bluetooth Lancia Thema 2014 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2014, Model line: Thema, Model: Lancia Thema 2014Pages: 380, PDF Size: 3.73 MB
Page 108 of 380

Pauzes, wachten of andere te-kens die door sommige telefoons
worden ondersteund worden
niet via Bluetooth® onder-
steund. Deze extra symbolen
worden tijdens het kiezen gene-
geerd.
Onderbreken — prompts negeren
De toets
kan worden gebruikt als
u een deel van een prompt wilt over-
slaan en de spraakbedieningsop-
dracht onmiddellijk wilt geven. Wan-
neer het systeem bijvoorbeeld zegt
"There are 2 numbers with the name
John. Say the full name" (Er zijn 2
nummers met de naam John. Spreek
de volledige naam uit.) kunt u op de
toets
drukken en zeggen, "John
Smith" om die optie te kiezen zonder
naar de rest van de prompt te hoeven
luisteren.
Voice Response Length (Lengte
voor reactie op spraakbediening)
U kunt kiezen tussen korte en gede-
tailleerd. 1. Kies de schermtoets More (meer,
indien aanwezig) en daarna de
schermtoets Settings (instellingen),
2. Kies de schermtoets "Display" en
scroll vervolgens omlaag naar Voice
Response Length (Lengte voor reactie
op spraakbediening),.
3. Kies "Brief" (Kort) of "Detailed"
(Gedetailleerd) door het vakje naast
de selectie aan te raken. Een vinkje
geeft uw selectie weer.
Indicatoren voor telefoon- en
netwerkstatus
Uconnect® Phone meldt de status van
uw telefoon en netwerk wanneer u
probeert een oproep tot stand te
brengen via Uconnect® Phone. De
status wordt aangeduid voor de sig-
naalsterkte van het netwerk en de sta-
tus van de telefoonaccu.
Kiezen via de toetsen van de
mobiele telefoon
WAARSCHUWING!
Voor het comfort en gemak van u en
uw passagiers is uw nieuwe auto
uitgerust met vele voorzieningen.
Gebruik deze functies alleen wan-
neer als het veilig is. Als u deze
waarschuwing niet opvolgt, kan dit
ernstig en zelfs dodelijk letsel tot
gevolg hebben.
U kunt via uw mobiele telefoon een
nummer kiezen en tegelijkertijd
Uconnect® Phone gebruiken (wan-
neer u de toetsen van de mobiele tele-
foon gebruikt, moet u echter voor-
zichtig te werk gaan en zorgen dat u
de veiligheid niet in gevaar brengt).
Als u een nummer kiest via de gekop-
pelde mobiele Bluetooth® telefoon,
wordt het geluid hoorbaar via het au-
diosysteem van uw auto. Uconnect®
Phone werkt op dezelfde wijze als
wanneer u het nummer kiest via een
spraakbedieningsopdracht.
102
Page 109 of 380

OPMERKING: Sommige merken
mobiele telefoons verzenden de
kiestoon niet naar Uconnect®
Phone. In dat geval zult u de kies-
toon dus niet horen. De gebruiker
heeft dan, ook als het nummer
goed gekozen is, wellicht het ge-
voel dat er geen verbinding is, ter-
wijl deze in feite al tot stand is
gebracht. Zodra de oproep wordt
beantwoord, hoort u het geluid.
Dempen/dempen uit
Wanneer u het geluid van Uconnect®
Phone uitschakelt, kunt u nog steeds
horen wat uw gesprekspartner zegt,
maar deze kan u niet horen. Om
Uconnect® Phone te dempen, kiest u
de toets Mute (Dempen) in het hoofd-
scherm Phone (Telefoon).
GEAVANCEERDE
TELEFOONVERBINDINGEN
Telefoongesprek doorschakelen
van en naar een mobiele telefoon
Met Uconnect® Phone kunt u actieve
gesprekken doorschakelen van uw
mobiele telefoon naar Uconnect®Phone, zonder het gesprek te beëindi-
gen. Als u een actief gesprek wilt door-
verbinden van uw gekoppelde mo-
biele telefoon met Uconnect® Phone
of omgekeerd, kiest u de toets Trans-
fer (Doorverbinden) in het hoofd-
scherm Phone (Telefoon).
De verbinding tussen Uconnect®
Phone en de mobiele telefoon tot
stand brengen of verbreken
Wanneer u de Bluetooth® verbinding
tussen een aan Uconnect® gekop-
pelde mobiele telefoon en Uconnect®
Phone tot stand wilt brengen of wilt
verbreken, volg dan de aanwijzingen
in de gebruikershandleiding van uw
mobiele telefoon.
WAT U MOET WETEN
OVER UW Uconnect®
PHONE
Spraakbediening
Voor optimale prestaties stelt u de
achteruitkijkspiegel zo in dat er ten
minste 1 cm afstand is tussen de
spiegel en de dakconsole (voor be-
paalde uitvoeringen/landen). Wacht altijd op de pieptoon voor u
begint spreken.
Spreek op normale toon, zonder te pauzeren, net alsof u een gesprek
voert met iemand die een meter of
twee van u vandaan zit.
Zorg ervoor dat u de enige bent die spreekt tijdens de spraakbediening.
De spraakherkenning werkt het best:
als de aanjager op een lage of normale stand staat,
bij lage tot matige voertuigsnel- heid,
bij weinig weglawaai,
bij een gelijkmatig wegdek,
bij volledig gesloten ramen,
bij droge weersomstandigheden.
Hoewel het systeem ontworpen is voor verschillende accenten, is het
mogelijk dat het systeem voor som-
mige mensen niet altijd werkt.
103
Page 110 of 380

