isofix Lancia Thema 2012 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2012, Model line: Thema, Model: Lancia Thema 2012Pages: 324, PDF Size: 3.72 MB
Page 34 of 324

hendel te trekken die is bevestigd aan
het slotmechanisme. VEILIGHEIDSGORDEL- SYSTEMEN
Een zeer belangrijke veiligheidsvoor-
ziening in uw auto is het beveiligings-
systeem voor de inzittenden:
Driepuntsgordels voor de bestuur-der en alle passagiers
Geavanceerde frontairbags voor de bestuurder en voorpassagier
Extra knieairbag aan bestuurders- zijde Extra gordijn-zijairbags (SABIC)
voor de bestuurder en de passagiers
die naast een raam zitten
Extra zijairbags in de voorstoelen
Een krachtabsorberende stuurko- lom en stuur.
Kniebescherming/-blokkering voor inzittenden voorin (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De veiligheidsgordels vóór zijn voorzien van gordelspanners, die de
inzittenden betere bescherming
bieden, doordat tijdens aanrijdin-
gen de door inzittenden uitgeoe-
fende krachten gecontroleerd wor-
den opgevangen.
Alle veiligheidsgordels (behalve die van de bestuurder) hebben een au-
tomatisch vergrendelintrekmecha-
nisme (ALR) dat de veiligheidsgor-
del op zijn plaats vergrendelt door
de riem helemaal uit te trekken en
vervolgens de riem op de gewenste
lengte aan te passen om een kinder- zitje te bevestigen of een groot voor-
werp op de stoel vast te maken.
Als u kinderen vervoert die te klein
zijn voor de normale veiligheidsgor-
dels, kunt u de veiligheidsgordels of
de ISOFIX-voorziening ook gebrui-
ken om baby- en kinderzitjes te be-
vestigen. Raadpleeg voor meer infor-
matie: ISOFIX —
Bevestigingssysteem voor kinderzit-jes. OPMERKING:
Het opblaasmechanisme van de
geavanceerde voor-airbags wordt
in meerdere stadia geactiveerd. De
airbag kan zo meer of minder
krachtig worden opgeblazen, af-
hankelijk van de soort aanrijding
en de ernst ervan.
Lees de informatie in dit hoofdstuk
aandachtig door. Hier wordt uitgelegd
hoe u het gordelsysteem op de juiste
wijze gebruikt om uw passagiers en
uzelf optimaal te beschermen.
Noodontgrendeling kofferdeksel
28
Page 56 of 324

Tabel ISOFIX-posities voor het voertuig
Gewichtsklasse Grootte-
klasse Bevestiging
Voorstoel
passagierszijde Achter
buitenzijde Achter
midden Andere
plaatsen
Draagbare wieg F ISO/L1 X X X X
G ISO/L2 X X X X
(1) X X X X
0 — tot 10 kg E ISO/R1 X 1UF X X
(1) X X X X
0+ — tot 13 kg E ISO/R1 X 1UF X X
D ISO/R2 X 1UF X X C ISO/R3 X *1UF X X (1) X X X X
I – 9 tot 18 kg D ISO/R2 X 1UF X X
C ISO/R3 X *1UF X X B ISO/F2 X 1UF X X
B1 ISO/F2X X 1UF X X A ISO/F3 X 1UF X X
(1) X X X X
II – 15 tot 25 kg (1) X X X X
III – 22 tot 36 kg (1) X X X X
Legenda voor letters in het schema hierboven:
(1) Voor de CRS die geen ISO/XX
-identificatie hebben (A tot G) voor de
geldende gewichtsklasse moet de au-
tofabrikant het beschermingssysteem
voor kinderen van ISOFIX dat speci-
fiek voor dat voertuig is bedoeld aan-
bevelen voor elke positie. 1UF = Geschikt voor voorwaarts ge-
richte ISOFIX-
beschermingssystemen voor kinderen
uit de "universele" klasse die is goed-
gekeurd voor gebruik bij deze ge-wichtsklasse.
X = ISOFIX-positie niet geschikt voor
ISOFIX-beschermingssystemen voor
kinderen in deze gewichtsklasse en/of
deze grootteklasse.X = ISOFIX-positie niet geschikt voor
ISOFIX-beschermingssystemen voor
kinderen in deze gewichtsklasse en/of
deze grootteklasse.
