service Lancia Thema 2011 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2011, Model line: Thema, Model: Lancia Thema 2011Pages: 324, PDF Size: 3.72 MB
Page 2 of 324
Als uitvinder, ontwerper en fabrikant kennen wij uw auto als geen ander: wij zijn vertrouwd met ieder detail. Bij erkende Lancia Service werkplaatsen werken monteurs die rechtstreeks door ons zijn opgeleid en alle soorten
onderhoud professioneel en kwaliteitsbewust uitvoeren.
Er is altijd een Lancia werkplaats in uw omgeving voor
regulier onderhoud, zomer- en winterchecks en praktisch advies door onze experts.
Met originele onderdelen blijven de betrouwbaarheid, het comfort en de prestaties van uw nieuwe auto ook in de loop van de tijd onveranderd. Vanwege deze eigenschappen hebt u de auto immers gekocht.
Vraag altijd om originele onderdelen voor uw auto. Wij raden deze onderdelen aan, omdat ze het resultaat zijn van ons vaste streven naar onderzoek en ontwikkeling van uiterst innovatieve technologieën.
Voldoende redenen om te vertrouwen op originele
onderdelen, omdat zijn speciaal zijn ontworpen voor uw auto.
KIES VOOR ORIGINELE ONDERDELEN
1010430_12_Lancia_Thema_OM_Dutch_Cover_072311.indd 28/23/11 6:44 AM
Page 5 of 324
Beste klant,
Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een LANCIA hebt gekozen.
Wij hebben dit boekje opgesteld om u de kwaliteiten van deze auto volledig te laten waarderen.
Wij raden aan het meteen door te lezen voordat u voor de eerste keer gaat rijden.
Het bevat belangrijke informatie, tips en aanwijzingen voor het gebruik van de auto die u zullen helpen de technische
eigenschappen van uw LANCIA volledig te benutten. Dit boekje geeft tevens een beschrijving van de speciale kenmerken,
essentiële informatie over het correcte onderhoud van uw LANCIA, alsmede tips voor veilig rijden.
Het bijgevoegde garantieboekje geeft een opsomming van de diensten die LANCIA aan haar klanten biedt:
het garantiecertificaat met termen en voorwaarden om de geldigheid ervan te behouden;
een serie aanvullende diensten die voor LANCIA klanten beschikbaar zijn.
Wij zijn ervan overtuigd dat u met behulp van deze middelen spoedig vertrouwd zult raken met uw nieuwe auto en de service
van de mensen bij LANCIA zult waarderen.
Veel leesplezier gewenst .. en goede reis!Dit instructieboekje beschrijft alle versies van de LANCIA Thema. Derhalve dient uitsluitend de informatie inbeschouwing te worden genomen die betrekking heeft op het uitrustingsniveau, de motor en de versie die u
gekocht hebt. De gegevens in deze publicatie zijn slechts indicatief. Fiat Group Automobiles kan op elk mo- ment de in deze publicatie beschreven specificaties van het automodel om technische of commerciële rede-
nen wijzigen. Neem voor meer informatie contact op met het Lancia Servicenetwerk.
Page 10 of 324
INLEIDING
Gefeliciteerd met de keuze van uw
nieuwe LANCIA. U kunt er zeker van
zijn dat uw auto beschikt over alle
karakteristieke FIAT-kenmerken:
nauwkeurig vakmanschap, exclusieve
styling en hoogwaardige kwaliteit.
Voordat u met uw nieuwe auto gaat
rijden, dient u deze gebruikershand-
leiding en alle bijlagen aandachtig te
lezen. Zorg ervoor dat u vertrouwd
raakt met alle bedieningselementen
van de auto en besteed vooral aan-
dacht aan het remmen, sturen en
schakelen. Leer hoe uw auto zich ge-
draagt op verschillende soorten we-
gen. U zult de auto beter onder de
knie krijgen naarmate u meer erva-
ring opdoet, maar zoals bij alle
nieuwe voertuigen is het raadzaam
om behoedzaam van start te gaan.
