airbag Lancia Phedra 2009 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2009, Model line: Phedra, Model: Lancia Phedra 2009Pages: 246, PDF Size: 3.78 MB
Page 14 of 246

13
1)Luchtroosters naar zijkant
2)Linker hendel: bedieningsorganen buitenverlichting
3)Claxon
4)Instrumentenpaneel: kilometertellerdisplay en waar-
schuwings-/controlelampjes
5)Rechter hendel: bedieningsorganen ruitenwissers
voor/achter en tripcomputer
6)Versnellingspook
7)Luchtroosters in het midden
8)Snelheidsmeter
9)Display van infotelematica-systeem CONNECT
Nav+
10)Toerenteller
11)Digitaal display: brandstofmeter met waarschu-
wingslampje brandstofreserve en koelvloeistoftem-
peratuurmeter met waarschuwingslampje voor te
hoge koelvloeistoftemperatuur
12)Infotelematica-systeem CONNECT Nav+
13)Bedieningsorganen automatische klimaatregeling
14)Passagiersairbag15)Dashboardkastje
16)Schakelaar waarschuwingsknipperlichten
17)Joystick van infotelematica-systeem CONNECT
Nav+
18)Sigarenaansteker
19)Middenconsole
20)Asbak en opbergvak
21)Sleutel en start-/contactslot
22)Bedieningshendel autoradio bij het stuurwiel
23)Documentenvak
24)Bestuurdersairbag
25)Bedieningshendel cruise-control
26)Koplampverstelling
(niet bij uitvoeringen met Xenon koplampen)
27)Uit-/inschakelen ESP.
001-065 Phedra OLA 5-06-2008 11:45 Pagina 13
Page 15 of 246

14
LANCIA CODE
Voor een nog betere bescherming te-
gen diefstal is de auto uitgerust met
een elektronische startblokkering
(Lancia CODE). Het systeem schakelt
automatisch in als de contactsleutel
wordt uitgenomen. In de handgreep
van de sleutels bevindt zich een elek-
tronisch component, dat bij het star-
ten van de motor een signaal ontvangt
via een speciale antenne. Deze an-
tenne bevindt zich in het start-/con-
tactslot. Het signaal wordt omgezet in
een gecodeerd signaal en vervolgens
aan de regeleenheid van het CODE-
systeem gezonden. Als de code wordt
herkend, maakt de regeleenheid het
starten van de motor mogelijk.DE SLEUTELS (fig. 2)
Bij de auto worden geleverd:
– twee sleutels Aals de auto is uit-
gerust met centrale portiervergrende-
ling met afstandsbediening en een
elektronisch diefstalalarm.
– twee sleutels Bals de auto is uit-
gerust met centrale portiervergrende-
ling met afstandsbediening, een elek-
tronisch diefstalalarm en elektrisch
bediende zijschuifdeuren.De sleutels dienen voor:
– het start-/contactslot;
– het slot in het bestuurders- en het
passagiersportier
– de afstandsbediening van de cen-
trale portiervergrendeling
– het diefstalalarm (indien aanwe-
zig)
– de uitschakeling van de passagiers-
airbag
– het slot van de tankdop
– het afsluiten van het dashboard-
kastje.
fig. 2
L0B0401b
001-065 Phedra OLA 5-06-2008 11:45 Pagina 14
Page 47 of 246

