Lancia Phedra 2003 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2003, Model line: Phedra, Model: Lancia Phedra 2003Pages: 246, PDF Size: 4.26 MB
Page 41 of 246

37
Met schakelaar Bkiest u welke
spiegel u wilt verstellen ¯links of
rechts ˙.
Deze spiegels zijn voorzien van ver-
warmingselementen voor het ontwa-
semen, die worden ingeschakeld als
de knop van de achterruitverwar-
ming wordt ingedrukt. De functie is
voorzien van een tijdschakeling,
waardoor de functie na enige minu-
ten automatisch wordt uitgescha-
keld.Elektrisch inklappen (fig. 50)
De elektrische bediening werkt
alleen als de contactsleutel in stand
M staat.
Druk voor het inklappen van de
spiegels op knop Ater hoogte van de
pijl OVEILIGHEIDS-
GORDELS
GEBRUIK VAN DE VEILIG-
HEIDSGORDELS VOOR EN
ACHTER (TWEEDE RIJ)
Ga goed rechtop zitten, steun tegen
de rugleuning en leg dan de gordel
om.
Maak de gordels vast door gesp A
(fig. 51)in sluiting Bte drukken,
totdat hij hoorbaar blokkeert.
Als de gordel tijdens het uittrekken
blokkeert, laat dan de veiligheids-
gordel een stukje teruglopen en trek
hem vervolgens weer rustig uit.
fig. 49
L0B0040b
fig. 50
L0B0228b
Tijdens de beweging van
de spiegels moet ieder
mogelijk contact met de
spiegel en de bijbehorende steun
voorkomen worden om verwon-
dingen te voorkomen.
Page 42 of 246

38
Gordel losmaken: druk op knopC.
Begeleid de gordel tijdens het uit-
trekken om te voorkomen dat de
gordelband draait.
Druk tijdens het rijden
niet op de knop (C).
Via de rolautomaat wordt de leng-
te van de gordel automatisch aange-
past aan het postuur van de drager,
waarbij er voldoende bewegings-
ruimte overblijft.
Als de auto op een steile helling
staat, kan de rolautomaat blokke-
ren; dit is een normaal verschijnsel. De rolautomaat blokkeert ook als u
de gordel snel losmaakt, bij hard
remmen, botsingen en bij hoge snel-
heden in bochten.
Bedenk dat achterpassa-
giers die geen gordel dra-
gen tijdens een ernstig
ongeval, ook gevaar opleveren
voor de voorpassagiers.
HOOGTEVERSTELLING VAN
DE VEILIGHEIDSGORDELS
(fig. 52)
De veiligheidsgordels
mogen alleen worden ver-
steld als de auto stilstaat.De hoogte van de gordel moet altijd
worden aangepast aan het postuur
van de inzittende. Zo wordt de kans
op letsel bij een ongeval verkleind.
De gordel is goed afgesteld als hij
over de schouder halverwege tussen
nek en uiteinde van de schouder ligt.
De geleidebeugel kan in drie stan-
den worden gezet.
Druk om de hoogte in te stellen in
tegengestelde richting op knop A
(zoals aangegeven door de pijlen) en
schuif de beugel omhoog of omlaag
fig. 51
L0B0229b
fig. 52
L0B0230b
Page 43 of 246

39
Controleer na de afstel-
ling altijd of de beugel in
één van de vaste standen
vergrendeld is door bij losgelaten
knop de beugel verder te drukken
zodat het mechanisme vergren-
delt in één van de vaste standen,
als dit nog niet het geval was.GEBRUIK VAN DE ZIJGORDELS
ACHTER (DERDE RIJ)
Ga goed rechtop zitten, steun tegen
de rugleuning en leg dan de gordel
om.
De gordels hebben dubbele gespen.
Gordel vastmaken: trek de veilig-
heidsgordel geleidelijk uit de rol-
automaat en voorkom dat de gordel-
band draait; bevestig vervolgens de
gesp A (fig. 53)in de sluiting B(met
behulp van de musketonhaak).
Controleer of de gordel goed vastzit.
Laat de gordel verder lopen en druk
gesp Cin sluiting D.Gordel losmaken: druk op knop E
om gesp Clos te maken en begeleid
de gordel tot aan de sluiting Ben
maak de gesp Alos door het muske-
ton los te haken. Plaats de gordel op
de juiste wijze op de daarvoor
bestemde haak zoals is afgebeeld in
fig. 54.
Druk tijdens het rijden
niet op knop E.
fig. 53
L0B0231b
fig. 54
L0B0232b
Page 44 of 246