Houd u altijd aan de lokale voor-
schriften, ongeacht waar u rijdt.OPMERKING:
Nadat u de gebruikersinformatie
hebt gelezen, moet deze worden
bewaard op een gemakkelijk te
bereiken plaats in de auto. Bij ver-
koop van de auto moet ook deze
informatie worden overhandigd.
Als u de auto niet op de juiste wijze
bedient, kunt u de macht over het
stuur verliezen of een aanrijding ver-oorzaken.
Wanneer u te snel rijdt met de auto of
tijdens het rijden onder invloed ver-
keert, kunt u de macht over het stuur
verliezen, een aanrijding veroorzaken
met andere voertuigen of een object,
van de weg afraken of over de kop
slaan. Al deze situaties kunnen leiden
tot ernstig of fataal letsel. Als de vei-
ligheidsgordels niet worden gebruikt,
staan de bestuurder en de passagiers
bloot aan een grotere kans op verwon-
dingen, mogelijk met dodelijke af-loop.Om uw auto in optimale staat te hou-
den, is het belangrijk dat u de auto op
de aanbevolen tijdstippen voor onder-
houd aanbiedt bij een erkende dealer.
Deze beschikt over gekwalificeerde
medewerkers, het juiste speciale ge-
reedschap en de vereiste uitrusting om
alle servicetaken uit te voeren.
Zowel de fabrikant als de dealers wil-
len dat u volkomen tevreden bent over
uw auto. Wanneer een probleem met
betrekking tot het onderhoud of de
garantie niet naar uw volle tevreden-
heid is opgelost, kunt u dit altijd be-
spreken met het management van uw
dealer.
Uw erkende dealer zal u graag helpen
bij alle vragen over uw auto.
4
Page 12 of 324
een wijziging inhouden van de oor-
spronkelijke staat van de voertuigen
van de fabrikant.
Uw garantie biedt geen dekking voor
onderdelen die niet door de fabrikant
zijn geleverd. Daarnaast biedt uw ga-
rantie geen dekking voor de kosten
van reparaties of aanpassingen als ge-
volg van, of noodzakelijk geworden
door het monteren of gebruiken van
onderdelen, componenten, uitrusting,
materialen of toevoegingen die niet
afkomstig zijn van de fabrikant. Ook
biedt uw garantie geen dekking voor
de kosten voor het repareren van
schade als gevolg van aanpassingen
aan uw auto die niet voldoen aan de
specificaties van de fabrikant.Bij uw erkende dealer zijn originele
onderdelen, accessoires en andere
door de fabrikant goedgekeurde pro-
ducten verkrijgbaar, inclusief de ad-
viezen van gekwalificeerde medewer-kers.
Wanneer het aankomt op service en
onderhoud, is het van belang te be-
denken dat uw erkende dealer uw
auto niet alleen het beste kent, maar
ook beschikt over de originele onder-
delen en door de fabrikant opgeleide
monteurs, terwijl hij er bovendien be-
lang bij heeft dat u volkomen tevre-
den bent over uw auto.
Copyright © 2011 FIAT Group Auto-
mobiles S.p.A.
HOE GEBRUIKT U DEZE HANDLEIDING?
Raadpleeg de inhoudsopgave om te
weten in welk hoofdstuk de informa-
tie staat die u zoekt.
Omdat de specificatie van uw auto
afhankelijk is van de bestelde uitvoe-
ring, kunnen sommige beschrijvingen
en afbeeldingen verschillen van de
uitrusting van uw auto.
In de gedetailleerde inhoudsopgave,
achter in deze handleiding, vindt u
een volledig overzicht van alle onder-werpen.
Raadpleeg de volgende tabel voor een
beschrijving van de symbolen die mo-
gelijk aanwezig zijn in uw auto of
worden gebruikt in deze gebruikers-handleiding.
6
Page 27 of 324
De portieren kunnen ook worden ver-
grendeld en ontgrendeld met het
Keyless Enter-N-Go (Passive Entry)
systeem. Raadpleeg voor meer infor-
matie "Keyless Enter-N-Go" in "Za-
ken die u moet weten voordat u de
motor start".