* De voorstoel moet midden op de
glijrails zijn ingesteld of voor deze po-
sitie met de rugleuning verticaal.
50
Page 57 of 324

Baby- en kinderzitjes
Veiligheidsdeskundigen raden aan
kinderen tot twee jaar, of totdat ze de
lengte- of gewichtslimiet van het kin-
derzitje hebben bereikt, achterstevo-
ren in de auto te vervoeren. Er kunnen
twee soorten kinderzitjes achterstevo-
ren worden gebruikt: babydraagzitjes
en aanpasbare kinderzitjes.
Het babydraagzitje mag u uitsluitend
achterstevoren in de auto plaatsen.
Dit wordt aanbevolen voor kinderen
vanaf hun geboorte totdat ze de
lengte- of gewichtslimiet van het ba-
bydraagzitje hebben bereikt. Aanpas-
bare kinderzitjes kunnen ofwel ach-
terstevoren of voorwaarts gericht
worden gebruikt in de auto. Aanpas-
bare kinderzitjes hebben meestal een
hogere gewichtslimiet voor de richting
achterstevoren dan babydraagzitjes
en kunnen dus achterstevoren worden
gebruikt bij kinderen die hun draag-
zitje zijn ontgroeid maar nog geen
twee jaar zijn. Kinderen moeten ach-
terstevoren in de auto worden ver-
voerd totdat ze het toegestane maxi-
male gewicht of lengte voor het
aanpasbare kinderzitje bereikt heb-ben. Beide typen kinderzitjes worden
in de auto bevestigd met een drie-
puntsgordel of het ISOFIX-
bevestigingssysteem voor kinderzit-
jes. Zie "ISOFIX —
Bevestigingssysteem voor kinderzit-jes".
WAARSCHUWING!
Achterwaarts gerichte kinderzitjes
mogen uitsluitend op de voorstoel
van een auto met passagiersairbag
worden geplaatst als deze airbag is
uitgeschakeld. Bij opblazen kan de
airbag anders ernstig en zelfs dode-
lijk letsel toebrengen aan de baby.
Oudere kinderen en kinderzitjes
Kinderen die twee jaar zijn of het ach-
terstevoren geplaatste aanpasbare
kinderzitje ontgroeid, kunnen voor-
waarts gericht in de auto rijden. Voor-
waarts gerichte kinderzitjes en voor-
waarts geplaatste aanpasbare
kinderzitjes zijn bedoeld voor kinde-
ren die ouder zijn dan twee jaar of
zwaarder of langer zijn dan de
gewichts- of lengtelimiet van het ach-
terstevoren geplaatste aanpasbare
kinderzitje. Kinderen moeten zo lang mogelijk in een voorwaarts geplaatst
kinderzitje met gordel worden ver-
voerd totdat ze het toegestane maxi-
male gewicht of lengte voor het kin-
derzitje hebben bereikt. Deze typen
kinderzitjes worden tevens in de auto
bevestigd met een driepuntsgordel of
het ISOFIX-bevestigingssysteem van
het kinderzitje. Zie "ISOFIX — Be-
vestigingssysteem voor kinderzitjes".
Kinderen die zwaarder of langer zijn
dan de limiet voor het voorwaarts ge-
plaatste kinderzitje, moeten een zit-
verhoger met gordelbevestiging ge-
bruiken totdat de autogordels goed
passen. Als het kind met de rug tegen
de rugleuning op de zitting zit en de
knieën niet kan buigen om de benen te
laten afhangen, moet het kind een
zitverhoger met gordelbevestiging ge-
bruiken. Het kind en de zitverhoger
met gordelbevestiging worden beves-
tigd met behulp van de driepuntsgor-del.