40
Via de rolautomaat wordt de leng-
te van de gordel automatisch aange-
past aan het postuur van de drager,
waarbij voldoende bewegingsruimte
overblijft.
Als de auto op een steile helling
staat, kan de rolautomaat blokke-
ren; dit is een normaal verschijnsel.
De rolautomaat blokkeert ook als u
de gordel snel losmaakt, bij hard
remmen, botsingen en bij hoge snel-
heden in bochten.
Bedenk dat achterpassa-
giers die geen gordel dra-
gen tijdens een ernstig
ongeval, ook gevaar opleveren
voor de voorpassagiers.GEBRUIK VAN DE VEILIG-
HEIDSGORDEL
VAN DE ZITPLAATS MIDDEN-
ACHTER
De zitplaatsen middenachter zijn
voorzien van driepunts-veiligheids-
gordels met rolautomaat A. Deze
veiligheidsgordel moet op dezelfde
wijze worden omgelegd als de veilig-
heidsgordels voor. Bedenk dat achterpassa-
giers die geen gordel dra-
gen tijdens een ernstig
ongeval, ook gevaar opleveren
voor de voorpassagiers.
fig. 55
L0B0234b
Page 45 of 246

41
GORDELSPANNERS
Voor een nog effectievere bescher-
ming zijn de veiligheidsgordels voor
en achter (indien aanwezig) van de
auto voorzien van gordelspanners.
Dit systeem wordt bij een heftige
botsing door een sensor in werking
gesteld en trekt de gordel enige cen-
timeters aan. Op deze wijze worden
de inzittenden veel beter op hun
plaats gehouden en wordt de voor-
waartse beweging beperkt.
Het blokkeren van de veiligheids-
gordel geeft aan dat de gordelspan-
ner in werking is geweest; de gordel
wordt niet meer opgerold, ook niet
als hij wordt begeleid.
BELANGRIJKVoor een maximale
bescherming door de gordelspanners
moet de veiligheidsgordel zo worden
omgelegd dat hij goed aansluit op
borst en bekken.
De gordelspanners van de veilig-
heidsgordels treden alleen in wer-
king als de veiligheidsgordels goed
in de sluitingen vergrendeld zijn.Er kan een beetje rook ontsnappen.
Deze rook is niet schadelijk en duidt
niet op brand.
De gordelspanner behoeft geen
enkel onderhoud of smering. Elke
verandering van de oorspronkelijke
staat zal de doelmatigheid vermin-
deren. Als de gordelspanner door
extreme natuurlijke omstandigheden
(overstromingen, zeestormen) met
water en modder in contact is
geweest, dan moet de spanner wor-
den vervangen.
De gordelspanner werkt
slechts één maal. Als de
gordelspanner heeft
gewerkt, moet u zich tot de
Lancia-dealer wenden om de
spanner te laten vervangen. Het
systeem heeft vanaf de productie-
datum een geldigheid van 10 jaar.
Na deze periode moet u zich tot
de Lancia-dealer wenden voor
het vervangen van de gordelspan-
ner.Werkzaamheden waar-
bij stoten, sterke trillin-
gen of verhitting (maxi-
maal 100.°C gedurende ten hoog-
ste 6 uur) optreden, kunnen de
gordelspanners beschadigen of
activeren: bij die omstandighe-
den horen niet trillingen die
voortgebracht worden door een
slecht wegdek of door contacten
met kleine obstakels zoals trot-
toirs. Wendt u altijd tot de
Lancia-dealer.
TREKKRACHTBEGRENZERS
Om de veiligheid bij een ongeval te
vergroten, zijn de oprolautomaten
van de gordels voor en zijgordel ach-
ter van de tweede rij voorzien van
trekkrachtbegrenzers die tijdens een
frontale aanrijding de piekbelasting
op de borst en schouders beperken.
Page 46 of 246