Wanneer u op de schakelaar van de
portiervergrendeling drukt als het
contact in de stand ACC of ON/RUN
staat en een voorportier is geopend,
zal de centrale portiervergrendeling
niet werken. Hierdoor wordt voorko-
men dat u per ongeluk de sleutelhou-
der achterlaat in de auto. De centrale
portiervergrendeling wordt weer in-
geschakeld door het contact naar de
stand OFF te draaien of het portier te
sluiten. Als een portier is geopend en
het contact staat in de stand ACC of
ON/RUN, klinkt een geluidssignaal
om u eraan te herinneren de sleutel-
houder te verwijderen. Automatische
portiervergrendeling (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
De automatische portiervergrendeling
is standaard uitgeschakeld. Wanneer
deze ingeschakeld is, worden de por-tieren automatisch vergrendeld als de
rijsnelheid hoger is dan 24 km/u. De
automatische portiervergrendeling
kan door de erkende dealer in of bui-
ten werking worden gesteld op schrif-
telijk verzoek van de klant. Bezoek uw
erkende servicedealer.
Automatisch portieren
ontgrendelen bij uitstappen
Bij auto's met elektrische vergrende-
ling worden de portieren automatisch
ontgrendeld, wanneer:
1. de functie voor het automatische
ontgrendelen van de portieren bij uit-
stappen is ingeschakeld.
2. de auto in de versnelling staat en
de auto tot stilstand is gekomen,
3. de versnellingsbak in NEUTRAL
of PARK staat,
4. het bestuurdersportier is geopend,
5. de portieren niet al eerder werden
ontgrendeld,
6. de auto stilstaat.
Programmeren van de functie
automatisch portieren
ontgrendelen bij uitstappen
Raadpleeg om de actuele instellingen
te veranderen "Uconnect Touch™ in-
stellingen" in "Uw instrumentenpa-
neel begrijpen" voor meer informatie. OPMERKING:
Gebruik de functie voor het auto-
matisch ontgrendelen van portie-
ren in overeenstemming met de
plaatselijke geldende wettelijkevoorschriften.
KINDERSLOTEN —
ACHTERPORTIEREN
Voor de veiligheid van kleine kinde-
ren die meerijden op de achterste zit-
plaatsen, zijn de achterportieren uit-
gerust met een kinderslot.
Activeren en deactiveren van het kinderslot
1. Open het achterportier.
2. Steek het uiteinde van de nood-
sleutel in het slot en draai de sleutel
naar de stand LOCK (vergrendelen)
of UNLOCK (ontgrendelen).
21
Page 42 of 324
LET OP!
Sluit ter voorkoming van mogelijke
schade de achterzijde van de motor-
kap niet met kracht om deze in zijn
stand terug te zetten. Druk de ach-
terzijde van de motorkap omlaag tot
ongeveer 5 mm boven het spatbord.
Dit moet voldoende zijn om beide
terugzetmechanismen van de schar-
nieren van de motorkap vast te zet-ten.WAARSCHUWING!
Wanneer u een airbag-waarschuwingslampje op uw in-
strumentenpaneel of het bericht
"SERVICE ACTIVE HOOD"
(ONDERHOUD ACTIEVE MO-
TORKAP) op het EVIC negeert,
kan dat betekenen dat de actieve
motorkap de voetgangersbescher-
ming niet verhoogt. Als het lampje
niet gaat branden wanneer u de
contactsleutel omdraait en blijft
branden nadat u de auto hebt ge-
start of gaat branden tijdens het
rijden, dient u contact op te ne-
men met uw erkende dealer.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Wijzigingen aan delen van het ac-
tieve motorkapsysteem kunnen
tot gevolg hebben dat het systeem
bij een aanrijding niet functio-
neert. Breng geen wijzigingen in
de onderdelen of bedrading aan.
Breng geen wijzigingen aan in de
voorbumper of de carrosserie-
structuur en monteer geen los ver-
krijgbare voorbumpers of kap-pen.
Het is gevaarlijk zelf onderdelen
van het actieve motorkapsysteem
te repareren. Waarschuw iedereen
die aan uw auto werkt dat de auto
is uitgerust met een actief motor-kapsysteem.