Tijdens het navigeren door een ge-automatiseerd systeem, zoals voice-
mail, of wanneer u een pieper op-
roept, moet u erop letten dat u vóór
het inspreken van reeks het woord
"Send" (Verzend) zegt.
Het wordt afgeraden namen in het telefoonboek met favorieten op te
slaan tijdens het rijden.
De herkenning van de namen in het telefoonboek (mobiel en favorie-
ten) is optimaal wanneer de namen
niet op elkaar lijken.
U kunt "O" (de letter "O") zeggen in plaats van "0" (nul).
Hoewel voor internationale ge- sprekken de meeste cijfercombina-
ties worden ondersteund, is het mo-
gelijk dat sommige verkorte
nummercodes niet werken.
In een open auto kan de geluids- kwaliteit van het systeem minder
goed zijn als het dak naar beneden
is. Geluidskwaliteit achterin
De geluidskwaliteit is het beste:
bij lage of matige stand van deaanjager,
bij lage tot matige voertuigsnel- heid,
bij weinig weglawaai,
bij een gelijkmatig wegdek,
bij volledig gesloten ramen,
bij droog weer en
bij bediening vanuit de bestuur- dersstoel.
De geluidskwaliteit, zoals de hel- derheid, echo en dynamiek, is in
hoge mate afhankelijk van de ge-
bruikte telefoon en het netwerk, en
niet van Uconnect® Phone.
Echo bij de ontvanger van het tele- foongeluid achterin kan soms wor-
den beperkt door het volume in de
auto te verlagen.
Bij cabrioletmodellen kan de ge- luidskwaliteit van het systeem te
wensen overlaten tijdens het rijden
met open dak. Beantwoording gesproken
tekstberichten
Uconnect® Phone kan nieuwe berich-
ten op uw telefoon voorlezen of ver-
zenden.
Uw telefoon moet SMS via
Bluetooth® ondersteunen om van
deze functie gebruik te kunnen ma-
ken. Als de Uconnect® Phone vast-
stelt dat uw telefoon niet compatibel
is met SMS via Bluetooth® is de toets
"Messaging" (Tekstberichten) niet
beschikbaar en kan geen gebruik wor-
den gemaakt van deze functie.
OPMERKING: Uconnect® Phone
SMS is alleen beschikbaar wan-
neer de auto niet in beweging is.
104
Page 112 of 380

