radio Lancia Thesis 2002 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2002, Model line: Thesis, Model: Lancia Thesis 2002Pages: 382, PDF Size: 4.74 MB
Page 167 of 382

163
– bij draaiende motor werkt het
systeem als “extra verwarming”.
Onafhankelijk van de wijze van
werking, wordt na het inschakelen
de verwarming altijd als volgt geac-
tiveerd:
1 - Inschakeling van de ventilator,
gedurende ongeveer 30 seconden,
om de verbrandingskamer te venti-
leren en van zuurstof te voorzien. De
ventilatorsnelheid wordt geleidelijk
verhoogd totdat de gemiddelde snel-
heid is bereikt.
2 - Na ongeveer 30 seconden acti-
veert de regeleenheid van de verwar-
ming de elektrische brandstof-
doseerpomp en wordt de aanjager
ongeveer 3 seconden uitgeschakeld
voor een makkelijke ontsteking van
de brandstof. De brandstof in de
brander wordt door een gloeibougie
ontstoken.
3 - Hierna wordt de verbranding
ongeveer 15 seconden gestabiliseerd
en blijft de ventilator op de gemid-
delde snelheid ingeschakeld. 4
- De daaropvolgende 50 secon-
den brengt de regeleenheid de venti-
lator bijna op de maximale snelheid.
5 - Als de verbranding is gestabili-
seerd, schakelt de regeleenheid van
de verwarming de gloeibougie uit en
wordt de ventilator op de maximale
snelheid gebracht.
6 - Vanaf dit moment wordt de
gloeibougie door het systeem
gebruikt als sensor voor het contro-
leren van de verbranding en de aan-
wezigheid van een vlam.
7 - Onafhankelijk van de wijze van
werking, wordt bij de uitschakelpro-
cedure van de verwarming, de ver-
brandingskamer ongeveer 30 secon-
den geventileerd, om alle roetdeel-
tjes definitief te verwijderen.
BELANGRIJK Als het systeem in
OFF, automatisch of handmatig
wordt bediend, kan het systeem pas
weer worden ingeschakeld (ON) 3
minuten na het uitschakelen van het
systeem. WERKING BIJ UITGEZETTE
MOTOR
Functie “Programmeerbare ver-
warming”
Als deze functie is ingeschakeld,
wordt de koelvloeistof van de motor
en het interieur opgewarmd voordat
de motor wordt gestart, blijft de
recirculatie uitgeschakeld en wordt
de luchtverdeling naar de voorruit
en de vloer ingeschakeld door de
aanjager in te schakelen.
Deze functie wordt door een tijd-
schakelaar geactiveerd, via een
radiosignaal of handmatig.
Het systeem kan in de volgende
omstandigheden op deze wijze wer-
ken:
– interieurtemperatuur lager dan
22°C
– contactsleutel in stand STOPof
uitgenomen
– accu van de auto opgeladen.
Als het systeem op deze wijze
werkt, wordt de verwarming uitge-
schakeld na één van de volgende
omstandigheden:
Page 175 of 382

171
Max. calorisch vermogen
Beperkt calorisch vermogen
Nominale bedrijfsspanning
Stroomopname bij werking
Stroomopname bij rust
Bedrijfsspanning
Bedrijfstemperatuur
Brandstofverbruik
Gewicht
Geluidsproductie
ongeveer 5 kW
ongeveer 2,5 kW
12 V
45W bij 13,5V; 34W bij 12V
1mA (5mA met radio-ontvanger)
10,25V ± 0,25V ÷ 15,50V ± 0,25V
van - 40º C ± 2% tot 70º C ± 2%
bij beperkt vermogen 0,25 kg/h
bij maximaal vermogen 0,5 kg/h
2,9 kg
51 db.
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 221 of 382