46
4) Voorkom dat de oprolautomaten
nat worden: de juiste van de oprol-
automaten is alleen gegarandeerd, als
ze niet nat zijn geweest.
5) Vervang de gordels als slijtage of
beschadigingen worden waargeno-
men.KINDEREN VEILIG VERVOEREN
In dit geval moet beslist m.b.v.
het waarschuwingslampje §op
het instrumentenpaneel brandt of
de airbag is uitgeschakeld (zie
“Frontairbags passagierszijde” in
de paragraaf “Front- en zij-air-
bags”).
Bovendien moet de passagiers-
stoel zo ver mogelijk naar achte-
ren zijn geplaatst; hierdoor wordt
voorkomen dat het kinderzitje het
dashboard raakt.ZEER GEVAAR-
LIJK:
Monteer ab-
soluut geen kin-
derzitje tegen de rijrichting op de
voorste stoel als de airbag aan pas-
sagierszijde is ingeschakeld. Als
bij een ongeval de airbag wordt
geactiveerd, kan het kind hierdoor
dodelijke verwondingen oplopen.
Kinderen moeten altijd op de zij-
zitplaatsen van de tweede rij wor-
den vervoerd. Hier wordt het kind
het beste beschermd tijdens een
ongeval, zoals op de sticker (fig.
60) op de zitplaatsen is aangege-
ven. Kinderzitjes mogen beslist
niet op de voorstoel bij een auto
met passagiersairbag worden ge-
plaatst. Als de airbag wordt geac-
tiveerd, kan dit verwondingen of
de dood tot gevolg hebben, onaf-
hankelijk van de zwaarte van het
ongeval waardoor de airbag is ge-
activeerd. Als het nodig is, kunnen
kinderen op de voorstoel worden
vervoerd, als de auto is voorzien
van een uitschakelbare passagiers-
airbag. fig. 60
L0B0288b
001-065 Phedra OLA 5-06-2008 11:45 Pagina 46
Page 51 of 246

50
GESCHIKTHEID VAN DE PASSAGIERSSTOELEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE KINDERZITJES
De auto voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EU-richtlijnen voor de montage van kinderzitjes op de verschillende
plaatsen in de auto. Zie hiervoor de volgende tabellen:
Legenda:
U = geschikt voor “universele” beschermingsmiddelen voor kinderen volgens de Europese regels EU-R44 voor de aange-
geven “groepen”
L = geschikt voor bepaalde beschermingssystemen, die beschikbaar zijn in het Lineaccessori-programma
Hieronder zijn de normen voor een veilig vervoer van kinderen aangegeven:
Gewichtsklasse
tot 13 kg
9 - 18 kg
15 -25 kg
22 - 36 kgPassagier
voor
U
U
U
UPassagier
achter
aan zijkant 2e rij
U-L (Type Isofix)
U-L (Type Isofix)
U
UPassagier
achter
midden 2e rij
U
U
U
UPassagier
achter
aan zijkant 2e rij
U
U
U
U Zitplaatsen
1) Monteer kinderzitjes altijd op de
zitplaatsen op de tweede rij, omdat die
plaatsen bij een ongeval de meeste be-
scherming bieden;Als een passagiersairbag
aanwezig is mogen geen
kinderzitjes op de voor-
stoel worden geplaatst; bovendien
mogen kinderen nooit op de voor-
stoelen worden vervoerd.2) Als de passagiersairbag wordt uit-
geschakeld, controleer dan altijd of
het bijbehorende lampje §op het in-
strumentenpaneel continu brandt; een
brandend lampje geeft een uitgescha-
kelde airbag aan;
Groep
Groep 0, 0+
Groep 1
Groep 2
Groep 3
001-065 Phedra OLA 5-06-2008 11:45 Pagina 50
Page 64 of 246