Probeer geen enkel onderdeel van
het actieve motorkapsysteem te
wijzigen. De actieve motorkap
kan per ongeluk omhoog schieten
of mogelijk niet goed meer werken
als deze is gewijzigd. Breng de
auto naar een erkende dealer voor
reparaties aan de motorkap.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Bestuurders moeten zich bewust
zijn van voetgangers. Let altijd op
voetgangers, dieren, andere voer-
tuigen en obstakels. U bent ver-
antwoordelijk voor de veiligheid
en dient uw aandacht voortdu-
rend bij de omgeving te houden.
Anders bestaat er een risico op
ernstig of dodelijk letsel.
GEAVANCEERD AUTOGOR-
DELWAARSCHUWINGS-
SYSTEEM (BeltAlert®)
BeltAlert® is een voorziening die de
bestuurder en voorpassagier (voor be-
paalde uitvoeringen/markten met
BeltAlert® voor de voorpassagier) er-
aan herinnert de veiligheidsgordel
vast te gespen. Deze voorziening is
altijd actief wanneer het contact is
ingeschakeld. Als de autogordel van
de bestuurder of voorpassagier niet is
vastgegespt, gaat het waarschuwings-
lampje voor de veiligheidsgordels
branden totdat beide gordels vóór zijnvastgegespt.
36
Page 65 of 324
Ruitverwarming
Controleer de werking door de ont-
dooistand te selecteren en de aanjager
op de hoogste snelheid te zetten. U
moet nu de lucht kunnen voelen die
langs de voorruit geblazen wordt. Be-
zoek uw erkende servicedealer als het
ontdooimechanisme niet werkt.
Veiligheidsinformatie over vloermatten
Plaats uitsluitend vloermatten die
overeenkomen met de afmetingen van
het voetengedeelte van uw auto. U
mag alleen vloermatten gebruiken die
het gebied rondom de pedalen vrijla-
ten en stevig vastliggen, zodat de mat-
ten niet kunnen verschuiven, de baan
van de pedalen kunnen belemmeren
of de veilige werking van uw auto op
een andere manier kunnen verstoren.WAARSCHUWING!
Als de pedalen niet vrij kunnen be-
wegen, kunt u de controle over de
auto verliezen, waardoor gevaar
voor ernstig letsel ontstaat.(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Controleer altijd of de vloermat-
ten op de juiste wijze zijn vastge-
maakt aan de bevestigingspunten
voor de matten.
Plaats nooit vloermatten of an-
dere vloerbedekkingen die u niet
op de juiste wijze kunt vastmaken
en voorkom te allen tijde dat de
matten verschuiven, de baan van
de pedalen belemmeren of de con-
trole over de auto verstoren.
Plaats nooit vloermatten of an-
dere vloerbedekkingen over reeds
aanwezige vloermatten. Extra
vloermatten en andere vloerbe-
dekkingen verkleinen de ruimte
voor de pedalen en belemmeren
de baan van de pedalen.
Controleer regelmatig of de mat-
ten nog correct zijn bevestigd.
Matten die zijn verwijderd om te
worden gereinigd, moeten altijd
op de juiste wijze opnieuw worden
geplaatst en vastgemaakt.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Voorkom te allen tijde dat er tij-
dens het rijden voorwerpen kun-
nen vallen in het voetengedeelte
van de bestuurder. Deze voorwer-
pen kunnen beklemd raken onder
het rem- en gaspedaal, waardoor
u de controle over de auto verliest.
Bevestigingspunten moeten, in-
dien nodig, op de juiste wijze wor-
den aangebracht als deze niet af
fabriek aanwezig zijn.
Als de vloermatten niet op de juiste
wijze worden geplaatst of bevestigd,
kunnen de banen van het rem- en
gaspedaal worden belemmerd,
waardoor u de controle over de autoverliest.