Overzicht van de kant-en-klare be-
richten:
1. Yes (Ja).
2. No (Nee).
3. Okay (OK).
4. I can't talk right now (Ik kan nu
niet spreken).
5. Call me (Bel me).
6. I'll call you later" (Ik bel je staks).
7. I'm on my way (Ik ben onderweg).
8. Thanks (Bedankt).
9. I'll be late (Ik kom later).10. I will be
(Ik kom
11. See you in
(Tot over
12. Stuck in traffic (Sta in de file).
13. Start without me. (Begin maar
zonder mij).
14. Where are you? (Waar ben je?).
15. Are you there yet? (Ben je er al?).
16. I need directions (Ik heb aanwij-
zingen nodig).
17. I'm lost (Ik ben verdwaald).
18. See you later (Tot straks).Communicatieverbinding
Bluetooth®
De verbinding tussen mobiele tele-
foons en Uconnect® Phone kan soms
worden verbroken. Als dit gebeurt,
kunt u de verbinding gewoonlijk op-
nieuw tot stand brengen door de mo-
biele telefoon in en uit te schakelen.
Het is raadzaam op uw mobiele tele-
foon de stand Bluetooth® AAN inge-
schakeld te laten.
Inschakelen
Nadat u de contactschakelaar van de
stand OFF naar de stand ON of ACC
heeft gedraaid of na een verandering
van taal, moet u ten minste vijftien
seconden wachten voordat u het sys-
teem kunt gebruiken.
106
Page 118 of 380

STRUCTUUR GESPROKEN OPDRACHTEN
OPMERKING:
1.
U kunt "AM" vervangen door
"FM" of, indien aanwezig, kunt u
"SW" of "LW" zeggen.
2. U kunt "iPod" vervangen dooriedere andere spelerbron:
"USB", "SD Card", "AUX" of
"Bluetooth".
3. U kunt "950 AM" door iedere andere AM- of FM-frequentie
vervangen, bijvoorbeeld "98.7". 4. Beschikbare spraakbedie-
ningsopdrachten worden vetge-
drukt en met een grijze arcering
weergegeven.
112
Page 209 of 380

DOOR DE KLANT TE
PROGRAMMEREN
FUNCTIES — Uconnect®
8.4 INSTELLINGEN
Kies de schermtoets "More" (meer) en
daarna op de schermtoets "Settings"
(Instellingen) om het scherm voor het
instellen van menu's weer te geven. In
deze modus hebt u via het Uconnect®
systeem toegang tot programmeer-
bare functies die op uw auto aanwezig
kunnen zijn, zoals scherm, klok,
veiligheid/hulp, verlichting, portieren
en sloten, motor afzetten, kompasin-
stellingen, audio en telefoon/
Bluetooth.
OPMERKING: Er kan telkens
slechts één onderdeel van het aan-
raakscherm tegelijk worden weer-
gegeven.Kies een schermtoets om de gewenste
modus te activeren. Zodra de ge-
wenste modus actief is, kunt u een
instelling kiezen tot er een vinkje
naast de instelling wordt weergege-
ven. Dit geeft aan dat de instelling is
gekozen.
Nadat de instelling is voltooid, kiest u
de schermtoets met de pijl naar links
om naar het vorige menu terug te
keren of kiest u de schermtoets X om
het instellingenscherm te sluiten. U
kunt een instelling selecteren door de
schermtoets Omhoog of Omlaag te
kiezen.
Display (scherm)
Nadat u de schermtoets Display
(scherm) hebt gekozen, zijn de vol-
gende instellingen mogelijk. Display Mode (Schermmodus)
In dit scherm kunt u een van de auto-
matische scherminstellingen selecte-
ren. Voor het wijzigen van de modus-
status drukt u kort op de schermtoets
Day (dag), Night (nacht) of Auto (au-
tomatisch). Kies vervolgens de
schermtoets met de pijl naar links.
Display Brightness With Head-
lights ON (Helderheid van het
scherm bij ingeschakelde koplam-
pen)
In dit scherm kunt u de helderheid
van het scherm bij ingeschakelde
koplampen instellen. Pas de helder-
heid aan met de schermtoetsen + en –
of door een punt te kiezen op de
schaal tussen de schermtoetsen + en –.
Kies vervolgens de schermtoets met
de pijl naar links.
Display Brightness With Head-
lights OFF (Helderheid van het
scherm bij uitgeschakelde koplam-
pen)
In dit scherm kunt u de helderheid
van het scherm bij uitgeschakelde
Schermtoetsen van Uconnect® 8.4
203
Page 219 of 380

