheid niet behandelde lucht,
afhankelijk van de instelling van de
aanjager en de snelheid van de auto,
die voldoende is om het beslaan van
de ruiten onder normale klimatolo-
gische omstandigheden (voorjaar -
zomer) te voorkomen.
• automatische werking (AUTO)
instellen: druk hiervoor op knop B;
het systeem werkt dan volledig auto-
matisch; op het display verschijnt de
aanduiding AUTO en het symbool ò
(ijs); het systeem bereidt zich voorop het regelen en controleren van de
temperatuur, de luchtverdeling en
de snelheid van de hoofdaanjager.
Als u tijdens de automatische wer-
king knop N indrukt, wordt de com-
pressor uitgeschakeld en is er geen
toevoer van koude lucht meer; het
betreffende lampje dooft, het sys-
teem blijft automatisch werken en
het symbool ò(ijs) verdwijnt van
het display.
• MAX-DEF inschakelen: deze
functie wordt automatisch ingescha-
keld als u op knop Gdrukt; deze
instelling zorgt voor een snelle ont-
waseming van de ruiten.
Druk om deze functie uit te scha-
kelen opnieuw op knop Gof op één
van de volgende knoppen: A, B, D,
E, H, I, M, O.• achterruitverwarming inschake-
len: deze functie wordt ingeschakeld
als u op knop Fdrukt; het betreffen-
de lampje brandt. Met de knop wor-
den de weerstandsdraden aan de
binnenzijde van de achterruit inge-
schakeld voor verwarming, ontvoch-
tiging en ontwaseming van de ach-
terruit. Druk nogmaals op de knop
om deze functie uit te schakelen en
controleer of het betreffende lampje
dooft. De werking van de achterruit-
verwarming is tijdgeschakeld. Na
een bepaalde tijd schakelt de ver-
warming automatisch uit.
Let er bij het schoonma-
ken van de binnenzijde
van de achterruit op, dat
de elektrische weerstandsdraden
van de achterruitverwarming niet
worden beschadigd.
Page 81 of 246

77
• recirculatie inschakelen: met
deze instelling kunt u kiezen, door
middel van het indrukken van knop
O, of u wilt rijden met gef`rceerd
gesloten recirculatie (betreffende
lampje brandt) of dat u toevoer wilt
van buitenlucht (lampje gedoofd)
geforceerd geopende recirculatie, of
dat u de recirculatie automatisch
door het systeem wilt laten regelen
(lampje gedoofd ook bij ingescha-
kelde recirculatie).Wij raden u aan de
recirculatiefunctie in te
schakelen in de file of in
tunnels. Hiermee wordt voorko-
men dat vervuilde lucht het inte-
rieur bereikt. Het is niet raad-
zaam dit systeem langdurig te
laten werken, omdat anders,
vooral als u met meerdere perso-
nen in de auto zit, de kans aan-
zienlijk toeneemt dat de ruiten
beslaan.
• regeling luchtopbrengst vanaf
de zitplaatsen achter inschakelen
(REAR): druk voor deze instelling
op knop (D); op deze wijze kunnen
de passagiers van de tweede rij de
luchtopbrengst regelen met de
draaiknoppen A(fig. 83) van de
extra aanjagers; op het display (C)
verschijnt het symbool van de aanja-
ger achter.De werking van de extra aanjagers
hangt af van de stand van de draai-
knoppen A:
0= extra aanjager met minimale
luchtopbrengst;
–= extra aanjager met een luchtop-
brengst die 50% bedraagt van de
opbrengst die de hoofdaanjager op
dat moment heeft;
AUTO= extra aanjager met dezelf-
de luchtopbrengst als die van de
hoofdaanjager;
+= extra aanjager met een lucht-
opbrengst die 70% bedraagt van de
opbrengst die de hoofdaanjager op
dat moment heeft. Met de recirculatiefunc-
tie kunnen, afhankelijk
van de werking van het
systeem (verwarming of koeling
van het interieur), de gewenste
omstandigheden sneller worden
bereikt. Het is echter niet raad-
zaam deze functie in te schakelen
op regenachtige of koude dagen,
omdat dan de ruiten aan de bin-
nenzijde aanzienlijk sneller kun-
nen beslaan, vooral als de com-
pressor niet is ingeschakeld.
fig. 83
L0B0102b
Page 82 of 246