Veiligheidscontroles buiten
de auto Banden
Controleer de banden op overmatige
of ongelijkmatige slijtage. Controleer
de banden op stenen, spijkers, glas of
andere voorwerpen die in het loop-
vlak of de wang vast zijn blijven zit-
ten. Controleer het loopvlak op insnij-
dingen en scheuren. Controleer de
59
Page 116 of 324
Waarschuwing onderhoud ACC
Wanneer het systeem wordt uitge-
schakeld en het EVIC de melding
“ACC/FCW Unavailable Service Ra-
dar Sensor” (ACC/FCW niet beschik-
baar - onderhoud radarsensor nodig)
weergeeft, duidt dit op een interne
systeemstoring. Hoewel de auto onder
normale omstandigheden nog steeds
bestuurbaar is, dient u het systeem te
laten controleren door een erkende
dealer.VOORZORG TIJDENS HET
RIJDEN MET ACC
Onder sommige rijomstandigheden
kan het ACC-systeem moeite te heb-
ben met detectie. In een dergelijk ge-
val kan de ACC laat of onverwacht
remmen. U dient als bestuurder altijd
alert te zijn om te kunnen ingrijpen.
Met een aanhanger rijden
Het gewicht van een aanhangwagen
kan de prestaties van de ACC beïn
vloeden. Als er een merkbare veran-
dering optreedt na het aankoppelen
van een aanhangwagen of als de ACC
niet in de normale stand terugkeert na
het afkoppelen van de aanhangwa-
gen, moet u bij uw erkende dealerlangsgaan.Verspringend verkeer
Het ACC-systeem kan een voertuig in
dezelfde rijstrook mogelijk niet waar-
nemen als dat voertuig niet recht voor
u rijdt. Het kan zijn dat er onvol-
doende afstand is tot uw voorligger.
Uw voorligger kan uw rijtraject onder
een hoek kruisen waardoor uw auto
plotseling kan remmen of versnellen.
Afslaan en bochten nemen
Bij afslaan of bochten nemen kan de
ACC een voorligger te laat of te vroeg
opmerken. Daardoor kan uw auto
plotseling of laat remmen. Wees in
bochten extra voorzichtig en wees
erop voorbereid uw remmen te ge-
bruiken. Pas in bochten uw snelheidaan.
Waarschuwing Adaptive Cruise
Control (ACC) Unavailable (Adaptieve cruisecontrol niet beschikbaar)
Waarschuwing ACC/FCW niet beschikbaar
110
Page 121 of 324
Waarschuwing onderhoud FCW
Wanneer het systeem wordt uitge-
schakeld en het EVIC de melding
“ACC/FCW Unavailable Service Ra-
dar Sensor” (ACC/FCW niet beschik-
baar - onderhoud radarsensor nodig)
weergeeft, duidt dit op een interne
systeemstoring. Hoewel de auto onder
normale omstandigheden nog steeds
bestuurbaar is, dient u het systeem te
laten controleren door een erkende
dealer.
PARKSENSE®
PARKEERHULP
Het ParkSense® parkeerhulpsysteem
geeft tijdens het achter- of vooruit
rijden, bijv. bij het inparkeren, visuele
en hoorbare indicaties van de afstand
tussen de achter- en/of voorbumper-panelen en een gedetecteerd obstakel.
Zie de voorzorgsmaatregelen voor ge-
bruik van het ParkSense® systeem
voor de beperkingen van dit systeem
en aanbevelingen.
Wanneer u de contactschakelaar in de
stand ON/RUN draait, wordt door
ParkSense® automatisch de systeem-
status (actief of inactief) hersteld die
actief was voordat het contact werduitgeschakeld.
ParkSense® kan uitsluitend worden
geactiveerd wanneer de schakelhen-
del in de stand REVERSE (achteruit)
of DRIVE (rijden) staat. Wanneer
ParkSense® bij een van deze standen
van de schakelhendel wordt ingescha-
keld, blijft het systeem actief totdat de
rijsnelheid is toegenomen tot ongeveer
11 km/u of meer. Het systeem wordt
weer actief als de rijsnelheid is ge-
daald naar minder dan ongeveer
9 km/u.