Kompas kalibreren
Kies de schermtoets Calibration (ka-
libratie) om deze instelling te wijzi-
gen. Het kompas is zelfijkend, zodat u
het niet handmatig hoeft te resetten.
Wanneer het voertuig nieuw is, geeft
het kompas mogelijk onjuiste waar-
den weer totdat het kompas is gekali-
breerd. U kunt ook het kompas kali-
breren door op de schermtoets ON
(Aan) te drukken en één of meerdere
keren in een cirkel van 360° te rijden,
in een gebied zonder grote metalen
voorwerpen. Het kompas werkt dan
normaal.
Audio
Nadat u de schermtoets Audio hebt
gekozen, zijn de volgende instellingen
mogelijk.
Balans links/rechts - voor/achter
In dit scherm kunt u de balans links/
rechts (Balance) en de balans voor/
achter (Fade) instellen. Equalizer
In dit scherm kunt u Bass (bas), Mid
(middentonen) en Treble (hoge to-
nen) instellen. Pas de instellingen aan
met de schermtoetsen + en – of door
een punt te kiezen op de schaal tussen
de schermtoetsen + en –. Kies vervol-
gens de schermtoets met de pijl naar
links.
OPMERKING: Met Bass/Mid/
Treble kunt u door eenvoudig uw
vinger naar boven/beneden te
schuiven de instelling wijzigen. U
kunt ook direct op de gewenste in-
stelling drukken.
Snelheidsafhankelijke volumere-
geling
Deze functie past het volume aan de
voertuigsnelheid aan. Als u de snel-
heidsafhankelijke volumeregeling
wilt wijzigen, kiest u de schermtoets
Off (uit), 1, 2 of 3. Kies vervolgens de
schermtoets met de pijl naar links.
Music Info Cleanup (Muziekin-
formatie opruimen) (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Deze functie helpt u bij het organise-
ren van muziekbestanden voor een
optimale muzieknavigatie. Kies de
schermtoets Music Info Cleanup (mu-
ziekinformatie opruimen) en selecteer
vervolgens On (aan) of Off (uit). Kies
ten slotte de schermtoets met de pijl
naar links.
Surround Sound (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Met deze functie wordt een ruimte-
lijke surround sound gesimuleerd.
Kies de schermtoets Surround Sound
en selecteer vervolgens On (aan) of
Off (uit). Kies ten slotte de scherm-
toets met de pijl naar links.
Phone/Bluetooth (telefoon/
Bluetooth)
Nadat u de schermtoets Phone/
Bluetooth (telefoon/Bluetooth) hebt
gekozen, zijn de volgende instellingen
mogelijk.
213
Page 220 of 380

Gekoppelde apparaten
Deze functie toont welke telefoons
zijn gekoppeld aan het telefoon/
Bluetooth-systeem. Raadpleeg voor
meer informatie de bijlage van
Uconnect®.
AUDIOSYSTEMEN
Raadpleeg de handleiding van uw au-
diosysteem.
NAVIGATIESYSTEEM
(voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Raadpleeg de gebruikershandleiding
van uw Uconnect®.
ANALOGE KLOK
INSTELLEN
Om de klok midden boven op het
instrumentenpaneel in te stellen,
drukt u op de knop tot de instelling
juist is.
BEDIENING VAN
IPOD®/USB/MP3 (voor
bepaalde uitvoeringen/
landen)
Deze voorziening maakt het mogelijk
een iPod® of extern USB-apparaat
aan te sluiten op de USB-poort.
iPod® bediening is compatibel met
iPod® Mini, 4G, Photo, Nano, 5G en
iPhone® apparaten. Sommige versies
van de iPod® software zijn mogelijk
niet volledig compatibel met de func-
ties van de iPod® bediening. Bezoek
in dat geval de website van Apple om
de nieuwste softwareversies te down-
loaden.
Raadpleeg voor meer informatie de
handleiding van Uconnect®.
HARMAN KARDON®
Logic7® HIGH
PERFORMANCE
MULTICHANNEL
SURROUND
SOUND-SYSTEEM MET
DRIVER-SELECTABLE
SURROUND (DSS) (voor
bepaalde uitvoeringen/
landen)
Uw auto is uitgerust met een Harman
Kardon® audiosysteem met Gree-
nEdge™ technologie, dat u superi-
eure geluidskwaliteit, hogere geluids-
drukniveaus en een lager
energieverbruik biedt. Het nieuwe
systeem maakt gebruik van eigen
versterker- en luidsprekertechnologie
waardoor de efficiëntieniveaus van de
componenten en het systeem aanzien-
lijk worden verbeterd.
De hoogwaardige 12-kanaals Klasse D
GreenEdge versterker heeft een voe-
ding met hoog voltage en stuurt een
7.5-kanaals weergave aan. Het Har-
man Kardon® audiosysteem biedt u de
Analoge klok instellen
214