Lancia Thesis 2004 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2004, Model line: Thesis, Model: Lancia Thesis 2004Pages: 382, PDF Size: 4.74 MB
Page 11 of 382

7
Accu
Corrosieve vloeistof.
SYMBOLEN
Op of in de nabijheid van enkele on-
derdelen van uw THESIS zijn speci-
fiek gekleurde plaatjes aangebracht
met daarop symbolen die uw aan-
dacht vragen en die voorzorgsmaat-
regelen aangeven die u in acht moet
nemen als u met het betreffende on-
derdeel te maken krijgt.
Hierna volgen kort samengevat de
symbolen die vermeld staan op de
plaatjes die op uw THESIS zijn aan-
gebracht met daarnaast het onderdeel
waarop het symbool betrekking heeft.
Bovendien zijn de symbolen naar be-
tekenis in groepen onderverdeeld: ge-
vaar, verbod, waarschuwing en ver-
plichting. SYMBOLEN DIE GEVAAR
AANDUIDEN
Accu
Ontploffingsgevaar.
Ventilateur
Kan automatisch
inschakelen, ook bij
stilstaande motor.
Expansiereservoir
Draai de knop niet los als
de koelvloeistof nog heet is.
Bobine
Hoge spanning.
Riemen en poelies
Bewegende delen; niet
dichtbij komen met
lichaamsdelen of kledingstukken.
Slangen van de
airconditioning
Niet openen. Gas onder
hoge druk.
Koplampen
Kans op vonken.
Page 12 of 382

8
Accu
Niet dichtbij komen met
open vuur.
Accu
Houd kinderen op
afstand.
Hitteschilden - riemen -
poelies - ventilateur
Niet aanraken.
VERBODSSYMBOLENStuurbekrachtigingHet vloeistofniveau in het
reservoir mag het maxi-
mum niveau niet over-
schrijden. Gebruik uitslui-
tend de vloeistof die is aan-
gegeven in de “Vullingstabel”.
Katalysator
Parkeer niet boven brand-
bare materialen. Raadpleeg
het hoofdstuk “Voorzorgs-
maatregelen voor het be-
houd van de emissiereduc-
tiesystemen”.
WAARSCHUWINGSSYMBOLEN
MotorGebruik uitsluitend de
smeermiddelen die zijn
aangegeven in de “Vul-
lingstabel”.
Auto rijdt op
milieuvriendelijke
benzine
Tank uitsluitend loodvrije
benzine met een minimum
octaangetal van 95 RON.
Ruitenwissers
Gebruik uitsluitend de
vloeistof die is aangegeven
in de “Vullingstabel”.
Remcircuit
Het vloeistofniveau in het
reservoir mag het maxi-
mum niveau niet over-
schrijden. Gebruik uitslui-
tend de vloeistof die is aan-
gegeven in de “Vullingstabel”.
Page 13 of 382

9
Auto rijdt op dieselTank uitsluitend diesel-
brandstof.
DIESEL
Expansiereservoir
Gebruik uitsluitend de
vloeistof die is aangegeven
in de “Vullingstabel”.
Accu
Bescherm de ogen.
Accu
KrikRaadpleeg het instructie-
boekje.
VERPLICHTINGSSYMBOLEN
Page 14 of 382

Page 15 of 382

11
WEGWIJS IN UW AUTO
GEBRUIK VAN DE AUTO EN PRAKTISCHE TIPS NOODGEVALLEN
ONDERHOUD VAN DE AUTO TECHNISCHE GEGEVENSALFABETISCH REGISTER
INHOUD
Page 16 of 382

12
fig. 1
DASHBOARD
De aanwezigheid en de opstelling van de instrumenten en de controlelampjes kunnen per uitvoering verschillen.
L0A0001b
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 17 of 382

13
1) Kanalen voor luchtroosters op de voorportieren
2 ) Uitstroomopeningen zijruiten
3 ) Luchtroosters zijkant
4 ) Instrumentenpaneel
5 ) Uitstroomopening voorruit
6 ) Gespreide luchtverdeling bestuurderszijde
7 ) Centrale luchtroosters
8 ) Schakelaar waarschuwingsknipperlichten
9 ) Gespreide luchtverdeling passagierszijde
10) Airbag voor passagierszijde
11) Schakelaar voor uitschakeling airbag voor aan pas- sagierszijde
12) Dashboardkastje/inbouwplaats CD-wisselaar/stek- kerdoos
13) Drukknop voor opening dashboardkastje
14) Multifunctioneel display CONNECT (zie voor de beschrijving van de bedieningsknoppen de volgende
pagina’s)
15) Toegangsklepje cassettespeler, CD-speler en Sim- telefoonkaarthouder
16) Bedieningsknoppen automatische airconditio- ning/schakelaar achterruitverwarming
17) Asbak en aansteker 18) SOS-knop voor toegang tot hulpdiensten en -func-
ties
19) Bedieningshendel ruitenwissers/-sproeiers voor/ achter en koplampsproeiers
20) Drukknop voor op nul zetten dagteller (even inge- drukt houden)/Storingsmeldingen op display wis-
sen (kort indrukken)
21) Start-/contactslot
22) Bedieningsknoppen op het stuurwiel voor het CON- NECT (zie voor de beschrijving van de bedie-
ningsknoppen de volgende pagina’s)
23) Claxon
24) Airbag bestuurderszijde
25) Knop voor elektrische stuurwielverstelling
26) Bedieningsknoppen adaptieve cruise-control/cruise- control/bedieningshendel richtingaanwijzers en
schakelaar dimlicht/grootlicht
27) Dashboardkastje/toegangsklepje zekeringenkastje
28) Ontgrendelhendel motorkap
29) Draaiknop/schakelaar buitenverlichting – Druk- knoppen mistlampen voor en mistachterlichten –
Draaiknoppen lichtsterkteregeling instrumenten-
paneel en gevoeligheid schemersensor
Page 18 of 382