42
ALGEMENE OPMERKINGEN
OVER HET GEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS
De bestuurder is verplicht zich te
houden aan de wettelijke voorschrif-
ten met betrekking tot het verplich-
te gebruik van de veiligheidsgordels
(en de inzittenden erop attent te
maken).
Leg de veiligheidsgordel altijd om
voordat u vertrekt.De gordelband mag
nooit gedraaid zijn. Het
diagonale gordelgedeelte
moet via het midden van de
schouder schuin over de borst
liggen. Het horizontale gordelge-
deelte moet over het bekken (fig.
56) en niet over de buik liggen.
Draag geen voorwerpen (sie-
raden, gespen, enz.) die een goed
aansluiten van de gordel op het
lichaam verhinderen.Het is streng verboden
onderdelen van de veilig-
heidsgordels of gordel-
spanners te demonteren of open
te maken. Werkzaamheden aan
de veiligheidsgordels en gordel-
spanners moeten worden uitge-
voerd door gekwalificeerd perso-
neel. Wendt u altijd tot de
Lancia-dealer.
Als de gordel aan een
zware belasting wordt
blootgesteld (bijvoorbeeld
tijdens een ongeval), dan moet de
gordel samen met de verankerin-
gen, bevestigingspunten en de
gordelspanners worden vervan-
gen. De gordel kan verzwakt zijn,
ook als de schade niet zichtbaar
is.
fig. 56
L0B0190b
Voor maximale veilig-
heid moet u de rugleuning
rechtop zetten, tegen de
leuning aan gaan zitten en de
gordel goed laten aansluiten op
borst en bekken.
Draag altijd veiligheidsgordels,
zowel voor als achterin de auto!
Rijden zonder veiligheidsgordels
vergroot het risico op ernstig let-
sel of dodelijke afloop bij een
ongeval.
Page 47 of 246

43
Iedere gordel dient
slechts ter bescherming
van een enkel persoon.
Gebruik de gordel niet voor een
kind dat bij een volwassene op
schoot zit, waarbij de gordel bei-
den zou moeten beschermen.
Plaats bovendien geen enkel
voorwerp tussen de gordel en het
lichaam van een inzittende.Ook vrouwen die in verwachting
zijn moeten een gordel dragen: ook
voor hen (zowel voor de aanstaande
moeder als het kind) is de kans op
letsel bij een ernstig ongeval groter
als ze geen gordel dragen.
Uiteraard moeten zwangere vrou-
wen het onderste deel van de gordel
meer naar beneden omleggen, zodat
de gordel onder de buik langs loopt
fig. 58.HOE U DE VEILIGHEIDS-
GORDELS IN OPTIMALE
STAAT HOUDT
1)Zorg dat de gordel goed uitge-
trokken en niet gedraaid is; contro-
leer ook of de oprolautomaat zonder
haperingen werkt.
2)Vervang de gordels na een onge-
val, ook al zijn ze ogenschijnlijk niet
beschadigd. Vervang de gordels ook
als de gordelspanners in werking
zijn geweest.
3)U kunt de gordels met de hand
wassen met warm water en een neu-
trale zeep. Knijp ze uit en laat ze in
de schaduw drogen. Gebruik geen
bijtende, blekende of kleurende
middelen. Vermijd het gebruik van
alle chemische producten die het
weefsel kunnen aantasten.
fig. 57
L0B0191b
fig. 58
L0B0192b
Page 48 of 246

44
4)Voorkom dat vocht in de oprol-
automaat komt: de werking van de
oprolautomaten is alleen gegaran-
deerd, als ze niet nat zijn geweest.
5)Vervang de gordels bij tekenen
van slijtage of beschadigingen.KINDEREN VEILIG VERVOEREN
In dit geval moet u er absoluut
zeker van zijn dat de airbag is
uitgeschakeld (het waarschu-
wingslampje ïop het instru-
mentenpaneel moet branden) (zie
in de paragraaf “Airbags voor en
zij-airbags” het punt “Airbag
voor aan passagierszijde”).
Bovendien moet de stoel zo ver
mogelijk naar achteren zijn
geschoven om te voorkomen dat
het kinderzitje eventueel in aan-
raking komt met het dashboard.ZEER GEVAAR-
LIJK: Monteer
absoluut geen kin-
derzitje achterstevoren op de passa-
giersstoel voor als de airbag aan pas-
sagierszijde voor is ingeschakeld. Als
bij een ongeval de airbag in werking
treedt (opblaast), kan dit ernstig let-
sel en zelfs de dood tot gevolg heb-
ben. Wij raden u aan kinderen altijd
op de zitplaatsen achter van de twee-
de rij te vervoeren, omdat die plaat-
sen bij een ongeval de meeste
bescherming bieden, zoals op de
plaatjes op de stoelen fig. 59 is weer-
gegeven. Monteer dus absoluut geen
kinderzitje op de passagiersstoel
voor bij een auto die is voorzien van
een airbag aan passagierszijde. Als
bij een ongeval de airbag in werking
treedt (opblaast), kan dit ernstig let-
sel en zelfs de dood tot gevolg heb-
ben, onafhankelijk van de zwaarte
van het ongeluk. Als het absoluut
noodzakelijk is, kunnen kinderen op
de passagiersstoel voor worden ver-
voerd bij auto’s die zijn uitgerust met
een uitschakelbare airbag aan pas-
sagierszijde.AIRBAG
fig. 59
L0B0288b
Page 49 of 246