63
Het lampje dooft als de storing ver-
dwijnt; de storing wordt echter wel
door het systeem in het geheugen op-
geslagen.
knipperend branden(alleen ben-
zine-uitvoeringen) - dit geeft een mo-
gelijke beschadiging van de katalysa-
tor aan (zie “EOBD” in dit hoofd-
stuk).
Als het lampje knippert, moet het
gaspedaal worden losgelaten (hier-
door gaat de motor met lage toeren-
tallen draaien), totdat het lampje niet
meer knippert; u kunt met niet te
hoge snelheid doorrijden, waarbij rij-
omstandigheden moeten worden ver-
meden die kunnen leiden tot het op-
nieuw gaan knipperen van het lampje.
Wendt u zo snel mogelijk tot de Lan-
cia-dealer.
Als, als het contactslot in
stand M wordt gedraaid,
het lampje niet gaat bran-
den of als tijdens de rit het lampje
continu of knipperend gaat bran-
den, wendt u dan zo snel mogelijk
tot de Lancia-dealer. STORING
MOTORMANAGE-
MENTSYSTEEM EOBD
(geel)
Onder normale omstandigheden, als
het contactslot in de stand Mwordt
gedraaid, gaat het lampje branden;
het dooft echter nadat de motor is ge-
start. Dit branden geeft een goede
werking van het lampje aan.
Als het lampje blijft branden of gaat
branden tijdens de rit:
continu branden- dit geeft een sto-
ring in het motormanagementsysteem
weer, waardoor de emissie van
schadelijke uitlaatgassen toeneemt, de
prestaties achteruit kunnen gaan, de
auto slechter kan gaan rijden en het
brandstofverbruik kan toenemen.
Onder deze omstandigheden kan
verder worden gereden, maar moet
een zware belasting van de motor of
hoge snelheden worden vermeden.
Langdurig gebruik van de auto met
een continu brandend controlelampje
kan beschadigingen veroorzaken.
Wendt u zo snel mogelijk tot de Lan-
cia-dealer.
/
STORING AIRBAG
(geel)
Als het systeem niet goed
werkt.
Als het contactslot in stand Mwordt
gedraaid, gaat het lampje branden;
het moet echter na ongeveer 4 secon-
den doven.
Als het contactslot in
stand M wordt gedraaid en
het lampje
¡gaat niet
branden of blijft branden tijdens
de rit, is er mogelijk een storing in
de veiligheidssystemen; in dat ge-
val kunnen de airbags of gordel-
spanners niet geactiveerd worden
bij een ongeval of, in een zeer be-
perkt aantal gevallen, per ongeluk
geactiveerd worden. Voordat u
verder rijdt, moet contact worden
opgenomen met de Lancia-dealer
om het systeem te laten controle-
ren.
¡
001-065 Phedra OLA 5-06-2008 11:45 Pagina 63
Page 65 of 246

SERVICE-LAMPJE
Het lampje gaat branden
als één van de volgende situ-
aties optreedt: te laag koelvloeistofni-
ESP (geel)
Als het contactslot in stand
Mwordt gedraaid, gaat het
lampje branden; het moet echter na
enige seconden doven.
Als het lampje niet dooft of gedu-
rende rit blijft branden, wendt u dan
tot de Lancia-dealer.
Als het lampje knippert tijdens het
rijden, dan geeft dit aan dat het ESP
werkt.
Het lampje gaat ook branden als het
ESP wordt uitgeschakeld met de be-
treffende knop (zie het hoofdstuk
“ESP”). FRONTAIRBAG
PASSAGIERSZIJDE
UITGESCHAKELD
(geel)
Als de frontairbag aan passagiers-
zijde is ingeschakeld en het contact-
slot in stand Mwordt gedraaid, gaat
het lampje branden; het moet echter
na ongeveer 4 seconden doven.
64
MISTACHTERLICHT
(geel)
Dit gaat branden als het mistachter-
licht wordt ingeschakeld.veau, storing in roetfilter, additiefni-
veau te laag (het risico bestaat dat het
roetfilter verstopt raakt).
VOORGLOEIREGELING
(geel)
Als het contactslot in de
stand Mwordt gedraaid, gaat het
lampje branden; het lampje dooft als
voorgloeibougies de vooraf ingestelde
temperatuur hebben bereikt.
Start de motor, zodra het lampje ge-
doofd is.
WAARSCHUWINGBij een hoge
buitentemperatuur kan het lampje
zeer kort gaan branden.
BRANDSTOFRESERVE
(geel)
Het lampje gaat branden
als in de brandstoftank nog ongeveer
8 liter brandstof aanwezig is.
h
Het lampje §geeft bo-
vendien een storing aan
van het lampje
¡aan. Dit
wordt weergegeven met een knip-
perend lampje §, ook als de 4 se-
conden al zijn verstreken. In dat
geval kan het lampje
¡geen sto-
ringen in de veiligheidssystemen
aangeven. Voordat u verder rijdt,
moet contact worden opgenomen
met de Lancia-dealer om het sys-
teem te laten controleren.
Het lampje gaat branden als de front-
airbag aan passagierszijde wordt uit-
geschakeld.
§
P
f
.
001-065 Phedra OLA 5-06-2008 11:45 Pagina 64
Page 87 of 246