PARKSENSE® SENSOREN
De vier ParkSense® sensoren, in de
paneel/bumper achter, bewaken het
gebied achter de auto dat binnen de
zichtsafstand van de sensors valt. De
sensoren kunnen obstakels detecteren
tot een afstand van ongeveer 200 cm
van de achterbumper in horizontale
richting, afhankelijk van de plaats en
het soort obstakel.
De zes ParkSense® sensoren, gemon-
teerd in het voorpaneel/de voorbum-
per, bewaken het gebied voor de auto
dat binnen het sensorbereik valt. De
sensoren kunnen obstakels detecteren
tot een afstand van ongeveer 120 cm
van de voorbumper in horizontale
richting, afhankelijk van de plaats en
het soort obstakel.
PARKSENSE®
WAARSCHUWINGSSCHERM
Het ParkSense® waarschuwings-
scherm wordt alleen weergegeven als
Sound and Display (beeld en geluid)
m.b.v. het Uconnect Touch™ systeem
is geselecteerd. Raadpleeg "Uconnect
Touch™ instellingen" in "Uw instru-
mentenpaneel begrijpen" voor meerinformatie.
Het ParkSense® waarschuwings-
scherm bevindt zich in het elektro-
nisch voertuig informatie centrum
(EVIC). Het geeft visuele waarschu-
Waarschuwing ACC/FCW niet
beschikbaar
115
Page 123 of 324
WAARSCHUWINGEN
Afstand achter
(inch/cm) Meer dan
200 cm 200-100 cm 100-60 cm 60-35 cm Minder dan 35 cm
Afstand voor (cm) Meer dan
120 cm 120-100 cm 100-60 cm 60-35 cm Minder dan 35 cm
Hoorbare waar- schuwing
(geluidssignaal) GeenEnkele toon,
1/2 seconde
(alleen achter) Langzaam (alleen
achter) Snel Continu
Boog Geen 3 brandend
(continu) 3 langzaam
knipperend 2 langzaam
knipperend 1 langzaam
knipperend
PARK ASSIST VOOR,
HOORBARE SIGNALEN
Vier seconden nadat een obstakel is
gedetecteerd, het voertuig niet meer
beweegt en het rempedaal wordt inge-
drukt, schakelt ParkSense® de ge-
luidssignalen voor de Park Assist vóóruit.
PARKSENSE® IN- EN UITSCHAKELEN
ParkSense® kan m.b.v. het Uconnect
Touch™ systeem worden in- en uitge-
schakeld. De beschikbare keuzes zijn:
OFF (uit), Sound Only (alleen geluid)
of Sound and Display (geluid en
beeld). Raadpleeg "Uconnect Touch™ instellingen" in "Uw instru-
mentenpaneel begrijpen" voor meerinformatie.
Wanneer de schermtoets ParkSense®
wordt ingedrukt om het systeem uit te
schakelen, verschijnt op het EVIC-
display gedurende vijf seconden het
bericht "PARK ASSIST SYSTEM
OFF" (parkeerhulpsysteem uit)..
Voor meer informatie raadpleegt u het
"Elektronisch voertuiginformatiecen-
trum (EVIC)" in "De functies op uw
dashboard". Als u de versnellings-
pook in de stand REVERSE of
DRIVE zet (met 11 km/u of langza-
mer) en het systeem is uitgeschakeld,
toont het EVIC het bericht "PARK
ASSIST SYSTEM OFF" (parkeerhul-
psysteem uitgeschakeld) gedurendeongeveer 5 seconden als het voertuig
in REVERSE of DRIVE staat.
Onderhoud van de
ParkSense® parkeerhulp
Wanneer de ParkSense® parkeerhulp
niet correct werkt, zal de instrumen-
tengroep telkens wanneer de auto ge-
start wordt een enkel geluidssignaal
afgeven. In het instrumentenpaneel
verschijnt het bericht "CLEAN PARK
ASSIST" (parkeerhulp reinigen)
wanneer één van de voor- of achter-
sensoren wordt belemmerd door
sneeuw, modder of ijs en het voertuig
in de stand REVERSE of DRIVE
wordt gezet. In het instrumentenpa-
neel verschijnt het bericht "SERVICE
PARK ASSIST" (laat parkeersenso-
ren repareren) wanneer één van de
117