stop start Lancia Phedra 2004 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2004, Model line: Phedra, Model: Lancia Phedra 2004Pages: 246, PDF Size: 4.26 MB
Page 60 of 246

56
TOERENTELLER - E (fig. 72 -
73)
Als de wijzernaald in het rode
gebied staat, betekent dit dat de
motor met extreem hoge toerentallen
draait.
Deze toerentallen mogen slechts
kort worden aangehouden.
BELANGRIJKDe regeleenheid
van de elektronische inspuiting
blokkeert tijdelijk de toevoer van
brandstof als de motor met te hoge
toerentallen draait, waardoor het
motorvermogen zal afnemen.
Bij stationair draaiende motor kan
de toerenteller een geleidelijke of
plotselinge toerentalstijging aange-
ven; dit is normaal en vindt plaats,
bijvoorbeeld, als de airconditioning
of de elektroventilateur inschakelt.
Een langzame wijziging in toerental
dient vooral voor het behoud van de
lading van de accu. KOELVLOEISTOFTEMPERA-
TUURMETER MET WAARSCHU-
WINGSLAMPJE VOOR TE HOGE
KOELVLOEISTOF - D (fig. 72 - 73)
Onder normale omstandigheden
staat de wijzernaald in het midden
van de schaal. Als de wijzernaald in
de buurt van de maximale waarden
komt, dan betekent dit dat de motor
overbelast wordt en dat er gas moet
worden teruggenomen.
Het waarschuwingslampje
ugaat
branden als er een te hoge koelvloei-
stoftemperatuur is.
De wijzernaald kan ook in de buurt
van de maximale waarden komen,
terwijl u met hoge buitentemperatu-
ren langzaam rijdt. Het is in dat
geval raadzaam te stoppen en de
motor uit te zetten. Start vervolgens
opnieuw en trap het gaspedaal iets
in.BRANDSTOFMETER - C (fig. 72
- 73)
De brandstofmeter geeft het aantal
liters brandstof aan dat in de tank
aanwezig is.
Het waarschuwingslampje
Kvan
de reservebrandstof gaat branden
als er nog ongeveer 8 liter brandstof
in de tank aanwezig is.
Rijd niet met een bijna lege tank:
door een onregelmatige brandstof-
toevoer kan de katalysator beschadi-
gen.
Page 66 of 246

62
STOP (rood)
Dit gaat gelijktijdig
branden als één van
de overige waarschuwingslampjes
brandt.
NIET OMGELEGDE VEI-
LIGHEIDSGORDEL
(rood)
Als u de contactsleutel in stand M
draait, gaat het lampje continu
branden als de veiligheidsgordel aan
bestuurderszijde niet is omgelegd. TE LAGE MOTOROLIE-
DRUK (rood)
Als u de contactsleutel in
stand Mdraait, gaat het lampje
branden. Direct na het starten van
de motor moet het lampje doven. Als
de motor stationair draait, kan het
voorkomen dat het lampje iets later
dooft.
Als de motor zwaar belast is, kan
het lampje gaan knipperen als de
motor stationair draait. Het moet
doven zodra u iets gas geeft.TE HOGE KOELVLOEI-
STOFTEMPERATUUR
(rood)
Als u de contactsleutel in stand M
draait, gaat het lampje branden. Na
enkele seconden moet het lampje
doven. Het lampje gaat branden als
de motor te warm is. Als het lampje
tijdens het rijden gaat branden,
moet u de auto stilzetten en de
motor met verhoogd toerental laten
draaien waardoor de koelvloeistof
sneller gaat circuleren.
vu
<
Als het lampje gaat
branden tijdens het rij-
den, moet de motor wor-
den uitgezet en dient u zich tot de
Lancia-dealer te wenden.Als het lampje na 2÷3
minuten niet dooft, moet
de motor worden uitgezet
en dient u zich tot de Lancia-
dealer te wenden.
ì
Page 137 of 246

133
JTD-MOTOREN
De dieselmotoren zijn
uitsluitend geschikt voor
dieselbrandstof voor
motorvoertuigen (Europese spe-
cificatie EN590). Het gebruik van
andere producten of mengsels
kan de motor onherstelbaar
beschadigen en het vervallen van
de garantie tot gevolg hebben.
Mocht u onverhoopt een ander
type brandstof tanken, dan mag
de motor niet worden gestart en
moet de brandstoftank worden
afgetapt. Ook als de motor slechts
kort heeft gedraaid, moet naast
de brandstoftank, ook alle
brandstof uit de brandstofleidin-
gen worden afgetapt.
Bij lage buitentemperaturen kan de
vloeibaarheid van de dieselbrandstof
verminderen door de vorming van
paraffine, waardoor het dieselfilter
verstopt kan raken.Om dit probleem te voorkomen
wordt er, afhankelijk van het sei-
zoen, dieselbrandstof geleverd die
speciaal voor de zomer of voor de
winter is ontwikkeld.
Bij buitentemperaturen die tussen de
0 en 15°C schommelen (bijvoorbeeld
in het voor- en najaar), kan de door het
tankstation geleverde dieselbrandstof
niet toereikend blijken te zijn.
Gebruik in die omstandigheden, en
vooral als de motor regelmatig wordt
afgezet en weer wordt gestart bij
lage buitentemperaturen (bijv. in de
bergen), dieselbrandstof die speciaal
voor de winter is ontwikkeld; in alle
andere gevallen raden wij aan de
dieselbrandstof te mengen met het
vorstbeveiligingsmiddel DIESEL
MIX in de verhouding die in de
gebruiksaanwijzing van het middel
is aangegeven. Doe eerst het middel
in de tank en voeg daarna de diesel-
brandstof toe.
U moet het vorstbeveiligingsmiddel
DIESEL MIXdoor de dieselbrand-
stof mengen voordat de dieselbrand-
stof door de kou van samenstelling is
veranderd. Achteraf toevoegen heeft
geen enkel effect.TANKDOP (fig. 162)
De tankdop Ais voorzien van een
slot met sleutel. De dop is bereikbaar
na het openen van het tankklepje B.
Ontgrendel de tankdop door de con-
tactsleutel linksom te draaien en de
dop los te draaien.
Hang de dop tijdens het tanken
aan het haakje in het klepje, zoals is
afgebeeld.
fig. 162
L0B0116b
Page 148 of 246