Kinderen die te groot zijn voor
een zitverhoger
Grote kinderen die gemakkelijk een
schoudergordel dragen en zulke lange
benen hebben dat deze vanaf de knie
51
Page 59 of 324

ISOFIX — Bevestigingssysteem
voor kinderzitjes
De achterbank van uw auto is uitge-
rust met het zogeheten ISOFIX-
bevestigingssysteem voor kinderzit-
jes. Met het ISOFIX--systeem kunnen
kinderzitjes worden geïnstalleerd
zonder gebruik te maken van de au-
togordels. Hierbij wordt het kinder-
zitje aan de carrosserie bevestigd met
ankerpunten onder en ankerbandenboven.
Er zijn nu ISOFIX--compatibele kin-
derzitjes verkrijgbaar. Aangezien de
introductie van de lage verankerings-
punten een aantal jaren zal vergen,
zullen kinderzitjes met bevestigingen
voor dergelijke verankeringspunten
voorlopig ook voorzieningen hebben
voor bevestiging met behulp van de
autogordels. Kinderzitjes voorzien
van ankerbanden en haken voor be-
vestiging aan de bovenste ankerban-
den zijn al langere tijd leverbaar. Een
groot aantal fabrikanten van kinder-
zitjes levert inmiddels voor sommige
oudere typen kinderzitjes een
uitbreidings- of aanpassingsset met
ankerbanden. Maak vooral gebruikvan alle beschikbare mogelijkheden
om uw kinderzitje stevig in een auto tebevestigen.
Alle drie de zitplaatsen op de achter-
bank hebben lage verankeringspun-
ten die geschikt zijn voor ISOFIX-
compatibele kinderzitjes. Zorg bij het
bevestigen van twee ISOFIX-
compatibele kinderzitjes dat ze nooit
een laag verankeringspunt delen. Als
u kinderzitjes op aangrenzende zit-
plaatsen installeert of als uw kinder-
zitjes niet ISOFIX-compatibel zijn,
installeer dan de zitjes met de auto-
gordels.
Het ISOFIX-compatibele
kinderzitje installeren
Wij raden u aan de aanwijzingen van
de fabrikant zorgvuldig op te volgen
bij het installeren van het kinderzitje.Niet alle kinderzitjes worden geïnstal
leerd volgens deze beschrijving. Nog-
maals: volg nauwgezet de aanwijzin-
gen van de fabrikant op wanneer u
een kinderzitje installeert.
De lage ankerpunten in de
achterbank zijn ronde stan-
gen die zich bevinden aan
de achterzijde van de zitting
tegen de rugleuning, onder het anker-
symbool op de achterbank, maar u
kunt ze niet zien. U voelt deze stangen
wanneer u met de vinger langs de
rand gaat waar rugleuning en zittingsamenkomen.
Bovendien bevinden zich
achter elke achterbankzit-
plaats bevestigingspunten
voor ankerbanden. Deze
bevestigingspunten bevinden zich in
het paneel tussen de rugleuning van
de achterbank en de achterruit. Deze
bevestigingspunten voor ankerban-
den zitten onder een kunststof afdek-
king met daarop het afgebeelde sym-bool.
De meeste, maar niet alle, kinderzitjes
zijn aan beide zijden voorzien van
ISOFIX-ankerpunten
53
Page 60 of 324

aparte banden. Deze banden zijn
voorzien van een haak of een koppel-
stuk voor bevestiging aan het lage ver-
ankeringspunt en van een systeem
voor het strak stellen van de band.
Voorwaarts gerichte kinderzitjes en
sommige achterstevoren gerichte ba-
byzitjes hebben vaak ook een bevesti-
gingsband, een haak voor bevestiging
aan de bandankerpunten en een ver-
steller waarmee u de strakheid van de
band regelt.
U maakt eerst het verstelmechanisme
aan de onderste banden en aan de
verankeringsband los, zodat u de ha-
ken of koppelingen gemakkelijker
aan de verankeringspunten in de auto
kunt vastmaken. Bevestig vervolgens
de onderste haken of aansluitingen
via de bovenkant van het bekledings-
materiaal van de zitplaats. Draai dan
de afdekking recht achter de zitplaats
waar u het kinderzitje plaatst en be-
vestig de ankerband volgens de kort-
ste weg van het ankerpunt naar het
kinderzitje. Trek tot slot alle drie ban-
den aan terwijl u het kinderzitje naar
achteren en omlaag tegen de bank
drukt, en trek de banden strak over-eenkomstig de aanwijzingen van de
fabrikant van het kinderzitje.