78
SYSTEEM UITSCHAKELEN
U schakelt het systeem uit door de
draaiknop Lvoor regeling van de
aanjagersnelheid linksom te draaien,
totdat op het display het profiel van
de auto verschijnt zonder de aanja-
gers.
Bij uitschakeling voert het systeem
de volgende handelingen uit:
– de instellingen van voor het uit-
zetten worden opgeslagen;
– grafische weergave op het display
Cdooft met uitzondering van het
profiel van de auto;
– geforceerd geopende luchtrecir-
culatie (luchttoevoer van buiten);
– compressor wordt uitgeschakeld;
– aanjager wordt uitgeschakeld;
– luchtverdeling naar de voorruit;
– mengknop in geheel koude stand.STORINGSMELDING
Bij een eventuele storing (knoppen
geblokkeerd, defecte sensoren, elek-
trische storingen, enz.) wordt het
systeem automatisch in “recovery”
gezet; deze situatie wordt aangege-
ven door het gaan knipperen van de
punten tussen de decimaalcijfers van
de temperatuur op het display C.
Wendt u in dit geval zo snel mogelijk
tot de Lancia-dealer.
Recovery
De werking van het systeem in
recovery is als volgt:
– temperaturen bestuurders- en
passagierszijde: deze zijn gesyn-
chroniseerd en ontwikkelen zich op
dezelfde wijze; als knop (Aof E)
geblokkeerd is, wordt de tempera-
tuur door het systeem op 21°C inge-
steld;– hoofdaanjager, luchtverdeling,
compressor, recirculatie: de
betreffende werking wordt automa-
tisch geregeld (AUTO);
– functie AUTO:als deze functie
vooraf is ingesteld, worden de recir-
culatie, compressor, luchtverdeling
en hoofdaanjager automatisch gere-
geld; het heeft dus geen enkel effect
als de bijbehorende knoppen worden
ingedrukt;
– functie MAX-DEF: luchtverde-
ling naar de voorruit; het indrukken
van de knoppen luchtverdeling,
compressor, AUTO en recirculatie
heeft geen effect terwijl de functies
aanjager en temperatuur actief blij-
ven;
– functie REAR: extra aanjagers
kunnen niet worden ingeschakeld;
– achterruitverwarming: kan niet
worden ingeschakeld.
Page 89 of 246

85
TRIP COMPUTER
De tripcomputer is een systeem dat
in volgorde een aantal gegevens kan
tonen. Druk hiervoor herhaaldelijk
knop A(fig. 97) aan het uiteinde
van de hendel in.
De gegevens zijn: actieradius
van de auto , verbruik op het
moment, afstand tot de bestem-
ming, trip 1 (afstand traject,
gemiddeld verbruik, gemiddelde
snelheid) en trip 2 (afstand tra-
ject, gemiddeld verbruik, gemid-
delde snelheid).
Al deze informatie wordt op het
display van het CONNECT Nav+
telematica-infosysteem weergege-
ven.Reset: om de gegevens op nul te
zetten, druk langer dan 2 seconden
op knop A.
Actieradius
Toont de geschatte afstand die nog
kan worden afgelegd met de in de
tank aanwezige brandstof, waarbij
er van wordt uitgegaan dat het rijge-
drag niet verandert.
Verbruik op het moment
Toont het brandstofverbruik van
de laatste seconden die u gereden
hebt.
Afstand tot de bestemming
Toont de nog af te leggen afstand
tot de ingevoerde bestemming bij
ingeschakeld navigatiesysteem.Afstand traject
Toont de door de auto afgelegde
afstand, berekend vanaf het vertrek
na de resetprocedure (gegevens op
nul zetten).
Gemiddeld verbruik
Toont het gemiddelde verbruik
(schatting), berekend vanaf het ver-
trek na de resetprocedure (gegevens
op nul zetten).
Gemiddelde snelheid
Toont de gemiddelde snelheid van
de auto, berekend vanaf het vertrek
na de resetprocedure (gegevens op
nul zetten).
fig. 97
L0B0269b
Page 90 of 246

86
WAARSCHUWINGS
KNIPPERLICHTEN
(fig. 98)
Voor inschakeling drukt u op scha-
kelaar A, ongeacht de stand van de
contactsleutel.
Als dit systeem is ingeschakeld,
knippert het lampje op de schake-
laar en gaan tegelijkertijd de lampjes
Een Rbranden.
Voor uitschakeling drukt u de
knop nogmaals in.De auto is uitgerust met een sys-
teem voor automatische inschake-
ling van de waarschuwingsknipper-
lichten. Bij plotseling en langdurig
remmen worden de waarschuwings-
knipperlichten automatisch inge-
schakeld, zodat de bestuurder zich
kan concentreren om de controle
over de auto te behouden.
BRANDSTOF-
NOODSCHAKE-
LAAR
Deze veiligheidsschakelaar, die
door de regeleenheid van de airbags
wordt geregeld, springt omhoog bij
een botsing (vanuit iedere richting)
van een aanzienlijke omvang, waar-
door de toevoer van brandstof wordt
gestopt en de motor afslaat.
De bestuurder wordt door middel
van een melding op het display van
het CONNECT Nav+ telematica-
infosysteem gewaarschuwd als de
veiligheidsschakelaar is ingescha-
keld.
fig. 98
L0B0212b
Het gebruik van de
waarschuwingsknipper-
lichten is afhankelijk van
de wetgeving van het land waarin
u zich bevindt. Houdt u aan de
voorschriften.
Als u na een ongeval een
brandstoflucht ruikt of
merkt dat het brandstof-
systeem lekt, herstel de werking
van het systeem dan niet, zodat
brand wordt voorkomen.
Page 95 of 246

