bluetooth activeren Lancia Thema 2014 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2014, Model line: Thema, Model: Lancia Thema 2014Pages: 380, PDF Size: 3.73 MB
Page 94 of 380

Als de waarschuwingsknipper-lichten zijn ingeschakeld, zal
het systeem alleen een visuele
waarschuwing geven.
Wanneer het systeem echter in RCP-
modus werkt, zal zowel een visuele als
geluidswaarschuwing worden gegeven
wanneer een object wordt gedetecteerd.
Wanneer een geluidssignaal moet wor-
den weergegeven, wordt het volume
van de radio verlaagd. Signaalstatus
richtingaanwijzers/
waarschuwingsknipperlicht wordt ge-
negeerd; de RCP-status vereist altijd
het geluidssignaal.
Dodehoekwaarschuwing uit (al-
leen Verlichting)
Als de dodehoekbewaking is uitge-
schakeld, worden er geen visuele of
geluidssignalen weergegeven door het
dodehoekbewakings- of RCP-
systeem. OPMERKING: De dodehoekbe-
waking slaat de huidige bedrijfs-
modus op wanneer de contact-
schakelaar wordt uitgezet. Tijdens
het starten van de auto wordt de
laatst opgeslagen modus opgeroe-
pen en geactiveerd.
Uconnect® PHONE
(8.4/8.4N)
Uconnect® 8.4 /8.4 NAV
Uconnect® Phone is een via spraak te
activeren, handsfree communicatiesys-
teem voor in de auto. Via Uconnect®
Phone kunt u een telefoonnummer met
uw mobiele telefoon kiezen.
Uconnect® Phone ondersteunt de
volgende functies:
OPMERKING: Om de bericht-
functies te kunnen gebruiken,
moet uw telefoon SMS-berichten
via Bluetooth® kunnen verwer-
ken.
Het geluid van de mobiele telefoon
wordt doorgegeven via het audiosys-
teem van de auto en dit systeemdempt automatisch de radio wanneer
Uconnect® Phone wordt gebruikt.
Via Uconnect® Phone kunt u bij het
in- en uitstappen gesprekken van het
systeem met uw mobiele telefoon
doorverbinden en andersom. Ook
kunt u de microfoon van het systeem
dempen wanneer u een privégesprek
wilt voeren.
WAARSCHUWING!
Elk spraakgestuurd systeem mag
alleen worden gebruikt als de
rijomstandigheden dit toelaten en
het gebruik in overeenstemming is
met de verkeersregels, incl. wetge-
ving betreffende het gebruik van
telefoons. Uw aandacht moet ge-
richt zijn op het veilig besturen van
de auto. Anders bestaat er een risico
op een ongeval en ernstig of zelfs
dodelijk letsel.
Uconnect® Phone wordt aangestuurd
via het Bluetooth® Handsfree-profiel
van uw mobiele telefoon. Uconnect®
88
Page 97 of 380