86
WAARSCHUWINGS-
KNIPPERLICHTEN
(fig. 98)
Deze worden ingeschakeld als op
schakelaar Awordt gedrukt, onaf-
hankelijk van de stand van het con-
tactslot.
Als het systeem in ingeschakeld, gaat
de led in de schakelaar knipperen en
knipperen tegelijkertijd de lampjes
en .
Druk nogmaals op de schakelaar om
de verlichting uit te schakelen.De auto is uitgerust met een systeem
waarmee de waarschuwingsknipper-
lichten automatisch worden inge-
schakeld; als plotseling en langdurig
wordt geremd, schakelen de waar-
schuwingsknipperlichten automatisch
in; hierdoor kan de bestuurder zich
blijven concentreren om de auto onder
controle te houden.
BRANDSTOF-
ONDE
RBREEK-
SCHAKELAAR
Dit is een veiligheidsschakelaar, die
door de airbagregeleenheid wordt be-
diend. De schakelaar grijpt in tijdens
een zware botsing (in een willekeurige
richting) en onderbreekt de brand-
stoftoevoer, waardoor de motor af-
slaat.
De bestuurder wordt geïnformeerd
met een mededeling op het display
van het infotelematica-systeem CON-
NECT Nav+.
fig. 98
L0B0212b
Het gebruik van de waar-
schuwingsknipperlichten
is afhankelijk van de we-
genverkeerswet van het land
waarin u rijdt. Houdt u aan de
voorschriften.
Als u na een ongeval een
brandstoflucht ruikt of
merkt dat het brandstof-
systeem lekt, herstel dit systeem
dan niet, zodat brand wordt voor-
komen.
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:03 Pagina 86
Page 125 of 246

124
FRONT- EN
ZIJ-AIRBAGS
De auto is voorzien van een front-
airbag voor de bestuurder (fig. 157)
en de passagier (fig. 158) en zij-air-
bags (sidebags) (fig. 160) en headbags
(fig. 159).FRONTAIRBAGS
Beschrijving en werking
De frontairbags (voor bestuurder en
voorpassagier) zijn beveiligingssys-
temen die in werking treden bij een
frontale botsing.
Deze bestaat uit een kussen met dub-
bele ontsteking, dat is opgevouwen in
een daarvoor bestemde ruimte:
– in het midden van het stuur voor
de bestuurder;
fig. 157
L0B0452b
fig. 158
L0B0097b
fig. 160
L0B0099b
fig. 159
L0B0111b
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:04 Pagina 124
Page 126 of 246