14
fig. 2
TELEMATICA-INFOSYSTEEM CONNECT
L0A5001b
De legenda van de af-
beelding vindt u op de pa-
gina’s 16-17.
Page 19 of 382

15
Het telematica-infosysteem CON-
NECT van de THESIS bevat, in de
meest uitgebreide versie, een kleuren-
tv, een autoradio met cassettespeler,
CD-ROM-/Audio-CD-speler, CD-wis-
selaar, mobiele GSM-telefoon, navi-
gatiesysteem, boordcomputer en
spraakbediening (voor het beheer van
enkele functies van de telefoon, het
audio- en het navigatiesysteem).
Hierna zijn de bedieningsknoppen
en de belangrijkste functies opgeno-
men. Bij de auto wordt een specifiek
boekje geleverd waarin het telema-
tica-infosysteem CONNECT wordt
beschreven. In dit boekje vindt u alle
belangrijke aanwijzingen en voor-
zorgsmaatregelen voor een veilig ge-
bruik van het systeem. Wij raden u
aan dit boekje aandachtig en volledig
te lezen en altijd onder handbereik te
bewaren (bijv. in het dashboard-
kastje).
BELANGRIJK Voor het CON-
NECT-navigatiesysteem mag u uit-
sluitend de CD-ROM gebruiken die
oorspronkelijk bij de auto is geleverd
of een andere CD-ROM van hetzelfde
merk. Een te hoog volume tij-
dens het rijden kan zowel
uw leven als het leven van
anderen in gevaar brengen. Wij
raden u dan ook aan om het vo-
lume altijd zo te regelen dat gelui-
den van buiten (bijv. claxons, sire-
nes van ambulance, brandweer,
politie e.d.) hoorbaar blijven. BEDIENINGSKNOPPEN OP HET
CONNECT (fig. 2)
Voor de bediening van het CON-
NECT Nav+ zijn 29 toetsen en 2
draaiknoppen aanwezig. Enkele be-
dieningsknoppen hebben meer dan
één functie afhankelijk van de actieve
werkingsstatus van het systeem.
De activering van de geselecteerde
functie is in enkele gevallen afhanke-
lijk van hoelang een toets wordt inge-
drukt (kort indrukken of even inge-
drukt houden), zoals in onderstaande
tabel is aangegeven.
Het navigatiesysteem is
een hulpmiddel voor de
bestuurder tijdens het rij-
den; het geeft door middel van ge-
sproken en grafische aanwijzingen
de optimale route aan om de
vooraf ingestelde bestemming te
bereiken. Bij het uitvoeren van elke
door het navigatiesysteem aanbe-
volen handeling ligt de verant-
woordelijkheid voor het rijden met
de auto in het verkeer volledig bij
de bestuurder die ook de verkeers-
regels alsmede andere verkeers-
voorschriften in acht moet nemen.
De verantwoordelijkheid voor de
verkeersveiligheid ligt altijd en
overal bij de bestuurder van de
auto.
Page 20 of 382

16
Legenda
1 – SOS
2
3
4 – CD
5 – CC
6 – ¯
7 – ˙
8
9 – SETUP
10 – TRIP
11 – AUDIO
12 – SRC
13 – MAINToets kort indrukken
(korter dan 2 seconden)
Toegang tot hulpdiensten en -functies
Houder voor navigatie-CD-ROM of audio-CD Houder voor audiocassette
Navigatie-CD-ROM of audio-CD uitwerpen Audiocassette uitwerpen
Radio: zoeken naar het eerste te ontvangen station op lagere frequentie. CD-speler: vorig muziekstuk selecteren
Cassettespeler: snel terugspoelen naar het begin van het beluis- terde muziekstuk of naar het vorige muziekstuk. TV: zoeken naar het eerste te ontvangen kanaal op lagere frequentie.
Radio: zoeken naar het eerste te ontvangen station op hogere frequentie. CD-speler: volgend muziekstuk selecteren
Cassettespeler: snel vooruit spoelen naar het einde van het beluisterde muziekstuk of naar het volgende muziekstuk TV: zoeken naar het eerste te ontvangen kanaal op hogere frequentie
Systeem in-/uitschakelen: draaiknop indrukken Volumeregeling: draaiknop draaien
Systeeminstellingen en te wijzigen functies van de auto Scherm boordcomputer selecteren
Audiosysteem inschakelen en/of specifiek scherm selecteren Bron selecteren: FM1, FM2, FM3-AS, MW, LW, CC, CD, CDC, TV
Scherm MAIN (HOOFDSCHERM) selecteren Toets even ingedrukt houden
(langer dan 2 seconden)
–
–
–
–
–
Radio: functie “Scan” inschakelen waarbij alle sta-
tions op de geselecteerde golfband kort worden weer-
gegeven in oplopende frequentie. CD-speler: snel
achteruit zoeken. Cassettespeler: snel terugspoelen
Radio: functie “Scan” inschakelen waarbij alle sta-
tions op de geselecteerde golfband kort worden weer-
gegeven in oplopende frequentie. CD-speler: snel
vooruit zoeken. Cassettespeler: snel vooruit spoelen
–
–
–
Audiobron (Radio, CC, CD/CDC) uitschakelen –
–