Contact" (Zoek contactpersoon)
en, als dit gevraagd wordt, "John
Smith". Denk eraan dat
Uconnect® Phone het beste werkt
wanneer u op een normale toon
spreekt, alsof u tegen iemand praat
die enkele meters van u vandaan
zit.
Natuurlijke spraak
Het spraaksysteem van uw
Uconnect® Phone maakt gebruik van
een Natural Language Voice Recogni-
tion (VR) engine
(spraakherkennings-engine voor na-
tuurlijke taal).
Hierdoor kan de gebruiker opdrach-
ten in delen of als complete zinnen
uitspreken. Het systeem filtert be-
paalde uitspraken en geluiden weg als
"ah" en "eh." Het systeem kan wer-
ken met aanvullende woorden zoals
"Ik zou graag naar."
Het systeem kan werken met meer-
dere inputs in dezelfde uitdrukking of
zin, zoals "bellen met" en "Kelly
Smith." Bij meerdere inputs in de-
zelfde uitdrukking of zin, herkent het
systeem het onderwerp of de context en zorgt voor de bijbehorende follow-
upvraag zoals "wie wilt u bellen?" in
het geval u een telefoonoproep heeft
gevraagd, maar de specifieke naam
niet was herkend.
Het systeem maakt gebruik van een
continue dialoog. Wanneer het sys-
teem meer informatie van de gebrui-
ker nodig heeft, stelt het een vraag
waarop de gebruiker kan antwoorden
zonder de Voice Command-toets
op het stuurwiel in te drukken.
Structuur gesproken opdrachten
Raadpleeg "Structuur gesproken op-
drachten" in dit hoofdstuk.
Opdracht Help
Als u hulp nodig hebt bij een prompt
of als u wilt weten wat de mogelijkhe-
den zijn bij een bepaalde prompt, zegt
u na de pieptoon "Help".
Om uw Uconnect® Phone vanuit de
stand-bystand te activeren, drukt u
op de knop
op het stuurwiel en
spreekt u een opdracht uit of zegt
"Help." Alle sessies met uw
Uconnect® Phone beginnen met een druk op de knop
, die zich bij de
bedieningselementen op de radio be-
vindt.
Opdracht "Cancel" (annuleer)
Bij elke prompt kunt u na de pieptoon
"Cancel" (annuleer) zeggen, waarna
u terugkeert naar het hoofdmenu.
U kunt ook op de toets
ofop
uw stuurwiel drukken wanneer het
systeem naar een opdracht luistert en
naar het hoofdmenu of een vorig
menu terugkeren.
Uconnect® Phone koppelen aan
(aansluiten op) een mobiele
telefoon
Om te beginnen moet u Uconnect®
Phone koppelen aan een compatibele
mobiele telefoon met Bluetooth®
functionaliteit.
Om de koppeling tot stand te brengen,
dient u de gebruikershandleiding van
uw mobiele telefoon te raadplegen. De
Uconnect® website biedt mogelijk
ook gedetailleerde aanwijzingen voor
het koppelen van uw telefoon.
91
Page 209 of 380

DOOR DE KLANT TE
PROGRAMMEREN
FUNCTIES — Uconnect®
8.4 INSTELLINGEN
Kies de schermtoets "More" (meer) en
daarna op de schermtoets "Settings"
(Instellingen) om het scherm voor het
instellen van menu's weer te geven. In
deze modus hebt u via het Uconnect®
systeem toegang tot programmeer-
bare functies die op uw auto aanwezig
kunnen zijn, zoals scherm, klok,
veiligheid/hulp, verlichting, portieren
en sloten, motor afzetten, kompasin-
stellingen, audio en telefoon/
Bluetooth.
OPMERKING: Er kan telkens
slechts één onderdeel van het aan-
raakscherm tegelijk worden weer-
gegeven.Kies een schermtoets om de gewenste
modus te activeren. Zodra de ge-
wenste modus actief is, kunt u een
instelling kiezen tot er een vinkje
naast de instelling wordt weergege-
ven. Dit geeft aan dat de instelling is
gekozen.
Nadat de instelling is voltooid, kiest u
de schermtoets met de pijl naar links
om naar het vorige menu terug te
keren of kiest u de schermtoets X om
het instellingenscherm te sluiten. U
kunt een instelling selecteren door de
schermtoets Omhoog of Omlaag te
kiezen.
Display (scherm)
Nadat u de schermtoets Display
(scherm) hebt gekozen, zijn de vol-
gende instellingen mogelijk. Display Mode (Schermmodus)
In dit scherm kunt u een van de auto-
matische scherminstellingen selecte-
ren. Voor het wijzigen van de modus-
status drukt u kort op de schermtoets
Day (dag), Night (nacht) of Auto (au-
tomatisch). Kies vervolgens de
schermtoets met de pijl naar links.
Display Brightness With Head-
lights ON (Helderheid van het
scherm bij ingeschakelde koplam-
pen)
In dit scherm kunt u de helderheid
van het scherm bij ingeschakelde
koplampen instellen. Pas de helder-
heid aan met de schermtoetsen + en –
of door een punt te kiezen op de
schaal tussen de schermtoetsen + en –.
Kies vervolgens de schermtoets met
de pijl naar links.
Display Brightness With Head-
lights OFF (Helderheid van het
scherm bij uitgeschakelde koplam-
pen)
In dit scherm kunt u de helderheid
van het scherm bij uitgeschakelde
Schermtoetsen van Uconnect® 8.4
203