45
Voor optimale bescherming bij een
ongeval moeten alle inzittenden zit-
tend reizen en beschermd worden
door goedgekeurde veiligheidssyste-
men.
Dit geldt met name voor kinderen.
Het hoofd van kleine kinderen is in
verhouding met de rest van het
lichaam groter en zwaarder dan dat
van volwassenen, terwijl spieren en
botstructuur nog niet volledig zijn
ontwikkeld. Daarom moeten kleine
kinderen door andere systemen
beschermd worden dan door de vei-
ligheidsgordels.De resultaten van het onderzoek
over de optimale bescherming van
kleine kinderen zijn opgenomen in
de Europese ECE/R44-voorschriften
die wettelijk verplicht zijn. De syste-
men zijn onderverdeeld in vijf groe-
pen:
Groep 0gewicht: 0-10 kg
Groep 0+gewicht: 0-13 kg
Groep 1gewicht: 9-18 kg
Groep 2gewicht: 15-25 kg
Groep 3gewicht: 22-36 kg
Zoals u ziet is er een gedeeltelijke
overlapping tussen de groepen;
daarom zijn er in de handel syste-
men verkrijgbaar die geschikt zijn
voor verschillende gewichtsgroepen
(fig. 60).Alle systemen moeten zijn voorzien
van de typegoedkeuring en van een
goed vastgehecht plaatje met het
controlemerk, dat absoluut niet mag
worden verwijderd.
Kinderen met een gewicht boven
36 kg of met een lengte van meer
dan 1,50 m worden, met betrekking
tot de veiligheidssystemen, gelijkge-
steld met volwassenen en moeten
dan ook normaal de veiligheidsgor-
dels omleggen.
In het Lancia Lineaccessori-pro-
gramma zijn kinderzitjes opgeno-
men voor elke gewichtsgroep, die
speciaal ontworpen en ontwikkeld
zijn voor de Lancia-modellen.
fig. 60
L0B0193b
Page 50 of 246

46
GROEP 0 en 0+
Baby’s tot 13 kg moeten in wiegjes
worden vervoerd die achterstevoren
zijn geplaatst, waardoor het achter-
hoofd wordt gesteund en bij abrupte
snelheidswisselingen de nek niet
wordt belast.
Het wiegje moet op zijn plaats wor-
den gehouden door de veiligheids-
gordel, zoals in (fig. 61) is aangege-
ven, en het kind moet op zijn beurt
worden beschermd door de gordel
van het wiegje zelf.GROEP 1
Kinderen met een gewicht tussen 9
en 18 kg moeten worden vervoerd in
kinderzitjes met een kussen (fig.
62), die naar voren zijn gekeerd,
waarbij de veiligheidsgordel van de
auto zowel het kinderzitje als het
kind op zijn plaats moet houden.
fig. 61
L0B0194b
fig. 62
L0B0195b
De afbeeldingen dienen
slechts ter illustratie van
de montage. Houdt u bij
de montage van het kinderzitje
strikt aan de instructies. De
fabrikant is verplicht deze
instructies bij te leveren.
De afbeeldingen dienen
slechts ter illustratie van
de montage. Houdt u bij
de montage van het kinderzitje
strikt aan de instructies. De
fabrikant is verplicht deze
instructies bij te leveren.