91
SELECTORHENDEL (fig. 104)
P= Parkeren.
R= Achteruit.
N= Vrijstand.
D= Drive, automatisch vooruit rij-
den.
M= Sequentiële werking+= Opschakelen bij sequentiële
werking.
–= Terugschakelen bij sequentiële
werking.
DISPLAY (fig. 105)
Op het display kan het volgende
worden weergegeven:
– bij automatische werking de
geselecteerde versnelling (P, R, Nof
D);
– bij sequentiële werking de hand-
matig ingeschakelde hogere of lage-
re versnelling, respectievelijk door
middel van de aanduidingof .STANDEN VAN DE HENDEL
Drive, automatisch vooruit rij-
den (D)
U gebruikt stand Din de stad en op
buitenwegen.
fig. 104
L0B0252b
fig. 105
L0B0253b
De hendel mag uitslui-
tend van P naar D (P6D),
van N naar D (N6D) en
van R naar D (R6D) worden ver-
plaatst als de auto stilstaat, de
motor stationair draait en het
rempedaal geheel is ingetrapt
(beveiligingssysteem shift-lock).
Page 96 of 246

92
Vrijstand (N)
Deze stand komt overeen met de
vrijstand van een mechanische ver-
snellingsbak.Achteruit (R)
Schakel de achteruit
alleen in als de auto stil-
staat, de motor stationair
draait en het gaspedaal geheel is
losgelaten. U dient zich boven-
dien aan de voorschriften en aan-
wijzingen te houden die in de
paragraaf “Motor starten” in dit
hoofdstuk beschreven staan.
Met de hendel in stand Rkan de
motor niet gestart worden.
Parkeren (P)
In stand Pworden de aangedreven
wielen mechanisch geblokkeerd.
Schakel deze stand alleen in als de
auto stilstaat en trek ook de hand-
rem aan. Houdt u bij het inschake-
len aan de voorschriften en aanwij-
zingen die in de paragraaf “Motor
starten” in dit hoofdstuk beschreven
staan.
BELANGRIJKAls de selectorhen-
del onjuist geplaatst is, knippert op
het display de laatst ingeschakelde
stand.MOTOR STARTEN
Het is zeer gevaarlijk om
de motor in een afgesloten
ruimte te laten draaien.
De motor verbruikt zuurstof en
produceert koolmonoxide en
andere giftige stoffen.
– Zorg ervoor dat de handrem is
aangetrokken en de selectorhendel
in stand Pof Nstaat: het starten is
alleen mogelijk met de hendel in
deze standen.
– Draai de contactsleutel in stand
Dzonder het koppelingspedaal in te
trappen. Om de hendel vanuit N
te verplaatsen, moet de
voet van het gaspedaal
worden gehaald en de motor sta-
tionair draaien. U dient zich
bovendien aan de voorschriften
en aanwijzingen te houden die in
de paragraaf “Motor starten” in
dit hoofdstuk beschreven staan.
Met de hendel in stand Nkan de
motor gestart worden.
Page 97 of 246