217
EXTRA ACCESSOIRESAls u na aanschaf van uw auto ac-
cessoires wilt monteren die constante
voeding nodig hebben (navigatiesys-
teem met anti-diefstalsatellietbewa-
king, enz.), of accessoires die de elek-
trische installatie zwaar belasten, dient
u zich tot de Lancia-dealer te wenden.
Deze kan u de meest geschikte instal-
laties aanraden die zijn opgenomen in
het Lancia Lineaccessori-programma
en controleren of de elektrische instal-
latie van de auto geschikt is voor het
extra stroomverbruik of dat het nood-
zakelijk is een accu met een grotere
capaciteit te monteren.
RADIOZENDAPPARATUUR EN
MOBIELE TELEFOON
Mobiele telefoons en andere radio-
zendapparaten (bijvoorbeeld 27 mc)
mogen alleen in de auto worden ge-
bruikt als er een aparte antenne aan
de buitenkant van de auto wordt ge-
monteerd.
Bovendien wordt de zend- en ont-
vangstkwaliteit aanzienlijk beperkt
door de isolerende eigenschappen van
de carrosserie.
HANDGREPEN (fig. 167)
Deze bevinden zich bij de portieren.
De handgrepen achter zijn voorzien
van een kledinghaakje A.
fig. 166
L0A0147b
fig. 167
L0A0222b
Controleer voordat u het
zonnescherm bedient of er
geen voorwerpen op de
hoedenplank liggen.
DOCUMENTENVAKKEN (fig.
166)
De rugleuningen van de voorstoelen
zijn aan de achterzijde voorzien van
een documentenvak.
Page 247 of 382

243
AUTORADIO
De auto is uitgerust met een com-
pleet audiosysteem. Het systeem be-
staat uit:
– een RDS-TMC radio geïntegreerd
in het CONNECT-systeem
– een CD-speler voor audio- CD’s en
navigatie-CD-ROM’s A(fig. 206) op
het dashboard
– een audio-cassettespeler Bop het
dashboard – een CD-wisselaar
C(fig. 207) in
het dashboardkastje (indien aanwezig)
– een BOSE hifi-audiosysteem (in-
dien aanwezig).
De instructies voor het gebruik van
de radio, CD-speler en CD-wisselaar
zijn beschreven in het supplement van
het CONNECT dat bij de auto gele-
verd wordt. LUIDSPREKERS
Luidsprekers voor (fig. 208)
De luidsprekers A
bevinden zich in
de voorportieren.
fig. 206
L0A0210b
fig. 207
L0A0217b
fig. 208
L0A0215b
Page 249 of 382

245
– luidspreker A(fig. 211) aan de
bovenzijde in het midden van het
dashboard – een hifi-versterker met hoog uit-
gangsvermogen met 5 kanalen, 4 van
25 W en 1 van 100 W, in klasse D
met analoge fase-/amplitude-equali-
zer in het vak rechts in de bagage-
ruimte A(fig. 212).
Totaal muziekvermogen 300 W.
Het hifi-systeem is speciaal voor de
THESIS ontwikkeld om de beste
akoestische prestaties te leveren en
een muziekconcert zo levensecht mo-
gelijk te laten klinken op iedere plaats
in het interieur. Een van de belangrijkste kenmerken
van het systeem is de kristalheldere
weergave van de hoge tonen en de
volle en rijke bassen. Bovendien wor-
den de klanken in het gehele interieur
weergegeven, waardoor de inzittenden
het gevoel van ruimtelijkheid krijgen
zoals bij het beluisteren van levende
muziek.
De componenten van het systeem
zijn onder licentie gefabriceerd en
ontwikkeld met de meest geavan-
ceerde technologie. De bediening van
de autoradio is echter eenvoudig zo-
dat ook minder ervaren mensen het
systeem op de beste manier kunnen
gebruiken.
fig. 212
L0A209b
Page 337 of 382