Voor de middelste zitpositie leidt u de
ankerband over de rugleuning en de
verstelbare hoofdsteun (de hoofd-
steun moet in de laagste stand staan)
en bevestigt u vervolgens de haak aan
het ankerpunt dat zich bevindt in het
paneel tussen de achterste zitting en
de achterruit.
WAARSCHUWING!
Door een verkeerd vastgemaakte an-
kerband zal het kind het hoofd mis-
schien te veel kunnen bewegen en
kan het kind letsel oplopen. Gebruik
alleen de ankerpunten pal achter het
kinderzitje om de ankerband voor
het kinderzitje vast te maken.
OPMERKING:
Voorkom dat de ankerband in de opening tussen de rugleunin-
gen van de achterbank ver-
dwijnt wanneer u de band straktrekt.
Wanneer u het ISOFIX- bevestigingssysteem gebruikt
om een kinderzitje te installe-
ren, moet u ervoor zorgen dat
Drukknop voor ontgrendeling van de verstelbare hoofdleuning
Laagste stand verstelbare hoofdleuning
54
Page 61 of 324

alle veiligheidsgordels die op
dat moment niet worden ge-
bruikt, buiten het bereik van
kinderen worden gehouden. Het
is raadzaam voordat het kinder-
zitje wordt aangebracht de vei-
ligheidsgordel achter het zitje
om vast te gespen, buiten bereik
van het kind. Als de vastgegespte
veiligheidsgordel in de weg zit
bij de installatie van het kinder-
zitje, leidt u de veiligheidsgordel
door de gordelopening van het
kinderzitje en gespt u deze ver-
volgens vast, in plaats van de
veiligheidsgordel achter het zitje
te leiden. Hierdoor blijft de vei-
ligheidsgordel buiten bereik van
een nieuwsgierig kind. Wijse
alle kinderen in de auto erop dat
een veiligheidsgordel geen
speelgoed is, en dat ze er niet
mee mogen spelen. Laat kinde-
ren nooit zonder begeleiding
achter in de auto.
WAARSCHUWING!
Onjuiste bevestiging aan de ISOFIX-
ankers kan ertoe leiden dat het kin-
derzitje niet goed functioneert. Het
kind kan zo ernstig of zelfs dodelijk
letsel oplopen. Volg daarom bij de
bevestiging van een kinderzitje de
aanwijzingen van de fabrikant
nauwgezet op.
Kinderzitjes installeren met deveiligheidsgordels
De veiligheidsgordels op de passa-
gierszitplaatsen zijn voorzien van op-
rolautomaten met automatische ver-
grendeling (ALR), die worden
gebruikt voor het veilig bevestigen
van een kinderzitje (CRS). Bij deze
gordeltypen kan het heupgedeelte ste-
vig rond het kinderzitje worden ge-
trokken, zodat geen borgclip hoeft te
worden gebruikt. De ALR produceert
een ratelend geluid als u de gordel
helemaal uit de rolautomaat trekt en
vervolgens de gordel terugrollen in de
rolautomaat. Raadpleeg "Automati-
sche vergrendelmodus" voor meer in-
formatie over de ALR. In onder-
staande tabel worden de zitplaatsen vermeld met een automatische rolver-
grendeling (ALR) of een geschakelde
gordelspanner.
Be-
stuur- der Mid-
den Passa-
gier
Eerste rij N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Tweede rij ALR ALR ALR
N.v.t. — Niet van toepassing
ALR — Oprolautomaat met auto- matische vergrendeling
Kinderzitje met ALR installeren:
1. Voor de installatie van een kinder-
zitje met ALR trekt u voldoende gor-
delband uit het oprolmechanisme om
door de gordelopening van het kin-
derzitje te leiden. Schuif de gesp in de
sluiting totdat u een 'klik' hoort. Trek
daarna de hele gordelband uit het op-
rolmechanisme en laat de gordel terug
oprollen in het mechanisme. Terwijl
de gordel terugrolt hoort u een klikge-
luid. Dit geeft aan dat de automati-
sche rolvergrendeling is geactiveerd.
55