93
Als de motor bij de eerste poging
niet aanslaat, moet u de sleutel
terugdraaien in stand Svoordat u
opnieuw start.
Als met de contactsleutel in stand
Mhet lampje op het dashboard blijft
branden, raden wij u aan de sleutel
in stand Ste draaien en vervolgens
weer in stand M; als het lampje nog
steeds blijft branden, probeer het
dan met de andere geleverde sleu-
tels.
Als de motor nog niet aanslaat,
voer dan zelf een noodstart uit (zie
het hoofdstuk “Noodgevallen”) of
wendt u tot een Lancia-dealer.
BELANGRIJKLaat de contact-
sleutel niet in stand Mstaan als de
motor stilstaat, zodat de accu niet
onnodig wordt ontladen.WEGRIJDEN MET DE AUTO
Ga voor het wegrijden met de auto
als volgt te werk:
– trap het koppelingspedaal geheel
in;
– kies de gewenste stand;
– geef geleidelijk gas; de auto gaat
rijden en de versnellingsbak schakelt
automatisch in de gekozen stand in.SEQUENTIËLE WERKING
Verplaats de hendel vanuit stand D
naar rechts in stand M:
• verplaats de hendel naar +:
opschakelen;
• verplaats de hendel naar –: terug-
schakelen.
Iedere ingeschakelde versnelling
wordt op het display weergegeven en
iedere mogelijke fout wordt uitgeslo-
ten door de continue controle door
de regeleenheid, waardoor alleen een
lagere versnelling kan worden inge-
schakeld als het toerental van de
motor dit toestaat.
Bij sequentiële werking werkt de
elektronisch geregelde automatische
versnellingsbak als een handgescha-
kelde versnellingsbak.
De elektronische regeleenheid wij-
zigt de overbrengingsverhoudingen
als het motortoerental het toegestane
minimum of maximum toerental
overschrijdt. De selectorhendel kan
uitsluitend uit stand P
verplaatst worden, als de
contactsleutel in stand M staat en
het rempedaal is ingetrapt
(beveiligingssysteem Shift-lock).
Page 98 of 246

94
AUTOMATISCHE WERKING
Bij sequentiële werking kan stand
Dworden gekozen onder alle rij-
omstandigheden.
De optimale overbrengingsverhou-
ding wordt door de elektronische
regeleenheid van de versnellingsbak
gekozen op basis van de snelheid en
de motorbelasting (stand van het
gaspedaal).
Als weinig van de motor wordt ver-
langd, wordt een lange overbren-
gingsverhouding gekozen, waarbij
het brandstofverbruik beperkt blijft.
Als vervolgens meer van de motor
wordt verlangd door het intrappen
van het gaspedaal, wordt de kortst
mogelijke overbrengingsverhouding
gekozen met de beste prestaties bij
het wegrijden en de acceleratie; in
dit geval is het brandstofverbruik
hoger.Voor een snelle acceleratie:
– druk het gaspedaal voorbij het
zware punt in de slag, waardoor de
kick-down in werking treedt voor
maximale prestaties (acceleratie).
Dit gaat natuurlijk wel ten koste van
het brandstofverbruik.
BELANGRIJKAls op wegen wordt
gereden met weinig grip (sneeuw,
ijs, enz.), moet voorkomen worden
dat de kick-down inschakelt.
Met sneeuw of ijs rijden
Bij weinig grip (sneeuw, ijs, enz)
raden wij u aan knop A(fig. 106) in
te drukken:
– op het display verschijnt de aan-
duiding ò (fig. 107) en bij het ver-
trekken van de auto wordt gebruik
gemaakt van de tweede versnelling.BELANGRIJKDit kan alleen als
de selectorhendel in stand Dstaat;
als de hendel vanuit Dverplaatst
wordt, wordt deze versnelling auto-
matisch uitgeschakeld. Deze ver-
snelling kan ook worden ingescha-
keld als de auto rijdt, mits de snel-
heid lager is dan 45 km/h.
fig. 106
L0B0254b
Page 99 of 246

95
STORINGSMELDINGEN
Een storing in de elektronisch gere-
gelde automatische versnellingsbak
wordt aangegeven door een melding
op het display van het CONNECT
Nav+.
Wendt u zo snel mogelijk naar de
Lancia-dealer om de storing te
laten verhelpen.PARKEREN
Trek de handrem aan en plaats de
hendel in stand P. Zet de wielen iets
uitgestuurd. Als de auto op een stei-
le helling staat, blokkeer de wielen
dan met stenen of wiggen.
Laat de contactsleutel niet in stand
Mstaan omdat zo de accu kan ont-
laden. Neem bij het verlaten van de
auto altijd de contactsleutel uit het
slot.
fig. 107
L0B255b
AUTO STILZETTEN
Auto stilzetten:
– laat het gaspedaal los;
– trap het rempedaal in.
BELANGRIJKAls de auto met
draaiende motor bergopwaarts
staat, houd de auto dan uitsluitend
op zijn plaats met het rempedaal;
trap het gaspedaal niet in.
Als de auto geparkeerd wordt met
draaiende motor en de selectorhen-
del in stand D, Rof M(sequentiële
werking) moet het rempedaal inge-
trapt worden gehouden, om te voor-
komen dat de auto in beweging
komt bij stationair draaiende motor.
Zet de hendel in stand Pals de
auto langdurig stilstaat.Laat kinderen nooit
alleen achter in de auto.
AKOESTISCH WAARSCHU-
WINGSSYSTEEM
Met uitgenomen contactsleutel of
in stand Shoort u een akoestisch
signaal als u de portieren opent en
de hendel niet in stand Pstaat.