333
PRAKTISCHE TIPS OM DE
LEVENSDUUR VAN DE ACCU
TE VERLENGENHoudt u, om snel ontladen van de
accu te voorkomen en de levensduur
te verlengen, zorgvuldig aan de vol-
gende aanbevelingen:
– De klemmen moet altijd goed zijn
bevestigd.
– Voorkom zoveel mogelijk het ge-
bruik van stroomverbruikers als de
motor uit staat (autoradio, waarschu-
wingsknipperlichten, parkeerverlich-
ting, enz.).
– Wanneer u de auto in een garage
parkeert, controleer dan of de portie-
ren, het kofferdeksel en de verschil-
lende afsluitklepjes in het interieur
goed gesloten zijn. Hiermee wordt
voorkomen dat de interieurverlichting
blijft branden.
– Maak voordat werkzaamheden
aan de elektrische installatie van de
auto worden uitgevoerd eerst de min-
pool van de accu los.
– Als u na aanschaf van uw auto ac-
cessoires wilt monteren die constante voeding nodig hebben, raden wij u
aan contact op te nemen met de
Lan-
cia-dealer. Deze kan u de meest ge-
schikte installaties uit het Lancia Li-
neacccessori programma aanraden en
controleren of de elektrische installa-
tie van de auto geschikt is voor het ex-
tra stroomverbruik of dat het nood-
zakelijk is een accu met een grotere
capaciteit te monteren. Deze stroom-
verbruikers blijven permanent stroom
verbruiken ook bij een uitgenomen
contactsleutel (geparkeerde auto, mo-
tor uitgezet), waardoor de accu gelei-
delijk ontlaadt. Het totale energiever-
bruik van deze accessoires (standaard
en achteraf gemonteerd accessoires)
moet minder zijn dan 0,6 mA x Ah
(van de accu), zoals in de volgende ta-
bel staat vermeld:Accu van Max. str oomverbruik
bij stilstaande motor
70 Ah42 mA
80 Ah48 mA
100 Ah 60 mA
Als grote stroomverbruikers, zoals
verwarming van het babyflesje, stof-
zuiger, mobiele telefoon, koelbox, enz.
bij uitgezette motor of als de motor
stationair draait van voedingsspan-
ning worden voorzien, dan zal de accu
sneller ontladen.
– Als aan boord van de auto extra
systemen moeten worden geïnstal-
leerd, moet goed op de juiste aanslui-
tingen worden gelet. Niet correcte
elektrische verbindingen kunnen ge-
vaarlijk zijn, vooral voor de elemen-
taire elektronische systemen.
Page 367 of 382

363
ALFABETISCH REGISTER
Aansteker ...............................211
ABS ..........................................241
- elekt ronische remdrukv erdeling EBD ......................................241
Accu
- acculading controleren ..........331
- geladen accu loskoppelen ......305
- lege accu loskoppelen ............306
- onderhoud .............................330
- opladen ..........................307-332
- reg eleenheden port ierv erg rende- ling , klimaat reg eling en E SP-
systeem initialiseren ..............306
- starten met een hulpaccu268-307
- tips ........................................333
- vervangen..............................332
A cht erruit v erwarming ..............173
A cht eruit rijlicht en
- gloeilamp vervangen..............289
A ct ueel brandst of v erbruik ........109Adaptieve cruise-control ...........197
- algemeen ...............................197
- bediening...............................198
- storingsmelding .....................202
Afmetingen...............................355
A f st andsbediening ( C
ONNECT) .19
Airbags voor en zij-airbags .........87
- “ Smart Bag ” -sy st eem ( Meert raps airbag) ....................................87
- airbag v oor aan passag ierszijde handmat ig uit schakelen ...........90
- airbag voor passagierszijde ......89
- alg emene richt lijnen ................95
- indeling ssensor passag ier v oor . 9 1
- zij-airbag s ( sidebags - headbags) ..............92
- zij-airbag s acht er handmat ig uit - schakelen.................................94
Airconditioning, automatisch....146
- algemeen ...............................146
- bediening sknoppen ................152- bedieningspaneel achter ........150
- bedieningspaneel voor ..........148
- g ebruik v an de
klimaat reg eling ......................151
- onderhoud .............................339
Armsteun achter .........................67
Armsteun voor............................65
A sbak
- achter ....................................211
- voor.......................................211
ASR..........................................189
Auto langere tijd stallen............265
- weer in g ebruik nemen ..........265
Autoclose....................................51
A ut omat ische handrem ( E PB) . . 1 7 5
- uit schakelen in noodg ev allen 1 7 8
Autoradio ( systeem) .................243
- Bose hifi-audiosysteem .........244
- luidsprekers ...........................243