144
Imperiaal/skidrager
Verwijder de imperiaal of skidra-
ger als u deze niet meer gebruikt. Ze
verminderen de aërodynamica van
de auto, waardoor het brandstofver-
bruik toeneemt. Gebruik voor het
vervoer van volumineuze voorwer-
pen bij voorkeur een aanhanger.
Stroomverbruikers
Gebruik de elektrische installaties
alleen als u ze nodig hebt. De ach-
terruitverwarming, de verstralers, de
ruitenwissers en de airconditioning
vragen veel stroom, waardoor het
brandstofverbruik toeneemt (tot aan
25% in stadsverkeer).Airconditioning
De airconditioning gebruikt zeer
veel energie, waardoor de motor
zwaar wordt belast en het brandstof-
verbruik sterk toeneemt (met
gemiddeld 20%). Gebruik wanneer
de buitentemperatuur het toelaat bij
voorkeur de functies van het ventila-
tiesysteem.
Aërodynamische accessoires
Het gebruik van niet goedgekeurde
aërodynamische accessoires kan de
aërodynamica negatief beïnvloeden,
waardoor het brandstofverbruik zal
toenemen.RIJSTIJL
Starten
Laat de motor als de auto stilstaat,
niet warmdraaien met stationair toe-
rental en ook niet met een verhoogd
toerental: onder deze omstandighe-
den warmt de motor veel langzamer
op, terwijl het verbruik en de
schadelijke uitlaatgasemissie toene-
men. Het is beter om rustig weg te
rijden en geen hoge toerentallen te
gebruiken. Op deze manier warmt
de motor sneller op.
Overbodige handelingen
Trap het gaspedaal niet in als u
stilstaat voor een stoplicht of voor-
dat u de motor afzet. Deze handeling
heeft, evenals het overschakelen met
tussengas, geen enkel nut. Het kost
brandstof en verhoogt de uitstoot
van schadelijke uitlaatgassen.
Page 157 of 246

153
Gebruik voor een nood-
start beslist nooit een ac-
culader. Hierdoor kunnen
de elektronische systemen worden
beschadigd, in het bijzonder de re-
geleenheden die de inspuiting en
ontsteking regelen.
ROLLEND
STARTEN
Probeer auto’s nooit te
starten door ze aan te du-
wen, te slepen of van een helling te
laten rijden. Op die wijze kan er
onverbrande brandstof in de kata-
lysator terechtkomen, waardoor
deze onherstelbaar zal beschadi-
gen. Laat deze procedure door
gespecialiseerd personeel
uitvoeren. Onjuiste hande-
lingen kunnen leiden tot vonken.
De vloeistof in de accu is giftig en
corrosief. Vermijd het contact met
de huid of de ogen. Kom ook niet
dicht bij een accu met open vuur
of een brandende sigaret en ver-
oorzaak geen vonken: brand- en
ontploffingsgevaar.
Houd er rekening mee
dat de rem- en stuurbe-
krachtiging niet werken
zolang de motor niet is aangesla-
gen, waardoor meer kracht nodig
is voor de bediening van het rem-
pedaal en het stuur.
EEN LEKKE BAND
Enkele uitvoeringen (indien aanwe-
zig) zijn voorzien van bandenspan-
ningsensoren; een eventuele vermin-
dering van de bandenspanning wordt
op de volgende manier aan de be-
stuurder kenbaar gemaakt:
vermindering van de spanning -
op het display van het CONNECT
Nav+ telematica-infosysteem ver-
schijnt de betreffende mededeling en
er klinkt 1 “
GONG”; wendt u tot de
Lancia-dealer.
een lekke band- het waarschu-
wingslampje “STOP” gaat branden,
op het display van het CONNECT
Nav+ telematica-infosysteem ver-
schijnt de betreffende mededeling en
er klinken 3 opeenvolgende “
GONGS”;
vervang de lekke band op de hieron-
der beschreven manier.
Bovendien verschijnt, als het systeem
niet in staat is om de bandenspanning
aan te geven, de betreffende medede-
ling op het display.