125
– in het dashboard en met een gro-
ter kussen voor de voorpassagier.
De frontairbags (bestuurder en pas-
sagiers) zijn ontworpen om de inzit-
tenden te beschermen bij een middel-
zware frontale botsing door een kus-
sen tussen de inzittende en het stuur-
wiel of het dashboard te plaatsen.
Bij een frontale botsing verwerkt een
elektronische regeleenheid de signa-
len van de vertragingssensoren en
laat, als dat nodig is, het kussen op-
blazen, afhankelijk van de ontvangen
informatie.
Het kussen wordt onmiddellijk op-
geblazen om te voorkomen dat het li-
chaam van de inzittenden voor tegen
de interieurcomponenten komen;
hierdoor kunnen verwondingen ont-
staan. Het kussen loopt onmiddellijk
leeg.
Bij een ongeval kan een inzittende
die de veiligheidsgordel niet heeft om-
gelegd in contact komen met de nog
niet volledig opgeblazen airbag. In dat
geval beschermt de airbag de inzit-
tende minder. De frontairbags (be-stuurder en passagier) vervangen de
veiligheidsgordels niet, maar zijn een
aanvulling op de gordels; draag dus
altijd gordels. Dit is bovendien wette-
lijk verplicht in Europa en in veel lan-
den buiten Europa.
Bij lichte frontale botsingen (waar-
bij het voldoende is dat alleen de vei-
ligheidsgordels de inzittenden be-
schermen) worden de airbags niet in-
geschakeld.
Bij botsingen tegen vervormbare of
bewegende objecten (zoals palen van
verkeersborden, ijs- of sneeuwhopen,
geparkeerde auto’s enz.), bij botsin-
gen van achteren (zoals een aanrij-
ding door een andere auto) en bij
flankbotsingen met een andere auto
of een veiligheidsbarrière (zoals onder
vrachtwagens of tegen de vangrail)
worden de airbag niet ingeschakeld,
omdat ze geen extra bescherming bie-
den; de veiligheidsgordels bieden in
dat geval bescherming en het is dus
niet van belang dat de airbags in-
schakelen.
De airbags worden in dit geval niet
ingeschakeld; dit duidt echter niet op
een onjuiste werking van het systeem.ZEER GEVAAR-
LIJK: De auto is
voorzien van een
airbag aan de passagierszijde.
Plaats geen kinderzitjes op de pas-
sagiersstoel voor. Als er geen an-
dere mogelijkheid is, moet altijd
de airbag aan passagierszijde wor-
den uitgeschakeld als het kinder-
zitje op de passagiersstoel voor
wordt geplaatst. Ook als het niet
wettelijk verplicht is, moet voor
een betere bescherming van de
volwassenen, de airbag onmiddel-
lijk worden ingeschakeld als er
geen kinderen meer worden ver-
voerd.
FRONTAIRBAG
PASSAGIERSZIJDE
De frontairbag aan de passagiers-
zijde is ontworpen en afgesteld om de
bescherming te verhogen, van een in-
zittende die de veiligheidsgordel heeft
omgelegd.
Het volume van het maximaal opge-
blazen kussen is zodanig dat het
grootste deel van de ruimte tussen het
dashboard en de inzittende is gevuld.
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:04 Pagina 125
Page 127 of 246

126
Handmatig uitschakelen van de
frontairbag passagierszijde
Als beslist een kind op de voorstoel
moet worden vervoerd, kan de front-
airbag aan passagierszijde worden
uitgeschakeld.
De airbag kan worden uitgeschakeld
met de contactsleutel in de sleutel-
schakelaar rechts aan de zijkant op
het dashboard (fig. 161). De schake-
laar kan alleen worden bereikt als het
portier is geopend.
De sleutelschakelaar kan in twee
standen worden gezet:
stand 1 (ON): frontairbag passa-
gierszijde ingeschakeld, lampje §ge-
doofd; het is beslist verboden om kin-
deren op de voorstoel te vervoeren;stand 2 (OFF): frontairbag passa-
gierszijde uitgeschakeld, lampje §
brandt; kinderen kunnen op de voor-
stoel worden vervoerd als zij be-
schermd worden met een daarvoor
bestemd systeem.
Het lampje §blijft branden, totdat
de passagiersairbag weer wordt inge-
schakeld.
Als de frontairbag aan de passa-
gierszijde wordt uitgeschakeld, wordt
de werking van de zij-airbags niet ge-
wijzigd.
Als het portier is geopend, kan de
sleutel in beide standen uit de sleutel-
schakelaar worden gehaald of in wor-
den gestoken.ZIJ-AIRBAGS
(SIDEBAG - HEADBAG)
De zij-airbags verhogen de bescher-
ming van de inzittenden bij een mid-
delzware flankbotsing.
Ze bestaan uit een zich onmiddellijk
opblazend kussen:
– de sidebag bevindt zich in de rug-
leuning van de voorste stoelen (eerste
rij); door deze oplossing staat het kus-
sen altijd in de optimale stand ten op-
zichte van de inzittende, ongeacht de
stand van de stoel;
– de headbag bestaat uit een “gor-
dijn” en bevindt zich in de zijbekle-
ding van het dak onder een speciale
kap, waardoor het kussen naar
beneden uitvouwt. Deze oplossing is
gekozen om het hoofd te beschermen
en biedt aan de inzittenden van alle
drie de rijen zitplaatsen de maximale
bescherming bij een flankbotsing. De
gordijnvorm biedt de beste prestaties
door het grote oppervlak en het zelf-
richtende effect ook als het niet wordt
ondersteund.
fig. 161
L0B0113b
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:04 Pagina 126