headlights Lancia Thema 2014 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2014, Model line: Thema, Model: Lancia Thema 2014Pages: 380, PDF Size: 3.73 MB
Page 25 of 380

hoeft de afstandsbediening niet op de
auto te richten om het systeem te ac-
tiveren.
OPMERKING: Vanaf een rijsnel-
heid van 8 km/u reageert het sys-
teem op geen enkele knop van geen
enkele afstandsbediening meer.
PORTIEREN
ONTGRENDELEN
Druk eenmaal kort op de ontgrendel-
knop op de afstandsbediening om het
portier aan de bestuurderszijde te
ontgrendelen of druk tweemaal bin-
nen vijf seconden om alle portieren te
ontgrendelen. De richtingaanwijzers
knipperen om aan te geven dat hetontgrendelsignaal is ontvangen. Ook
de instapverlichting wordt ingescha-
keld.
Als de auto is uitgerust met Passive
Entry, raadpleeg dan de paragraaf
"Keyless Enter-N-Go™" in het
hoofdstuk "Uw auto" voor meer in-
formatie hierover.
1st Press of Key Fob Unlocks
(Ontgrendelen door eenmaal te
drukken op de sleutelhouder)
U kunt het afstandsbedieningssys-
teem zodanig programmeren dat na
één keer drukken op de ontgrendel-
knop van de afstandsbediening uit-
sluitend het bestuurdersportier of alle
portieren worden ontgrendeld. Als u
de huidige instelling wilt wijzigen,
raadpleegt u voor meer informatie de
paragraaf "Uconnect® instellingen"
in het hoofdstuk "Het instrumenten-
paneel".
Flash Headlights With Lock
(Knipperen bij vergrendelen)
Met deze functie knipperen de rich-
tingaanwijzers wanneer u de portie-
ren vergrendelt of ontgrendelt met deafstandsbediening. U kunt deze func-
tie in- en uitschakelen. Als u de hui-
dige instelling wilt wijzigen, raad-
pleegt u voor meer informatie de
paragraaf "Uconnect® instellingen"
in het hoofdstuk "Het instrumenten-
paneel".
Headlight Illumination on
Approach (Koplampen
inschakelen bij nadering)
Met deze functie worden de koplam-
pen ingeschakeld zodra u de portieren
ontgrendelt met de afstandsbedie-
ning. De koplampen blijven vervol-
gens maximaal 90 seconden branden.
De tijd van deze functie kan worden
geprogrammeerd bij auto's met
Uconnect®. Als u de huidige instel-
ling wilt wijzigen, raadpleegt u voor
meer informatie de paragraaf
"Uconnect® instellingen" in het
hoofdstuk "Het instrumentenpa-
neel".
Sleutelhouder met afstandsbediening
19
Page 214 of 380

Headlight Illumination on Ap-
proach (Koplampen inschakelen bij
nadering)
Als deze functie is geselecteerd, zullen
de koplampen worden ingeschakeld
en gedurende 0, 30, 60, of 90 secon-
den blijven branden wanneer de por-
tieren worden ontgrendeld met de af-
standsbediening. Kies de schermtoets
+ of - om de status van de verlichting
bij nadering te wijzigen en de ge-
wenste tijd te selecteren. Kies de
schermtoets met de pijl naar links om
naar het vorige menu terug te keren.
Headlights With Wipers (kop-
lampen inschakelen met ruitenwis-
sers) (voor bepaalde uitvoeringen/
landen)
Als deze functie is ingeschakeld en de
koplampschakelaar in de stand
AUTO is gezet, gaan de koplampen na
ongeveer 10 seconden branden nadat
de ruitenwissers zijn ingeschakeld.
Wanneer de koplampen via deze func-
tie zijn ingeschakeld, gaan ze uit wan-
neer u de ruitenwissers uitschakelt.
Kies de schermtoets Headlights With
Wipers (koplampen inschakelen metruitenwissers) tot een vinkje naast de
instelling verschijnt, dat aangeeft dat
de instelling is gekozen. Kies de
schermtoets met de pijl naar links om
naar het vorige menu terug te keren.
Auto Dim High Beams (grootlicht
automatisch dimmen) "Smart-
Beam™" (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Wanneer u deze functie selecteert, zal
het grootlicht onder bepaalde omstan-
digheden automatisch uitgeschakeld
worden. Kies de schermtoets Auto High
Beams (automatisch grootlicht) tot een
vinkje naast de instelling verschijnt, dat
aangeeft dat de instelling is gekozen.
Kies de schermtoets met de pijl naar
links om naar het vorige menu terug te
keren. Raadpleeg de paragraaf
"Verlichting/SmartBeam™(voor be-
paalde uitvoeringen/landen)" in het
hoofdstuk "De functies van uw auto"
voor meer informatie hierover.
Daytime Running Lights (dag-
lichtlampen) (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Wanneer deze functie is geselecteerd,
worden bij draaiende motor de dag-
lichtlampen ingeschakeld. Kies de
schermtoets Daytime Running Lights
(daglichtlampen) tot een vinkje naast
de instelling verschijnt, dat aangeeft
dat de instelling is gekozen. Kies de
schermtoets met de pijl naar links om
naar het vorige menu terug te keren.
Steering Directed Lights (bocht-
verlichting) (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Wanneer deze functie is geselecteerd,
draaien de koplampen mee met het
stuur. Kies de schermtoets Steering
Directed Lights (bochtverlichting) tot
een vinkje naast de instelling ver-
schijnt, dat aangeeft dat de instelling
is gekozen. Kies de schermtoets met
de pijl naar links om naar het vorige
menu terug te keren.
208